ECLI:NL:RBGEL:2024:7240

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
23 oktober 2024
Zaaknummer
440479
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over de verdeling van de woning na echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 23 oktober 2024 een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen twee partijen die in het kader van hun echtscheiding een geschil hebben over de verdeling van hun gezamenlijke woning. De partijen zijn op 18 december 2004 met elkaar gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. De rechtbank had eerder op 12 januari 2024 de huwelijkse voorwaarden uitgelegd en de wijze van verdeling van de gemeenschap gelast. De woning is getaxeerd op € 830.000,00 en de eiseres heeft aangegeven de woning te willen overnemen tegen deze waarde, waarbij de gedaagde wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening. De eiseres vordert in conventie onder andere dat de gedaagde haar medewerking verleent aan de overdracht van haar aandeel in de woning en dat er een bedrag van € 341.263,10 aan de gedaagde wordt voldaan uit de overwaarde van de woning. De gedaagde heeft verweer gevoerd en vorderingen in reconventie ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat zij recht heeft op de door haar gevorderde bedragen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen in conventie toegewezen, met de bepaling dat de overdracht binnen twee weken na mededeling van de notaris moet plaatsvinden, en heeft de vorderingen in reconventie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/440479 / KG ZA 24-298
Vonnis in kort geding van 23 oktober 2024
in de zaak van
[eis in conv/verw in reconv],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen: [eis in conv/verw in reconv] ,
advocaat: mr. R. van Coolwijk te Amsterdam,
tegen
[ged in conv/eis in reconv],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
hierna te noemen: [ged in conv/eis in reconv] ,
advocaat: mr. N. van de Gevel te Doetinchem.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 6,
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 6,
- de mondelinge behandeling gehouden op 9 oktober 2024, ter gelegenheid waarvan ten aanzien van een deel van het geschil een regeling is getroffen alsmede vorderingen zijn ingetrokken, zoals vastgelegd in het proces-verbaal van 9 oktober 2024,
- de pleitaantekeningen van [eis in conv/verw in reconv] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 18 december 2004 met elkaar gehuwd onder het maken van huwelijkse voorwaarden. Deze luiden, voor zover van belang, als volgt:
HUWELIJKSVOORWAARDEN
Gemeenschap
Artikel 1
(…)
2. (…)
c. Indien en voor zover de redelijkheid dit gebiedt, is degene die de bewoning voortzet, gehouden
een redelijke financiële bijdrage te leveren aan de verhuis- en inrichtingskosten van de ander, een en ander zo nodig vast te stellen door de kantonrechter.
2.2.
Bij tussenbeschikking van 25 september 2023 heeft de rechtbank Gelderland de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, welke op 21 november 2023 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.3.
Bij beschikking van 12 januari 2024 (zaaknummer: C/05/407884 / ES RK 22-288 & C/05/412364 / FA RK 22-3792) heeft de rechtbank de huwelijkse voorwaarden uitgelegd in die zin dat tussen partijen een wettelijke gemeenschap van goederen bestaat, zoals deze gold ten tijde van het aangaan van het huwelijk. De peildatum voor de omvang en samenstelling van het te verdelen vermogen is door de rechtbank vastgesteld op 19 augustus 2022. In die beschikking heeft de rechtbank onder meer de wijze van verdeling gelast ten aanzien van de goederen die onder de wettelijke gemeenschap vallen, waaronder de woning met hypothecaire geldlening, de inboedel, de saldi van de betaal- en spaarrekeningen en de auto’s. Het dictum van de beschikking luidt daarnaast, voor zover van belang, als volgt:
- ten aanzien van de schulden aan de ouders van [ged in conv/eis in reconv] van in totaal € 121.500 (€ 100.000 + € 11.500 + € 10.000):
 bepaalt dat ieder van partijen voor de helft draagplichtig is ten aanzien van deze schulden;
- ten aanzien van de schulden aan de moeder van [ged in conv/eis in reconv] van in totaal € 17.500:
 bepaalt dat ieder van partijen voor de helft draagplichtig is ten aanzien van deze schulden;
- ten aanzien van de schenking onder uitsluitingsclausule aan [ged in conv/eis in reconv] :
 veroordeelt [eis in conv/verw in reconv] om ter zake een bedrag van € 3.302 aan [ged in conv/eis in reconv] te betalen;
Partijen hebben geen hoger beroep ingesteld en deze beschikking is in kracht van gewijsde gegaan.
