ECLI:NL:RBGEL:2024:7224

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
05/016992-24 en 05/225349-24 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor drugshandel en belediging van politieambtenaren in Apeldoorn

Op 21 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee verdachten, een 24-jarige en een 26-jarige man, die beschuldigd werden van het dealen van cocaïne en heroïne in Apeldoorn. De rechtbank heeft de verdachten respectievelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 26 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Beide verdachten kregen bijzondere voorwaarden opgelegd. De zaak kwam voort uit een onderzoek waarbij de verdachten in de periode van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 betrokken waren bij de teelt, verkoop en het bezit van cocaïne. Daarnaast werden ze beschuldigd van belediging van politieambtenaren tijdens hun aanhouding. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen op basis van diverse bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van bevindingen en verklaringen van getuigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan meerdere overtredingen van de Opiumwet en dat hun handelen schadelijk was voor de samenleving. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachten bij het bepalen van de strafmaat. De opgelegde straffen zijn in overeenstemming met de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straffen, waaronder toezicht door de reclassering en middelencontrole.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/016992-24 en 05/225349-24 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 21 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1998 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode 1] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. M.A. Kieft, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/016992-24
Feit 1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
hij op of omstreeks 13 december 2023 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 16,25 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 3
hij op of omstreeks 13 december 2023 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk
een ambtenaar, te weten [hoofdagent] , hoofdagent bij de politie eenheid Oost-Nederland en/of [brigadier] , brigadier bij de politie eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid,
mondeling heeft beledigd, door hem/hun meermaals, althans eenmaal, de woorden toe te voegen: ‘kankerleijers’ en/of ‘hoerenzonen’ en/of ‘dat hij, verdachte, hun moeders ging neuken’, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Parketnummer 05/225349-24
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 7 mei 2024 tot en met 20 juni 2024 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-MMC, zijnde cocaïne en/of heroïne en/of 3-MMC (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
hij op of omstreeks 20 juni 2024 te [woonplaats] , althans in Nederland opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 15,75 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 1,07 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/016992-24 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de drie ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feiten 1, 2 en 3
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 58 en 59;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], p. 62 en 63;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 109;
- rapporten NFiDENT, p. 125 t/m 128;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 oktober 2024.
De rechtbank acht op basis van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 cocaïne verkocht. Verdachte deed dit onder meer in nauwe en bewuste samenwerking met medeverdachte [medeverdachte 1] zodat de rechtbank ook het medeplegen wettig en overtuigend bewezen acht. Verder acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 13 december 2023 16,25 gram van een materiaal dat cocaïne bevat aanwezig had en twee politieambtenaren beledigde, omdat de uitingen van verdachte onmiskenbaar beledigend van karakter zijn.
Parketnummer 05/225349-24 [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit voor feit 1 de ten laste gelegde periode te beperken van 6 juni 2024 tot 20 juni 2024, omdat alleen van die periode bewijs in het dossier zit dat verdachte in drugs heeft gehandeld. De raadsvrouw refereert zich ten aanzien van feit 2 aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Periode
Verdachte heeft op 7 mei 2024 een drugsaanbieding verstuurd en is gezien met personen die zijn veroordeeld wegens de Opiumwet. De rechtbank maakt daaruit niet op dat verdachte al vanaf 7 mei 2024 heef gedeald in harddrugs. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij vanaf begin juni 2024 drugs heeft gedeald. Verdachte maakt op 12 juni 2024 in een Whatsapp-gesprek met een afnemer, [naam] , een afspraak over het leveren van drugs. De rechtbank acht bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode harddrugs heeft verkocht, waarbij de rechtbank er voor wat betreft de strafmaat vanuit gaat dat verdachte van 12 juni 2024 tot en met 20 juni 2024 harddrugs verkocht.
De rechtbank acht daarnaast bewezen dat verdachte op 20 juni 2024 15,75 gram van een materiaal dat cocaïne bevat en 1,07 gram van een materiaal dat heroïne bevat aanwezig had.
Met inachtneming van de verkorting van de periode voor feit 1 is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feiten 1 en 2
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 45 t/m 62;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 78 t/m 101;
- het proces-verbaal van aanhouding, p. 120 en 121;
- rapporten NFiDENT, p. 112 t/m 119;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 7 oktober 2024.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05.016992.24
Feit 1
hij op
een ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 september 2023 tot en met 16 januari 2024 te [woonplaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,meermalen, althans eenmaal,
(telkens
)opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
hij op
of omstreeks13 december 2023 te [woonplaats]
, althans in Nederland,opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer16,25 gram,
in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne
,zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 3
hij op
of omstreeks13 december 2023 te [woonplaats]
, althans in Nederland,opzettelijk
een ambtenaar, te weten [hoofdagent] , hoofdagent bij de politie eenheid Oost-Nederland en
/of[brigadier] , brigadier bij de politie eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/hun bediening, in
zijn/hun tegenwoordigheid,
mondeling heeft beledigd, door
hem/hun meermaals
, althans eenmaal,de woorden toe te voegen: ‘kankerleijers’ en
/of‘hoerenzonen’ en
/of‘dat hij, verdachte, hun moeders ging neuken’
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Parketnummer 05.225349.24
Feit 1
hij in
of omstreeksde periode van 7 mei 2024 tot en met 20 juni 2024 te [woonplaats] , althans in Nederland, opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en
/ofeen hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne en
/ofeen hoeveelheid van een materiaal bevattende 3-MMC, zijnde cocaïne en
/ofheroïne en
/of3-MMC,
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
hij op
of omstreeks20 juni 2024 te [woonplaats]
, althans in Nederlandopzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer15,75 gram
, in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende cocaïne en
/of ongeveer1,07 gram,
in elk geval een hoeveelheidvan een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en
/ofheroïne,
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/016992-24
Eendaadse samenloop van:
Feit 1:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
Feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Feit 3:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd
Parketnummer 05/225349-24
Eendaadse samenloop van:
Feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
Feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor beide parketnummers zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, met aftrek van het voorarrest. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering te worden verbonden, met uitzondering van het contactverbod met andere personen dan medeverdachte [medeverdachte 1] .
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest op te leggen en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan de bijzondere voorwaarden gekoppeld zoals door de reclassering is geadviseerd en een cognitieve-vaardigheidstraining waarmee verdachte al is gestart. Zij heeft verzocht om enkel een contactverbod op te leggen met de medeverdachte en om niet als voorwaarde op te nemen om contacten te verbreken met mensen die veroordeeld zijn voor drugsgerelateerde feiten, maar om het te laten bij de voorwaarde dat verdachte inzicht dient te geven in zijn contacten.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft 4,5 maand samen met anderen gehandeld in harddrugs. Nadat hij hiervoor werd aangehouden is hij direct daarna weer gaan dealen. Verdachte is vervolgens wederom aangehouden. Nadat de voorlopige hechtenis werd geschorst, is verdachte al snel weer gaan dealen in harddrugs.
Door het handelen in harddrugs is verdachte mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten die het gebruik van verdovende middelen veroorzaken. Het is algemeen bekend dat cocaïne schadelijk is voor de gezondheid en bovendien verslavend is. Daarnaast ontstaat er door de handel in harddrugs schade en overlast voor de samenleving. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door zijn eigen financiële gewin. Verdachte heeft verder tijdens een van zijn aanhoudingen twee politieambtenaren beledigd, waarbij hij grove woorden gebruikte.
De reclassering adviseert in een aanvullend rapport van 19 september 2024 een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden.
