ECLI:NL:RBGEL:2024:7900

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
05/007010-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in vereniging plaatsen van explosieven bij horecagelegenheden met niet geslaagde pogingen tot ontploffing

Op 13 november 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 juni 2023 in Arnhem betrokken was bij het plaatsen van explosieven bij twee horecagelegenheden. De verdachte, geboren in 2005 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het in vereniging plaatsen van explosieven met de intentie om deze tot ontploffing te brengen. De rechtbank oordeelde dat de pogingen om de explosieven te laten ontploffen niet geslaagd waren, maar dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de voorbereidingen en uitvoering van deze misdrijven. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van het voorarrest. De benadeelde partij werd in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank baseerde haar oordeel op camerabeelden, getuigenverklaringen en forensisch bewijs, waaronder DNA-analyse, die een sterke aanwijzing gaven voor de betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en rekende het de verdachte zwaar aan dat hij aan dergelijke ernstige feiten had meegewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/007010-24
Datum uitspraak : 13 november 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres 1] , [postcode] [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
raadsman: mr. H. Polat, advocaat in Haarlem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij, op een of meerdere tijdstippen, op of omstreeks 8 juni 2023 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) ter uitvoering van de/het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijven/misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen, terwijl daarvan (telkens) gemeen gevaar voor goederen, te weten een pand aan het [adres 2] en/of een pand aan het [adres 3] en/of de daarin aanwezige goederen en/of naastgelegen panden, te duchten was, (telkens) een
explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 1] ( [adres 2] ) heeft geplaatst/neergelegd en/of aan/op een deur/ruit van [bedrijf 1] heeft bevestigd/geplakt en/of een (elektrische) snoer heeft uitgerold en/of heeft getracht met een (enige vorm van) krachtbron de in het explosief aanwezige lading tot ontploffing te brengen en/of (telkens) een explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 2] ( [adres 3] ) heeft geplaatst/neergelegd en/of aan/op een deur/ruit van [bedrijf 2] heeft bevestigd/geplakt en/of een (elektrische) snoer heeft uitgerold en/of heeft getracht met een (enige vorm van) krachtbron de in het explosief aanwezige lading tot ontploffing te brengen, terwijl de uitvoering van die/dat voorgenomen misdrijven/misdrijf (telkens) niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Arnhem, althans in in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter voorbereiding van het te plegen misdrijf van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing, strafbaar gesteld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht, althans een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk een of meer explosieve voorwerpen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven, vervaardigd en/of voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting, door een of meerdere malen een explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 2] ( [adres 3] ) te plaatsen/neer te leggen en/of aan/op een deur/ruit van [bedrijf 2] te bevestigen/plakken;
4.
hij op of omstreeks 8 juni 2023 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting, door een of meerdere malen een explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 1] ( [adres 2] ) te plaatsen/neer te leggen en/of aan/op een deur/ruit van [bedrijf 1] te bevestigen/plakken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 8 juni 2023 werden twee pakketten met vermoedelijk explosieve inhoud aangetroffen bij de gevels van twee horecagelegenheden, te weten [bedrijf 1] , gelegen aan het [adres 2] te Arnhem, en [bedrijf 2] , gelegen aan het [adres 3] te Arnhem. [2] Op dezelfde dag is door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , eigenaren van [bedrijf 2] , en door [slachtoffer 3] , eigenaar van [bedrijf 1] , aangifte gedaan, waarin zij hebben verklaard dat zij zich bedreigd voelen. [3]
Onderzoek van de pakketten
De twee pakketten werden door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (hierna: EODD) onderzocht en gecontroleerd tot ontploffing gebracht. De kartonnen pakketten waren met zwart tape omwikkeld. Uit de pakketten stak een lang zwart elektra snoer. Bij beide elektrasnoeren staken aan het uiteinde de binnendraden uit en lagen de koperen aders bloot. Voorafgaand heeft de EODD de pakketten bemonsterd en röntgenopnamen gemaakt. Op de röntgenopnamen is te zien dat binnen in beide pakketten de binnendraden van het elektrasnoer met elkaar waren verbonden middels een (gloei)spiraal. Ook is te zien dat beide pakketten voor ongeveer de helft waren gevuld met een poedervormige massa, die donker kleurt op het röntgenbeeld. Uit het onderzoek blijkt dat de explosieve lading in ieder geval kaliumperchloraat en aluminiumpoeder bevatte en mogelijk een geringe hoeveelheid zwart buskruit. Dit mengsel staat ook wel bekend onder de naam 'flitspoeder'. Van flitspoeder is bekend dat het een donkere kleur geeft op het röntgenbeeld door het aanwezige metaalpoeder. Dit röntgenbeeld vormt daarom een aanwijzing dat beide pakketten flitspoeder bevat hebben. De lading van beide pakketten was tussen de 400 gram en 500 gram flitspoeder. Om het flitspoeder te ontsteken - en zo een ontploffing te bewerkstelligen - dienden de blootliggende koperen aders van de beide binnendraden aan het uiteinde van het elektrasnoer te worden aangesloten op de polen van een stroombron. Hiervoor kan een accu worden gebruikt.
