ECLI:NL:RBGEL:2024:7616

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
5 november 2024
Zaaknummer
C/05/441848 KG RK 24-731
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke procedure

Op 24 september 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekers uit Barchem, gemeente Lochem, vertegenwoordigd door mr. dr. D.J.B. Bosscher. Verzoekers vroegen om wraking van de rechter, mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, omdat zij van mening waren dat deze niet onpartijdig was. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was de afwijzing van een aanhoudingsverzoek door de rechter, waarbij verzoekers stelden dat zij in afwachting waren van belangrijke documenten van het waterschap. Verzoekers voerden aan dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek strijdig was met het beginsel van equality of arms, en dat de rechter enkel het belang van het waterschap had meegewogen.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen. In de motivering werd gesteld dat de beslissing van de rechter om het aanhoudingsverzoek af te wijzen een procesbeslissing is, die op zichzelf geen grond voor wraking kan vormen. De wrakingskamer benadrukte dat de motivering van een procesbeslissing in het algemeen niet kan leiden tot wraking, tenzij deze motivering objectief gezien als een uiting van vooringenomenheid kan worden opgevat. Dit was in dit geval niet aan de orde, aangezien de rechter tijdens de mondelinge behandeling haar beslissing had gemotiveerd en daarbij de belangen van alle betrokken partijen had afgewogen.

Verzoekers hebben ook andere gronden voor hun wrakingsverzoek aangevoerd, zoals de uitnodiging van het STAB voor de mondelinge behandeling en de vermeende onvoldoende waardering van de visie van een hydroloog. De wrakingskamer oordeelde dat ook deze gronden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter vooringenomen was. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Proces-verbaal

RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem

Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/441848 KG RK 24-731
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 24 september 2024
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekers]
,
allen uit Barchem, gemeente Lochem,
hierna te noemen: verzoekers,
(gemachtigde: mr. dr. D.J.B. Bosscher),
strekkende tot de wraking van
mr. A.L.M. Steinebach-de Wit,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal in de hoofdzaak van 24 september 2024 waarin het wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen:
- verzoekers;
- de rechter;
- de gemachtigde van verzoekers, mr. dr. D.J.B. Bosscher, is digitaal gehoord.
1.3.
Aansluitend op de mondelinge behandeling heeft de wrakingskamer – na een onderbreking voor beraad – mondeling uitspraak gedaan, waarvan dit proces-verbaal is opgemaakt.

2.De beslissing

2.1.
De wrakingskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot wraking af.

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer geeft hiervoor de volgende motivering.
3.2.
Verzoekers hebben blijkens het proces-verbaal van het mondelinge wrakingsverzoek
zoals toegelicht tijdens de mondelinge behandeling — kort samengevat — het volgende aan hun wrakingsverzoek ten grondslag gelegd. Verzoekers hebben schriftelijk verzocht om de behandeling van hun zaak aan te houden omdat zij al vanaf januari 2024 in afwachting zijn van documenten van het waterschap. Verzoekers vermoeden dat deze documenten van belang kunnen zijn voor hun zaak.
Nu het waterschap wel over deze documenten beschikt, is er volgens verzoekers sprake van strijd
met het equality of arms beginsel. Daarom zou het aanhoudingsverzoek moeten worden toegewezen. De rechter heeft het aanhoudingsverzoek echter ongemotiveerd afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechter alsnog gemotiveerd waarom zij het aanhoudingsverzoek heeft afgewezen. Verzoekers zijn van mening dat uit die motivering blijkt dat de rechter enkel het belang van het waterschap in acht heeft genomen. Hieruit blijkt volgens verzoekers dat de rechter niet onpartijdig is.
3.3.
De wrakingskamer stelt vast dat de beslissing van de rechter om het aanhoudingsverzoek af te wijzen een procesbeslissing is. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt dat een procesbeslissing als zodanig nooit een grond kan vormen voor wraking, omdat wraking geen verkapt rechtsmiddel is. Het is dus niet aan de wrakingskamer om te beoordelen of de rechter terecht het aanhoudingsverzoek heeft afgewezen. en of de rechter daarbij de door verzoekers genoemde omstandigheden goed heeft meegewogen.
3.4.
Ook voor de motivering van een procesbeslissing geldt in het algemeen dat dit geen grond kan zijn voor wraking. Dit kan alleen anders zijn als de motivering in het licht van alle omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven gemeten niet anders kan worden begrepen dan als een uiting van vooringenomenheid. Die hoge lat wordt in dit geval niet gehaald.
De rechter heeft tijdens de mondelinge behandeling in de hoofdzaak haar afwijzing van het aanhoudingsverzoek van een motivering voorzien en hierbij aangegeven welke belangen zij
van de betrokken partijen in haar beslissing heeft betrokken. Die motivering wijst niet op vooringenomenheid, laat staan dat deze motivering zodanig is dat die niet anders kan worden begrepen dan als uiting hiervan.
3.5.
Verzoekers hebben tijdens de wrakingszitting ook nog andere gronden voor hun wrakingsverzoek naar voren gebracht, namelijk dat de rechter het STAB [1] had uitgenodigd voor de mondelinge behandeling en dat de rechter onvoldoende gewicht heeft toegekend aan de visie van een ingeschakelde hydroloog. In het midden kan blijven of deze gronden tijdig zijn aangevoerd, nu ook uit deze argumenten niet blijkt dat de rechter vooringenomen is.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2024 door mrs. E. Schippers, S.J. Peerdeman en Y.H.M. Marijs, in tegenwoordigheid van de griffier
[griffier] en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 8 oktober 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening