In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 november 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure over de ontbinding van een koopovereenkomst. De eiser, [eis in conv/verw in reconv], had in augustus 2023 een woning verkocht aan [gedaagden in conv/eisers in reconv] voor € 900.000. In de overeenkomst waren ontbindende voorwaarden opgenomen, waaronder de voorwaarde dat de koper de financiering voor de woning uiterlijk op 20 oktober 2023 rond moest hebben. De koper heeft op 12 oktober 2023 een beroep gedaan op deze ontbindende voorwaarde, omdat de Triodos Bank zijn aanvraag voor een hypothecaire lening had afgewezen.
De eiser betwistte de rechtsgeldigheid van het beroep op de ontbindende voorwaarden en vorderde betaling van een boete van 10% van de koopsom, omdat de koper niet aan zijn verplichtingen had voldaan. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de koper de ontbindende voorwaarde rechtsgeldig heeft ingeroepen, waardoor de koopovereenkomst op die datum is ontbonden. De rechtbank heeft de vordering van de eiser afgewezen en geoordeeld dat de eiser geen recht heeft op de boete, omdat de verplichtingen uit de koopovereenkomst zijn vervallen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen belang is bij de beoordeling van andere verweren van de gedaagden, omdat de vordering van de eiser al op deze grond moest worden afgewezen. De eiser is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van de gedaagden betalen, die zijn begroot op € 3.931. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.