2.4.
De woning is op 8 april 2024 getaxeerd op een waarde van € 830.000,00.
2.5.
Bij brief van 12 juli 2024 heeft [eis in conv/verw in reconv] [ged in conv/eis in reconv] bericht dat zij in staat is de woning over te nemen tegen de taxatiewaarde, waarbij [ged in conv/eis in reconv] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van de hypothecaire lening. Aan haar brief heeft [eis in conv/verw in reconv] een ‘concept vermogensverdeelstaat’ toegevoegd met daarin opgenomen een overbedelingsbedrag van € 337.073,00. Ook verzoekt zij [ged in conv/eis in reconv] de saldi van haar persoonlijke bankrekeningen per 19 augustus 2022 over te leggen omdat die bedragen nog dienen te worden opgenomen in de vermogensverdeelstaat.
2.6.
Partijen zijn niet in staat gebleken de verdeling in onderling overleg af te wikkelen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eis in conv/verw in reconv] vordert in conventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [ged in conv/eis in reconv] veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis haar onherroepelijke medewerking te verlenen aan de overdracht van haar aandeel in de woning staande en gelegen te [adres woning] aan [eis in conv/verw in reconv] door mee te werken aan de totstandkoming van de op grond van artikel 89 lid 1 boek 3 BW daartoe vereiste notariële akte en de inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers, een en ander op straffe van een dwangsom ten gunste van [eis in conv/verw in reconv] van € 1.000,00 per dag of gedeelde daarvan dat [ged in conv/eis in reconv] deze veroordeling niet of niet tijdig nakomt;
II. bepaalt dat, voor het geval [ged in conv/eis in reconv] weigert haar medewerking te verlenen aan de levering van haar aandeel in de woning aan [eis in conv/verw in reconv] , het te wijzen vonnis voor wat betreft de verklaring van [ged in conv/eis in reconv] in de notariële transportakte in de plaats treedt en de termijn als bedoeld in artikel 3:301 lid 1 sub b BW op twee dagen te bepalen;
III. [ged in conv/eis in reconv] veroordeelt om binnen een week na betekening van het te wijzen vonnis aan [eis in conv/verw in reconv] afschriften over te leggen van de banksaldi per 19 augustus 2022 van de persoonlijke rekeningen op naam van [ged in conv/eis in reconv] , een en ander op straffe van een dwangsom ten gunste van [eis in conv/verw in reconv] van € 1.000,00 per dag of gedeelde daarvan dat [ged in conv/eis in reconv] deze veroordeling niet of niet tijdig nakomt;
IV. [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt om ter gelegenheid van de eigendomsoverdracht van de woning aan [ged in conv/eis in reconv] tegen finale kwijting een bedrag van € 337.073,00 minus de helft van de saldi van de bankrekeningen op naam van [ged in conv/eis in reconv] op de peildatum 19 augustus 2022 te voldoen;
V. [ged in conv/eis in reconv] veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis te kiezen uit een drietal door [eis in conv/verw in reconv] voorgestelde data en tijdstippen waarop de goederen verdeeld worden via de chatfunctie in Zoom en dat in het geval [ged in conv/eis in reconv] niet of niet tijdig kiest dat de keuze voor de datum en het tijdstip aan [eis in conv/verw in reconv] is alsmede [ged in conv/eis in reconv] veroordeelt haar volledige medewerking te verlenen aan de nakoming van de beschikking d.d. 12 januari 2024 ter zake de inboedelgoederen en bepaalt dat [ged in conv/eis in reconv] vervolgens gehouden is om binnen 1 maand na de vaststelling van de wijze van verdeling haar medewerking te verlenen aan de feitelijke afgifte van de aan [eis in conv/verw in reconv] toekomende goederen en dat bij gebreke van nakoming door [ged in conv/eis in reconv] aan een van de onderdelen van deze veroordeling zij een dwangsom verbeurt van € 500,00 per dag voor iedere dag waarin zij niet nakomt met een maximum van € 50.000,00.
