Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks5 april 2024 te [plaats], tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleenin een woning te weten aan de [adres 2] , alwaar
verdachte en/ofzijn mededader
(s
)zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond
(en
), een kluis met inhoud, te weten (verzekerings-/waarde-) papieren, sierraden en
/ofmunten,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
verdachte en/ofzijn mededader
(s
)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen goederen onder
zijn
heeft/hebben gebracht door middel van
braak, verbreking,inklimming en insluiping
en/of een valse sleutel.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
Subsidiair verzoek de verdediging de materiële schadepost ‘medische kosten – psycholoog’ af te wijzen omdat deze kosten nog niet voldoende concreet zijn.
De materiële schadepost ‘Reiskosten’ dient eveneens afgewezen te worden omdat deze kosten niet als materiële schadepost voor vergoeding in aanmerking komt.
Meer subsidiair verzoekt de verdediging de benadeelde partij in de immateriële schadevergoeding niet-ontvankelijk te verklaren omdat het maar zeer de vraag is of voldaan is aan het vereiste van ‘aantasting in de persoon’. Het beantwoorden van deze vraag legt volgens de verdediging een onevenredige belasting op van het strafproces.
1. Gestolen sierraden en overige inboedel
2. Reiskosten voor het bezoek aan de advocaat
3. Medische kosten – psycholoog
4. Toekomstige medische kosten
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden;
4 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 3 jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf van 240 uren,met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 4 maanden.
betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 29.568,00 aan materiele schade en € 2.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, met uitzondering van de schadepost eigen risico 2025, vanaf:
€ 1.086,00;
€ 29.568,00 aan materiele schade en € 2.000,00 aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf:
192 dagen gijzelingworden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;