In deze zaak heeft S.A.S. Montage Onderhouds B.V. (hierna: S.A.S. Montage) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die werkzaamheden heeft uitbesteed aan S.A.S. Montage voor de verbouwing van tandartspraktijken. De rechtbank Gelderland heeft op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de vordering van S.A.S. Montage tot betaling van openstaande facturen is toegewezen. De rechtbank oordeelde dat S.A.S. Montage de werkzaamheden deugdelijk heeft verricht en dat de gedaagde partij, ondanks het niet betwisten van de facturen, in gebreke is gebleven met de betaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde partij geen recht heeft op schadevergoeding of verrekening, en dat hij S.A.S. Montage een bedrag van € 23.946,62 dient te betalen, vermeerderd met rente en kosten.
Daarnaast heeft de gedaagde partij in reconventie vorderingen ingesteld, waaronder ontbinding van de overeenkomst en schadevergoeding. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gedaagde partij niet in zijn recht staat, omdat hij S.A.S. Montage niet in de gelegenheid heeft gesteld om gebreken te herstellen. De rechtbank heeft de vorderingen in reconventie afgewezen en de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de verplichtingen van partijen in een aannemingsovereenkomst en de noodzaak om gebreken tijdig te melden en de aannemer de kans te geven deze te herstellen. De rechtbank heeft ook de uitvoerbaarheid bij voorraad van de vordering afgewezen, gezien de financiële situatie van de gedaagde partij.