ECLI:NL:RBGEL:2024:7256

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
23 oktober 2024
Zaaknummer
11013678
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke ontbinding van koopovereenkomst wegens non-conformiteit van geleverde keuken

In deze zaak vordert eiser, een consument, dat de kantonrechter de koopovereenkomst met de gedaagde, een keukenleverancier, als buitengerechtelijk ontbonden verklaart. Eiser heeft op 24 december 2020 een keuken gekocht voor € 22.990,00, die op 21 mei 2021 is geplaatst. Na meerdere klachten over gebreken, waaronder een niet-functionerende afzuigkap en een niet-levering van een inbouwkoelkast, heeft eiser in augustus 2023 de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. De kantonrechter oordeelt dat de keuken niet voldoet aan de verwachtingen die eiser op basis van de overeenkomst mocht hebben. De gedaagde heeft niet tijdig en adequaat gereageerd op de klachten van eiser, waardoor deze in zijn rechten is tekortgedaan. De rechter concludeert dat de tekortkomingen van gedaagde de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigen, maar slechts gedeeltelijk, omdat bepaalde onderdelen van de keuken wel aan de overeenkomst voldoen. Eiser krijgt een terugbetaling van € 19.309,20, vermeerderd met wettelijke rente, en gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door kantonrechter S.E. Sijsma op 23 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 11013678 \ CV EXPL 24-998
Vonnis van 23 oktober 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. J. Nijland,
tegen
[gedaagde],
te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederen bij: [naam 1] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 mei 2024,
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door mr. Nijland overgelegde aanvullende producties,
- de mondelinge behandeling van 5 september 2024, waarvan aantekening is gehouden door de griffier.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 24 december 2020 heeft [eiser] een keuken (hierna: de keuken) gekocht van [gedaagde] . Voor de koop en plaatsing van de keuken zijn partijen een prijs overeengekomen van € 22.990,00 (incl. btw).
2.2.
Op 21 mei 2021 heeft [gedaagde] de keuken in de woning van [eiser] laten plaatsen.
2.3.
Bij e-mail van 10 juli 2021 heeft [eiser] aan [gedaagde] bericht:
“(…)
Wij hebben een x aantal opleverpunten opgegeven hier hebben we tot op de dag van vandaag nog geen reactie mogen ontvangen wanneer dit ongeveer verwerkt gaat worden??
(…)
En er ontbreekt nog steeds een koolstoffilter van de afzuigkap waardoor wij de keuken soms blauw hebben staan van het koken, (…)
Ik snap dat jullie het druk hebben maar om klanten in het ongewisse te laten wanneer er iets opgelost gaat worden en dat jullie nu na 7 weken nog geen planning kunt doorgeven en nog niet eens het koolstoffilter en de besteklade heb kunnen toesturen vind ik zeer maar dan ook zeer triest.
(…)”
2.4.
Een monteur van [gedaagde] heeft tijdens een servicebezoek op 13 september 2021 de door [eiser] gemelde punten geprobeerd op te lossen. Na dit bezoek heeft [eiser] aangegeven niet tevreden te zijn en een bezoek van een teamleider te willen. Op 9 november 2021 heeft een teamleider van [gedaagde] [eiser] bezocht. Vervolgens heeft op 17 december 2021 een tweede servicebezoek plaatsgevonden. Hierna heeft [eiser] wederom punten gemeld die naar zijn mening hersteld moeten worden. Op 11 februari 2022 heeft daarom een derde servicebezoek plaatsgevonden.
2.5.
Bij brief van 28 september 2022 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] bericht:
“(…)Helaas hebben cliënten al binnen enkele weken geconstateerd dat de keuken verschillende gebreken vertonen. Gezien de hoeveelheid van de openstaande punten zal ik hieronder puntsgewijs de gebreken weergeven.
(…)
- De spoelbak zal zwart kunststof zijn, maar blijkt een metalen spoelbak te zijn met een zwarte laag eroverheen;
(…)
- Recirculatie van de afzuigkap is niet geleverd;
- Ondanks vervanging is er nog sprake van een lade die doorzakt;
(…)
- Sprake van grove naden naast de koelkastdeur, ondanks dat de deur meerdere keren is afgesteld komt de deur van de koelkast tegen de lade aan;
- Vaatwasser front schuurt tegen het aanrechtblad en tegen de kasten aan;
(…)
- Linkerwang van de kast waarin de oven zich bevindt zou 40 mm moeten zijn, daar waar nu sprake is van een dunner paneel in verband met een meetfout uwerzijds. Dit is ook niet conform afspraak;
- Er is geen inbouwkoelkast geleverd;
(…)
Ik stel u reeds nu voor alsdan ingebreke en daarnaast verzoek en voor zover nodig sommeer ik u om binnen vijf dagen na heden tot herstel van de gebreken aan de keuken over te gaan.
