ECLI:NL:RBGEL:2024:7804

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 november 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
143942-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie mannen voor diefstal en heling van bouwmachines

Op 11 november 2024 heeft de Rechtbank Gelderland drie mannen veroordeeld tot gevangenisstraffen voor hun betrokkenheid bij de diefstal en heling van meerdere bouwmachines. De rechtbank oordeelde dat de mannen in wisselende samenstelling in 2021 verschillende bouwmachines, waaronder shovels en graafmachines, hebben gestolen en deze vervolgens hebben verkocht. De straffen varieerden van 16 tot 23 maanden gevangenisstraf, afhankelijk van de rol van de verdachte in de diefstallen. Daarnaast zijn er schadevergoedingen opgelegd aan twee gedupeerden, en zijn ontnemingsmaatregelen getroffen voor bedragen van respectievelijk 37.500 euro en 23.800 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de diefstallen op georganiseerde wijze zijn gepleegd, wat de ernst van de feiten vergroot. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verdachte eerder was veroordeeld voor een Opiumwetdelict, wat bijdroeg aan de beslissing om onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op te leggen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot schadevergoeding toegewezen, met uitzondering van de BTW, en de verdachte is verplicht om dit bedrag te betalen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenspraak en het vonnis is uitgesproken in een openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/143942-21
Datum uitspraak : 11 november 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .
raadsraadsvrouw: mr. S.R. van Laar, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 3 april 2021 te Twello, gemeente Voorst,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een graafmachine (van het merk: Hitachi en voorzien van het serienummer
[serienummer] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse
sleutel, te weten door gebruik van een sleutel (type behorend bij het merk Hitachi),
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 april 2021 tot en met
4 april 2021 te Twello, gemeente Voorst en/of 's-Heerenberg, gemeente
Montferland, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een graafmachine (van het merk: Hitachi en voorzien van het serienummer
[serienummer] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 28 mei 2021 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en
in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een shovel (van het merk:
Kubota RT82),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 2] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door gebruik van
een sleutel (type behorend bij het merk Kubota), terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 mei 2021 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek en/of Beek,
gemeente Montferland, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een shovel (van het merk: Kubota RT82), althans een goed heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij op of omstreeks 28 mei 2021 te Beek, gemeente Montferland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een aanhangwagen (van het merk: Hulco, type: Terrax-2), althans een goed heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
4.
hij op of omstreeks 4 juni 2021 te Etten, gemeente Oude IJsselstreek,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een shovel (van het merk: Giant, type: V452xtrahd en voorzien van het VIN
nummer: [VIN nummer 1] )
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse
sleutel, te weten door gebruik van een sleutel (type behorend bij het merk Giant),
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
5.
hij op of omstreeks 3 juni 2021 te Zevenaar,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een bouwmachine (type: Knikmops 130 en voorzien van het VIN nummer:
[VIN nummer 2] )
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 3] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door gebruik van
een sleutel (type behorend bij voornoemde bouwmachine), terwijl verdachte en/of
zijn mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
6.
hij op of omstreeks 19 mei 2021 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een bouwmachine (van het merk: Giant, type: D32swtxtra en voorzien van het VIN
nummer: [VIN nummer 3] )
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door gebruik van
een sleutel (type behorend bij het merk Giant), terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
7.
hij op of omstreeks 12 maart 2021 te ‘s-Heerenberg, gemeente Montferland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een
graafmachine (van het merk: Kobelco, type: SK28SR-6 en voorzien van het VIN:
[VIN nummer 4] )
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader (s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door gebruik van
een sleutel (type behorend bij het merk Kobelco), terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 12 maart 2021 tot en met 28 maart 2021 te
’s-Heerenberg, gemeente Montferland, en/of Doetinchem, in elk geval in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een graafmachine (van het merk: Kobelco, type: SK28SR-6 en voorzien van het VIN:
[VIN nummer 4] )
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den)
moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
8.
hij op of omstreeks 19 maart 2021 te Tiel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een bouwkraan (merk: Terex, type: TC126) en/of
- een aanhangwagen (van het merk: Hapert en voorzien van het kenteken:
[kenteken 1] )
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan
een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse
sleutel, te weten door gebruik van een sleutel (type behorend bij het merk Terex),
terwijl verdachte en/of zijn mededader (s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
9.
hij op of omstreeks 2 mei 2021 te Olst, gemeente Olst-Wijhe,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een graafmachine (van het merk: Weidemann, type: 1350CX45),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf 4] , in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of een valse
sleutel, te weten door gebruik van een sleutel (type behorend bij het merk
Weidemann), terwijl verdachte en/of zijn mededader (s) hiertoe niet gerechtigd
was/waren;
10.
hij op of omstreeks 8 februari 2022 te Doetinchem,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning gelegen aan de
[adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 350 hennepstekken en/of ongeveer,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

De verdediging heeft betoogd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van feit 6 nu vervolging in strijd is met artikel 50 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (het recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft). Verdachte is in Duitsland vrijgesproken van het in georganiseerd verband doorverkopen van verschillende bouwmachines, althans frauduleuze handelingen/oplichting.
Volgens de verdediging gaat dat om hetzelfde feit omdat het voertuig uit feit 6 betrokken zou zijn bij de Duitse verdenking en de reikwijdte van die verdenking ruimer is dan enkel oplichting.
De rechtbank verwerpt dit verweer. In de Duitse zaak was aan verdachte het volgende ten laste gelegd (vertaald):
Op basis van een gezamenlijk bedacht plan boden de verdachten onder de bedrijfsnaam [bedrijf 5] diverse bouwmachines te koop aan, terwijl zij op de hoogte waren van het feit dat het daarbij ging om gestolen bouwmachines. De benadeelde kocht een wiellader Giant met VIN [VIN nummer 3] voor een koopprijs van 16.500 euro. De wiellader werd vervolgens aan de benadeelde geleverd door de apart vervolgde [medeverdachte 1] en korte tijd later door getuige [getuige 1] teruggegeven aan de rechthebbende. De benadeelde betaalde 16.500 euro contant aan de apart vervolgde [medeverdachte 1] die dat geld weer aan verdachte [verdachte] gaf.
De verdachten handelden daarbij met het doel om zich een inkomstenbron van enige duur en enige omvang te verschaffen.
Hoewel er wellicht enige samenhang is omdat het hetzelfde voertuig betreft, gaat het om een andere feitelijke gedraging, met een pleegplaats in een ander land, op een andere datum, met een ander slachtoffer, met een afzonderlijke verzwarende omstandigheid (bendevormig) en een ander beschermd belang. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat er geen sprake is van schending van artikel 50 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. De officier van justitie is daarom ontvankelijk.
3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Verklaringen [medeverdachte 1]
De verdediging stelt dat de verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] niet voor bewijs mogen worden gebruikt omdat deze onbetrouwbaar zijn.
De rechtbank ziet geen reden om de verklaringen van [medeverdachte 1] op voorhand van het bewijs uit te sluiten. Weliswaar is hij medeverdachte en verklaart hij soms op bepaalde punten niet consistent, maar op andere punten worden zijn verklaringen ondersteund door andere bewijsmiddelen. In die gevallen zal de rechtbank die verklaringen dan ook gebruiken.
Feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 3 april 2021 is in Twello van een bouwkavel aan de [adres 3] een minikraan van het merk Hitachi met serienummer [serienummer] weggenomen. De graafmachine was eigendom van [bedrijf 1] . [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit omdat er onvoldoende bewijs in het dossier zit voor de betrokkenheid van verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
Op 4 april 2021, een dag na de diefstal, is medeverdachte [medeverdachte 2] door de politie aangetroffen in een loods in ’s-Heerenberg met de gestolen graafmachine. Hij had daar een afspraak met een potentiële koper genaamd [naam 1] , die verklaarde via WhatsApp te zijn benaderd om de machine te kopen. [3]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij de graafmachine aan [naam 1] zou leveren in opdracht van [verdachte] . [verdachte] had hem de sleutels van de loods gegeven en een sleutel van de graafmachine. [verdachte] stond in de telefoon van verdachte als “ [verdachte] ” met telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [4]
Bij verdachte is een iPhone in beslag genomen waaraan twee mobiele nummers waren gekoppeld, te weten [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] . De telefoon had de naam “Iphone van [naam 2] ”. [5] Met nummer [telefoonnummer 1] is op 21 maart 2021 een schermafbeelding naar ene ‘ [naam 3] ’ gestuurd van een bankrekening op naam van [verdachte] . Op 7 maart 2021 heeft ‘ [naam 3] ” een foto verstuurd met daarbij de tekst “na die vriend van me [verdachte] ” en “de zoon van [moeder verdachte] de zangeres”. De moeder van verdachte heet [moeder verdachte] en is zangeres. [6] De rechtbank concludeert hieruit dat “ [verdachte] ” verdachte [verdachte] is en de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] van hem waren.
Dat allerlei mensen met zijn telefoon belden, zoals door verdachte is verklaard, is op geen enkele manier onderbouwd of aannemelijk geworden. Het is aan verdachte om een dergelijke bewering met feiten te staven en dat heeft hij niet gedaan.
De tussenconclusie is dus dat [medeverdachte 2] de gestolen graafmachine zou leveren in opdracht van verdachte en van verdachte de sleutels van de loods en de graafmachine heeft gekregen. De vraag is of verdachte ook bij de diefstal was betrokken. De rechtbank overweegt daarover het volgende.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij op 3 april 2021 omstreeks 20.00 uur in Twello een zilvergrijze Mercedes zag rijden met daarachter een 3-assige trailer. Hij zag bij een bouwkavel aan de [adres 3] drie mannen uit de auto stappen, waarvan één een betonschaar droeg. Ze droegen mondkapjes en veiligheidshesjes. Toen hij dichterbij kwam zag hij dat een man het kettingslot van het hek van de bouwkavel forceerde met de betonschaar. De echtgenote van de getuige zag vanuit hun huis dat een minikraan die op de bouwkavel stond op de trailer werd gezet, waarna de auto met de kraan wegreed. [7]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat zij op 3 april 2021 omstreeks 20.00 uur op de [adres 4] in Twello een grijze Mercedes C-model zag rijden met een tandemasser/3-asser er achter. Deze auto reed naar een andere donkere Mercedes, met kenteken [kenteken 2] . Uit die donkere Mercedes stapten twee mannen met fluorescerende hesjes. De mannen stapten in een grijze Mercedes met aanhanger, die vervolgens de [adres 3] op reed. Later kwam deze auto weer teruggereden. Er zaten toen drie mannen in met een mondkapje. De donkere Mercedes lieten ze staan. Een half uur later was die ook weg. [8]
De zwarte Mercedes met kenteken [kenteken 2] was op 3 april 2021 tussen 17.00 uur en 22.00 uur geleased door verdachte, zo blijkt uit gevorderde gegevens van de leasemaatschappij. [9] Het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van verdachte straalde op 3 april 2021 tussen 19.57 uur en 20.01 uur de zendmast aan de [adres 20] in Twello aan, 1,6 kilometer van de plaats delict. Dit telefoonnummer maakte verder nooit gebruik van zendmasten in Twello. [10]
De conclusie is dat verdachte samen met twee anderen (onder wie [medeverdachte 2] ) de graafmachine heeft gestolen, waarna [medeverdachte 2] (al dan niet in opdracht van verdachte) heeft geprobeerd de gestolen graafmachine te verkopen. Aangezien het hek van de bouwkavel waar de graafmachine stond, is geforceerd met een betonschaar, acht de rechtbank bewezen dat de toegang tot het misdrijf is verschaft door middel van braak.
Niet kan worden bewezen dat de graafmachine is gestolen door middel van een valse sleutel. De rechtbank spreekt verdachte daar daarom partieel van vrij.
Feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 28 mei 2021 is in Silvolde aan de [straat 1] een grijze/zwarte shovel, merk Kubota type RT82 weggenomen met een waarde van 32.500 euro. De eigenaar van de shovel was [bedrijf 2] . [11]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit omdat er onvoldoende bewijs in het dossier zit voor de betrokkenheid van verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
Getuige [getuige 4] heeft het volgende verklaard. Op 28 mei 2021 zag hij om 2.15 uur vanuit zijn slaapkamer aan de [straat 1] in Silvolde een witte Mercedes Vito staan met kenteken [kenteken 3] . Achter de Mercedes was een dubbel-assige aanhangwagen gekoppeld. Twee mannen lieten de oprijplaat van de aanhangwagen zakken. De mannen liepen weg in de richting van de [straat 2] , waarna vanuit die richting een shovel aan kwam rijden. Eén van de mannen die waren weggelopen bestuurde de shovel. De andere man liep met de shovel mee. De shovel werd op de aanhangwagen gereden, waarbij de ene man aanwijzingen gaf aan de bestuurder. Daarna reed de Vito met gedoofde lichten weg met de shovel. Op de shovel zat een geel plaatje met daarop “ [bedrijf 2] ”. [12]
Getuige [getuige 5] heeft hetzelfde gezien enzag dat er in totaal drie mannen bij betrokken waren. [13]
De Mercedes Vito en de shovel zijn op 28 mei 2021 aangetroffen ter hoogte van de [adres 5] in Beek. Aangever herkende op een foto van de aldaar aangetroffen shovel als zijn shovel [14] .
De Mercedes Vito bleek op 27 mei 2021 te zijn verhuurd aan medeverdachte [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] . [15]
Uit de histo van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] blijkt dat op 28 mei 2021 dat nummer een mast aan de [adres 6] / [adres 7] in Loerbeek heeft gebruikt, een mast dus aan de straat waar de shovel en de Mercedes Vito zijn aangetroffen. [16] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat dit zijn telefoonnummer was. [17]
De conclusie is dat [medeverdachte 1] één van de drie mannen is die de shovel hebben gestolen.
De vraag is of verdachte één van de anderen was.
De rechtbank overweegt daarover:
De track and trace-gegevens van de Mercedes Vito zijn aan de politie overhandigd.
Op 28 mei 2021 stond de auto vanaf omstreeks 2.17 uur bijna 8 minuten stil op de [straat 1] in Silvolde, waarna hij richting [straat 2] reed. Dit komt overeen met de getuigenverklaringen. Daarna legde de bus de volgende route af:
[straat 1] (Silvolde) > [adres 8] > [adres 9] (Terborg) > [adres 10] > [adres 11]
> [adres 12] (Etten) > [adres 13] Zeddam) > [adres 14] > [adres 8] (Loerbeek) >
[adres 15] > [adres 16] > [adres 7] (Beek). [18]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , waarvan is vastgesteld dat dit van verdachte is, heeft een dag voor de diefstal een mast aangestraald aan de [straat 2] in Silvolde, 700 meter van de plek waar de shovel is gestolen. In de nacht van de diefstal maakt dit telefoonnummer van verdachte om 2.52 uur gebruik van een mast aan de [adres 17] in Beek. [19] Deze mast staat 1 kilometer van de plek waar de shovel die nacht is geparkeerd/koud gezet.
Uit onderzoek naar de telefoon van verdachte is gebleken dat er rond de diefstal meerdere contacten zijn met [medeverdachte 1] . Op 27 mei 2021 worden meerdere berichten uitgewisseld tussen verdachte en het telefoonnummer [telefoonnummer 3] van [medeverdachte 1] . Onder meer werd door verdachte het volgende naar [medeverdachte 1] gestuurd:
“Heb je die stroom. Kom effe half 1 dtc (afkorting voor Doetinchem) dan. Amsterdam. Zo blok
halen. Ik heb er 1. Kunnen nu Amsterdam halen”.
Uit de GPS-gegevens van de Mercedes Vito blijkt dat deze die dag omstreeks 22.27 uur vanuit [plaats] (de woonplaats van [medeverdachte 1] ) vertrekt naar parkeerplaats Rozengaarde in Doetinchem. Daarna gaat de bus naar Amsterdam. Vanuit Amsterdam gaat de bus naar Silvolde.
Op 28 mei 2021 werden vervolgens opnieuw over en weer berichten gestuurd tussen verdachte en het telefoonnummer van [medeverdachte 1] , waarbij weer werd afgesproken in Doetinchem en verdachte tegen [medeverdachte 1] zei dat hij het gesprek moest wissen en zijn telefoon uit moest zetten. [20]
Op 28 mei 2021 tussen 13.42 en 13.48 uur straalt het telefoonnummer van [medeverdachte 1] een mast aan in de [adres 21] in Doetinchem. [21] In die straat woont verdachte.
