ECLI:NL:RBGEL:2024:7594

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
05/036331-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en vrijspraak voor (poging tot) verkrachting en aanranding

Op 8 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld en (poging tot) verkrachting. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden voor diefstal met geweld, gepleegd op 28 januari 2024. De verdachte heeft het slachtoffer, een vrouw, in haar woning overvallen, waarbij hij haar met duct tape heeft vastgebonden en haar mond heeft omwonden. Tijdens deze gewelddadige daad heeft hij haar mobiele telefoon, televisie en sleutels gestolen. De rechtbank oordeelde dat het omwinden van de mond met duct tape als geweldshandeling kan worden gekwalificeerd, wat de diefstal vergemakkelijkte. De verdachte werd echter vrijgesproken van de beschuldigingen van (poging tot) verkrachting en aanranding, omdat er onvoldoende objectief verifieerbare gegevens waren om de aangifte van het slachtoffer te ondersteunen. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van het slachtoffer niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen voor deze zedendelicten, gezien het ontbreken van DNA-bewijs op cruciale plaatsen en de inconsistenties in de verklaringen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding afgewezen, omdat de verdachte vrijgesproken werd van de zedendelicten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van steunbewijs in zedenzaken en de hoge eisen die aan het bewijs worden gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/036331-24
Datum uitspraak : 8 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] (Polen),
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
raadsman: mr. J.S. de Gram, advocaat in 's-Gravenhage.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 28 januari 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die
bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam
van die [slachtoffer] ,
te weten
het brengen/duwen van zijn penis in de vagina en/of de anus van die [slachtoffer] ,
welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of
een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk,
in de voor de nachtrust bestemde tijd de woning van die [slachtoffer] is binnengedrongen,
althans heeft betreden en/of
de telefoon van die [slachtoffer] uit haar hand(en) heeft geslagen en/of
die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “You call the police Kurwa” en/of “Why you
call the police”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
die [slachtoffer] bij haar haren heeft vastgegrepen en/of
de handen van die [slachtoffer] met ducttape op haar rug heeft vastgebonden en/of
de broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
die [slachtoffer] bij de schouder en/of haar haren door de woonkamer richting de
slaapkamer heeft getrokken en/of
die [slachtoffer] op het bed heeft gelegd/gegooid en/of
het hoofd, de haren, het gezicht en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape (strak)
heeft omwonden en/of
de onderbroek/string van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
de benen van die [slachtoffer] , ter hoogte van haar enkels, met ducttape bij elkaar heeft
gebonden en/of
die [slachtoffer] heeft belet te slaapkamer te (kunnen) verlaten
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht over die [slachtoffer] en/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van
verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
(aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie en/of afhankelijkheidssituatie heeft
doen ontstaan, waaraan die [slachtoffer] zich niet kon of durfde te onttrekken;
Subsidiair
hij op of omstreeks 28 januari 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] te dwingen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
meermaals althans eenmaal,
in de voor de nachtrust bestemde tijd de woning van die [slachtoffer] is binnengedrongen, althans heeft betreden en/of
de telefoon van die [slachtoffer] uit haar hand(en) heeft geslagen en/of die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “You call the police Kurwa” en/of “Why you call the police”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
die [slachtoffer] bij haar haren heeft vastgegrepen en/of
de handen van die [slachtoffer] met ducttape op haar rug heeft vastgebonden
en/of
de broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
die [slachtoffer] bij de schouder en/of haar haren door de woonkamer richting de slaapkamer heeft getrokken en/of
die [slachtoffer] op het bed heeft gelegd/gegooid en/of
het hoofd, de haren, het gezicht en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape (strak) heeft omwonden en/of
de onderbroek/string van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
de benen van die [slachtoffer] , ter hoogte van haar enkels, met ducttape bij elkaar heeft gebonden en/of
die [slachtoffer] heeft belet de slaapkamer te (kunnen) verlaten
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht over die [slachtoffer] en/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
(aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie en/of afhankelijkheidssituatie heeft doen ontstaan, waaraan die [slachtoffer] zich niet kon of durfde te onttrekken
Terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 28 januari 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten het betasten van de vagina van die [slachtoffer] ,
welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk,
in de voor de nachtrust bestemde tijd de woning van die [slachtoffer] is binnengedrongen, althans heeft betreden en/of
de telefoon van die [slachtoffer] uit haar hand(en) heeft geslagen en/of
die [slachtoffer] de woorden heeft toegevoegd: “You call the police Kurwa” en/of “Why you call the police”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
die [slachtoffer] bij haar haren heeft vastgegrepen en/of de handen van die [slachtoffer] met ducttape op haar rug heeft vastgebonden en/of
de broek van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
die [slachtoffer] bij de schouder en/of haar haren door de woonkamer richting de slaapkamer heeft getrokken en/of
die [slachtoffer] op het bed heeft gelegd/gegooid en/of
het hoofd, de haren, het gezicht en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape (strak) heeft omwonden en/of
de onderbroek/string van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken en/of
de benen van die [slachtoffer] , ter hoogte van haar enkels, met ducttape bij elkaar heeft gebonden en/of
die [slachtoffer] heeft belet de slaapkamer te (kunnen) verlaten
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn geestelijke overwicht over die [slachtoffer] en/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
(aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie en/of afhankelijkheidssituatie heeft doen ontstaan, waaraan die [slachtoffer] zich niet kon of durfde te onttrekken;
2.
hij op of omstreeks 28 januari 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
op een tijdstip gelegen tussen 00:00 uur en 05:00 uur, in elk geval gedurende de voor
de nachtrust bestemde tijd,
in/uit een woning gelegen aan de [adres 2]
een mobiele telefoon (Iphone 15 pro Titanium) en/of een televisie (Samsung Crystal
UHD) en/of een sleutelbos met een rood koord,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft hij, verdachte,
zonder toestemming van die [slachtoffer] de woning van die [slachtoffer] betreden, althans zich de
toegang tot die woning verschaft en/of
de telefoon van die [slachtoffer] uit haar hand(en) geslagen en/of
die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: “You call the police Kurwa” en/of “Why you call
the police”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
die [slachtoffer] bij haar haren vastgegrepen en/of
de handen van die [slachtoffer] met ducttape op haar rug vastgebonden en/of
de broek van die [slachtoffer] uitgetrokken en/of
die [slachtoffer] bij de schouder en/of haar haren door de woonkamer richting de
slaapkamer getrokken en/of
die [slachtoffer] op het bed gelegd/gegooid en/of
het hoofd, de haren, het gezicht en/of de mond van die [slachtoffer] met ducttape (strak)
omwonden en/of
de onderbroek/string van die [slachtoffer] uitgetrokken en/of
de benen van die [slachtoffer] , ter hoogte van haar enkels, met ducttape bij elkaar
gebonden en/of
die [slachtoffer] belet te slaapkamer te (kunnen) verlaten en/of
(vervolgens) tegen de wil van die [slachtoffer] , zijn geslachtsdeel in de vagina en/of de anus
van die [slachtoffer] gedrukt/geduwd;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1 (vrijspraak)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat feit 1 primair kan worden bewezen. Zij heeft hiertoe aangevoerd dat de verklaring van aangeefster dat zij met tape is vastgebonden door verdachte en vervolgens (zowel vaginaal als anaal) is verkracht door verdachte wordt ondersteund door de verklaring van verdachte, die voor een groot deel in lijn is met die van aangeefster, het tape op haar lichaam en het DNA op haar (buitenste) schaamlippen. Dat er geen DNA van verdachte is aangetroffen op andere plaatsen op/in het lichaam van aangeefster kan verklaard worden door het feit dat het lang geduurd heeft voordat aangeefster onderzocht en bemonsterd is.