Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Verzoek tot aanhouding van de behandeling
Bewijsmiddelen
Bewijsoverwegingen
Vrijspraak feit 3
Feit 2
Feit 2 primair
Feit 1
3.De bewezenverklaring
of omstreeks22 januari 2024 te [plaats] met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door geweld
en/of bedreiging met geweld[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (800 euro),
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan die [slachtoffer] toebehoorde, door, volgend op het
(ernstig) bedreigen met de dood en/of (zwaar)mishandelen van die [slachtoffer] , te zeggen "geef mij 800 euro",
in elk geval woorden van gelijke aard of strekking,en
/ofdie [slachtoffer]
(daardoor
)gedwongen werd om het geldbedrag over te maken op de bankrekening van verdachte;
of omstreeks22 januari 2024 te [plaats] [slachtoffer] heeft mishandeld door meerdere malen met een schop op
/tegendiens benen en
/oféénmaal op diens hand
, in elk geval diens lichaam,te slaan en
/of(een deel van) diens haren af te knippen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8. De beoordeling van de civiele vordering
€ 800,- kan worden toegewezen. Verdachte is vanaf 22 januari 2024 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
9. De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 4 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- verdachte zich nader zal laten diagnosticeren en behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. De behandeling duurt de gehele proeftijd, of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- verdachte mee zal werken aan ambulante begeleiding ten behoeve van vooral praktische zaken, zoals huisvesting, financiën en dagbesteding, door een door de reclassering nader te bepalen instelling, en zich zal houden aan de afspraken die met hem hierover worden gemaakt, zolang de reclassering dit nodig acht;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het onder 1 en 2 ten laste gelegde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.135,04 aan materiële schade, waarvan 127,08 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en waarvan € 1.007,96 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en € 750,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 22,03;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € € 1.135,04 aan materiële schade, waarvan 127,08 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en waarvan € 1.007,96 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en € 750,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 28 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
mr. J.M. Hollebrandse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Hessel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 november 2024.