[medeverdachte 1] heeft tegenover de politie verklaard dat hij in opdracht van verdachte machines ophaalde en dat daar machines bij zaten die niet klopten. [22]
[medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat hij als hij een bus huurde bij [bedrijf 6] (zoals ook de Mercedes Vito) dit werd betaald door verdachte, [medeverdachte 2] of [naam 4] . Zij regelden ook een aanhanger. Wanneer hij een bus moest huren zat er een rit aan te komen, die hij dan ook moest uitvoeren. Hij bracht gewoon machines van A naar B en kreeg daar geld voor. [23]
Gelet op die verklaringen kan het niet anders dan dat de communicatie tussen verdachte en [medeverdachte 1] betrekking hadden op de diefstal van de shovel. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hijzelf geen machines kon besturen en dat anderen, onder wie verdachte, machines op de aanhangwagen reden. [24] De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 1] en een derde persoon de shovel heeft gestolen.
Niet kan worden bewezen dat de shovel is gestolen door middel van een valse sleutel. De rechtbank spreekt verdachte daar daarom partieel van vrij.
Feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de aanhangwagen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijsmiddelen in het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank zitten er in het dossier onvoldoende aanknopingspunten dat verdachte wist of had moeten weten dat de aanhangwagen van diefstal afkomstig was. Onbekend is hoe de aanhangwagen achter de Mercedes Vito is gekomen. Het enkele feit dat er valse kentekenplaten op de aanhangwagen zaten, is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen, omdat onduidelijk is in hoeverre het voor verdachte kenbaar was of redelijkerwijs kon zijn dat het om valse platen ging. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijsmiddelen in het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het dossier onvoldoende worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het stelen van de shovel. Dat er na de diefstal via het bedrijf [bedrijf 5] contact is geweest over de verkoop van de shovel, zegt onvoldoende over betrokkenheid van verdachte bij de diefstal. De enkele verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] dat hij in opdracht van verdachte handelde is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijsmiddelen in het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het dossier onvoldoende worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij het stelen van de bouwmachine. Het telefoonnummer van verdachte heeft weliswaar een mast in Zevenaar aangestraald, maar dat is ruim voordat de diefstal heeft plaatsgevonden. Bovendien biedt die mast geen dekking op de plaats waar de machine is gestolen. Bij gebrek aan ondersteunend bewijs is de enkele verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] dat hij in opdracht van verdachte handelde is onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Verdachte zal daarom van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 6
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 18 en 19 mei 2021 is van een bouwterrein aan de [adres 18] in Ulft een bouwmachine van het merk Giant, type D32swtxtra en voorzien van het VIN-nummer [VIN nummer 3] weggenomen. Het hek van het bouwterrein stond open en er was een klem tussen bouwhekken verwijderd. Eigenaar van de shovel was [slachtoffer 3] . [25]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit omdat er onvoldoende bewijs in het dossier zit voor de betrokkenheid van verdachte.
Beoordeling door de rechtbank
De shovel is op 17 mei 2021 aangeboden aan [naam 5] in Everswinkel in Duitsland. Nadat een prijs was afgesproken werd op 20 mei 2021 de shovel bij hem afgeleverd door een donker type met baard, mogelijk Zuid-Europees, ca. 25-30 jaar. [26] [medeverdachte 1] tegenover de Duitse politie verklaard dat hij twee keer een shovel naar Everswinkel heeft gereden. [27] De rechtbank gaat ervan uit dat [medeverdachte 1] de shovel heeft geleverd aan [naam 5] .
Op 17 en 18 mei 2021 vond een Whatsappgesprek plaats tussen het telefoonnummer van verdachte ( [telefoonnummer 2] ) en het telefoonnummer van [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 3] ). Verdachte gaf aan dat hij nog wat wist te staan. [medeverdachte 1] vroeg of ze het nu gingen ophalen en of hij een schroevendraaier mee moest nemen. Hij gaf ook aan dat ze hem dan wel ergens neer moesten zetten en niet de hele nacht mee moesten rondrijden. Er werd een afspraak gemaakt in de nacht. [28]
Diezelfde nacht is de shovel gestolen. De telefoon van [medeverdachte 1] straalde die nacht een mast aan in de [adres 19] in Gendringen. [29] Dat is minder dan een kilometer van de plaats delict. [medeverdachte 1] heeft tegenover de politie verklaard dat hij in opdracht van verdachte machines ophaalde en dat daar machines bij zaten die niet klopten. [30]
Gelet op de bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte en [medeverdachte 1] samen de shovel hebben gestolen.
Niet kan worden bewezen dat de bouwmachine is gestolen door middel van een valse sleutel. De rechtbank spreekt verdachte daar daarom partieel van vrij.
Feit 7
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Tussen 12 en 13 maart 2021 is in ’s-Heerenberg een blauwe graafmachine merk Kobelco, type: SK28SR-6 en voorzien van het VIN [VIN nummer 4] , met een waarde van 30.000 euro weggenomen. De graafmachine was van [slachtoffer 4] . [31]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijsmiddelen in het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
Tussen 16 en 17 maart 2021 heeft aangever via de oorspronkelijke leverancier van de gestolen graafmachine, een foto gestuurd gekregen van een graafmachine die was aangeboden aan een dealer in Duitsland. Aangever herkende op die foto zijn graafmachine, aan een sticker op de mast. [32]
Bij medeverdachte [medeverdachte 2] is op 4 april 2021 een telefoon in beslag genomen met het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . Diezelfde dag is met dat telefoonnummer een Whatsappgesprek gevoerd met verdachtes vriendin [naam 6] , met onder andere de berichten: Pak op. Ik ben [medeverdachte 2] . De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 2] deze telefoon in gebruik had. Met die telefoon van [medeverdachte 2] zijn op 11 maart 2021 via Whatsapp foto’s verstuurd naar “ [verdachte] ” van wie de rechtbank eerder heeft vastgesteld dat dit verdachte is, van een blauwe graafmachine van het merk Kobelco, waarop verdachte reageerde met “Kost denk ik 5/20 rooie”.
De foto die is gestuurd, is op dezelfde locatie gemaakt als de foto die de Duitse dealer kreeg toen de gestolen graafmachine van Weezendonck hem werd aangeboden. [33]
Onder [medeverdachte 2] is nog een andere telefoon in beslag genomen, met nummer [telefoonnummer 5] en de naam “Galaxy S9+ van [medeverdachte 2] ”. Met die telefoon wordt op 17 maart 2021 onder de naam “ [naam 3] ” een gesprek gevoerd met 12 foto’s van een blauwe Kobelco graafmachine gestuurd naar iemand die zich “ [naam 7] ” noemt. Het gesprek:
17-03-2021 09.22 uur+ [telefoonnummer 6] [naam 7] : Bouwjaar
17-03-2021 09.23 uur [telefoonnummer 5] [naam 3] : 2019
17-03-2021 09.25 uur+ [telefoonnummer 6] [naam 7] : Prijs
17-03-2021 09.25 uur+ [telefoonnummer 6] [naam 7] : Kleur
17-03-2021 09.58 uur [telefoonnummer 5] [naam 3] : rose
17-03-2021 10.08 uur+ [telefoonnummer 6] [naam 7] : Gek
17-03-2021 10.08 uur+ [telefoonnummer 6] [naam 7] : Prijs
Daarbij werden 12 foto’s van een blauwe Kobelco graafmachine gestuurd.
De foto’s zijn gemaakt vanaf het scherm van de andere bij [medeverdachte 2] in beslag genomen telefoon met nummer [telefoonnummer 4] . [34]
De rechtbank concludeert hieruit dat “ [naam 3] ” medeverdachte [medeverdachte 2] is.
Op 13 maart 2021 vond een gesprek plaats tussen [naam 3] / [medeverdachte 2] en verdachte via diens telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [medeverdachte 2] gaf aan dat “die mensen wachten op het typeplaatje”. Verdachte stuurde daarop een foto van een typeplaatje van een Kobelco graafmachine terug. Het serienummer van de Kobelco op de foto was [VIN nummer 4] , dus de van [slachtoffer 4] gestolen graafmachine.