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor feit 1 in alle varianten. Hiertoe is in de eerste plaats aangevoerd dat er geen wettig bewijs is. De verklaringen van aangeefster zijn onbetrouwbaar en moeten worden uitgesloten van het bewijs. Uit de processen-verbaal van de politie blijkt dat aangeefster de bewuste nacht meerdere 112-meldingen heeft gedaan, dat de politie meermalen ter plaatse is geweest en dat zij (steeds) een zeer verwarde persoon aantreffen, stevig onder invloed van vermoedelijk alcohol en drugs. Aangeefster lijkt bij een melding eerder op de avond al geheel in haar eigen wereld te zitten en heeft onder meer aangegeven door de politie te zijn verkracht. De verklaringen van aangeefster zijn volgens de verdediging op belangrijke punten feitelijk onjuist, niet consistent, niet accuraat en niet volledig en moeten daarom uitgesloten worden van het bewijs. Mochten de verklaringen van aangeefster desondanks als betrouwbaar worden aangemerkt, dan heeft te gelden dat er onvoldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is. Het op de buitenste schaamlippen aangetroffen celmateriaal/DNA van verdachte kan daar terecht zijn gekomen toen verdachte, zoals hij zelf verklaart, de onderbroek van aangeefster heeft uitgetrokken. Het feit dat op geen enkele andere bemonsterde plek (o.a. op de binnenste schaamlippen, in vagina en anus) DNA van verdachte is aangetroffen, is een contra-indicatie voor het seksueel binnendringen. Als al geoordeeld zou worden dat voldoende wettig bewijs aanwezig is, dan is dit in ieder geval niet overtuigend, aldus de verdediging.
Beoordeling door de rechtbank
Vooropgesteld wordt dat zedenzaken zich doorgaans laten kenmerken door het gegeven
dat slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handelingen:
het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een ontkennende verdachte brengt
dit in veel gevallen met zich dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel kan dienen. Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek
van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige.
Er moet dus sprake zijn van steunbewijs, dat afkomstig is van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Uit rechtspraak van de Hoge Raad kan onder meer worden afgeleid dat voor een bewezenverklaring van (poging tot) verkrachting/aanranding niet is vereist dat de (poging tot) verkrachting/aanranding als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het voldoende is dat de verklaring van de aangeefster op bepaalde punten bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, afkomstig van een andere bron dan de aangeefster (steunbewijs). Daar staat tegenover dat tussen de verklaring van de aangeefster en dat overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan.
In deze zaak is onder meer sprake van een verklaring van aangeefster. Zij verklaart in hoofdlijnen dat een persoon bleef inhakken op het onderraam van de voordeur van haar woning. Zij hoorde een mannenstem roepen: “You call the police, why you call the police”. Aangeefster heeft verklaard dat ze vroeg of hij weg wilde gaan. Ze hoorde het glas breken en toen belde zij 112. Even later zag zij dat een man de woonkamer binnenkwam via de gang. Zij had de telefoon nog in haar handen. De man sloeg de telefoon uit haar handen. Vervolgens greep hij haar haren vast. Hij pakte duct tape en bond haar handen vast op haar rug. Hij trok haar broek uit. Zij had toen haar slipje nog aan. Haar benen waren nog vrij en haar mond en gezicht ook. De man trok haar vanaf de woonkamer naar de slaapkamer. Dit deed hij door haar bij haar schouder en haren vast te pakken. Hij legde haar op bed. Aangeefster heeft verklaard dat zij begon te gillen en te schreeuwen. Hij bond vervolgens duct tape over haar hoofd, haren, gezicht en mond. Dit deed hij door cirkels over haar hoofd te maken met duct tape. Ze weet niet hoe ze lag toen hij dit deed bij haar, maar ze lag op haar buik. Hij trok haar slipje uit en liet het op haar bed achter. Aangeefster heeft verklaard dat zij zich probeerde om te draaien. Ze was aan het tegenstribbelen. Hij riep: “kurwa, kurwa”. Hij knevelde haar benen. Hij bond haar vast met grijze duct tape over haar enkels. Haar enkels zaten hierdoor strak tegen elkaar. Aangeefster heeft verklaard dat zij begon tegen te stribbelen. Hij penetreerde haar vervolgens met zijn penis anaal. De volgorde weet ze niet meer precies, omdat ze in paniek was. Ze denkt dat hij zijn broek dan uit had. Hij draaide haar vervolgens op haar rug. Hij tapete toen haar benen vast en penetreerde haar vaginaal. Hij zat met zijn knieën bovenop haar. Zij heeft zijn penis niet gezien. Op een gegeven moment stopte hij hiermee. Toen zij het profiel van [verdachte] op Facebook zag, herkende zij de man meteen als de man die haar had verkracht.
