Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de brief van 12 september 2024 van mrs. Krikke en Van der Ent met daarin opmerkingen en aanvullingen op het verkort proces-verbaal.
2.De feiten
Artikel 52a
Artikel 99
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) regres van Van Werven Infra B.V. voor kosten die het UWV heeft gemaakt in verband met uitkeringen aan [betrokkene 2] op grond van de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De vordering is gebaseerd op de aansprakelijkheid van Van Werven Infra als eigenaar van de shovel die betrokken was bij een ongeval waarbij [betrokkene 2] letsel opliep. Het UWV heeft aan [betrokkene 2] uitkeringen verstrekt en stelt dat Van Werven Infra op grond van artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW) verplicht is de schade te vergoeden. Van Werven Infra betwist de vordering en voert aan dat er naast haar ook een andere aansprakelijke partij is, namelijk Meco B.V., die als werkgever van [betrokkene 2] zou moeten worden aangemerkt. Van Werven Infra stelt dat de regresbeperking van de artikelen 52b ZW en 100 WIA ook voor haar geldt, omdat Meco aansprakelijk is voor de schade en de regresbeperking van toepassing is op de werkgever. De rechtbank oordeelt echter dat Van Werven Infra volledig aansprakelijk is voor de kosten die het UWV heeft gemaakt, omdat niet is vastgesteld dat Meco de werkgever van [betrokkene 2] is en in die hoedanigheid aansprakelijk is. De rechtbank wijst de vorderingen van het UWV toe, inclusief de wettelijke rente en de proceskosten.