Wanneer een dergelijke explosieve constructie met tussen de 400 gram en 500 gram flitspoeder tot ontploffing komt, treden effecten als hitte, kortstondige vuurverschijnselen (met felle witte flits) en een drukgolf met zeer luide knal op. Het met tape omwikkelde kartonnen pakket wordt uiteengereten en de tape en het karton verbranden gedeeltelijk. Materiële schade aan in de directe nabijheid aanwezige omgevingsmaterialen is een gegeven. Er kan scherfwerking optreden van (delen van) deze omgevingsmaterialen, waarbij scherven met veel energie weggeslingerd worden. Dit vergroot de gevaarzetting voor personen en andere goederen. Als de explosieve constructies tot ontploffing worden gebracht op de plek waar ze zijn aangetroffen, zullen in ieder geval de winkelruiten sneuvelen van de twee horecagelegenheden. Hierdoor kan scherfwerking van glassplinters optreden.
Het gevaar voor personen is sterk afhankelijk van waar de persoon zich bevindt ten tijde van de ontploffing: voor omstanders binnen een afstand van een meter (in een vrije baan) is
zeer ernstig lichamelijk letsel tot dodelijk letsel een gegeven. Wanneer er sprake is van rondvliegende scherven en brokstukken van omgevingsmaterialen, is er tot op enkele tientallen meters afstand van de ontploffing (in een vrije baan) nog gevaar voor lichamelijk letsel tot dodelijk letsel. Ook is er binnen tientallen meters gevaar voor (al dan niet permanente) gehoorschade door de knal. In hoeverre ook kans op letsel te duchten is voor eventuele omstanders verder weg dan enkele tientallen meters, is niet zonder meer aan te geven. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten en dat sprake is van meerdaadse samenloop. De officier van justitie heeft gesteld dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit dat niet bewezen kan worden geacht dat verdachte op 8 juni 2023 in Arnhem is geweest en betrokken was bij de strafbare feiten. Daartoe is samengevat aangevoerd dat verdachte niet de persoon is op de bewakingsbeelden, dat verdachte zijn auto met daarin zijn telefoon had uitgeleend aan een ander en dat de secundaire overdracht van DNA-materiaal niet kan worden uitgesloten. Daarom zou hij van alle feiten vrijgesproken moeten worden.
Subsidiair stelt de raadsman dat verdachte slechts de auto heeft bestuurd en dat hij dus geen significante rol heeft gespeeld bij de feiten, zodat van medeplegen geen sprake is. Omdat medeplichtigheid niet ten laste is gelegd, dient verdachte ook in dit geval te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Camerabeelden
Op de bewakingsbeelden van 8 juni 2023 van de camera's van de [bedrijf 3] , gevestigd aan het [straat 1] te Arnhem, is te zien dat om 03:02 uur een auto ter hoogte van de [straat 2] parkeert. Vervolgens verschijnen om 03:05 uur twee personen in beeld (nader omschreven als NN1 en NN2). Zij komen vanuit de richting van de [straat 2] , lopen langs [bedrijf 1] richting [bedrijf 2] en staan stil met zicht op [bedrijf 2] . Om 03:06 uur verdwijnen zij uit beeld richting auto. Om 03:17 uur lopen beide personen naar de gevel van [bedrijf 1] . NN1 plaatst daar een pakket, voorzien van een lang donker snoer. NN2 rolt het snoer uit. Om 03:20 uur haalt NN2 een tweede pakket uit een tas en plaatst het voor de deur van [bedrijf 2] . Om 03:21 uur houden beide personen zich buiten beeld op voor de ingang van de [bedrijf 3] , waarna zij om 03:24 uur beiden vluchten in de richting van de [straat 2] . Om 03:27 uur rapen zij de pakketten weer op en rennen terug naar de auto. [5]
Op de beelden van de bewakingscamera van [bedrijf 1] is te zien dat om 03:40 uur twee personen uit de richting van de [straat 2] komen. De personen lopen weer weg, even later komen zij terug. Van 03:40 tot 03:55 uur zijn zij bezig met een pakketje en met het ontknopen van de draden en het uitrollen ervan. Zij gaan vervolgens weg en nemen het pakketje dan ook weer mee. [6]
Om 05:34 uur parkeert wederom een donkerkleurig voertuig op de [straat 2] . Om 05:43 uur komen NN1 en NN2 uit de richting van de [straat 2] gelopen. NN1 plaatst een pakket aan een raam van [bedrijf 1] . Daarna lopen beiden in de richting van [bedrijf 2] . NN2 haalt een pakket uit een tas en plaatst het pakket op het raam van [bedrijf 2] . Omdat het pakket eraf was gevallen, raapt NN1 het pakket op en plakt het opnieuw op het raam. NN2 voert vervolgens handelingen uit die niet zichtbaar zijn. Om 05:45 uur rennen beide personen weg in de richting van de [straat 2] . [7] Omstreeks 05:45 uur stappen zij in de auto en rijden weg. [8]
ANPR-registratie
Uit het onderzoek van de ANPR-gegevens is gebleken dat een BMW 318i met kenteken
[kenteken] in de nacht van 8 juni 2023 drie registraties heeft op de A50, ter hoogte van knooppunt Grijsoord, te weten om 02:48 uur (links/heenweg), 04:17 uur (rechts/terugweg) en 05:55 uur (rechts/terugweg). Volgens de routeberekening is de reistijd van het ANPR-camera knooppunt Grijsoord naar de [straat 2] 14 minuten. Uit de analyse is gebleken dat de registraties zouden kunnen passen bij de tijdstippen waarop de personen te zien zijn op de camerabeelden, met dien verstande dat de auto de maximumsnelheid heeft overschreden en de auto de afstand sneller af heeft gelegd. Bij de ANPR-registratie zijn snelheden gemeten van 108, 153 en 160 kilometer per uur. Dit zou passen bij het feit dat de auto er minder lang over heeft gedaan dan de tijd die naar voren komt uit de routeberekening. [9] Gezien de registraties zou het betekenen dat de auto in elk geval van 03:02 uur tot 03:55 uur en tot 05:45 uur op de plaats delict kan zijn geweest.
Gezien de overeenkomstige tijdslijn tussen de bevindingen van de camerabeelden en de registraties van de auto stelt de rechtbank vast dat de BMW 318i met kenteken [kenteken] de donkerkleurige auto is die op de [straat 2] werd geparkeerd en NN1 en NN2 heeft vervoerd naar de plaats delict.
