Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 oktober 2024,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 24 oktober 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht Babcock & Wilcox A/S (hierna: B&W) en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bronswerk Heat Transfer B.V. en Bronswerk Heat Transfer Holding B.V. (hierna gezamenlijk: Bronswerk). B&W vorderde verhaalsinformatie van Bronswerk ten behoeve van de executie van een Deens arbitraal vonnis van 11 mei 2022, waarin Bronswerk was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 988.703,58 aan B&W. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat B&W een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde informatie, aangezien Bronswerk heeft erkend dat zij gehouden is om deze informatie te verstrekken. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat Bronswerk binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de gevraagde informatie moet overleggen, waaronder bankrekeningafschriften en een debiteurenoverzicht. Tevens is Bronswerk veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 50,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van € 5.000,00. De proceskosten zijn voor rekening van Bronswerk, die grotendeels in het ongelijk is gesteld. De voorzieningenrechter heeft de kosten van de procedure tegen de Holding gecompenseerd, aangezien B&W haar vorderingen tegen de Holding heeft ingetrokken.