Ook verdachte heeft (uiteindelijk) een verklaring afgelegd. Hij heeft verklaard dat hij die bewuste avond een seksafspraak had met aangeefster. Zij deed de deur open en liet hem binnen. Vervolgens hebben ze alcohol gedronken en drugs gebruikt. Aangeefster begon een verhaal over iemand die, voordat verdachte bij haar kwam, bij haar langs was geweest. Hij zou geld hebben gestolen en haar hebben verkracht. Nadat zij klaar was met dit verhaal heeft verdachte gevraagd of ze naar de slaapkamer wilde. Aangeefster wilde dit niet en toen heeft verdachte gezegd dat hij weg moest gaan. Zij zou later aangeven wanneer hij terug mocht komen. Verdachte heeft daarop de woning verlaten. Toen verdachte thuis was, merkte hij dat hij haar huissleutel in zijn zak had. Nadat verdachte thuis drugs had gebruikt, alcohol had gedronken en porno had gekeken, heeft hij besloten om terug te gaan naar aangeefster om haar sleutels terug te geven en te vragen of ze al rustiger was geworden en seks wilde hebben. Hij had tape, haar sleutels en drugs meegenomen. Toen hij aankwam bij aangeefster deed niemand de deur open. Door de gebroken ruit heeft hij geroepen of er iemand thuis was. Aangeefster heeft toen de deur opengedaan. Verdachte heeft gezegd dat hij haar sleutels had, haar gevraagd of ze seks konden hebben en of ze rustiger was geworden. Aangeefster pakte zijn hand en heeft hem naar de slaapkamer geleid. Daar heeft verdachte voorgesteld om haar vast te binden met tape en seks met haar te hebben. Aangeefster heeft toen gezegd dat dit 150 euro extra zou kosten. Daarna heeft verdachte haar haar sleutels teruggegeven en geld gegeven. Hij stelde voor dat zij op haar buik zou gaan liggen. Toen zij op haar buik lag, heeft hij haar voeten en handen vastgebonden. Voordat hij haar vastbond, heeft hij haar onderbroek uitgetrokken. Daarna is hij uit de kleren gegaan. Toen zag hij dat zijn penis klein was. Hij had te veel drugs gebruikt en was niet in staat om seks te hebben. Daarom heeft hij zich weer aangekleed en is vertrokken. Er is niets seksueels gebeurd die nacht.
De rechtbank overweegt het volgende. Uit het dossier volgt dat de politie de bewuste avond/nacht naar aanleiding van meldingen meerdere keren bij aangeefster is geweest en dat zij warrig overkwam, onder invloed leek, veel schreeuwde en soms niet voor rede vatbaar leek. Het toestandsbeeld van aangeefster was die nacht zorgelijk. Dit maakt op zichzelf niet dat haar verklaringen over de verkrachting door verdachte niet juist zouden kunnen zijn.
Daar staat tegenover dat verdachte – in een zeer laat stadium toen het dossier al grotendeels bekend was – uiteindelijk een verklaring heeft afgelegd bij de politie en ter terechtzitting, die niet op alle punten aannemelijk lijkt. Zo heeft verdachte verklaard dat hij, ondanks een eerdere mislukte seksdate die nacht en ondanks de toestand van aangeefster later die nacht terug is gegaan naar haar in de hoop alsnog seks met haar te hebben. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat het vastbinden met duct tape met instemming van aangeefster heeft plaatsgevonden.
