ECLI:NL:RBGEL:2024:7406

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
05.023141.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een maatschappelijk werker voor ontucht met een patiënte in een zorgrelatie

Op 29 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een 61-jarige man veroordeeld voor ontucht met een patiënte, waarbij hij als gespecialiseerd maatschappelijk werker werkzaam was bij een GGZ-instelling. De man verleende zorg aan de vrouw, die zich in een kwetsbare positie bevond. Tijdens een bezoek op 25 september 2023, waarin hij haar emotioneel probeerde te troosten, heeft hij seksuele handelingen bij haar verricht en haar gevraagd om seksuele handelingen bij hem te verrichten. Dit leidde tot zijn ontslag na het melden van het voorval aan zijn leidinggevende. De rechtbank oordeelde dat de man op meerdere momenten de keuze had om te stoppen, maar dit niet deed, wat resulteerde in een ernstige schending van het vertrouwen van de vrouw en haar integriteit. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 3 maanden op, naast een taakstraf van 240 uur, zonder contact- en locatieverbod, aangezien de man inmiddels was verhuisd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.023141.24
Datum uitspraak : 29 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1962 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. B. Tijsterman, advocaat in Tilburg.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 september 2023 te Apeldoorn, althans in Nederland, terwijl hij werkzaam was in de gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg, te weten als verpleegkundige en/of maatschappelijk werker bij [zorginstelling] ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd door
- die [slachtoffer] te (tong)zoenen en/of
- de borsten van die [slachtoffer] te betasten en/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] te betasten en/of
- met zijn, verdachtes, penis de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer] te betasten en/of
- zijn, verdachtes, penis te laten betasten en/of aftrekken door die [slachtoffer] en/of
- zijn, verdachtes, penis, in de mond van die [slachtoffer] te brengen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat voor het tongzoenen, het betasten van de vagina van [slachtoffer] , het met de penis betasten van haar buik en het laten betasten door [slachtoffer] van verdachtes penis steeds maar één bewijsmiddel voorhanden is, te weten de verklaring van verdachte. Hij meent dat dit onvoldoende is en vraagt verdachte ten aanzien van deze handelingen vrij te spreken.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [aangeefster] , manager van [zorginstelling] , heeft verklaard dat verdachte op 25 september 2023 seksueel overschrijdend gedrag heeft getoond bij [slachtoffer] in een niet gelijkwaardige relatie. Het heeft plaatsgevonden thuis bij [slachtoffer] op het adres [adres 2] in Apeldoorn. [slachtoffer] heeft psychische problemen en is daarnaast licht verstandelijk beperkt. Verdachte is gespecialiseerd maatschappelijk werker, wat inhoudt dat hij zowel verpleegkundige is als maatschappelijk werker.
In een gesprek op 28 september 2023 met aangeefster, de directeur en de HR-adviseur heeft verdachte verteld dat de seksuele handelingen inhielden het betasten van haar borsten en van haar vagina. Ook had [slachtoffer] zijn geslachtsdeel gemasseerd wat leidde tot een zaadlozing bij hem. Het zou begonnen zijn in de woonkamer en ze zouden zich verplaatst hebben naar de slaapkamer. Volgens aangeefster is [slachtoffer] op 26 september 2023 door de crisisdienst bezocht. Zij vertelde toen dat ze op 25 september 2023 intiem is geweest met verdachte en dat het haar was overkomen. [slachtoffer] zou hebben verteld dat er orale seks was geweest en dat haar handen meededen. [2]
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar eerst heeft geholpen en daarna dichter naar haar toe schoof. Omdat ze het moeilijk had, troostte hij haar. Dat had hij eerder ook gedaan, maar nu ging hij verder. Hij ging met zijn handen onder haar shirt, heeft haar beha omhoog gedaan en met zijn handen aan haar borsten gevoeld. Verdachte heeft gevraagd of hij zijn penis tegen haar buik mocht leggen. Ze zijn vervolgens naar de slaapkamer gelopen en ze moest op de rand van het bed gaan zitten. [slachtoffer] heeft zijn penis in haar mond gedaan. Hij zei dat er zaad aankwam en hij is klaargekomen. [3]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat ze samen met [naam] , de rechtbank begrijpt [naam] , met [slachtoffer] heeft gesproken. [slachtoffer] zei toen dat verdachte haar handen had gepakt en had geleid naar zijn kruis. Ze had met haar handen iets gedaan, had [slachtoffer] gezegd terwijl ze een gebaar maakte. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende vijf jaar professioneel bij [slachtoffer] betrokken was en dat hij wist wat er met haar aan de hand was. Op 25 september 2023 is hij in zijn rol als hulpverlener bij [slachtoffer] geweest. [slachtoffer] was emotioneel. Het troosten was dit keer anders. Het verdriet hield langer aan. Hij is naast haar gaan zitten en er was lichamelijk contact. Na een aantal minuten kwam ze dichter bij zijn nek en gaf ze hem een kus. Verdachte merkte dat hij het fijn/aangenaam vond. Hij heeft het laten lopen en niet ingegrepen. Daarna volgde het wrijven. Ze hielden elkaar vast en zijn na vijf minuten gaan staan. Verdachte heeft toen de opmerking gemaakt dat als hij door zou gaan hij geen hulpverlener meer kon zijn. Er is getongzoend en hij heeft de beha van [slachtoffer] omhoog gedaan en aan haar borsten gevoeld. Ze waren allebei opgewonden. Hij heeft gevraagd of hij zijn penis op haar buik mocht leggen en dat ook gedaan. Ook heeft hij haar gevraagd of ze zijn penis wilde masseren. Dat heeft ze kortstondig gedaan. Hij heeft zijn hand in haar broek gedaan. [5] Hij heeft daarna zijn hand tegen de bovenkant van haar vagina gelegd. De rugkant van zijn hand kwam voor een deel tegen haar onderbroek en een deel tegen haar blote vagina aan. [6] Hij heeft zijn hand teruggetrokken toen [slachtoffer] zei dat ze niet met elkaar naar bed konden. Ze zijn vervolgens naar de slaapkamer gegaan, omdat ze in de woonkamer in het zicht stonden. [slachtoffer] is op het bed gaan zitten. Verdachte stond dicht voor haar. [slachtoffer] nam toen zijn penis in haar mond, wat heeft geleid tot een zaadlozing. Volgens verdachte heeft hij meerdere keren de keus gehad met de handelingen te stoppen, maar heeft hij dat niet gedaan. [7]
De rechtbank acht alle ten laste gelegde handelingen bewezen. Zoals de raadsman in zijn pleidooi terecht opmerkte geldt het bewijsminimum voor de tenlastelegging in zijn geheel en niet voor onderdelen daarvan. De rechtbank heeft daarnaast ook geen enkele reden om aan de verklaring van verdachte te twijfelen. Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting gedetailleerd verklaard wat er is gebeurd en welke handelingen er hebben plaatsgevonden. De verklaring van [slachtoffer] komt op hoofdlijnen daarmee overeen. Dat zij over minder seksuele handelingen heeft verklaard, doet daar niet aan af. Daarnaast blijkt uit de verklaring van aangeefster dat verdachte ook aan haar heeft verteld dat hij de vagina van [slachtoffer] heeft betast en dat [slachtoffer] zijn geslachtsdeel had gemasseerd. Het betasten van verdachtes penis lijkt ook te volgen uit de verklaring van aangeefster dat [slachtoffer] zou hebben gezegd dat haar handen meededen en uit hetgeen [slachtoffer] aan [getuige] heeft verteld en uitgebeeld, te weten dat ze met haar handen iets had gedaan nadat verdachte haar handen naar zijn kruis had geleid.