Getuigenverklaring van medeverdachte [medeverdachte]
Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat hij telefonisch werd benaderd om tegen betaling van een bedrag van € 500,00 de pakketten met explosieven te plaatsen bij [bedrijf 1] en [bedrijf 2] . Het was de bedoeling dat de explosieven zouden afgaan, zodat schade zou worden veroorzaakt. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij niet alleen handelde, maar dat hij vergezeld werd door twee andere personen, waarvan één persoon in de auto achterbleef, terwijl hij met de andere persoon de explosieven heeft geplaatst. Voorafgaand daaraan hebben zij de pakketten op een adres in Arnhem opgehaald. Van dezelfde persoon die de pakketten heeft verstrekt heeft hij ook een accu ontvangen om de explosieven te kunnen ontsteken. Zij hebben geprobeerd om de pakketten op de deuren van de panden te plaatsen. Hiervoor werd een stukje tape van de pakketten losgetrokken en op het glas geplakt. De tape wilde niet plakken en de pakketten vielen op de grond. [medeverdachte] heeft de accu bij de ontstekingsdraad gehouden. De eerste keer lukte het niet om de explosie teweeg te brengen. Daarom hebben zij de pakketten weer meegenomen en zijn zij nog een keer teruggekomen om de explosieven te plaatsen en te laten ontploffen, maar ook dat lukte niet.
[medeverdachte] heeft verklaard dat hij de persoon was die op de camerabeelden als NN2 werd aangeduid. Hij heeft verklaard dat hij de gebruiker was van de iPhone met het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] . Hiermee heeft hij regelmatig contact opgenomen met verdachte om hem te vragen om als chauffeur mee te werken aan criminele opdrachten. [10]
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft verklaard dat zijn vader eigenaar is van de zwarte BMW318i met kenteken [kenteken] en dat hij de regelmatige bestuurder is van die auto. [11] Hij heeft verder verklaard dat hij de gebruiker is van de iPhone met het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . Betalingen regelt hij via zijn telefoon met de applicatie Apple Pay. [12]
Analyse van de telefoon en telefoonnummers
De iPhone13 van verdachte (met nummer + [telefoonnummer 2] ) is in beslag genomen en onderzocht. Uit de analyse van de historische verkeersgegevens van 8 juni 2023 blijkt dat de telefoon om 00:42 uur en om 03:56 uur gebeld heeft naar het nummer van [medeverdachte] . [13] Om 03:56 uur heeft de telefoon daarbij gebruik gemaakt van de zendmastlocatie [adres 4] te Arnhem. Deze zendmast kan aangestraald worden vanaf de plaats delict, zijnde winkelcentrum [winkelcentrum] aan het [straat 1] te Arnhem-Zuid. [14]
De telefoon heeft op 8 juni 2023 de volgende reisroute afgelegd:
Om 00:49 heeft de telefoon zich vanuit Hoofddorp naar Amsterdam-Oost verplaatst. Om 01:22 uur was de telefoon in Amsterdam IJburg. Om 02:25 uur bevond de telefoon zich op de A1 en bewoog vanuit Amsterdam richting Amersfoort, waarna de telefoon zich verder naar Arnhem heeft verplaatst. Om 03:00 uur was de telefoon in de [straat 2] in Arnhem. Dit is rondom het moment dat op camerabeelden een voertuig de [straat 2] in kwam rijden en geparkeerd werd. Om 03:15 en 03:21 uur bevond de telefoon zich nabij de [straat 2] ter hoogte van perceel 217. Vervolgens heeft de telefoon zich om 04:25 uur op de A50 in richting van de A12 verplaatst. Om 04:47 uur was de telefoon op de A2 nabij Utrecht. Vanaf 05:35 uur waren er wederom meerdere registraties in de [straat 2] ter hoogte van perceel 217. Om 06:24 uur verplaatste de telefoon zich op de A2 van Utrecht in de richting van Amsterdam. [15]
De data zijn vergeleken met locaties die op Apple Maps met de telefoon zijn opgezocht.
De ingevoerde zoekopdrachten betreffen éénmaal de zoekopdracht Hoofddorp en
drie zoekopdrachten in de omgeving van het [straat 1] . Dit zijn de momenten waarop op 8 juni 2023 de zoekopdrachten zijn gedaan:
- om 04:47:19 uur - [straat 1] Arnhem
- om 05:32:47 uur - [straat 2] Arnhem
- om 05:37:31 uur - Hoogkamp Arnhem
- om 05:37:38 uur - Hoofddorp .
Naast deze zoekopdrachten in de telefoon, zijn door de telefoon op 8 juni 2023 nog de volgende locaties gelogd:
- om 04:47:23 uur - [adres 6] ;
- om 05:32:21 uur - [adres 7] ;
- om 05:32:47 uur - [adres 8] ;
- om 05:35:11 uur - [adres 9] .
Uit de locatiegegevens behorend bij de applicatie Snapchat blijkt dat op 8 juni 2023 om 07:42 uur het Total tankstation aan de [adres 5] in Hoofddorp is bezocht.
Op de afbeelding is een donkere BMW in de wasstraat van het tankstation zichtbaar.
In de zoekhistorie van de telefoon stonden verder acht zoekopdrachten die de zoekwaarde ‘Arnhem’ bevatten en er waren acht zoekopdrachten met de zoekwaarde ‘explosie’. Met de telefoon is op 15 juni 2023 een screenshot gedeeld met een link naar een artikel op RTL Nieuws met de titel ‘Explosies bij horecazaken Arnhem waar verdachte pakketjes lagen’. Op dezelfde dag is een nieuwsartikel opgezocht op de Gelderlander. De bijbehorende link leidde naar een foto van de twee verdachten die op 8 juni 2023 explosieven hebben geplaatst bij het winkelcentrum [straat 1] . Eén registratie betreft een nieuwsartikel via drimble.nl over het plaatsen van explosieven bij twee horecazaken in winkelcentrum [winkelcentrum] . [16]
Financieel onderzoek
Op 8 juni 2023 is vanaf de betaalrekening van verdachte om 07:48 uur en 07:49 uur tweemaal een betaling gedaan van een bedrag van vijf euro bij een Total tankstation aan de [adres 5] in Hoofddorp . [17]
Gelet op het korte tijdstip tussen de deze betalingen, de locatiegegevens alsmede de foto op de telefoon van verdachte, concludeert de rechtbank dat het dezelfde persoon is geweest die de beschikking had over zowel de telefoon, als de bankrekening en de op de foto afgebeelde BMW.
Forensisch onderzoek
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft de pakketten met explosieven onderzocht.
Beide pakketten waren met zwarte tape omwikkeld en gekoppeld aan een snoer. De onderdelen van beide pakketten zijn bemonsterd en van een SIN-nummer voorzien. De volgende sporendragers werden veiliggesteld:
de bemonstering van het zwarte snoer, aangesloten op pakket 1, veiliggesteld bij voordeur van [bedrijf 2] , voorzien van SIN-nummer AANI0457NL#01;
de bemonstering van de buitenzijde van de tape van pakket 2, veiliggesteld bij de voordeur van [bedrijf 1] , voorzien van SIN-nummer AAQE9162NL#01. [18]
De bemonsteringen zijn onderzocht en vergeleken met het DNA-profiel van verdachte. Dit heeft geleid tot een match:
1. SIN-nummer AANI0457NL#01:
Op grond van het vergelijkend DNA-onderzoek is vastgesteld dat deze bemonstering een relatief grote hoeveelheid DNA bevat van meerdere personen en dat één van die personen verdachte kan zijn. Voor deze berekening is aangenomen dat de personen van wie een relatief grote hoeveelheid DNA in deze bemonstering aanwezig is niet onderling verwant zijn. Het is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer verdachte één van de personen is van wie een relatief grote hoeveelheid DNA in de bemonstering aanwezig is, dan wanneer verdachte niet één van deze personen is en de relatief grote hoeveelheid DNA in de bemonstering dus afkomstig is van willekeurige onbekende personen.
2. SIN-nummer AAQE9162NL#01:
Hierbij is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van drie (niet-verwante) personen. Het NFI heeft geconcludeerd dat het meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer het DNA afkomstig is van verdachte en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer het DNA afkomstig is van drie willekeurige onbekende personen. [19]
Conclusie
De rechtbank neemt de conclusie van het NFI over. Ten aanzien van de bewijskracht overweegt de rechtbank dat de ordegrootte ‘meer dan één miljard keer waarschijnlijker’ de sterkste bewijskracht is die door het NFI wordt gerapporteerd. Aan de conclusies van het NFI over de bewijskracht kent de rechtbank dan ook een sterke bewijswaarde toe en zij stelt op basis hiervan vast dat verdachte donor is van het DNA in het DNA-mengprofiel verkregen uit de bemonstering van de tape en het uiteinde van het snoer.
