ECLI:NL:RBGEL:2024:7497

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
30 oktober 2024
Zaaknummer
140287-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging met een Kalasjnikov op school door een minderjarige

Op 30 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van meerdere personen op school. De verdachte, geboren in 2003 in Syrië, heeft tijdens een exitgesprek gedreigd met een Kalasjnikov terug te komen naar school en iedereen te schieten. Deze bedreigingen zijn niet alleen mondeling geuit, maar ook versterkt door middel van telefoongesprekken en Whatsapp-berichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 19 tot en met 23 april 2024 meerdere medewerkers van de school heeft bedreigd, wat heeft geleid tot een gevoel van onveiligheid onder de slachtoffers.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 76 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers en een meldplicht bij de reclassering. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de bedreigingen en de psychologische rapportages die wijzen op een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, maar heeft geen aanleiding gezien om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De rechtbank heeft de beslissing genomen om de verdachte te begeleiden in een ambulant kader, met als doel de kans op recidive te verkleinen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/140287-24
Datum uitspraak : 30 oktober 2024
Tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2003 in [geboorteplaats] (Syrië),
wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] ,
raadsvrouw: mr. D.A.J. Spierings, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 19 april 2024 tot en met 23 april 2024 te Doetinchem en/of Vorden, gemeente Bronckhorst, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , medewerkers/werkzaam bij/voor [bedrijf] , heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstond, en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door:
- die voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] dreigend en/of met stemverheffing en/of met uitgestrekte borst de woorden toe te voegen “Als ik niet mijn diploma kan halen dit jaar en/of als de opleiding wordt stopgezet, kom ik met een Kalasjnikov naar school en ga ik jullie allemaal schieten” en/of “dan gaan jullie een andere [verdachte] zien” en/of
- die voornoemde [slachtoffer 4] een of meerdere whatsapp berichten te sturen en daarin dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ben erg bang dat ik de controle over mezelf zal verliezen en iets zal doen waardoor ik en de hele school spijt zullen krijgen van” en/of “Ik maak dit schooljaar af, of neem ik iemand mee naar de hel” en/of “want als ik niet terug ben pak ik jullie een voor een” en/of
- die voornoemde [slachtoffer 1] in een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, voor niemand bang is, ook voor de politie niet en dat hij iedereen dood gaat maken en/of
- die voornoemde [slachtoffer 1] een of meerdere whatsapp berichten te sturen en daarin dreigend de woorden toe te voegen: “Als ik zonder afspraak alleen kom, is er een ramp op school” en/of
- die voornoemde [slachtoffer 1] in een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, zo snel mogelijk een gesprek wil om de school af te maken en ze anders een andere [verdachte] leren kennen, althans woorden en/of feitelijkheden van gelijke dreigende aard of strekking.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Gedeeltelijke vrijspraak
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij [slachtoffer 1] in een telefoongesprek heeft bedreigd door te zeggen dat hij voor niemand bang is, ook voor de politie niet en dat hij iedereen dood gaat maken. De verklaring van aangever [slachtoffer 1] over de inhoud van dit telefoongesprek vindt echter geen steun in andere bewijsmiddelen. Nu de rechtbank niet uitsluitend op basis van één getuige tot een bewezenverklaring kan komen, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 19 april 2024 tot en met 23 april 2024 te Doetinchem en
/ofVorden, gemeente Bronckhorst,
althans in Nederland,meermalen,
althans eenmaal,[slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3]en
/of[slachtoffer 4] , medewerkers/werkzaam
bij/voor het [bedrijf] , heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen
of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van dienstenontstond, en
/ofmet enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door:
- die voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 4] dreigend en
/ofmet stemverheffing en
/ofmet uitgestrekte borst de woorden toe te voegen “Als ik niet mijn diploma kan halen dit jaar
en/of als de opleiding wordt stopgezet,kom ik met een Kalasjnikov naar school en ga ik jullie allemaal schieten” en
/of“dan gaan jullie een andere [verdachte] zien” en
/of
- die voornoemde [slachtoffer 4]
een ofmeerdere whatsapp berichten te sturen en daarin dreigend de woorden toe te voegen: “Ik ben erg bang dat ik de controle over mezelf zal verliezen en iets zal doen waardoor ik en de hele school spijt zullen krijgen van” en
/of“Ik maak dit schooljaar af, of neem ik iemand mee naar de hel” en
/of“want als ik niet terug ben pak ik jullie een voor een” en
/of
- die voornoemde [slachtoffer 1] in een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, voor niemand bang is, ook voor de politie niet en dat hij iedereen dood gaat maken en/of
- die voornoemde [slachtoffer 1]
een ofmeerdere whatsapp berichten te sturen en daarin dreigend de woorden toe te voegen: “Als ik zonder afspraak alleen kom, is er een ramp op school” en
/of
- die voornoemde [slachtoffer 1] in een telefoongesprek dreigend de woorden toe te voegen (zakelijk weergegeven) dat hij, verdachte, zo snel mogelijk een gesprek wil om de school af te maken en ze anders een andere [verdachte] leren kennen, althans woorden
en/of feitelijkhedenvan gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen ontstaat;
en
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 75 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met aftrek, met een proeftijd van 2 jaren. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf dienen de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geadviseerd, te worden verbonden. Het geadviseerde contactverbod ziet op [slachtoffer 4] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De officier verzoekt de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren en de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, op de straf in mindering te brengen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat het adolescentenstrafrecht moet worden toegepast. De raadsvrouw acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, passend, met daarnaast een voorwaardelijke taakstraf. Een contactverbod acht de verdediging niet nodig.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan serieuze bedreigingen met een beangstigende boodschap tijdens en na een exitgesprek op school. Op het moment dat voor verdachte duidelijk werd dat zijn opleiding daadwerkelijk werd stopgezet, heeft hij gedreigd iedereen met een Kalasjnikov op school te schieten. Hij heeft zijn woorden daarna nog in een telefoongesprek en meerdere Whatsapp-berichten kracht bijgezet. De slachtoffers waren bang en hebben zich onveilig gevoeld.
