Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de beschikking van 15 juli 2024
- de conclusie na deskundigenbericht tevens verzoek ex art. 194 lid 5 Rv van de zijde van Thedinghsweert.
2.De verdere beoordeling
het geschatte bedrag waartegen een object of recht c.q. verplichting zou worden overgedragen op de waardepeildatum tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper in een zakelijke transactie, na behoorlijke marketing en waarbij de partijen zouden hebben gehandeld met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang. ”
Hiertoe is het volgende redengevend.
[naam 1] is -zoals hierna wordt vermeld- in zijn rapportage wel uitgegaan van achterstallig onderhoud.
“
De locatie was in gebruik voor het verblijf van en de zorg aan cliënten met een achtergrond met een (verstandelijke) beperking. Er is geen lokale of regionale markt voor zorgvastgoed en zelfs landelijk is de vraag of er een vastgoedmarkt is voor dit soort locaties. Veelal wordt dit gedreven door de zorgvraag in een regio en de initiatieven van betrokken organisaties.”
Op de waardepeildatum was sprake van onzekere marktomstandigheden met toenemende onrust en oplopende inflatie. Deze ontwikkelingen zorgen voor instabiliteit in de markt.”
De locatie is specifiek ontwikkeld voor het gebruik als locatie voor verzorgd wonen. Dit maakt de alternatieve aanwendbaarheid beperkt. Door de opzet van het gebouw en de grootte van de woonruimten is het gebouw minder geschikt voor andere doelgroepen passend binnen de vigerende bestemming.”
ook voor deze specifieke doelgroep” verhuur als geheel complex niet op hele korte termijn aannemelijk zal zijn. En voorts: “
De indeling binnen is echter niet meer volgens de hedendaagse wensen en eisen aan vastgoed voor woon/zorg. Daarnaast is het gebouw enigszins gedateerd in zijn afwerking en zal een moderniseringsslag noodzakelijk zijn. Dit in combinatie met de beperkte alternatieve aanwendbaarheid zal een beperking opleveren in de verkoop.”
“
Het woningwaarderingsstelsel heeft op zelfstandige woonruimte betrekking, in het navolgende kortweg als 'woning' aangeduid. Hierbij zij opgemerkt dat in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zelfstandige woningen worden omschreven als woningen met een eigen toegang welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.
De deskundige heeft op dit commentaar niet gerespondeerd, wat wel op zijn weg had gelegen.
€ 25.000,-- per woonruimte. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
- nieuwe keuken in eigen woongelegenheid € 5.000,--
- nieuw sanitair in eigen woongelegenheid € 7.500,--
€ 325.000,- bedragen.
3.De beslissing
13 november 2024voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage zoals weergegeven in overweging 2.33,