Uitspraak
1.[eiseres sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 21 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee eisers en een gedaagde. De eisers, die een appartement verhuren aan de gedaagde, hebben een vordering ingesteld wegens een betalingsachterstand in de huur. De gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De eisers vorderen onder andere de ontruiming van het gehuurde appartement en betaling van de openstaande huurschuld.
De procedure begon met een dagvaarding op 13 augustus 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 augustus 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een huurachterstand heeft van € 6.146,00 en eerder ook al een huurachterstand van € 6.380,57 had. Ondanks meerdere sommaties en inschakeling van schuldhulpverlening heeft de gedaagde niet betaald.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eisers niet onrechtmatig of ongegrond zijn. Gezien de huurachterstand en het feit dat de gedaagde niet is verschenen, is de kantonrechter van mening dat de ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van het appartement binnen twee weken na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van de achterstallige huur en proceskosten. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.