VI. althans een zodanige beslissing onder I tot en met V neemt als de voorzieningenrechter in goede justitie juist acht.
3.2.
[ged in conv/eis in reconv] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[ged in conv/eis in reconv] vordert in reconventie dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt om ter gelegenheid van de eigendomsoverdracht van de woning aan [ged in conv/eis in reconv] tegen finale kwijting een bedrag van € 413.758,00 op een nader door [ged in conv/eis in reconv] door te geven bankrekeningnummer te voldoen, een en ander bestaande uit de onderdelen zoals vermeld op het vermogensoverzicht onder productie I;
II. voor zover het onder I genoemde vermogensoverzicht en het daaruit voortvloeiende bedrag van overbedeling niet gevolgd zou kunnen worden [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt aan [ged in conv/eis in reconv] te voldoen, de helft van de schuld (oorspronkelijk) aan de ouders/moeder van [ged in conv/eis in reconv] , welke middels een akte van cessie is overgedragen aan [ged in conv/eis in reconv] , het bedrag ad (€ 139.000,00 : 2 =) € 69.500,00 te vermeerderen met de helft van de wettelijke rente per datum 12 januari 2024 ad (€ 6.912,00 : 2 =) € 3.456,00;
III. voor zover het onder I genoemde vermogensoverzicht en het daaruit voortvloeiende bedrag van overbedeling niet gevolgd zou kunnen worden [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt aan [ged in conv/eis in reconv] te voldoen de helft van de schenking onder uitsluitingsclausule welke buiten de gemeenschap is gebleven ad (€ 6.604,00 : 2 =) € 3.302,00;
IV. [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt mee te werken aan de opheffing van de bankrekeningen met nummers Rabobank … [nummer] en Rabobank … [nummer] middels ondertekening van het daartoe bestemde formulier en haar opdraagt de en/of bankrekeningen bij de ING Bank, zoals genoemd in de beschikking van 12 januari 2024 op te zullen heffen, en haar veroordeelt aan [ged in conv/eis in reconv] te voldoen de helft van de gemaakte kosten ad € 50,00
V. vast stelt dat, en voor zover mogelijk, [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt mee te werken aan het voortzetten van 50% van het bestaande rentecontract met bijbehorende voorwaarden bij de Rabobank onder nummer [nummer] zowel voor [ged in conv/eis in reconv] als voor [eis in conv/verw in reconv] ;
VI. [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt aan [ged in conv/eis in reconv] een bedrag van € 250,00 aan verhuiskosten te voldoen;
VII. [eis in conv/verw in reconv] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.5.
[eis in conv/verw in reconv] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en reconventie
4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zullen deze hierna gezamenlijk worden behandeld.
Het geschil
4.2.
Tussen partijen zijn in het kader van de echtscheiding meerdere procedures gevoerd. Deze rechtbank heeft bij beschikking van 12 januari 2024 de wijze van verdeling van de wettelijke gemeenschap gelast. Partijen zijn evenwel met betrekking tot voornoemde verdeling – behoudens ten aanzien van de auto’s – in een impasse geraakt.
4.3.
Ter zitting zijn partijen het over een aantal punten eens geworden. Dit is vastgelegd in het proces-verbaal. De woning zal – in overeenstemming met de beschikking van 12 januari 2024 – door [eis in conv/verw in reconv] tegen de getaxeerde waarde van € 830.000,00 worden overgenomen. Uit de overwaarde van de woning komt in ieder geval een bedrag van € 341.263,10 toe aan [ged in conv/eis in reconv] . Met dat bedrag zijn i) de waarde van de woning en de daarop rustende hypotheekschuld, ii) de waarde van de inboedel, iii) de waarde van de twee auto’s, iv) de saldi van de bankrekeningen en v) het vergoedingsrecht van [ged in conv/eis in reconv] ter zake een schenking met uitsluitingsclausule van € 6.604,00 tussen partijen verrekend.
4.4.
Ook hebben partijen ter zitting afspraken gemaakt over de verdeling van de inboedelzaken en het opheffen van de (gezamenlijke) bankrekeningen. [eis in conv/verw in reconv] heeft haar vordering in conventie onder III ingetrokken. Op de vordering van [eis in conv/verw in reconv] in conventie onder V met betrekking tot de verdeling van de inboedelgoederen behoeft gelet op de getroffen regeling niet meer te worden beslist. [ged in conv/eis in reconv] heeft haar vorderingen in reconventie onder III en IV ingetrokken.