De rechtbank verwerpt gelet op het voorgaande het verweer.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks25 september 2023 te Apeldoorn,
althans in Nederland,terwijl hij werkzaam was in de gezondheidszorg en
/ofmaatschappelijke zorg, te weten als verpleegkundige en
/ofmaatschappelijk werker bij
[zorginstelling]ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die zich als patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd door
- die [slachtoffer] te
(tong)zoenen en
/of
- de borsten van die [slachtoffer] te betasten en
/of
- de vagina, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] te betasten en
/of
- met zijn, verdachtes, penis de buik
, althans het lichaamvan die [slachtoffer] te betasten en
/of
- zijn, verdachtes, penis te laten betasten en/of aftrekken door die [slachtoffer] en
/of
- zijn, verdachtes, penis, in de mond van die [slachtoffer] te brengen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Werkzaam in de gezondheids- en maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als patiënt/cliënt aan zijn hulp en zorg heeft toevertrouwd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht af te zien van het opleggen van een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte vanaf het begin open en eerlijk is geweest over wat er is voorgevallen. Daarnaast is verdachte zijn baan kwijt geraakt en is hij een half jaar onder behandeling van een psycholoog geweest. Het begint nu weer beter met hem te gaan. Een gevangenisstraf zou een behoorlijke terugval kunnen betekenen.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van seksuele handelingen bij [slachtoffer] , van wie hij wist dat het een kwetsbare vrouw was. Verdachte kwam als gespecialiseerd maatschappelijk werker bij haar om hulp en zorg te verlenen. Uit het dossier komt het beeld naar voren dat verdachte voor [slachtoffer] erg belangrijk was. Zo heeft de psychiater verklaard dat [slachtoffer] alleen naar verdachte luisterde en dat dit de familie ook was opgevallen. Toen [slachtoffer] tijdens een gesprek emotioneel werd, heeft verdachte geprobeerd haar te troosten. Dit is volledig uit de hand gelopen. Verdachte heeft meerdere seksuele handelingen bij [slachtoffer] verricht en vroeg [slachtoffer] ook seksuele handelingen bij hem te verrichten. Het is daarbij gegaan om vergaande seksuele handelingen, waarbij verdachte is klaargekomen. Volgens verdachte hebben de seksuele handelingen ongeveer drie kwartier geduurd. Gedurende die tijd heeft verdachte meerdere keren de keuze gehad om te stoppen. Hoewel hij wist dat het verkeerd was, is hij toch doorgegaan met de handelingen. Hij heeft door zo te handelen de grenzen van het toelaatbare ernstig overschreden. Verdachte heeft zijn positie als gespecialiseerd maatschappelijk werker misbruikt voor zijn eigen seksuele genot. Verdachte heeft als hulpverlener niet alleen het vertrouwen van [slachtoffer] beschaamd, maar ook een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit. Mede door het handelen van verdachte is de situatie van [slachtoffer] verslechterd en is zij bezocht door de crisisdienst, wat heeft geleid tot opname bij [zorginstelling] .
De rechtbank heeft bij de op te leggen straf rekening gehouden met de justitiële documentatie van verdachte van 3 september 2024. Daaruit blijkt dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank heeft verder rekening gehouden met het reclasseringsadvies van 10 september 2024. Daaruit komt naar voren dat de risico’s op recidive, letsel en onttrekken aan voorwaarden als laag worden ingeschat. Geadviseerd wordt een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering acht het niet nodig om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.
De rechtbank leest in het betoog van de raadsman het verzoek om te volstaan met een taakstraf. De rechtbank zal de raadsman daarin niet volgen, omdat dat onvoldoende recht doet aan de ernst van het feit. De rechtbank zal echter de officier van justitie ook niet volgen in de strafeis, mede gelet op het blanco strafblad van verdachte.
Alles in aanmerking nemend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden passend en geboden. De rechtbank zal daarnaast een taakstraf van de maximale duur opleggen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een voorwaardelijk strafdeel, nu het recidiverisico laag wordt geacht en verdachte niet meer in de zorg werkzaam is. Dat hij terug zal keren in de zorg is niet aannemelijk, nu niet valt te verwachten dat verdachte daarvoor een VOG zal krijgen.
De rechtbank ziet ook geen aanleiding een contact- of locatieverbod op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, zoals geadviseerd door de reclassering, op te leggen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij na het incident geen contact meer heeft gehad met [slachtoffer] en zijn vroegere werkgebied vermijdt. Hij heeft inmiddels zijn huis verkocht om in een andere provincie zijn leven weer op te bouwen. Hij is verhuisd naar een tijdelijk adres in een andere omgeving en zal vermoedelijk gaan wonen in (de richting van) Noord-Holland. De rechtbank verwacht dan ook niet dat verdachte contact zal zoeken met [slachtoffer] of dat hij naar haar toe zal gaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 249 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
 legt op een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.S.M. van Bergen (voorzitter), mr. A.A.M. Bögemann en
mr. J.M. Hollebrandse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff en
mr. M.J.A. Dams, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
29 oktober 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek ONRBC23471, gesloten op 2 januari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde
2.Proces-verbaal van aangifte van [aangeefster] , p. 1-4.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 15-17
4.Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , p. 52.
5.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 oktober 2024.
6.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 64.
7.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 15 oktober 2024.