Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
terwijl zij beginnend bestuurder was en/of
terwijl zij moe/vermoeid was en/of
terwijl een over diezelfde weg (de N18/Europaweg) rijdend, tegemoetkomend voertuig (personenauto) linksaf sloeg en/of
terwijl de aldaar op de kruising (van de N18/Europaweg en/of de Hamelandweg/N313) geplaatste, voor haar, verdachte, van toepassing zijnde en in haar richting gekeerde verkeerslichten rood licht uitstraalden, inhoudende: ‘Stop’,
voornoemde kruising is genaderd met een hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 105 kilometer per uur en/of
in strijd met artikel 62 jo. 68 lid 1 onder c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90) geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is zij niet gestopt voor een dat driekleurig verkeerslicht dat (reeds (ongeveer) 43,8 seconden) rood licht uitstraalde, maar is zij doorgereden en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 haar snelheid niet zodanig heeft geregeld dat zij in staat was om haar voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was zij niet in staat het door haar bestuurde voertuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van dat andere voertuig (personenauto) en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, dat andere voertuig (personenauto),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
terwijl zij beginnend bestuurder was en/of
terwijl zij moe/vermoeid was en/of
terwijl een over diezelfde weg (de N18/Europaweg) rijdend, tegemoetkomend voertuig (personenauto) linksaf sloeg en/of
terwijl de aldaar op de kruising (van de N18/Europaweg en/of de Hamelandweg/N313) geplaatste, voor haar, verdachte, van toepassing zijnde en in haar richting gekeerde verkeerslichten rood licht uitstraalden, inhoudende: ‘Stop’,
voornoemde kruising is genaderd met een hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 105 kilometer per uur en/of
in strijd met artikel 62 jo. 68 lid 1 onder c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90) geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is zij niet gestopt voor een dat driekleurig verkeerslicht dat (reeds (ongeveer) 43,8 seconden) rood licht uitstraalde, maar is zij doorgereden en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 haar snelheid niet zodanig heeft geregeld dat zij in staat was om haar voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was zij niet in staat het door haar bestuurde voertuig (tijdig) tot stilstand te brengen, bij nadering van dat andere voertuig (personenauto) en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, dat andere voertuig (personenauto),
en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
3.De bewezenverklaring
of omstreeks6 januari 2024 te Lichtenvoorde in de gemeente Oost Gelre, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (personenauto), komende uit de richting van Varsseveld, gaande in de richting van Hamelandweg,
daarmede heeft geredenover de N18/Europaweg,
roekeloos, in elk geval zeer, althansaanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl zij beginnend bestuurder was en
/ofterwijl zij
moe/vermoeid was en
/ofterwijl een over diezelfde weg
(de N18/Europaweg
)rijdend, tegemoetkomend voertuig
(personenauto
)linksaf sloeg en
/ofterwijl de aldaar op de kruising
(van de N18/Europaweg en
/ofde Hamelandweg/N313
)geplaatste, voor haar, verdachte, van toepassing zijnde en in haar richting gekeerde verkeerslichten rood licht uitstraalden, inhoudende: ‘Stop’,
voornoemde kruising is genaderd met een hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat voertuig toegestane maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, in elk geval met een hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse geboden was, namelijk met een snelheid van ongeveer (tenminste) 105 kilometer per uur en/ofin strijd met artikel 62 jo. 68 lid 1 onder c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90) geen gevolg heeft gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is zij niet gestopt voor een dat driekleurig verkeerslicht dat
(reeds
(ongeveer
)43,8 seconden
)rood licht uitstraalde, maar is zij doorgereden en
/ofin strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 haar snelheid niet zodanig heeft geregeld dat zij in staat was om haar voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers was zij niet in staat het door haar bestuurde voertuig
(tijdig
)tot stilstand te brengen, bij nadering van dat andere voertuig
(personenauto
)en
/ofis gebotst tegen
, althans in aanrijding is gekomen met,dat andere voertuig
(personenauto
),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander
(genaamd [slachtoffer]
) zwaar lichamelijk letsel ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
80 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
40 dagen;
4 maanden.