Spoedeisend belang
4.5.
De vorderingen in conventie en reconventie zien op de afwikkeling van de verdeling van de gemeenschap tussen partijen. Partijen voeren allebei aan dat zij belang hebben bij een spoedige afwikkeling daarvan. Daarmee is het spoedeisend belang in conventie en in reconventie gegeven.
4.6.
Het belangrijkste geschilpunt tussen partijen is hoe bij de afwikkeling van de verdeling van de gemeenschap moet worden omgegaan met de schulden aan de moeder/ouders van [ged in conv/eis in reconv] . Dit is een van de redenen waarom de toedeling van de woning aan [eis in conv/verw in reconv] , waarover partijen het in beginsel eens zijn, nog niet heeft plaatsgevonden. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om eerst de vordering in reconventie met betrekking tot de schulden aan de moeder/ouders van [ged in conv/eis in reconv] te behandelen.
De schulden aan moeder/ouders [ged in conv/eis in reconv]
4.7.
Uit de beschikking van 12 januari 2024 volgt dat partijen ieder voor de helft draagplichtig zijn voor de schulden van € 17.500,00 aan de moeder van [ged in conv/eis in reconv] en € 121.500,00 aan de ouders van [ged in conv/eis in reconv] . Ter zitting is gebleken dat de vader van [ged in conv/eis in reconv] is overleden. Volgens [ged in conv/eis in reconv] is zij op grond van de door haar moeder op
7 oktober 2024 ondertekende akte van cessie gerechtigd de schuld van in totaal € 139.000,00 (vermeerderd met de wettelijke rente die volgens haar is gaan lopen vanaf de datum van de beschikking) te innen van de gemeenschap, dan wel bij helfte van [eis in conv/verw in reconv] .
4.8.
Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in een veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar - kort gezegd - het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.
4.9.
[eis in conv/verw in reconv] heeft voornoemde schulden aan de moeder/ouders van [ged in conv/eis in reconv] inhoudelijk betwist en voert onder meer aan dat deze grotendeels zijn verjaard. [ged in conv/eis in reconv] heeft volgens [eis in conv/verw in reconv] van dit geld meubels gekocht, die zij niet wil verdelen, en deze gelden zijn besteed aan de huishouding. Daarnaast betwist [eis in conv/verw in reconv] dat de handtekening onder de akte van cessie afkomstig is van de moeder van [ged in conv/eis in reconv] en zij voert ter onderbouwing aan dat de achternamen van de moeder in een andere volgorde zijn opgenomen. De akte van cessie is bovendien geen notariële akte maar een onderhandse akte en heeft dus niet dezelfde bewijskracht als een notariële akte, aldus [eis in conv/verw in reconv] . [eis in conv/verw in reconv] heeft daarmee zowel het bestaan en de omvang van de schulden als de rechtsgeldigheid van de akte van cessie gemotiveerd weersproken. Binnen het bestek van dit kort geding kan daarom niet met voldoende mate van zekerheid worden vastgesteld dat [ged in conv/eis in reconv] deze schulden bij helfte van [eis in conv/verw in reconv] kan vorderen. Om een en ander vast te kunnen stellen is immers nadere bewijslevering alsmede onderzoek naar de feiten noodzakelijk en daarvoor is in een kort geding procedure geen plaats. In dat verband is van belang dat de rechtbank in haar beschikking van 12 januari 2024 slechts heeft geoordeeld dat deze schulden door partijen gelijkelijk moeten worden gedragen, maar dat er geen inhoudelijk oordeel over het bestaan en de hoogte van deze schulden is gegeven. Het betoog van [ged in conv/eis in reconv] dat op basis van die beschikking de schulden aan de moeder/ouders van [ged in conv/eis in reconv] in rechte vaststaan, slaagt daarom niet. Dat betekent dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat de schuld aan de moeder/ouders van [ged in conv/eis in reconv] op de door [ged in conv/eis in reconv] gestelde wijze bij de afwikkeling van de verdeling kan worden betrokken.
4.10.
Gelet op het hiervoor overwogene zullen de vorderingen in reconventie onder I en II worden afgewezen.
