Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
- op 19 maart 2021, de dag van de diefstal stuurt [medeverdachte 2] Doetinchem (medeverdachte [medeverdachte 2] ) een afbeelding naar verdachte met bedrijfsgegevens van [bedrijf 5] ;
- op 19 maart 2021, de dag van de diefstal heeft verdachte twee keer gebeld naar het nummer van [bedrijf 5] ;
- op diezelfde dag omstreeks 14.21 uur stuurt [accountnaam] /verdachte drie foto’s van precies zo’n graafmachine als die die dag gestolen is, inclusief een sticker op de dissel van “ [naam 4] carrosserie Bunnik” naar [telefoonnummer 4] (eerder genoemde “Machine Export”). Het type is een TC16;
- diezelfde dag om 14.48 uur vraagt [medeverdachte 2] wat voor type het is, waarna verdachte antwoordt dat het een TC16 is.
- op 23 maart 2021 stuurt [accountnaam] /verdachte dezelfde foto naar ene [naam 6] , met de mededeling dat hij die heeft verkocht maar een chauffeur nodig heeft die de machine naar Duitsland brengt.
4.De bewezenverklaring
of omstreeks3 april 2021 te Twello,
althans alleen,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele
en/of [slachtoffer 1] , in elk geval aan een
(n)
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het
en/of dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik
en/of verbreking en/of een valse
of omstreeks24 april 2021 te Doetinchem,
althans alleen,
/ofzijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een (mini)kraan (van het merk: Magni, RTH5.25SH en voorzien van het serienummer [serienummer 2] ),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [bedrijf 2]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het
of omstreeksde periode van 12 maart 2021 tot en met 28 maart 2021
te
althans alleen,eenzev
en/of heeft overgedragen,terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist
(en
),
althans redelijkerwijs had (den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen
op of omstreeks19 maart 2021 te Tiel,
/of
geheel of ten deleaan [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan
(n)heeft
,
of omstreeks2 mei 2021 te Olst,
geheel of ten deleaan [bedrijf 3]
, in elk
(n)
of omstreeks10 maart 2021 te Klarenbeek, gemeente Voorst,
en/of zijn mededader(s)
of tegen de wilvan de rechthebbende bevond
(en),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of
in elk geval aan een ander dan aan verdachte
(n)
erwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder zijn/hun
5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De overwegingen ten aanzien van straf
9.De beoordeling van de civiele vorderingen
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 330,74 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag te betalen van € 330,74 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 april 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 6 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 6 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever 2] van € 540,00 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever 2] een bedrag te betalen van € 540,00 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 10 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.