ECLI:NL:RBGEL:2024:7911
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen voormalige samenwerkingspartners over eigendom en kosten van paarden
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is er een geschil ontstaan tussen twee voormalige samenwerkingspartners in de paardensport. De eiseres, handelend onder de naam [bedrijf 1], heeft de gedaagde, handelend onder de naam [bedrijf 2], aangeklaagd voor betaling van een bedrag van € 2.940,38, dat volgens haar voortvloeit uit een samenwerkingsovereenkomst en kosten voor het gebruik van stallen. De eiseres stelt dat er een mondelinge overeenkomst was waarin werd afgesproken dat de kosten en opbrengsten van gezamenlijk eigendom van paarden gelijk verdeeld zouden worden. De gedaagde betwist echter dat zij mede-eigenaar was van de betrokken paarden en dat er een dergelijke overeenkomst bestond.
De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres afgewezen. De rechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de gedaagde mede-eigenaar was van de paarden en dat de kosten niet in gelijke delen waren verdeeld. De eiseres heeft niet aangetoond hoe de gevorderde bedragen tot stand zijn gekomen en de gedaagde heeft de werkwijze van de samenwerking voldoende toegelicht. De rechter concludeerde dat de eiseres in het ongelijk was gesteld en veroordeelde haar in de proceskosten van de gedaagde.
Het vonnis is uitgesproken op 9 oktober 2024 door mr. M.D.R. Joppe en is uitvoerbaar bij voorraad. De eiseres moet de proceskosten betalen binnen veertien dagen na aanschrijving, te vermeerderen met wettelijke rente en kosten van betekening indien niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan.