1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Hij op of omstreeks 14 september 2022 te Kapel Avezaath, in de gemeente Tiel, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (vrachtauto met
daarnaan gekoppeld een aanhanger), daarmee rijdende over de weg, de A15, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
- terwijl hij een professioneel beroepschauffeur is en/of
- terwijl hij (zeer) goed bekend is met het door hem bestuurde motorrijtuig en/of
- terwijl hij ter plaatse (zeer) goed bekend en/of
- na een flauwe bocht naar links en/of
- uit is geweken naar rechts,
- ( daarbij) niet (voortdurend) de controle over het door hem bestuurde voertuig heeft gehouden en/of
- in strijd met artikel 10 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 niet over de rijbaan is blijven rijden en/of
- in strijd met artikel 43, derde lid, van voornoemd reglement anders dan in een noodgeval heeft gereden over/op, althans gebruik heeft gemaakt van de vluchtstrook en/of
- ( vervolgens) in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement, niet de
snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was het door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg, de A15, kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij, verdachte, gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met een ander motorrijtuig (veegwagen) dat op voornoemde vluchtstrook bezig was met werkzaamheden, en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor aan een ander (te weten de bestuurder van de veegwagen, [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 september 2022 te Kapel Avezaath, gemeente Tiel als bestuurder van een voertuig (vrachtauto met daaraan gekoppeld een aanhanger), daarmee rijdende op de weg, de A15,
- uit is geweken naar rechts,
- ( daarbij) niet (voortdurend) de controle over het door hem bestuurde voertuig heeft gehouden en/of
- in strijd met artikel 10 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 niet over de rijbaan is blijven rijden en/of
- in strijd met artikel 43, derde lid, van voornoemd reglement anders dan in een noodgeval heeft gereden over/op, althans gebruik heeft gemaakt van de vluchtstrook en/of
- ( vervolgens) in strijd met het gestelde in artikel 19 van voormeld reglement, niet de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig zodanig heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was het door hem bestuurde motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg, de A15, kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij, verdachte, gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met een ander motorrijtuig (veegwagen) dat op voornoemde vluchtstrook bezig was met werkzaamheden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor het primair tenlastegelegde, omdat het slechts gaat om een kort moment van onoplettendheid. Het subsidiaire, overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet (WVW), kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak primair tenlastegelegde, overtreding van artikel 6 WVW.
Van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 is sprake in het geval van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Daarbij geldt dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor bewezenverklaring van schuld in vorenbedoelde zin. Bij de vraag of sprake is van schuld aan een verkeersongeval in de zin van artikel 6 WVW komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Daarbij komt dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer kan worden afgeleid dat sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
Niet gebleken is dat sprake was van alcohol- of drugsgebruik, overschrijding van de maximumsnelheid of gebruik van de telefoon ten tijde van het ongeval. Uit het dossier volgt dat verdachte op enig moment naar rechts heeft gestuurd, hierdoor volledig op de vluchtstrook terecht is gekomen en vervolgens direct tegen de veegwagen is gebotst. Het gaat in essentie om één door de verdachte gemaakte verkeersfout: het onvoldoende controle houden over het door hem bestuurde voertuig waardoor hij niet langer zijn rijbaan volgde. Het op de vluchtstrook rijden was hier het gevolg van en dit resulteerde weer in de botsing met de zich op korte afstand bevindende veegwagen. Het verwijt dat aan verdachte valt te maken is onvoldoende om te kunnen spreken van een aanmerkelijke verwijtbare onvoorzichtigheid. De rechtbank is van oordeel dat hierdoor geen sprake is van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het primair tenlastegelegde.
Veroordeling voor het subsidiair tenlastegelegde, overtreding van artikel 5 WVW
Op 14 september 2022 reed verdachte als bestuurder van een vrachtauto met daaraan gekoppeld een aanhanger op de Rijksweg A15 in Kapel Avezaath Tiel, gemeente Tiel.Op de vluchtstrook reed op dat moment een veegwagen waarvan de bestuurder bezig was met werkzaamheden. Ter hoogte van hectometerpaal 125.1 heeft een aanrijding plaatsgevonden tussen de vrachtauto en de veegwagen, waarbij de vrachtwagen op de vluchtstrook achterop de veegwagen is gebotst. Uit onderzoek is gebleken dat de vrachtauto volledig op de vluchtstrook reed op het moment dat hij tegen de veegwagen botste.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij achter het voertuig van verdachte op de A15 reed. Hij zag dat de bestuurder van de vrachtwagen voor hem iets naar rechts uitweek. Vervolgens zag hij dat de vrachtwagen schaarde. Het leek alsof hij iets met de cabine had geraakt.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op de A15 reed. Hij zag dat het voertuig dat later betrokken raakte bij het ongeluk zijn baan uitweek richting de vluchtstrook. Op de vluchtstrook stond een veegwagen. Niet veel later zag hij een hele bult met opspattend water, vervolgens stond het verkeer stil en kwam witte rook van de laatstgenoemde vrachtwagen af.
Gelet op de voorgaande beschreven gedragingen heeft verdachte gevaar op de weg veroorzaakt. De rechtbank acht dan ook de subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 5 WVW bewezen.