In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de omgevingsvergunning die op 30 december 2021 is verleend voor de bouw van een zorgcentrum met 45 zorgappartementen en de aanleg van een uitweg. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze vergunning, dat ongegrond is verklaard door het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen. De rechtbank heeft de zaak op 22 januari 2024 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van het college en de vergunninghouder aanwezig waren.
De rechtbank heeft de omgevingsvergunning beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser, die onder andere aanvoert dat de vergunning in strijd is met het Bouwbesluit 2012, met name wat betreft brandveiligheid en de vereiste vluchtroutes. De rechtbank oordeelt dat eiser geen belang heeft bij de brandveiligheidsregels, omdat hij geen eigenaar of gebruiker is van het gebouw waarvoor de vergunning is verleend. Hierdoor staat het relativiteitsvereiste van de Algemene wet bestuursrecht in de weg aan een vernietiging van het besluit.
Daarnaast heeft eiser aangevoerd dat er onvoldoende parkeerplaatsen zijn en dat de vergunde uitrit leidt tot een verkeersonveilige situatie. De rechtbank concludeert dat de vergunninghouder voldoet aan de parkeernormen en dat de verkeerssituatie niet onveilig is. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaart het beroep ongegrond, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft. Eiser krijgt het griffierecht niet terug.