(…)”
2.6.
Bij e-mail van 12 oktober 2022 heeft [naam 2] van [gedaagde] (hierna: [naam 2] ) aan de gemachtigde van [eiser] bericht:
“(…)
Ingaand op de klachten van cliënt wenst [gedaagde] het volgende te berichten:
(…)
3. De spoelbak zal zwart kunststof zijn => Dit is een nieuwe klacht en vraagt [gedaagde] zich af waar cliënt deze verwachting vandaan heeft. Nimmer is over het materiaal gesproken dat dit kunststof zou zijn noch liggen in de showroom van [gedaagde] geen kunststof zwarte spoelbakken.
(…)
5. Recirculatie van de afzuigkap is niet geleverd => De starterset is op 13 september 2021 geleverd en geplaatst. Hierna heeft client nimmer geklaagd dat dit onjuist zou zijn. Graag wenst [gedaagde] deze klacht te beoordelen nu cliënt ruim 1 jaar later terug komt op het verholpen gebrek.
6. Ondanks vervanging is er nog sprake van een lade die doorzakt => dit is een nieuwe klacht en hiervoor wenst [gedaagde] een teamleider aan te sturen dit te beoordelen.
(…)
8. Sprake van grove naden naast de koelkastdeur => Dit is een nieuwe klacht en hiervoor wenst [gedaagde] een teamleider aan te sturen dit te beoordelen.
9. Vaatwasserfront schuurt tegen het aanrechtblad aan en tegen de kasten aan => Het klinkt als het stellen van front maar ook gelet op de klacht met de plint dat er sprake is van een waterschade wat het front heeft doen uitzetten ? Dit is een nieuwe klacht en hiervoor wenst [gedaagde] een teamleider aan te sturen dit te beoordelen.
(…)
11. Linkerwang van de kast waarin de oven zich bevindt zou 40 mm meten zijn, daar waar nu sprake is van een dunner paneel in verband met een meetfout => Op de definitieve tekening staat de zijwand duidelijk met 25mm getekend.
12. Er is geen inbouwkoelkast geleverd => De Siemens KU15LADF0, welke is overeengekomen is een onderbouwkoelkast. Deze is gelijk aan een inbouwkoelkast maar staat op de grond om optimale ruimte te benutten.
(…)
Bovenstaande geeft een duidelijk beeld op elke klacht en verzoek ik u dat [gedaagde] keukens een teamleider mag aansturen.”
2.7.
Op 21 november 2022 heeft een teamleider van [gedaagde] een bezoek gebracht aan [eiser] en heeft hij toegezegd dat de door [eiser] gemelde punten zullen worden verholpen.
2.8.
Bij e-mail van 9 januari 2023 heeft [naam 2] aan [eiser] bericht:
“(…)
Mijn excuses dat het voor client niet duidelijk was na het bezoek van de teamleider wat de acties gaan zijn van [gedaagde] .
Hij noteert het volgende:
(…)
2 Spoelbak, deze is zwart gecoat RVS hiervan begint de coating los te laten klant heeft al 1 x een ander korfplug gehad vanwege de coating maar nu begint de spoelbak en het zelfde te doen, weet zelf niet zeker of hier een ander alternatief voor is ?
(…)
4 front VW krijgt inmiddels schade door het niet goed functioneren van het schuif systeem van de vw deze zal daarom ook vervangen moeten worden
(…)
5 de onderste lade spoelkast is in het midden aangepast ivm de tank van Quooker, door de aanpassing zak de lade in het midden waardoor deze over de bodem van de spoelkast schaaft, oplossing hiervoor is om onder de middelste greeplijst een extra tussenbodem erin te monteren daarbij een extra wang te plaatsen en zo opties,s gezien inwendig een lade kast van 90 te maken zodat er een loze hoek ontstaat waard de thank in kan staan. Op de korf lade bak het font van 119,4 monteren zodat het vanaf de voorzijde en volledige kast 120 x cm is (…)
7 klant heeft nu een onderbouw koelkast staan en hiervan blijft de nis constant verlopen ivm verdiept werkblad, dit is na mijn mening op te lossen om de onderbouw koelkast te laten vervallen daar in plaats van een corpus 60 breed te monteren onderkast met daarin een kleine koeler AEG skb588f1as hiermee wordt de onderbouw weer 1 geheel waardoor er dan geen verloop meer is van de onderbouw keuken.