Op 27 maart 2021 stuurde [medeverdachte 2] een afbeelding van een uittreksel van de KvK met gegevens van het bedrijf [bedrijf 5] en afbeeldingen van bedrijfsgegevens van een autodemontagebedrijf in Zwolle. De tekst daarbij: “dit is de koper oke dat zijn de gegevens voor de factuur”.
Diezelfde dag stuurde verdachte een factuur met de vraag of die goed is. Het betreft een factuur voor een Kobelco met serienummer [VIN nummer 4] , dus de gestolen graafmachine, van
€ 6.000,-. [35]
De partner van [medeverdachte 2] , [naam 6] is enige aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 5] . [36]
De conclusie van bovenstaande bewijsmiddelen is dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] samen de van [slachtoffer 4] gestolen graafmachine hebben geprobeerd te verkopen. De rechtbankacht niet bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal zelf, zodat hij van het primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en [medeverdachte 2] de graafmachine samen voorhanden hebben gehad, nadat de graafmachine was gestolen. Gelet daarop en op de aard en waarde van de graafmachine, acht de rechtbank de subsidiair ten laste gelegde opzetheling bewezen.
Feit 8
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijsmiddelen in het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht het feit niet bewezen en zal verdachte vrijspreken. Op de camerabeelden van de diefstal is maar één persoon te zien en de rechtbank is van oordeel dat dat [medeverdachte 2] is. Hoewel er Whatsappberichten van verdachte in het dossier zitten over de weggenomen kraan en trailer, levert dat geen bewijs op dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal. De berichten zijn namelijk verstuurd nadat de diefstal had plaatsgevonden.
Feit 9
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken vanwege gebrek aan bewijsmiddelen in het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht het feit niet bewezen en zal verdachte hiervan vrijspreken. Ook op de camerabeelden van deze diefstal is steeds maar één persoon ( [medeverdachte 2] ) te zien. Uit de telefoongegevens van verdachte blijkt niet dat hij betrokken is bij het feit. Ook voor het overige bevat het dossier onvoldoende bewijs voor betrokkenheid van verdachte bij dit feit.
Feit 10
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 2116-2124;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 2127;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris.

4.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 6, 7 subsidiair en 10 tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks3 april 2021 te Twello, gemeente Voorst,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
een graafmachine (van het merk: Hitachi en voorzien van het serienummer
[serienummer] ),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele
aan [bedrijf 1]
en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen,
terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft
en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking en/of een valse
sleutel, te weten door gebruik van een sleutel (type behorend bij het merk Hitachi),
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
2.
hij op
of omstreeks28 mei 2021 te Silvolde, gemeente Oude IJsselstreek, tezamen en
in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,een shovel (van het merk:
Kubota RT82),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 2] ,
in elk
geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door gebruik van
een sleutel (type behorend bij het merk Kubota), terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
6.
hij op of omstreeks 19 mei 2021 te Ulft, gemeente Oude IJsselstreek,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
een bouwmachine (van het merk: Giant, type: D32swtxtra en voorzien van het VIN
nummer: [VIN nummer 3] )
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 3]
, in elk geval aan een
ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door gebruik van
een sleutel (type behorend bij het merk Giant), terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) hiertoe niet gerechtigd was/waren;
7.
hij in
of omstreeksde periode van 12 maart 2021 tot en met 28 maart 2021
te
's-Heerenberg, gemeente Montferland, en/of Doetinchem, in elk gevalin
Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,een
graafmachine (van het merk: Kobelco, type: SK28SR-6 en voorzien van het VIN:
[VIN nummer 4] ) voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
(en
),
althans redelijkerwijs had (den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
10.
hij op
of omstreeks8 februari 2022 te Doetinchem,
opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt,
in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad (in een woning gelegen aan de
[adres 2] ) een hoeveelheid van
(in totaal) ongeveer350 hennepstekken en
/of ongeveer,
althans een groot aantalhennepplanten en
/of delendaarvan,
in elk geval een
hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde
hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 2 primair en 6, telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen,
feit 7:
medeplegen van opzetheling.
feit 10
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

8.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat in geval van bewezenverklaring aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan (gekwalificeerde) diefstallen en heling van meerdere werkvoertuigen. Vaak werden deze op georganiseerde wijze samen met anderen weggehaald en snel verkocht. Voor de eigenaren van de machines bracht dit niet alleen financiële schade met zich mee maar ook hinder en overlast, omdat zij van de ene op de andere dag niet over hun werkmachine konden beschikken. Daarnaast heeft hij zich ook nog schuldig gemaakt aan overtreding van de Opiumwet.
Naar het oordeel van de rechtbank is voor deze feiten alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
Gelet op de grote waarde van de betreffende voertuigen, de lange periode waarover de diefstallen plaatsvonden, het georganiseerde verband waarin ze werden gepleegd en de omstandigheid dat verdachte al eerder wegens een Opiumwetdelict tot een langere gevangenisstraf is veroordeeld, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend en zal zij deze eis volgen, waarbij zij rekening houdt met het tijdsverloop.
De rechtbank is van oordeel dat de overschrijding van de redelijke termijn te wijten is aan de verdediging. Verdachte is namelijk op 8 februari 2022 aangehouden en de zaak stond op 15 januari 2024 gepland voor de inhoudelijke behandeling en had binnen de redelijke termijn kunnen worden afgedaan. De verdediging heeft pas op de zitting van 15 januari 2024 naar voren gebracht dat er sprake was van een Duitse strafzaak voor, volgens de verdediging, hetzelfde feit. Verdachte was al veel eerder bekend met het feit dat hij in Duitsland werd vervolgd. In verband met de mededeling van de verdediging en het opvragen van stukken over de Duitse strafzaak is de zaak op 15 januari 2024 aangehouden, waardoor de redelijke termijn is overschreden. Gelet daarop en op de mate van overschrijding van de redelijke termijn, volstaat de rechtbank met de constatering van de overschrijding van de redelijke termijn.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.De beoordeling van de civiele vorderingen

[slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met het onder 1 bewezenverklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert
€ 400,20 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering kan worden toegewezen, met uitzondering van de BTW.
Overweging van de rechtbank
De vordering wordt, met uitzondering van de BTW, niet betwist en komt de rechtbank overigens redelijk voor. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen, met aftrek van de BTW, zodat het toe te wijzen bedrag € 330,74 wordt. De vordering zal hoofdelijk met medeverdachte [medeverdachte 2] worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 3 april 2021 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
[bedrijf 4]
De benadeelde partij [aangever] heeft in verband met het onder 9 bewezenverklaarde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert
€ 540,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Nu verdachte van dit feit wordt vrijgesproken zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 36 f, 47, 57, 63, 310, 311 en 417 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3 en 11 van de Opiumwet;

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van onder 3, 4, 5, 7 primair, 8 en 9 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt verdachte, in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 330,74 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag te betalen van € 330,74 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 6 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
  • verklaart de benadeelde partij [aangever] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.C.A.M. Janssen (voorzitter), mr. J.M.J.M. Doon en mr. A.T.G. van Wandelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 november 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm doorverbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, documentcode 202211041200. DOSS (onderzoek Capella/ON32021010, gesloten op 11 april 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 720-721.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 672-673.
4.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2] , p. 288-289.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p 869.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 791 en 793.
7.Proces-verbaal van verhoor [slachtoffer 2] , p. 744.
8.Proces-verbaal van verhoor [getuige 3] , p. 747.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 765
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 850.
11.Proces-verbaal van aangifte, p. 994.
12.Proces-verbaal van verhoor [getuige 4] , p. 1008-1009.
13.Proces-verbaal van verhoor [getuige 5] , p. 1006-1007.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 997 – 998.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1045.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 982.
17.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] , p. 198.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1099-1100
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 982.
20.Proces-verbaal van bevindingen p. 984.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 979.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 786.
23.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] , p. 203.
24.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] , p. 212.
25.Proces-verbaal van aangifte, p. 1873-1874.
26.Proces-verbaal van verhoor [naam 5] (vertaald), p. 1399-1400.
27.Proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 1] (vertaald), p. 1484-1485..
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1866.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 857.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 786.
31.Proces-verbaal van aangifte, p. 1933.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1937.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 773-774.
34.Proces-berbaal van bevindingen, p. 788-789.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 792-793.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1112.