ECLI:NL:RBGEL:2024:7588

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
C/05/435512 / FZ RK 24-1116
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding met verzoeken over minderjarig kind en vermogensrechtelijke afwikkeling

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 25 oktober 2024 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op 9 januari 2023 in de gemeente [woonplaats vrouw] zijn gehuwd. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.P. Adema, heeft de rechtbank verzocht om de echtscheiding uit te spreken en diverse verzoeken met betrekking tot hun minderjarige kind, [naam minderjarige], en de vermogensrechtelijke afwikkeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen ouderschapsplan is overgelegd, maar dat dit in dit geval niet in de weg staat aan de beoordeling van het verzoek tot echtscheiding. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 september 2024 is gebleken dat de communicatie tussen partijen verstoord is, wat het opstellen van een ouderschapsplan heeft bemoeilijkt. De rechtbank heeft overwogen dat de belangen van het kind niet tegen de toewijzing van de verzoeken verzetten en heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken, de hoofdverblijfplaats van het kind bij de vrouw bepaald, en een zorgregeling vastgesteld. Daarnaast zijn verzoeken met betrekking tot de huur en de verdeling van de activa en passiva toegewezen, omdat er geen verweer is gevoerd door de man. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de echtscheiding zelf, en de proceskosten zijn voor iedere partij zelf.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Zutphen
Zaakgegevens: C/05/435512/ FZ RK 24-1116
Datum uitspraak: 25 oktober 2024
beschikking echtscheiding
in de zaak van
[naam vrouw](hierna te noemen: de vrouw),
wonende te [woonplaats vrouw] ,
advocaat: mr. R.P. Adema te Putten,
tegen
[naam man](hierna te noemen: de man),
wonende te [woonplaats man] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift, ingekomen op 1 mei 2024;
  • het exploot van betekening van 3 mei 2024.
1.2.
De zaak is besproken op de mondelinge behandeling van 27 september 2024 met gesloten deuren. Daarbij waren de beide partijen aanwezig, de vrouw bijgestaan door haar advocaat.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 9 januari 2023 te [woonplaats vrouw] met elkaar gehuwd.
2.2.
Zij hebben de Nederlandse nationaliteit.
2.3.
Het minderjarige kind van partijen is:
-
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2023 te [woonplaats vrouw] .

3.De verzoeken

De vrouw verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
tussen partijen de echtscheiding uit te spreken;
de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vrouw te bepalen;
de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast te stellen, aldus dat [minderjarige] bij de man zal verblijven:
  • om het weekend van zaterdagochtend tot zondag eind van de middag
  • alsmede gedurende de helft van de feest- en vakantiedagen
in onderling overleg tussen partijen nader af te stemmen;
te bepalen dat de man enig huurder zal zijn van de woning aan de [adres] te [woonplaats man] , uiterlijk met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
te bepalen dat een achterstand in de betaling van de huur van de woning aan de [adres] te [woonplaats man] in de onderlinge verhouding tussen partijen uitsluitend dient te worden gedragen door de man, voor zover deze huurachterstand is ontstaan in de periode die loopt vanaf het moment waarop de vrouw de echtelijke woning verliet (1 januari 2024) en die eindigt op de datum waarop het huurrecht van genoemde woning wordt voortgezet door de man alleen, maar uiterlijk met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking zal zijn ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
te bepalen dat de activa en de passiva van de man die de onderneming van de man vormen, worden toegedeeld aan de man respectievelijk worden gedragen door de man alleen, zonder nadere verrekening;
de auto Mini Cooper toe te delen aan de man, onder de gelijktijdige verplichting de ten behoeve van de aanschaf ervan aangegane schulden bij [bank] voor zijn rekening te nemen en de vrouw te vrijwaren van eventuele aanspraken van [bank] , zonder nadere verrekening;
dat partijen hun inboedelgoederen, voor zover deze in de gemeenschap vallen, bij helfte zullen delen en dat de man in de onderlinge verhouding met de vrouw gehouden is de helft van het openstaande saldo bij Otto aan haar te voldoen;
dat partijen beiden de helft van het openstaande saldo op de gezamenlijke bankrekening storten en hun medewerking dienen te verlenen aan opheffing van deze bankrekening.

4.De beoordeling

4.1.
Deze rechtbank is bevoegd omdat partijen in het rechtsgebied van de rechtbank Gelderland wonen.
De echtscheiding
4.2.
In de wet staat dat ouders pas een verzoek tot echtscheiding kunnen doen, als zij een ouderschapsplan hebben gemaakt waarin zij afspraken hebben gemaakt over hun kind(eren). [1] In dit geval is er geen ouderschapsplan overgelegd. Toch zal de rechtbank het verzoek tot echtscheiding van de vrouw beoordelen. Het is namelijk voldoende aannemelijk dat er redelijkerwijs geen ouderschapsplan kan worden overgelegd.
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de communicatie tussen partijen is verstoord, waardoor het niet gelukt is een ouderschapsplan te maken.
Partijen hebben nog veel onverwerkte emoties over de verbroken partnerrelatie. Partijen kijken daar ook anders op terug en hebben tijd nodig om te wennen aan de nieuwe situatie. Mogelijk kan hulpverlening partijen helpen bij het verwerken van hun verdriet rondom het verbreken van de relatie. Zij moeten weer gaan samenwerken als ouders van [minderjarige] en de communicatie onderling verbeteren. Voor het slagen van een zorgregeling en het maken van overige afspraken over [minderjarige] is het van belang dat partijen in staat zijn om ieder geval op een basaal niveau met elkaar te communiceren.
4.4.
Door de man is geen verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vrouw. In zaken waarin geen verweer is gevoerd, worden verzoeken die op de wet zijn gegrond in beginsel als niet weersproken toegewezen. Daarin wordt de rechter echter beperkt door het belang van het kind.
4.5.
De rechtbank overweegt dat niet is gebleken dat de belangen van [minderjarige] zich tegen toewijzing van de verzoeken verzetten. Wat betreft de verzoeken die gaan over [minderjarige] acht de rechtbank het in haar belang dat er rust en stabiliteit komt en blijft. Met de verzochte zorgregeling komt er een structurele basis voor de omgang tussen de man en [minderjarige] . Daarom wijst de rechtbank de verzoeken van de vrouw toe. Dit neemt niet weg dat het partijen vrij staat om in de toekomst, al dan niet met behulp van hulpverlening, andere afspraken te maken en de omgang tussen [minderjarige] en de man verder uit te breiden.
4.6.
Ook de overige verzoeken met betrekking tot het huurecht en de vermogensrechtelijke afwikkeling zullen worden toegewezen omdat geen verweer is gevoerd en de verzoeken niet onredelijk voorkomen.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.7.
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat de beslissing moet worden gevolgd, ook als één van partijen hoger beroep instelt tegen deze beslissing. De beslissing van de rechtbank geldt totdat het gerechtshof een andere beslissing neemt. De uitvoerbaarheid bij voorraad geldt niet voor de echtscheiding. De echtscheiding kan namelijk op grond van de wet niet uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
De proceskosten
4.8.
De rechtbank zal beslissen dat ieder de eigen proceskosten betaalt, omdat zij geen reden ziet om één van partijen in de proceskosten te veroordelen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen de partijen, die met elkaar gehuwd zijn op
9 januari 2023 in de gemeente [woonplaats vrouw] ;
5.2.
bepaalt dat het minderjarige kind:
-
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2023 te [woonplaats vrouw] ,
haar hoofdverblijfplaats bij de vrouw heeft;
5.3.
stelt vast als regeling ter verdeling van zorg- en opvoedingstaken dat [minderjarige] bij de man verblijft:
  • om het weekend van zaterdagochtend tot zondag eind van de middag;
  • alsmede gedurende de helft van de vakantie- en feestdagen;
in onderling overleg tussen partijen nader af te stemmen;
5.4.
bepaalt dat de man huurder zal zijn van de woning, gelegen te [postcode] te [woonplaats man] , aan de [adres] , zulks uiterlijk met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
5.5.
bepaalt dat een achterstand in de betaling van de huur van de onder 5.4 genoemde woning in de onderlinge verhouding tussen partijen uitsluitend dient te worden gedragen door de man, voor zover deze huurachterstand is ontstaan in de periode die loopt vanaf het moment waarop de vrouw de echtelijke woning verliet (1 januari 2024) en die eindigt op de datum waarop het huurrecht van genoemde woning wordt voortgezet door de man alleen, maar uiterlijk met ingang van de dag waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
5.6.
bepaalt dat de activa van de onderneming van de man aan hem worden toegedeeld, zonder nadere verrekening, en dat de man draagplichtig is voor de schulden van de onderneming;
5.7.
deelt de auto Mini Cooper toe aan de man, onder de gelijktijdige verplichting de ten behoeve van de aanschaf ervan aangegane schulden bij [bank] voor zijn rekening te nemen en de vrouw te vrijwaren van eventuele aanspraken van [bank] , zonder nadere verrekening;
5.8.
bepaalt dat partijen hun inboedelgoederen, voor zover deze in de gemeenschap vallen, bij helfte zullen delen en dat de man in de onderlinge verhouding met de vrouw gehouden is de helft van het openstaande saldo bij Otto aan haar te voldoen;
5.9.
bepaalt dat partijen de helft van het openstaande saldo op de gezamenlijke bankrekening storten en hun medewerking dienen te verlenen aan opheffing van deze bankrekening;
5.10.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad, behalve de beslissing
over de echtscheiding;
5.11.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt;
5.12.
wijst af wat meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. K.K.H. Wagemaker als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2024.

Voetnoten

1.Artikel 815 lid 2 Rv.