ECLI:NL:RBGEL:2024:7319

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
C/05/441401 KG RK 24-700
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter in een strafzaak met defensie als slachtoffer

Op 24 september 2024 heeft de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen in een verschoningsverzoek van mr. J.L. Wesstra, rechter-plaatsvervanger in de meervoudige strafkamer. De rechter diende het verzoek in omdat zij als hoofdofficier van de Koninklijke Marine in dienst is van defensie, terwijl in de strafzaak met parketnummer 05-187190-23 twee collega’s van defensie als slachtoffers zijn aangemerkt. De advocaat van de verdachte had opgemerkt dat de schijn van vooringenomenheid werd gewekt door de betrokkenheid van de rechter bij defensie.

De rechtbank heeft de procedure en de gronden van het verschoningsverzoek beoordeeld. De verschoningskamer stelde vast dat de rechter niet had aangegeven dat zij niet onpartijdig kon zijn, maar dat de schijn van partijdigheid wel degelijk was gewekt door haar functie en de betrokkenheid van defensie in de zaak. De rechtbank benadrukte dat de objectieve toets van de schijn van vooringenomenheid leidend was in deze beoordeling.

Uiteindelijk heeft de verschoningskamer het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de behandeling van de strafzaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/441401 / KG RK 24-700
Beslissing van 24 september 2024
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. J.L. Wesstra,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter
in haar hoedanigheid van rechterlijk lid van de meervoudige strafkamer in de zaak met parketnummer 05-187190-23 met de heer [naam verdachte] als verdachte.

1.De procedure

De rechter heeft op 23 september 2024 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen en belanghebbenden worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft aan haar verschoningsverzoek het volgende ten grondslag gelegd. In bovengenoemde zaak wordt de heer [naam verdachte] verdacht van het bedreigen van een gezagvoerder en zijn co-piloot (twee officieren) van de Koninklijke Luchtmacht door (onder meer) het beschieten van hun Apache gevechtshelikopter met een luchtbuks. Die zaak wordt behandeld door een meervoudige strafkamer waarvan de rechter als rechter-plaatsvervanger deel uit maakt. De rechter is tevens als hoofdofficier van de Koninklijke Marine militair lid van de Militaire Kamer. Zij is derhalve een ‘defensie collega’ van de twee officieren van de Koninklijke Luchtmacht, maar voelde zich vrij staan de zaak te behandelen. Bij aanvang van de zitting op 23 september 2024 heeft de advocaat van de verdachte opgemerkt dat de schijn van vooringenomenheid wordt gewekt omdat de rechter ook in dienst is van defensie en defensie slachtoffer is in de zaak. De rechter kan de schijn van vooringenomenheid niet wegnemen en verzoekt zich te mogen verschonen.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, te weten als de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn. Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend. (de objectieve toets).
3.3.
De verschoningskamer stelt voorop dat de rechter niet heeft aangevoerd dat zij van oordeel is dat zij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.4.
Met de door de rechter aangevoerde omstandigheid, dat zij als lid van de Militaire Kamer en hoofdofficier van de Koninklijke Marine in dienst is van defensie en twee collega’s van defensie in deze strafzaak slachtoffer zijn, is de schijn van partijdigheid van de rechter in het leven geroepen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van mr. J.L. Wesstra toe, en verstaat dat in de zaak met parketnummer 05-187190-23 een andere rechter als lid van de meervoudige strafkamer zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.S.M. Bak, voorzitter, mr. S.J. Peerdeman en mr. M.A. Jansen-van Leeuwen, leden, in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 24 september 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.