(…)10 klant geeft aan en deze is bij mij ook totaal onbekend dat er bij de af zuigkap los van het koolstoffilter en het vet filter bij Siemens een extra te recirculatie filter hoort kosten +- 500€ nogmaals mijn onbekend, klant zou mij hiervan nog een type nr geven zodat ik kan zien welke dit zou moeten zijn maar deze heb ik van klant nog niet ontvangen.
(…)
Alle onderdelen zijn besteld en zodra deze in het magazijn van [gedaagde] zijn geleverd wordt een afspraak gemaakt en gaat de teamleider zelf met een monteur terug voor de uitvoering.
(…)
Enkel op punt 7 na daar loopt intern nog de vraag wat de teamleider bedoeld omdat de genoemde koelkast kleiner is en tevens niet past in een kast.
(…)”
2.9.
Partijen hebben afgesproken op 8 februari 2023 tot herstel van de door [eiser] gemelde punten zal worden overgegaan. Op 6 februari 2023 heeft [eiser] aan [gedaagde] bericht dat deze afspraak komt te vervallen als de klacht met betrekking tot de koelkast op die dag niet wordt opgelost.
2.10.
Bij e-mail van 9 februari 2023 heeft [naam 2] aan de gemachtigde van [eiser] bericht:
“Tot mijn verbazing heeft client de afspraak voor 8 februari 2023 laten uitvallen.
[gedaagde] heeft aangegeven over te gaan tot herstel en wat betreft de koelkast dat dit om technische redenen niet haalbaar is.
Samen met de monteurs van 8 februari 2023 zou gekeken worden naar een oplossing om deze misschien op een andere wijze in te bouwen.
(…)
[gedaagde] heeft herstel aangeboden en wel een afspraak gemaakt in overleg en met akkoord met client op 8 februari 2023. Nu client deze laat uitvallen, verhindert zij [gedaagde] keukens de nakoming van de overeenkomst en verkeert client zelf in verzuim.
Ik verzoek u dan ook nadrukkelijk dat [gedaagde] een afspraak mag maken voor herstel en daarmee nakoming aan de overeenkomst kan geven.”
2.11.
Bij e-mail van 15 maart 2023 heeft [naam 2] aan de gemachtigde van [eiser] bericht:
“Dinsdag 7 maart 2023 hebben u en ik met elkaar gesproken over met name het dispuut welke open staat betreffende de koelkast.
(…)
U gaf mij aan dat de schuld bij [gedaagde] ligt waarop ik u heb geantwoord dat de verkoper waarschijnlijk inderdaad een fout heeft gemaakt. Bovenstaande geeft aan dat de intentie van de verkoper is geweest om een inbouwkoelkast met een hoogte van 88cm te plaatsen onder een werkblad. Dit is echter helaas technisch niet mogelijk.
[gedaagde] biedt hiervoor de excuses aan.
De klacht van de koelkast is dan ook niet aan de orde bij oplevering van de keuken, maar wanneer de koelkast zich langzaam naar achteren verplaatst tijdens het gebruik. Ik verwijs u hiervoor naar de foto van client.
De teamleider die bij client is geweest heeft alsnog gekeken naar een eventuele koelkast in een kast en heeft dit advies aan het hoofdkantoor gegeven. Echter helaas is dit advies technisch niet uitvoerbaar.[gedaagde] tracht hieronder duidelijk te maken waarom niet.
Een kast van 90cm heeft geen binnenhoogte van 88cm+ wat een inbouwkoelkast nodig heeft.
88cm is de laagste hoogte van een inbouwkoelkast en de fabrikant geeft geen garantie als [gedaagde] zich niet houdt aan de nodige be- en ontluchting die de inbouwkoelkast nodig heeft.
(…)
Nu de klacht van client niet de koelkast an sich is, maar dat deze naar achteren schuift met de tijd door gebruik denk ik dat de klacht goed te verhelpen is op andere wijze met behoud van de onderbouwkoelkast.
(…)”
2.12.
In reactie daarop heeft de gemachtigde van [eiser] aan [naam 2] bericht:
“(…)
Kortom, naar aanleiding van bovenstaande verzoek ik u namens cliënt op de nog te maken afspraak, waar tevens wordt overgegaan tot het herstellen van de punten zoals u reeds kenbaar is gemaakt, een inbouwkoelkast te plaatsen zoals is overeengekomen. Uit praktisch oogpunt verzoek ik u één datum door te geven waarop over gegaan wordt tot herstel. Cliënt heeft immers al meerdere dagen vrij moeten nemen en na twee jaren heeft hij tot zijn spijt nog niet de keuken ontvangen zoals overeengekomen.
(…)”
2.13.
Op 6 juli 2023 is conform afspraak een monteur van [gedaagde] bij [eiser] langsgekomen. Daarbij zijn niet alle punten hersteld.
2.14.
Bij brief van 22 augustus 2023 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] bericht dat zij voldoende de tijd en ruimte heeft gegeven om de gebreken te herstellen maar dat de keuken na bijna drie jaar niet aan de verwachting voldoet en dat [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbindt.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, samengevat, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht zal verklaren dat de koopovereenkomst tussen partijen (buitengerechtelijk) is ontbonden op 17 augustus 2023, althans een beslissing zal nemen zoals de kantonrechter in goede justitie vermeent te behoren,
2. [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 25.722,9‬0, althans een bedrag in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 22.990,00 vanaf 7 september 2023 tot aan de dag van volledige betaling, althans een datum door de kantonrechter te bepalen,
alsmede [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat de keuken niet de eigenschappen bezit die hij daarvan mocht verwachten. Na bijna drie jaar zijn de gebreken niet verholpen terwijl [gedaagde] daarvoor voldoende in de gelegenheid is gesteld. De keuken beantwoordt dan ook niet aan de overeenkomst. Bij brief van 22 augustus 2023 heeft [eiser] de overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden. [eiser] maakt primair uit hoofde van de ongedaanmakingsverbintenis aanspraak op betaling van het bedrag van € 22.990,00.
Subsidiair is sprake van wanprestatie ex artikel 6:74 BW en dient [gedaagde] het bedrag van € 22.990,00 terug te betalen bij wijze van schadevergoeding.
[eiser] maakt daarnaast aanspraak op een aanvullende schadevergoeding omdat hij in totaal 48 uur vrij heeft moeten nemen voor de uitvoering van de herstelwerkzaamheden. Deze schade bedraagt € 1.728,00 (48 uren x uurloon ad € 36,00). [gedaagde] dient deze schade te vergoeden primair op grond van wanprestatie en subsidiair op grond van artikel 6 lid 3 van de algemene voorwaarden van [gedaagde] .
[gedaagde] is voorts wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW en een bedrag van € 1.004,90 aan buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Kern van het geschil is de vraag of [eiser] de koopovereenkomst terecht heeft ontbonden.
4.2.
Vooropgesteld wordt dat de overeenkomst tussen partijen een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) betreft, zodat in dit geval de bepalingen in titel 7.1 BW van toepassing zijn.
4.3.
Op grond van het bepaalde in artikel 7:17 lid 1 BW dient de keuken aan de koopovereenkomst te beantwoorden. De keuken beantwoordt op grond van het tweede lid van dit artikel niet aan de koopovereenkomst indien de keuken, mede gelet op de aard daarvan en de mededelingen die [gedaagde] daarover heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen.
4.4.
[eiser] heeft gesteld dat de keuken niet aan de koopovereenkomst beantwoordt omdat de keuken de volgende gebreken heeft:
1. [gedaagde] heeft een onderbouwkoelkast geplaatst terwijl partijen de plaatsing van een inbouwkoelkast zijn overeengekomen.
2. Eén van de lades zakt door en moet worden vervangen.
3. De spoelbak bladdert af.
4. Naast de koelkastdeur zitten grove naden.
5. Tijdens het verrichten van de herstelwerkzaamheden aan het front van de vaatwasser is schade aan de keuken ontstaan.
6. In de kast waarin de oven zich bevindt, is een paneel van 18 mm gemonteerd terwijl dit 40 mm had moeten zijn.
7. De afzuigkap doet zijn werk niet omdat de recirculatie van de afzuigkap niet is geleverd.
4.5.
