ECLI:NL:RBGEL:2024:7407

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
05.147818.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel door onoplettendheid en snelheidsovertreding

Op 29 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een verkeersongeval op 5 december 2023 te Vaassen, gemeente Epe. De verdachte, een beginnende bestuurder, reed met een snelheid van ongeveer 72 kilometer per uur, terwijl de maximumsnelheid ter plaatse 60 kilometer per uur was. Tijdens het rijden gebruikte hij zijn mobiele telefoon, wat leidde tot een aanrijding met een voetganger, die zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij hij zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en het feit dat hij buitenaf woont, waar openbaar vervoer niet altijd beschikbaar is. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.147818.24
Datum uitspraak : 29 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2005 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. P.L. Hellinga, advocaat in Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 5 december 2023 te Vaassen, gemeente Epe, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto), komende uit de richting van de Nijbroekerweg, gaande in de richting van de Geerstraat/N792, daarmede heeft gereden over de Weteringdijk, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl het donker was en/of
terwijl het voorwaartse zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en/of
terwijl een of meerdere voetgangers voor hem, verdachte, op die weg (de Weteringdijk) liepen en/of
terwijl die voetgangers een reflecterend en/of verlicht veiligheidshesje droegen en/of (aldus) voor verdachte zichtbaar waren,
heeft gereden met een hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 72 kilometer per uur en/of
in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 tijdens het besturen van dit voertuig en/of vlak voor en/of tijdens het ongeval een mobiel elektronisch apparaat (een telefoon) heeft vastgehouden en/of deze telefoon heeft gebruikt en/of bediend en/of
zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op de (verkeers)situatie ter plaatse en/of het overige verkeer heeft gericht en/of niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op de (verkeers)situatie ter plaatse en/of de/het direct voor hem gelegen weggedeelte(n) van die weg en/of het zich daarop bevindende verkeer en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een voetganger,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 december 2023 te Vaassen, gemeente Epe, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto), komende uit de richting van de Nijbroekerweg, gaande in de richting van de Geerstraat/N792, daarmede heeft gereden over de Weteringdijk,
terwijl hij beginnend bestuurder was en/of
terwijl het donker was en/of
terwijl het voorwaartse zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en/of
terwijl een of meerdere voetgangers voor hem, verdachte, op die weg (de Weteringdijk) liepen en/of
terwijl die voetgangers een reflecterend en/of verlicht veiligheidshesje droegen en/of (aldus) voor verdachte zichtbaar waren,
heeft gereden met een hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 72 kilometer per uur en/of
in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 tijdens het besturen van dit voertuig en/of vlak voor en/of tijdens het ongeval een mobiel elektronisch apparaat (een telefoon) heeft vastgehouden en/of deze telefoon heeft gebruikt en/of bediend en/of
zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op de (verkeers)situatie ter plaatse en/of het overige verkeer heeft gericht en/of niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op de (verkeers)situatie ter plaatse en/of de/het direct voor hem gelegen weggedeelte(n) van die weg en/of het zich daarop bevindende verkeer en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een voetganger,
en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 december 2023 (rijdende) op/over de Weteringdijk, te Vaassen in de gemeente Epe, als bestuurder van een voertuig (personenauto), tijdens het besturen van dit voertuig een mobiel elektronisch apparaat (een telefoon) heeft vastgehouden en/of deze telefoon heeft gebruikt en/of bediend.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. Zij stelt dat sprake is van ernstige schuld.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte niet onder invloed heeft gereden en dat geen sprake was van een forse snelheidsovertreding. Zij meent daarom dat sprake is van aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam rijgedrag.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 4-5;
- het proces-verbaal FO Verkeer, p. 16-17, 38;
- het proces-verbaal, onderzoek telefoon, p. 48-51;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 59;
- geneeskundige verklaring, p. 69;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 15 oktober 2024.
De rechtbank merkt op dat niet wordt betwist dat het handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd als overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De raadsvrouw is echter, anders dan de officier van justitie, van mening dat het rijgedrag van verdachte aanmerkelijke schuld oplevert en daarmee een lagere gradatie van schuld.
