Uitspraak
1.De procedure
- de (gelijkluidende) schriftelijke wrakingsverzoeken van 12 juni 2024,
- de schriftelijke reactie van de rechters van 18 juni 2024,
- het proces-verbaal van de zitting van de wrakingskamer van 2 juli 2024 waarin een mondeling wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld,
- de (afwijzende) beslissing van 5 augustus 2024 van de (andere) wrakingskamer en
- het proces-verbaal van de voortgezette mondelinge behandeling, gehouden op 17 september 2024.
2.Het wrakingsverzoek
door de verdediging onvoldoende [is] onderbouwd waarom het in het belang is van de verdediging om inzicht te krijgen in deze notulen’. Dit is volgens verzoekers een onbegrijpelijke beslissing waardoor zij ernstig benadeeld worden en deze beslissing duidt volgens verzoekers op objectieve vooringenomenheid van de rechters.
3.De beoordeling
proces-verbaal van 4 juni 2024 aan de officier van justitie en raadslieden bekend geworden, zo blijkt uit de schriftelijke reactie van de rechters. De verzoeken tot wraking van de rechters zijn echter pas op woensdag 12 juni 2024 ingediend. Voor het tijdsverloop van een week is door (de raadsman van) verzoekers geen redelijke verklaring gegeven. De raadsman stelt dat hij door werkzaamheden niet in de gelegenheid was het proces-verbaal op donderdag 6 of vrijdag 7 juni 2024 met verzoekers te bespreken, maar hij heeft niet toegelicht waarom dit niet mogelijk was op woensdag 5 juni 2024. Verder stelt de raadsman dat verzoekers door hem niet op dezelfde dag konden worden gezien vanwege gestelde schorsingsvoorwaarden. Dat verzoekers, op straffe van opheffing van de schorsing, geen enkel contact mochten hebben, staat er niet aan in de weg dat verzoekers op dezelfde dag (na elkaar) door de raadsman (of één van de andere raadslieden) konden worden bezocht. De door de raadsman gegeven toelichting voor het verstrijken van een week tussen het bekend worden van de gronden en het indienen van de wrakingsverzoeken, vormen geen verschoonbare reden om de verzoeken niet eerder dan op 12 juni 2024 in te dienen. De verzoeken zijn derhalve te laat ingediend en verzoekers kunnen daarom niet in hun verzoeken worden ontvangen. Aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek komt de wrakingskamer daarom niet toe.