Gelet op de ernst van van de feiten ziet de rechtbank geen aanleiding om een andere straf op te leggen dan een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf en is naar het oordeel van de rechtbank een gevangenisstraf van langere duur op zijn plaats. De rechtbank heeft daarbij gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting, waarbij als vertrekpunt bij het dealen in harddrugs gedurende een periode van 3 tot 6 maanden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden geldt. De rechtbank weegt in strafverzwarende zin mee dat verdachte tot tweemaal toe na een aanhouding – en de laatste keer zelfs tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis – is doorgegaan met het dealen van harddrugs. Verdachte is kennelijk hardleers. Dit geeft de rechtbank weinig vertrouwen dat verdachte daadwerkelijk inziet dat hij anderen en de maatschappij schade heeft berokkend en dat hij zich verre dient te houden van drugshandel.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, en met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Aan het voorwaardelijke strafdeel verbindt de rechtbank de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, met uitzondering van een contactverbod met personen die een risico voor verdachte vormen en het breken van contact met personen met een crimineel verleden. De rechtbank vindt dit namelijk te breed geformuleerde voorwaarden. Ook ziet de rechtbank geen meerwaarde in een locatiegebod en een drugsverbod. Wel moet verdachte meewerken aan middelencontrole.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

Parketnummer 05/016992-24
De rechtbank zal de
- telefoon (PL0600-2023573448-G3113383, crème, merk: Apple);
- telefoon (PL0600-2023573448- G3113394 , wit, merk: Apple);
met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid verbeurd verklaren.
Met betrekking tot de telefoon met goednummer G3113394 heeft de verdediging verzocht deze terug te geven aan verdachte, omdat daar veel foto’s en video’s van zijn overleden moeder op staan. Deze telefoon werd gebruikt als dealtelefoon en bevat 22.948 contacten, 2489 gesprekken en 376 oproepen. Daarom zal de rechtbank deze telefoon verbeurd verklaren.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De rechtbank zal het beslag dat op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering is gelegd op de navolgende bedragen
- € 1.585,- (PL0600-2024024707-G3134905)
- € 595,- (PL0600-2024024707-G3134881)
- € 180,- (PL0600-2024024707-G3134905)
opheffen.
Parketnummer 05/225349-24
De rechtbank zal de
- telefoon (PL0600-2024268679-G3236387, Zwart, merk: Apple);
- telefoon (PL0600-2024268679-G3236401, Zwart, merk: Apple);
- € 325,- (PL0600-2024268679-17);
met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid of dat met de gepleegde feiten is verdiend, verbeurd verklaren.
De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

9. De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 47, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 maanden;
  • bepaalt dat deze een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich meldt binnen 48 uur na ingang van de proeftijd bij Reclassering Nederland, Rosariumstraat 41 te Apeldoorn, tel. 088-8041404. Verdachte blijft zich daarna melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte meewerkt aan controle op middelengebruik. De controle gebeurt met
urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met
medeverdachten
- [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2000, wonende aan de [adres 2] , [postcode 2] in [woonplaats] ;
- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2002, wonende aan de [adres 2] , [postcode 2] in [woonplaats] ;
- [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2007, wonende aan [adres 3] , [postcode 3] in [woonplaats] ,
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk, opleiding en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
- verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- verdachte inzicht geeft in zijn sociale contacten;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart onder parketnummer 05.016992.24 verbeurd de
- telefoon (PL0600-2023573448-G3113383, creme, merk: Apple);
- telefoon (PL0600-2023573448-G3113394, wit, merk: Apple);
 verklaart onder parketnummer 05.225349.24 verbeurd de
- telefoon (PL0600-2024268679-G3236387, Zwart, merk: Apple);
- telefoon (PL0600-2024268679-G3236401, Zwart, merk: Apple);
- € 350,- (PL0600-2024268679-17);
 heft onder parketnummer 05.016992.24 op het beslag op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering
- € 1.585,- (PL0600-2024024707-G3134905)
- € 595,- (PL0600-2024024707-G3134881)
- € 180,- (PL0600-2024024707-G3134905)
 heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur daarvan gelijk wordt aan die van de onvoorwaardelijk opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J.M. Doon (voorzitter), mr. A.T.G. van Wandelen en mr. J.M. Hollebrandse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. Schoen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 oktober 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023573726, gesloten op 14 maart 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024283243, gesloten op 11 juli 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.