ECLI:NL:RBGEL:2024:7297
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake kadastrale grenzen
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van de bewaarder van het kadaster om het verzoek tot herstel van de kadastrale grenzen af te wijzen. Het verzoek is ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.G. Kranendonk, en betreft de percelen gelegen te [locatie 1] en [locatie 2] in [plaats]. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de bewaarder van 21 juli 2023, waarin het verzoek tot herstel werd afgewezen. De bewaarder heeft in een later besluit van 30 oktober 2023 zijn standpunt gehandhaafd. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en vraagt de voorzieningenrechter om het bestreden besluit te vernietigen en de bewaarder op te dragen een nieuw besluit te nemen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat het verzoek om een voorlopige voorziening niet passend is. Het verzoek heeft niet de noodzakelijke voorlopige strekking en het is niet passend om de bewaarder te dwingen een bepaalde methode te hanteren bij de vaststelling van de percelen.
De voorzieningenrechter concludeert dat het enkel belang van verzoeker bij een rechtmatigheidsoordeel onvoldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarom wordt het verzoek afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier mr. Y.A.J. van Egmond, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.