[medeverdachte] heeft verklaard dat het de bedoeling was om de pakketten ook daadwerkelijk met een accu tot ontploffing te brengen. Uit het onderzoek door de EODD blijkt dat de pakketten geschikt waren om een ontploffing teweeg te brengen die flinke schade zou veroorzaken. De rechtbank is van oordeel dat deze handelingen geen gevaar voor personen hebben opgeleverd omdat de explosieven aan de gevels van horecapanden van een winkelcentrum werden geplaatst en dat van aanwezigheid van personen gedurende het nachtelijke tijdstip niet kon worden uitgegaan.
Het geheel aan de bovengenoemde belastende omstandigheden is voor de rechtbank redengevend om het medeplegen van verdachte bij de ten laste gelegde feiten bewezen te achten. Verdachte had – anders dan door de verdediging betoogd – de beschikkingsmacht over zowel de BMW als ook de iPhone13 met telefoonnummer + [telefoonnummer 2] . Hij was op de relevante tijden op de plaats delict. De rechtbank acht het door verdachte geschetste alternatieve scenario dat verdachte de auto aan een ander ter beschikking heeft gesteld, dat derden (om te bellen met [medeverdachte] , de route op te zoeken en te betalen) gebruik hebben gemaakt van zijn (met een code beveiligde) telefoon die in de auto zou zijn blijven liggen en dat tape uit zijn auto zou zijn gebruikt voor de pakketten met explosieven, wat zijn DNA op de tape en het snoer zou verklaren, niet geloofwaardig.
De rechtbank vindt het niet relevant welke rol verdachte daadwerkelijk heeft gehad. Naar de uiterlijke verschijningsvorm is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. De verdachten zijn samen met de auto vanuit Hoofddorp naar Arnhem gereden en hebben daar de explosieven en de accu opgehaald om vervolgens naar winkelcentrum [winkelcentrum] te rijden. Het is niet aannemelijk dat er tijdens de reis niet over de bestemming en het doel van de reis is gesproken. Zij zijn meerdere uren bij elkaar geweest en er was sprake van een zekere rolverdeling. Eén van hen bestuurde de auto, de andere twee plaatsten de explosieven. De pogingen om de explosieven tot ontploffing te brengen werden meerdere keren onderbroken en hervat. Tussentijds verzamelden zich de verdachten in de auto, waarna op enig moment zelfs weer richting Hoofddorp en terug is gereden. Op die momenten moet overleg hebben plaatsgevonden om de strategie te bepalen.
De ten laste gelegde gedragingen zijn aan te merken als één complex aan handelingen dat juridisch te kwalificeren is als een voortgezette handeling.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
,op
een ofmeerdere tijdstippen
,op
of omstreeks8 juni 2023 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,(telkens) ter uitvoering van de
/hetdoor verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijven
/misdrijfom opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen, terwijl daarvan (telkens) gemeen gevaar voor goederen, te weten een pand aan het [adres 2] en
/ofeen pand aan het [adres 3] en
/ofde daarin aanwezige goederen en
/ofnaastgelegen panden
,te duchten was, (telkens) een
explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 1] ( [adres 2] ) heeft geplaatst
/neergelegden
/of aan/op een deur/ruit van [bedrijf 1] heeft
bevestigd/geplakt en
/ofeen (elektrische) snoer heeft uitgerold en
/ofheeft getracht met een
(enige vorm van)krachtbron de in het explosief aanwezige lading tot ontploffing te brengen en
/of(telkens) een explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 2] ( [adres 3] ) heeft geplaatst
/neergelegden
/of aan/op een deur/ruit van [bedrijf 2] heeft
bevestigd/geplakt en
/ofeen (elektrische) snoer heeft uitgerold en
/ofheeft getracht met een
(enige vorm van)krachtbron de in het explosief aanwezige lading tot ontploffing te brengen, terwijl de uitvoering van die
/datvoorgenomen misdrijven
/misdrijf(telkens) niet is voltooid;
2.