De rechtbank constateert dat zich in het dossier onvoldoende objectief verifieerbare gegevens bevinden om te kunnen vaststellen wat er die nacht daadwerkelijk is gebeurd. Het aantreffen van DNA - dat van verdachte afkomstig kan zijn en naar het oordeel van de rechtbank van verdachte afkomstig is - op de buitenste schaamlippen van aangeefster ondersteunt haar aangifte (deels), maar kan mogelijk ook passen in de lezing van verdachte (het uittrekken van haar onderbroek). Het ontbreken van DNA op andere plaatsen op en in het lichaam van aangeefster kan een contra-indicatie zijn voor seksueel contact, zoals aangevoerd door de verdediging, maar kan evenzeer worden verklaard door het late tijdstip van bemonsteren van aangeefster. Bij die stand van zaken kan onvoldoende wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (één van de varianten van) het onder feit 1 tenlastegelegde.
Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het onder feit 1 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het geweld. Hij heeft hiertoe aangevoerd dat het omwinden van het hoofd met duct tape geen handeling is die te kwalificeren valt als geweld, dan wel als bedreiging met geweld. De overige handelingen, voor zover die al bewijsbaar zouden zijn, staan in een te ver verwijderd verband van de diefstal c.q. er bestaat geen causaal verband tussen deze handelingen en de diefstal.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 28 januari 2024 naar huis gebracht werd ( [adres 2] in [plaats] ). Daar kwam zij tot de ontdekking dat haar Samsung Crystal UHD televisie niet meer in de woning stond. Ook heeft zij verklaard dat haar iPhone 15 Pro Titanium verdwenen was. Tevens was haar sleutelbos met een rood koord verdwenen. [2]
Verdachte heeft verklaard dat hij in de nacht van 27 op 28 januari 2024 aangeefster tegen betaling zou vastbinden met duct tape om seks met haar te hebben. Hij heeft haar handen en voeten vastgebonden. Nadat hij zich weer aan had gekleed, omdat hij niet in staat was om seks te hebben, heeft hij besloten om haar te bestelen. Toen zij daar op het bed vastgebonden lag, heeft hij haar telefoon en huissleutels meegenomen. Verdachte heeft verklaard dat hij terugliep naar de slaapkamer en toen haar mond heeft omwonden met duct tape. Daarna heeft hij haar televisie meegenomen. [3]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat aangeefster bij hem aan kwam met tape om haar mond. Het tape zat vaak om haar heen gewikkeld. Getuige zag dat aangeefster weinig lucht kreeg. [4]
Gelet op bovenstaande kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte de telefoon, televisie en sleutelbos van aangeefster gestolen heeft. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of sprake is geweest van diefstal met geweld. Zij overweegt hiertoe het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat hij de tweede keer dat hij die nacht in de woning van aangeefster was, nadat aangeefster al vastgebonden was aan handen en voeten, besloot haar te beroven. Hij heeft vervolgens ook nog de mond van aangeefster met duct tape omwonden. Het omwinden van de mond met tape merkt de rechtbank, gelet op de overige omstandigheden, aan als een geweldshandeling, die naar zijn uiterlijke verschijningsvorm erop was gericht om de diefstal gemakkelijk te maken. Aangeefster was hierdoor niet in staat om om hulp te roepen. Het vereiste oogmerk is daarmee gegeven.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
2.