De rechtbank overweegt daarover als volgt. Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat verdachte direct voorafgaand aan het ongeval handelingen op zijn telefoon heeft verricht. Hij heeft daarbij zijn telefoon in zijn hand gehad. Uit het onderzoek van zijn telefoon blijkt dat verdachte op 5 december 2023 om 19:17:21 uur zijn telefoon heeft ontgrendeld. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij dit handmatig heeft gedaan. Verder blijkt uit het onderzoek naar de telefoon dat om 19:17:22 uur Snapchat is gestart. In de tijdspanne van 19:17:22 uur tot en met 19:19:20 uur is op diverse momenten in Snapchat gebladerd, zijn video’s opgenomen en is tekst ingevoerd. Om 19:19:20 uur heeft verdachte een screenshot van een video verstuurd. Een seconde daarna, om 19:19:21 uur, heeft de aanrijding plaatsgevonden. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte gedurende een langere tijd achter elkaar, te weten twee minuten, handelingen heeft verricht op zijn telefoon. In een video die hij in die tijd heeft opgenomen, is te zien dat verdachte in die tijdspanne ook 80 km per uur heeft gereden. Uit de bewijsmiddelen komt verder naar voren dat de beide voetgangers, die reflecterende hesjes met verlichting droegen, van geruime afstand zichtbaar moeten zijn geweest. Verdachte heeft verklaard dat hij de voetgangers niet heeft gezien. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte gedurende ten minste twee minuten afgeleid is geweest door de handelingen op zijn telefoon en dat hij de weg en het eventuele verkeer daarop onvoldoende in de gaten heeft gehouden. Bovendien reed verdachte, zo volgt uit de bewijsmiddelen, ten tijde van het ongeval aanzienlijk harder dan de toegestane maximumsnelheid. Door deze omstandigheden is een aanrijding ontstaan, waarbij een van de voetgangers, te weten [slachtoffer] , zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. Nu sprake is van meer dan een enkel moment van onoplettendheid, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks5 december 2023 te Vaassen, gemeente Epe, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto), komende uit de richting van de Nijbroekerweg, gaande in de richting van de Geerstraat/N792, daarmede heeft gereden over de Weteringdijk, zeer,
althans aanmerkelijk,onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij beginnend bestuurder was en
/of
terwijl het donker was en
/of
terwijl het voorwaartse zicht van verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en
/of
terwijl
een ofmeerdere voetgangers voor hem, verdachte, op die weg (de Weteringdijk) liepen en
/of
terwijl die voetgangers een reflecterend en
/ofverlicht veiligheidshesje droegen en
/of(aldus) voor verdachte zichtbaar waren,
heeft gereden met een hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur,
in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was,namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 72 kilometer per uur en
/of
in strijd met artikel 61a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 tijdens het besturen van dit voertuig en
/ofvlak voor en/of tijdens het ongeval een mobiel elektronisch apparaat (een telefoon) heeft vastgehouden en
/ofdeze telefoon heeft gebruikt en
/ofbediend en
/of
zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op de (verkeers)situatie ter plaatse en/of het overige verkeer heeft gericht en
/ofniet of in onvoldoende mate heeft gelet en
/ofis blijven letten op de (verkeers)situatie ter plaatse en
/of de/het direct voor hem gelegen weggedeelte
(n)van die weg en
/ofhet zich daarop bevindende verkeer en
/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een voetganger,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Primair:
Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor één jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat de ontzegging van de rijbevoegdheid geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk zal zijn. Zij heeft daarbij verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, met name de gevolgen die het ongeval voor hem hebben (gehad).
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een ongeval. Hij is gedurende twee minuten onafgebroken op zijn telefoon bezig geweest. Tevens reed hij met een hogere snelheid dan toegestaan. Daardoor heeft hij niet dan wel onvoldoende op de weg en het eventuele verkeer daarop gelet. Als gevolg daarvan heeft hij twee voetgangers niet opgemerkt en heeft hij een van de twee voetgangers, [slachtoffer] , aangereden. Dat heeft geleid tot zwaar lichamelijk letsel bij [slachtoffer] die daarvan nog dagelijks de gevolgen ondervindt. Zo blijkt uit het dossier dat zij meerdere operaties heeft moeten ondergaan en blijkt uit haar slachtofferverklaring dat zij nog steeds beperkt is in haar functioneren. Ook ondervindt zij nog veel pijn en verkeert zij in onzekerheid of zij volledig zal genezen en haar oude leven weer kan oppakken. Verdachte is verantwoordelijk voor het letsel van [slachtoffer] . Verdachte heeft immers zeer verwijtbaar verkeerde keuzes gemaakt door onder het rijden langere tijd zijn telefoon te bedienen en daarnaast harder te rijden dan ter plaatse was toegestaan. Duidelijk is dat het ongeval ook grote indruk heeft gemaakt op verdachte. De rechtbank vindt het lovenswaardig dat verdachte moeite heeft gedaan te achterhalen wie hij had aangereden en meerdere malen te informeren naar de gezondheid van [slachtoffer] . Verdachte toont zich zeer schuldbewust. De rechtbank wil wel geloven dat hij van zijn fouten heeft geleerd en dat hij zijn rijgedrag heeft aangepast.
De rechtbank heeft gezien dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. Die oriëntatiepunten gaan in geval van zwaar lichamelijk letsel als gevolg van ernstige schuld in beginsel uit van de oplegging van een taakstraf van 160 uur in combinatie met een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf ook gekeken naar de nog jonge leeftijd van verdachte en het feit dat hij een beginnende bestuurder is.
Alles afwegend acht de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde taakstraf van 160 uur passend. Zij zal deze aan verdachte opleggen. Gelet op de ernst van het feit acht de rechtbank ook een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van één jaar passend en gerechtvaardigd. De rechtbank zal echter een deel daarvan, te weten zes maanden, in voorwaardelijke vorm opleggen. De rechtbank ziet daartoe aanleiding gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, met name het feit dat hij buitenaf woont waar openbaar vervoer niet altijd beschikbaar is. Daarnaast is het voorwaardelijk deel bedoeld als stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte opnieuw verkeersdelicten pleegt en om hem ervan te doordringen dat hij zijn aandacht bij het verkeer moet houden en de verkeersregels moet naleven.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 160 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 dagen;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van de ontzegging van de rijbevoegdheid, te weten 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in het geval verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.S.M. van Bergen (voorzitter), mr. A.A.M. Bögemann en
mr. J.M. Hollebrandse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff en
mr. M.J.A. Dams, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
29 oktober 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023561469, gesloten op 18 december 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.