ECLI:NL:RBGEL:2024:7318
Rechtbank Gelderland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek wegens schijn van partijdigheid
Op 20 september 2024 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een beslissing genomen op een verschoningsverzoek van mr. W. van der Boon, rechter in de rechtbank. Het verzoek tot verschoning werd ingediend omdat de rechter en de advocaat van eiseres, mr. M.J.W. van Osch, elkaar uit de privésfeer kennen. De rechter heeft aangegeven dat hij in staat is om de zaak onpartijdig te beoordelen, maar erkent dat er bij partijen de schijn kan bestaan dat dit niet het geval is.
De verschoningskamer heeft de procedure en de gronden voor het verzoek beoordeeld. Het uitgangspunt is dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat de rechter niet heeft aangegeven dat hij zich niet onpartijdig kan opstellen, maar dat de relatie met de advocaat van eiseres de schijn van partijdigheid kan oproepen.
Gelet op de feiten en omstandigheden heeft de verschoningskamer geoordeeld dat het verzoek tot verschoning gegrond is. De beslissing houdt in dat mr. W. van der Boon zich moet verschonen en dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de verdere behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.