Pro Justitia-rapportage
In het pro Justitia rapport van 30 juli 2024 van de heeft de GZ-psycholoog beschreven dat bij verdachte sprake is van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling in de richting van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Verdachte is geneigd zichzelf te overschatten en impulsief en emotioneel te reageren als hij zich door anderen belemmerd voelt. Hij houdt de ander verantwoordelijk voor zijn falen en reageert dan met boosheid en frustratie. Hierover heeft hij onvoldoende controle. Dit gebeurde ook voorafgaand aan en ten tijde van het ten laste gelegde feit. Omdat de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling verdachte belemmerde in het maken van andere keuzes, is de psycholoog van mening dat hem het tenlastegelegde feit in verminderde mate toe kan worden gerekend. De psycholoog heeft geen aanknopingspunten gevonden voor het toepassen van het adolescentenstrafrecht, omdat er geen sprake is van beperkte handelingsvaardigheden en verdachte niet ontvankelijk is voor een pedagogische aanpak. De psycholoog adviseert een ambulante behandeling gericht op het vergroten van de emotie-regulatievaardigheden en de impulscontrole en het afbuigen van de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling.
Reclassering Nederland
Uit het rapport van Reclassering Nederland van 11 oktober 2024 blijkt dat er zonder behandeling een gerede kans op recidive is. Met een passende behandeling en meer stabiliteit op het gebied van wonen, werk en financiën zal de kans op recidive lager zijn. De reclassering ziet mogelijkheden om verdachte in een ambulant kader in samenwerking met hulpverlener ZorgPlus en de gemeente verder te begeleiden. Verdachte heeft - ondanks zijn kritische houding - aangegeven mee te willen werken en zich bereid verklaard om de behandeling aan te gaan. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden op te leggen:
• meldplicht bij reclassering;
• ambulante behandeling;
• ambulante begeleiding;
• contactverbod;
• locatieverbod (zonder elektronische monitoring).
Strafblad
Uit het uittreksel van de justitiële documentatie van 9 september 2024 blijkt dat verdachte nog niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten en derhalve kan worden aangemerkt als first offender.
Conclusie
De rechtbank neemt de conclusies van de rapporterende psycholoog over en maakt die tot de hare. De rechtbank zal de verdachte dan ook verminderd toerekeningsvatbaar verklaren en hiermee bij de oplegging van de straf rekening houden.
De rechtbank ziet, mede gelet op de bevindingen van de psycholoog, geen aanleiding om het adolescentenstrafrecht toe te passen.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst en de aard van de door verdachte geuite bedreigingen een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen. Rekening houdende met de adviezen van de psycholoog en de reclassering zal de rechtbank een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen en daaraan de algemene voorwaarden en de geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. De rechtbank is van oordeel dat er, zonder behandeling en begeleiding van verdachte, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij opnieuw een misdrijf zal begaan dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam voor een persoon.
De rechtbank zal daarom de voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaren. De voorwaardelijke gevangenisstraf moet verdachte ervan weerhouden om zich aan de voorwaarden te onttrekken en dient als impuls om aan zijn persoonlijke ontwikkeling en toekomst te werken. De rechtbank vindt het gelet op de inhoud van de bijzondere voorwaarden van belang hierbij een langere proeftijd dan door de officier van justitie is gevorderd, op te leggen.
De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf op van 76 dagen opleggen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 76 dagen;
  • bepaalt dat deze gevangenisstraf, te weten
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zich uiterlijk 3 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Reclassering Nederland in Nijmegen en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij deze instelling, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
  • verdachte zich laat behandelen door Kairos of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
  • verdachte zich ambulant laat begeleiden door ZorgPlus of een andere soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering. De begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
  • verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met
1. [slachtoffer 4] , geboren op [geboortedatum 2] 1999;
2. [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 3] 1992; en
3. [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 4] 1994;
zolang de het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- verdachte zich gedurende de proeftijd niet op de locatie [adres 2] van het [bedrijf] en/of hoofdlocatie van het [bedrijf] aan de [adres 3] te [plaats] bevindt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig acht;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. van Leeuwen (voorzitter), mr. S. Jansen en mr. P.M. Goossens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. U. Posthumus, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 30 oktober 2024.