[gedaagde] heeft het bestaan van de gebreken 1. en 2. erkend. Voor wat betreft de overige gebreken heeft zij aangevoerd daarmee niet bekend te zijn. Dit valt echter niet te rijmen met de hiervoor uiteenzette correspondentie tussen de gemachtigde van [eiser] en [naam 2] waarin elk gebrek afzonderlijk ter sprake is gekomen, ook door [naam 2] (zie hiervoor 2.6. en 2.8.)
Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] de gebreken 3. tot en met 7. uiteindelijk heeft hersteld. Als onvoldoende gemotiveerd weersproken staat daarom vast dat de keuken alle hiervoor onder r.o. 4.4. opgesomde gebreken heeft. Dit maakt dat de keuken niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [gedaagde] heeft dan ook een keuken aan [eiser] geleverd die niet aan de overeenkomst beantwoordt.
4.6.
Op grond van artikel 7:22 lid 5 sub a en b BW is [eiser] gerechtigd de overeenkomst te ontbinden. [gedaagde] heeft immers a) het herstel niet voltooid en b) de keuken beantwoordt, ondanks pogingen daartoe door [gedaagde] , nog altijd niet aan de overeenkomst.
Dit wordt afgeleid uit de volgende gegevens.
De keuken is in mei 2021 afgeleverd bij [eiser] . Kort daarna heeft [eiser] geklaagd over gebreken aan de keuken. [gedaagde] heeft op 13 september 2021, 17 december 2021 en 11 februari 2022 de gelegenheid gekregen om de door [eiser] gemelde gebreken te verhelpen maar uit de hiervoor uiteenzette correspondentie blijkt dat niet alle punten daarbij zijn verholpen (de recirculatie van de afzuigkap). Na het servicebezoek op 11 februari 2022 zijn voorts nieuwe gebreken naar voren gekomen. De gemachtigde van [eiser] heeft de gebreken, waaronder de hiervoor onder r.o. 4.4. uiteengezette gebreken, opgesomd in de brief van 28 september 2022 en daarbij is [gedaagde] gesommeerd om de gebreken te herstellen. Naar aanleiding van deze brief heeft een teamleider van [gedaagde] op 11 november 2022 [eiser] bezocht om de gebreken te beoordelen. Tijdens dit bezoek is namens [gedaagde] toegezegd dat alle gebreken zullen worden verholpen. Op 6 juli 2023 heeft [gedaagde] uiteindelijk de gelegenheid gekregen om de gebreken te verhelpen. Dit heeft er echter niet toe geleid dat de keuken alsnog aan de overeenkomst is gaan beantwoorden omdat de hiervoor genoemde gebreken daarbij niet zijn hersteld. Op dat moment zat [eiser] derhalve al geruime tijd met een keuken die nog steeds niet aan de overeenkomst beantwoordde, ondanks diverse herstelpogingen daartoe. In het licht van deze omstandigheden is [gedaagde] tekortgeschoten in de verplichting om binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor [eiser] tot herstel van de gebreken en vervanging van de onderdelen van de keuken over te gaan. [gedaagde] kan van [eiser] niet verlangen dat zij nogmaals in de gelegenheid wordt gesteld om de ontbrekende zaken te leveren en de gebreken aan de keuken te herstellen. Bovendien heeft [gedaagde] verklaard dat onder het werkblad geen inbouwkoelkast kan worden geplaatst – zoals partijen zijn overeengekomen – omdat dit technisch niet mogelijk is. Herstel is voor wat betreft dit onderdeel van de keuken derhalve onmogelijk. De conclusie is dan ook dat [eiser] op grond van artikel 7:22 lid 5 BW bevoegd was om de koopovereenkomst te ontbinden.
4.7.
