ECLI:NL:RBGEL:2024:7088
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Westerbaan
- L.L. van Benthem
- W.E. van Asbeck
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke beoordeling van overdrachtsbelasting bij verkrijging van certificaten van aandelen in een onroerende zaak rechtspersoon
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst behandeld. Het betreft de vraag of belanghebbende overdrachtsbelasting verschuldigd is bij de verkrijging van certificaten van aandelen A in een vennootschap die kwalificeert als onroerende zaak rechtspersoon. De inspecteur had het bezwaar van belanghebbende tegen de voldoening van overdrachtsbelasting ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in beroep ging. De rechtbank heeft de zaak op 22 augustus 2024 behandeld, waarbij belanghebbende werd vertegenwoordigd door een gemachtigde en de inspecteur door meerdere personen. De rechtbank concludeert dat de onroerende zaak, die door de vennootschap aan een derde wordt verhuurd, niet onder eigen gebruik valt, en dat de doeleis van artikel 4 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) is voldaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat belanghebbende overdrachtsbelasting verschuldigd is en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer en is openbaar uitgesproken.