Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks7 januari 2024 te [plaats] , gemeente [gemeente]
een of meeranderen,
althans alleen,
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om een geldbedrag,
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel of ten dele aan [slachtoffer]
en/of
cafetaria/restaurant " [restaurant] ",
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
te doen voorafgaan,te doen vergezellen
en/of te doen volgenvan
geweld en/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal
voor te bereiden ofgemakkelijk te maken
, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
heeft/hebben betreden en
/of
/intimiderendop [slachtoffer]
(die zich achter de bar bevond
) is/zijn
toe/afgelopen en
/of
(vanaf een korte afstand
)een vuurwapen, althans een daarop gelijkend voorwerp, in de richting
van en/ofop die [slachtoffer]
heeft/hebben gericht en
/of
heef/hebben geopend en
/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze jeugddetentie, te weten 180 (honderdtachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet heeft gehouden aan de hierna te melden voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het tenlastegelegde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.000,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 20 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;