hij op
of omstreeks8 juni 2023 te Arnhem
, althans in in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,ter voorbereiding van het te plegen misdrijf van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing, strafbaar gesteld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht
, althans een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk
een of meerexplosieve voorwerpen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven,
vervaardigden
/ofvoorhanden heeft gehad;
3.
hij op
of omstreeks8 juni 2023 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/ofmet brandstichting, door
een of meerdere maleneen explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 2] ( [adres 3] ) te plaatsen
/neer te leggenen
/of aan/op een deur
/ruitvan [bedrijf 2] te
bevestigen/plakken;
4.
hij op
of omstreeks8 juni 2023 te Arnhem
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,[slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/ofmet brandstichting, door
een of meerdere maleneen explosief voorwerp voor de deur van [bedrijf 1] ( [adres 2] ) te plaatsen
/neer te leggenen/
of aan/op een deur
/ruitvan [bedrijf 1] te
bevestigen/plakken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
de voortgezette handeling van
feit 1
medeplegen van een poging tot het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is, meermalen gepleegd;
en
feit 2
medeplegen van de voorbereiding van het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
en
feit 3
bedreiging met brandstichting, meermalen gepleegd;
feit 4
bedreiging met brandstichting.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het volwassenenstrafrecht toegepast wordt en heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair verzocht om aan verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de periode die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast zou een voorwaardelijke werkstraf of voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kunnen worden met een lange proeftijd. Meer subsidiair heeft de raadsman verzocht om aan verdachte naast een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest een onvoorwaardelijke werkstraf van bijvoorbeeld 240 uur op te leggen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van pogingen om explosieven tot ontploffing te brengen bij twee horecaondernemingen. Hierbij is gebruik gemaakt van twee pakketten met explosieven. De twee pakketten zijn niet af gegaan en uiteindelijk door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie onderzocht en gecontroleerd tot ontploffing gebracht. Waarom de explosieven eerder niet af zijn gegaan, is onduidelijk gebleven. Het incident heeft begrijpelijkerwijs een grote impact gehad op de slachtoffers.
In Nederland vinden wekelijks meerdere explosies plaats. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat dit soort aanslagen vaak maar al te gemakkelijk worden gepleegd door veelal jonge uitvoerders. De opdrachtgevers blijven buiten beeld. Zij willen van de slachtoffers of hun familieleden iets afdwingen, zoals de betaling van een al dan niet echt bestaande schuld, wraak nemen of simpelweg vrees aanjagen. Dit overkomt ook slachtoffers waarvan het duidelijk is dat zij geen enkele band hebben met criminaliteit. Dit alles leidt tot (materiële en psychische) schade bij de slachtoffers zelf, maar ook tot veel onrust in de omgeving en in de rest van de samenleving. Als zoiets in een bepaalde omgeving vaker gebeurt, is er in feite sprake van terreur. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij aan een dergelijk ernstig feit heeft meegewerkt. Politie, justitie en andere overheidsinstanties hebben weinig middelen die tegen de explosieven-terreur kunnen worden ingezet. Een daarvan is een stevig repressief optreden tegen de uitvoerders van de aanslagen, met name ook om dat zo onaantrekkelijk mogelijk te maken.
Strafblad
Blijkens de justitiële documentatie van 13 september 2024 is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing.
Reclasseringsadvies
Reclassering Nederland heeft op 19 mei 2024 geadviseerd om het volwassenenstrafrecht toe te passen en een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. Volgens de reclassering beschikt verdachte over een gemiddelde intelligentie en zijn er geen aanwijzingen die de aanwezigheid van een licht verstandelijke beperking doen vermoeden. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen.