hij op
of omstreeks28 januari 2024 te [plaats]
, in elk geval in Nederland,op een tijdstip gelegen tussen 00:00 uur en 05:00 uur,
in elk geval gedurende de voorde nachtrust bestemde tijd,in/uit een woning gelegen aan de [adres 2]
een mobiele telefoon (Iphone 15 pro Titanium) en
/ofeen televisie (Samsung Crystal
UHD) en
/ofeen sleutelbos met een rood koord,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer]
, in elk geval aan eenandertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd
voorafgegaan,vergezeld
en/of gevolgdvan geweld
en/ofbedreiging met geweldtegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te
maken,
en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vluchtmogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
immers heeft hij, verdachte,
zonder toestemming van die [slachtoffer]de woning van die [slachtoffer] betreden
, althans zich detoegang tot die woning verschaften
/ofde telefoon van die [slachtoffer] uit haar hand(en) geslagen en/ofdie [slachtoffer] de woorden toegevoegd: “You call the police Kurwa” en/of “Why you callthe police”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/ofdie [slachtoffer] bij haar haren vastgegrepen en/ofde handen van die [slachtoffer] met ducttape op haar rug vastgebonden en/ofde broek van die [slachtoffer] uitgetrokken en/ofdie [slachtoffer] bij de schouder en/of haar haren door de woonkamer richting deslaapkamer getrokken en/ofdie [slachtoffer] op het bed gelegd/gegooid en/ofhet hoofd, de haren, het gezicht en/ofde mond van die [slachtoffer] met ducttape (strak)
omwonden
en/ofde onderbroek/string van die [slachtoffer] uitgetrokken en/ofde benen van die [slachtoffer] , ter hoogte van haar enkels, met ducttape bij elkaargebonden en/ofdie [slachtoffer] belet te slaapkamer te (kunnen) verlaten en/of(vervolgens) tegen de wil van die [slachtoffer] , zijn geslachtsdeel in de vagina en/of de anusvan die [slachtoffer] gedrukt/geduwd;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 2:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijke deel van de straf dienen de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de reclassering, te worden gekoppeld.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de diefstal van een telefoon, televisie en een sleutelbos. Deze diefstal is gepaard gegaan met geweld. Verdachte heeft namelijk in de woning van het slachtoffer, de plek waar zij zich bij uitstek veilig moet kunnen voelen, haar mond strak omwonden met duct tape. Dit vond plaats, terwijl het slachtoffer al in hulpeloze toestand vastgebonden op het bed lag. Het slachtoffer heeft als gevolg van deze met geweld vooraf gaande diefstal nog steeds last van gevoelens van angst en onveiligheid. Dit valt verdachte aan te rekenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte. Hieruit blijkt dat hij zich niet eerder schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten.
De rechtbank heeft daarnaast acht geslagen op het reclasseringsrapport van 29 augustus 2024. Hieruit volgt dat er ogenschijnlijk geen problemen spelen op de verschillende leefgebieden. Omdat er een grote discrepantie bestaat tussen het gedrag ten aanzien van het tenlastegelegde en hoe verdachte in gesprek overkomt, rijzen er vragen over zijn psychosociaal functioneren en houding. De invloed van het gebruik van alcohol en drugs op het functioneren van verdachte ten tijde van het tenlastegelegde kan niet worden uitgesloten. Hij wil stoppen met gebruik en, indien nodig, meewerken aan behandeling. De reclassering adviseert om een meldplicht, contactverbod, locatieverbod, meewerken aan middelencontrole en andere voorwaarden het gedrag betreffende als bijzondere voorwaarden op te leggen aan verdachte.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat alleen een vrijheidsbenemende straf passend en geboden is. Gelet op de vrijspraak voor feit 1 zal zij aan verdachte een aanzienlijk lagere gevangenisstraf opleggen, dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank zal aan verdachte voor de diefstal met geweldpleging een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden opleggen. Gelet op het feit dat verdachte al bijna acht maanden in voorarrest heeft gezeten, ziet de rechtbank geen ruimte om een voorwaardelijk deel met bijzondere voorwaarden aan de gevangenisstraf te koppelen.
Voorlopige hechtenis
Gelet op deze uitspraak is de voorlopige hechtenis van verdachte al eerder bij afzonderlijk bevel opgeheven.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met feit 1 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 10.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, in verband met de verzochte vrijspraak voor feit 1.
Overweging van de rechtbank
Verdachte is vrijgesproken ten aanzien van feit 1. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.

9.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de teruggave van de telefoon (zwarte Samsung) aan verdachte gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 1 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
De beslissing ten aanzien van het beslag
 gelast de teruggave van de telefoon (zwarte Samsung) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Gerritsen (voorzitter), mr. J.M. Graat en mr. J.F. van Halderen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. de Rooij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 oktober 2024.
Mr. Van Halderen is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 4042850 /08TEFF, gesloten op 26 juli 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De processen-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 30 januari 2024, p. 135 en 20 februari 2024, p. 192.
3.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 september 2024.
4.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 232 e.v.