[verzoekster] heeft aan haar verzoek, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Zij heeft aan verweerster een kredietfaciliteit ter grootte van maximaal € 750.000,00 ter beschikking gesteld. Onderdeel van de kredietfaciliteit is een rekening-courantfaciliteit, waarbij een debetstand niet geoorloofd is. De kredietfaciliteit, waarop algemene voorwaarden van toepassing zijn, is bedoeld voor de financiering van met name de bedrijfsvoorraad automobielen van verweerster. Bij akte van 12 april 2024 heeft verweerster aan verzoekster - tot zekerheid van terugbetaling van al hetgeen verzoekster van verweerster te vorderen heeft en zal hebben op grond van de kredietfaciliteit - een eerste pandrecht verstrekt op aan verweerster op dat moment en in de toekomst toebehorende automobielen. Medio 2024 verschenen in diverse media berichten over mogelijk door verweerster gepleegde belastingontduiking, -fraude en valsheid in geschrifte en op 10 juni 2024 heeft de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (Fiod) een inval bij verweerster gedaan, waarbij de bestuurder van verweerster in hechtenis en een aantal automobielen in beslag is genomen. Ook is sprake van een ongeoorloofde debetstand (€ 186.760,48 op 4 juni 2024). Op grond van de algemene voorwaarden waren er meerdere gronden voor opzegging van de kredietfaciliteit. Bij brief van 12 juni 2024 heeft verzoekster de kredietfaciliteit per direct opgezegd en het openstaande saldo opgeëist. Het saldo bedraagt op 30 september 2024
€ 776.749,47. Verweerster heeft geen betalingen aan verzoekster gedaan en is in verzuim. Op 13 juni 2024 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, aan verzoekster op haar verzoek verlof verleend om de aan haar verpande automobielen in beslag te nemen. Vervolgens heeft verzoekster een aantal automobielen (28) in vuistpand genomen. Verzoekster is gerechtigd om gebruik te maken van haar recht van parate executie, ex artikel 3:248 e.v. BW. Verzoekster verwacht dat de hoogst mogelijke opbrengst - die ook in het belang van verweerster is - niet wordt gegenereerd met een reguliere openbare veiling, maar met verkoop via (een specifiek autodealer-kanaal van) het gespecialiseerde en internationale autoveilingplatform [bedrijfsnaam 1] , dan wel door rechtstreekse verkoop aan [bedrijfsnaam 2] of een derde. De totale bruto executie-/handelswaarde bedroeg op 21 augustus 2024 € 906.753,00 inclusief btw en bpm. De door [bedrijfsnaam 1] geschatte netto veilingopbrengst ligt tussen € 710.000,00 en
€ 780.000,00. Verweerster heeft geen bezwaar gemaakt tegen de juistheid en actualiteit van de geschatte veilingopbrengst en evenmin heeft verzoekster van verweerster een reëel beter bod van een andere koper ontvangen. Verweerster lijkt elk afzonderlijk automobiel in onderling overleg met verzoekster te willen verkopen, maar daartoe acht verzoekster zich - gelet op het strafrechtelijk onderzoek tegen verweerster en haar bestuurder - niet meer vrij op grond van wettelijke integriteitsregels en het niet geassocieerd willen worden met mogelijk strafbare activiteiten. Van de door verweerster gestelde consignatie van een aantal (7) automobielen kan geen sprake zijn, gelet op de opname van de betreffende, bij de RDW op naam van verweerster gevrijwaarde automobielen in de bedrijfsvoorraad van verweerster; de betreffende automobielen vallen onder het pandrecht. Dit geldt ook voor één auto die aan een derde (de heer [naam 3] ) zou zijn verkocht, maar nog niet was geleverd. Gelet op de substantiële en oplopende opslagkosten en toenemende waardevermindering van de automobielen - hetgeen ook niet in het belang is van verweerster - is het van belang om de automobielen zo spoedig mogelijk te gelde te maken. De eerstvolgende veilingdatum is gepland op 9 oktober 2024 en op dit moment is onduidelijk wanneer de volgende veiling (van vergelijkbare omvang) zal worden georganiseerd. Verweerster moet aan de verzochte verkoop alle medewerking verlenen, waaronder het overleggen van de benodigde kentekendocumentatie.