Vorderingen in conventie onder I, II en IV
4.11.
Partijen zijn het weliswaar eens over de toedeling van de woning aan [eis in conv/verw in reconv] , maar zij twisten, zoals hiervoor is overwogen, over de hoogte van de aan [ged in conv/eis in reconv] toekomende overbedelingssom. Gebleken is dat de communicatie tussen partijen zeer moeizaam verloopt en dat zij weinig vertrouwen in elkaar hebben. De voorzieningenrechter acht het in het belang van partijen dat het aandeel van [ged in conv/eis in reconv] in de woning op korte termijn aan [eis in conv/verw in reconv] wordt overgedragen. De vordering onder I in conventie zal daarom worden toegewezen met dien verstande dat i) de overdracht aan [eis in conv/verw in reconv] dient plaats te vinden binnen twee weken nadat de notaris aan partijen heeft meegedeeld dat de daartoe bestemde aktes gereedliggen, ii) bij de overdracht uit de overwaarde van de woning een bedrag van € 341.263,10 door [eis in conv/verw in reconv] aan [ged in conv/eis in reconv] zal worden voldaan en iii) [ged in conv/eis in reconv] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening. Aan die veroordeling zal een dwangsom worden verbonden van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan dat [ged in conv/eis in reconv] niet aan de veroordeling onder I voldoet met een maximum van € 50.000,00.
4.12.
De vorderingen onder II en IV in conventie zullen gelet op de toewijzing van de vordering onder I worden afgewezen. De voorzieningenrechter acht de dwangsom voldoende prikkel voor [ged in conv/eis in reconv] om mee te werken aan de overdracht.
Vorderingen in reconventie onder V en VI
4.13.
De vordering onder V zal worden afgewezen. [ged in conv/eis in reconv] heeft tegenover het gemotiveerde verweer van [eis in conv/verw in reconv] onvoldoende toegelicht en onderbouwd dat het bestaande rentecontract kan worden gesplitst en voortgezet door [ged in conv/eis in reconv] .
4.14.
Ten aanzien van de verhuiskosten (vordering VI) geldt dat [ged in conv/eis in reconv] tegenover de betwisting van [eis in conv/verw in reconv] de kosten niet heeft onderbouwd. Dat [ged in conv/eis in reconv] deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt, is niet aannemelijk geworden. Daar komt bij dat uit het door [ged in conv/eis in reconv] aangehaalde artikel uit de huwelijkse voorwaarden volgt dat de financiële bijdrage voor de verhuis- en inrichtingskosten wordt vastgesteld door de kantonrechter. Bovendien volgt uit de ter zitting tussen partijen getroffen regeling dat [eis in conv/verw in reconv] de kosten draagt voor de opslag van de inboedelzaken tot [ged in conv/eis in reconv] de aan haar toekomende zaken heeft opgehaald. Zowel [ged in conv/eis in reconv] als [eis in conv/verw in reconv] maken in dit verband dus kosten. Deze vordering zal gelet op het voorgaande eveneens worden afgewezen.
Proceskosten
4.15.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen zowel in conventie als in reconventie worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [ged in conv/eis in reconv] om binnen twee weken nadat de notaris aan partijen heeft meegedeeld dat de daartoe bestemde akte(s) gereedliggen, haar onherroepelijke medewerking te verlenen aan de overdracht van haar aandeel in de woning staande en gelegen te [adres woning] aan [eis in conv/verw in reconv] door mee te werken aan de totstandkoming van de op grond van artikel 89 lid 1 boek 3 BW daartoe vereiste notariële akte en de inschrijving daarvan in de daartoe bestemde openbare registers, onder de voorwaarden dat (i) [ged in conv/eis in reconv] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de op de woning rustende hypothecaire lening en (ii) bij de overdracht aan [ged in conv/eis in reconv] uit de overwaarde van de woning een bedrag van € 341.263,10 zal worden voldaan,
5.2.
veroordeelt [ged in conv/eis in reconv] om aan [eis in conv/verw in reconv] een dwangsom te betalen van € 500,00 per dag of gedeelde daarvan dat [ged in conv/eis in reconv] niet aan de onder 5.1. vermelde veroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af,
5.7.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.
1780