Conclusie
Verdachte heeft zowel tijdens het voorbereidend onderzoek als ook ter terechtzitting geen openheid van zaken gegeven en een ontkennende houding aangenomen. De rechtbank heeft dan ook geen mogelijkheid om zijn motivering mee te wegen in de hoogte van de strafmaat.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst en de aard van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf conform de eis van de officier van justitie zonder meer rechtvaardigen, maar ziet in de jonge leeftijd van verdachte aanleiding om een deel van deze straf voorwaardelijk op te leggen. De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Het voorwaardelijke deel moet verdachte ervan weerhouden om opnieuw de fout in te gaan.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft in verband met feit 1 en feit 4 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 60.962,72 aan materiële schade en € 8.000,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. Daarnaast vordert de benadeelde partij de vergoeding van de proceskosten ter hoogte van € 3.243,49. [slachtoffer 3] wijst ter onderbouwing van zijn vordering op het feit dat de burgemeester zijn zaak om veiligheidsredenen 2 weken heeft gesloten.
Standpunten
De officier van justitie heeft gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De officier stelt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij - gelet op de bepleite vrijspraak - niet ontvankelijk moet worden verklaard. Daarnaast is de vordering onvoldoende onderbouwd. De gestelde schade is ook niet het rechtstreekse gevolg van het plaatsen van de explosieven op 8 juni 2023. Als er al schade is, is die schade ontstaan als gevolg van een beslissing van de burgemeester.
Overweging van de rechtbank
Ten aanzien van de materiële schade
Wat er ook zij van het causaal verband, naar het oordeel van de rechtbank is de vordering met betrekking tot de materiële schade onvoldoende onderbouwd om aan de hand van de verstrekte stukken de schade vast te kunnen stellen. Verder onderzoek zou een onevenredige belasting van het strafproces betekenen, zodat de benadeelde partij voor dit gedeelte niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
Ten aanzien van de immateriële schade
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
  • verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
  • de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
  • de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
  • de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Daarnaast kunnen de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. In beginsel zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen.
De benadeelde partij heeft geen concrete gegevens ter onderbouwing aangedragen. De aard en de ernst van de normschending maken naar het oordeel van de rechtbank ook niet dat in dit geval een aantasting in de persoon kan worden aangenomen, zodat de benadeelde partij ook voor dit gedeelte niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 46, 47, 56, 57, 63, 157 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
10 maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van twee jarenschuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. I.D. Jacobs en mr. J.M. Graat, rechters, in tegenwoordigheid van mr. U. Posthumus, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 november 2024.
Mr. I.D. Jacobs is buiten staat dit
vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 0N4R023056 HARING, gesloten op 22 mei 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 151, en NFI-rapport ‘Explosievenonderzoek n. a.v. de vondst van twee vermeende explosieve constructies in een winkelcentrum in Arnhem op 8 juni 2023’, p. 535 t/m 540.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 165 t/m 170, en proces-verbaal van aangifte, p. 155 t/m 164.
4.NFI-rapport ‘Explosievenonderzoek n. a.v. de vondst van twee vermeende explosieve constructies in een winkelcentrum in Arnhem op 8 juni 2023’, p. 535 t/m 540.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 367 t/m 386, waarbij de rechtbank van de in dit proces-verbaal weergegeven tijdstippen in dit vonnis (steeds) 2 minuten en 40 seconden heeft afgetrokken, omdat uit het proces-verbaal van bevindingen op p. 228 blijkt dat het weergegeven tijdstip op de camerabeelden 2 minuten en 40 seconden voorloopt op het daadwerkelijke tijdstip.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 227 t/m 263.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 367 t/m 386.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 341.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 601 t/m 604.
10.Getuigenverklaring van medeverdachte [medeverdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 30 oktober 2024.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 117 t/m 122, en verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 oktober 2024.
12.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 30 oktober 2024.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 613 t/m 616.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 602.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 639 en 662.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 639 en 662.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 691 en 692.
18.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict, p. 482 t/m 498.
19.NFI-rapport van het DNA-onderzoek, p. 571 t/m 573.