Op 7 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De kinderrechter heeft het verzoek van Jeugdbescherming Gelderland, de gecertificeerde instelling, afgewezen. Hoewel er nog sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging, oordeelt de kinderrechter dat vrijwillige hulpverlening effectiever is dan de verplichte ondertoezichtstelling. De moeder van de kinderen heeft recent positieve ontwikkelingen doorgemaakt met de hulp van een coach die is aangesteld door de gemeente in het kader van de brede ondersteuning toeslagenaffaire. De kinderrechter constateert dat de thuissituatie is verbeterd en dat de moeder en kinderen beter functioneren zonder de druk van de GI.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling de procedure en de feiten in acht genomen. De moeder heeft verzocht om het verzoek van de GI af te wijzen, stellende dat de ondertoezichtstelling weinig meerwaarde heeft en dat de kinderen goed functioneren met de huidige ondersteuning. De kinderrechter heeft de argumenten van de moeder meegewogen en geconcludeerd dat de samenwerking met de GI niet goed verloopt, mede door het gebrek aan vertrouwen van de moeder in de overheid. De kinderrechter heeft de beslissing gemotiveerd door te stellen dat de ondertoezichtstelling niet de gewenste effectiviteit zal hebben en dat de moeder en kinderen de verantwoordelijkheid moeten krijgen om zelf de positieve ontwikkelingen voort te zetten.
De beslissing is openbaar uitgesproken en de mogelijkheid tot hoger beroep is aangegeven. De kinderrechter heeft de moeder en haar kinderen het vertrouwen gegeven om zelf de situatie te beheren, met de mogelijkheid om hulp te vragen indien nodig.