Vervolgens is de vraag aan de orde of de tekortkoming van [gedaagde] ontbinding van de volledige overeenkomst rechtvaardigt, of slechts een gedeelte daarvan (artikel 7:22 lid 6 BW). [gedaagde] heeft gesteld dat zij gelet op de afmetingen van de inbouwkoelkast en de hoogte van het werkblad geen inbouwkoelkast kan plaatsen omdat een inbouwkoelkast niet past in een onderbouwkast. Om toch een koelkast te kunnen gebruiken onder het werkblad zou volgens [gedaagde] een onderbouwkoelkast in een nis van de keuken moeten worden geschoven, zoals ook bij de plaatsing van de keuken in mei 2021 is geschied. Partijen zijn dit echter niet overeengekomen en [eiser] is ook later niet met dit alternatief akkoord gegaan. Bovendien staat vast dat plaatsing van een onderbouwkoelkast juist weer een nieuw gebrek oplevert omdat de nis van de onderbouwkoelkast blijft verlopen in verband met het verdiepte werkblad (zie hiervoor 2.8.). Niet gesteld of gebleken is hoe dit gebrek kan worden verholpen. Van [eiser] kan niet worden gevergd dat hij de keuken behoudt op een wijze die op een wezenlijk punt afwijkt van hetgeen partijen zijn overeengekomen. Het door [gedaagde] aangeboden alternatief betekent immers niet alleen dat een andere koelkast wordt geleverd dan partijen zijn overeengekomen maar het levert ook een ander aanzicht van de keuken op en tevens een nieuw gebrek. Als enige hersteloptie resteert daarom het plaatsen van een nieuwe keuken waarbij de betreffende inbouwkoelkast wel kan worden geplaatst. In zoverre is ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd. Vast staat echter dat de Quooker, kookplaat, hoge koelkast en stoomoven opnieuw kunnen worden gebruikt bij plaatsing van een nieuwe keuken. De tekortkoming van [gedaagde] rechtvaardigt dan ook geen ontbinding van de volledige overeenkomst, maar een gedeeltelijke. De primair gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomst buitengerechtelijk is ontbonden zal om deze reden worden afgewezen. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij zich subsidiair op het standpunt stelt dat de overeenkomst gedeeltelijk moet worden ontbonden. Voor een dergelijke gedeeltelijke ontbinding bestaat wel grond, namelijk voor zover het niet de Quooker, kookplaat, hoge koelkast en stoomoven betreft.
4.8.
Gedeeltelijke ontbinding houdt een evenredige vermindering in van de wederzijdse prestaties in hoeveelheid of hoedanigheid (artikel 7:22 lid 3 BW in samenhang met artikel 6:270 BW). [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat de Quooker, kookplaat, hoge koelkast en stoomoven een totale waarde vertegenwoordigen van € 3.680,80. [gedaagde] heeft dit niet betwist. Daarmee staat als onweersproken vast dat de keuken zonder voormelde keukenapparatuur een waarde vertegenwoordigt van € 19.309,20 (€ 22.990,00 -/- € 3.680,80). Als gevolg van de gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst wordt de betalingsverplichting van [eiser] dan ook verminderd tot dit bedrag. Dit betekent dat [gedaagde] dit deel van de koopsom aan [eiser] zal moeten terugbetalen. De hoofdsom zal daarom tot € 19.309,20 worden toegewezen en voor het overige worden afgewezen. De niet betwiste wettelijke rente zal over de hoofdsom worden toegewezen.
4.9.
In het kader van de wederzijdse ongedaanmakingverbintenissen wordt opgemerkt dat [eiser] de keuken – afgezien van de Quooker, kookplaat, hoge koelkast en stoomoven – dient terug te geven aan [gedaagde] door haar in de gelegenheid te stellen de keuken uit zijn woning te (laten) verwijderen.
4.10.
[eiser] vordert voorts betaling van een schadevergoeding van € 1.728,00 omdat hij naar eigen zeggen in totaal 48 uur heeft moeten vrij nemen van zijn werk voor de uitvoering van de herstelwerkzaamheden door [gedaagde] . [eiser] heeft het bestaan van deze schade echter na de gemotiveerde betwisting daarvan door [gedaagde] niet onderbouwd. Dit onderdeel van de vordering zal daarom als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
4.11.
[eiser] maakt ten slotte aanspraak op de vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. [eiser] heeft buitengerechtelijke werkzaamheden laten verrichten en hiervoor zijn kosten gemaakt. De hoogte van het gevorderde bedrag € 1.004,90 (inclusief btw) is in overeenstemming met het tarief dat is weergegeven in het (niet rechtstreeks van toepassing zijnde) Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen dan ook worden toegewezen.
4.12.
[gedaagde] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
132,42
- griffierecht
693,00
- salaris gemachtigde
1.086,00
(2 punten × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.046,42

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 20.314,10, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 19.309,20 met ingang van 7 september 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 2.046,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.
lt