Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- Man 1: een blanke man van ongeveer 20 jaar oud;
- Man 2: een man met een Marokkaans uiterlijk;
met krachteen zwaaiende beweging naar aangever heeft gemaakt en daarbij aangever heeft geraakt. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de forensisch arts heeft opgemerkt dat in het algemeen naar verwachting een 'duw' met een opgezet scherprandig voorwerp gelijk 'het mes' niet snel zal leiden tot een volledige klieving van een elleboogpunt, nog minder als de bewuste arm niet gefixeerd is. In dit geval was de arm van aangever niet gefixeerd. De rechtbank concludeert dan ook dat geen sprake is geweest van letsel dat per ongeluk is ontstaan.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks15 september 2023 te [woonplaats] aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een open fractuur van de ellepijp, zenuwletsel aan de onderarm (nervus ulnaris), een snijwond (van ongeveer 10 centimeter welke is gesloten met hechtingen) en
/ofeenblijvend
(e)litteken
(s)aan de arm/elleboog, heeft toegebracht door
meerdere malen, althanseenmaal
(met kracht
)met een machete/kapmes,
althans een scherp voorwerp,in de arm en
/of
te snijden en/ofte steken;
of omstreeks15 september 2023 te [woonplaats] een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een
blank wapen, namelijkeen machete en/of kapmes, waarvan gelet op zijn aard en de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het bestemd was om te dreigen, letsel toe te brengen aan personen, heeft gedragen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
- per 15 september 2023 ten aanzien van de materiële schade, voor zover deze ziet op de schadepost kleding, en ten aanzien van de immateriële schade;
- per 1 februari 2024 ten aanzien van de materiële schade, voor zover deze ziet op de schadeposten reiskosten en littekencrème.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
een geldboete van € 225,-op, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit 1 tot
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 8.073,75 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente over de materiële schade ten aanzien van de schadepost kleding en over de immateriële schade vanaf 15 september 2023 en over de materiële schade ten aanzien van de schadeposten littekencrème en reiskosten vanaf 1 februari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 75 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.