Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
2.
[eiser sub 2],
3.
[eiseres sub 3],
Interpolis,
1.De procedure
- de conclusie van [eisers] van 5 juni 2024
- de conclusie van Interpolis van 5 juni 2024.
2.De verdere beoordeling
8.Antwoorden op de vragen
10.Reactie van deskundige op opmerkingen en verzoeken
kanleiden tot het schadebeeld zoals dat is ontstaan. Daarbij komt dat de deskundige ook rapporteert dat hij niet kan oordelen over de hoeveelheid olie in de motor na de schade (vraag 3b), dat uit de onderhoudsstaat blijkt dat [eisers] conform het voorgeschreven interval de smeerolie en filters van de motor heeft laten vervangen (vraag 4a), dat [eisers] heeft aangegeven dat er geen sprake was van bovenmatig verbruik van smeerolie en dat er geen gedetailleerde informatie beschikbaar is over het smeerolieverbruik van de motor in de periode voorafgaand aan het ontstaan van de schade (vraag 5a). Uit het voorgaande blijkt onvoldoende dat de schade aan de motor is ontstaan door achterstallig onderhoud, al dan niet in de vorm van gebrekkige smering van het drijfstanglager. Het beroep van Interpolis op de uitsluitingsgrond ‘achterstallig onderhoud’ kan niet slagen.
bij beschadiging van onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn, wordt op de herstelkosten een redelijke aftrek nieuw voor oud toegepast.” Dat de motor een vervangbaar onderdeel van de verzekerde landbouwspuit is, is niet in geschil. Evenmin is in geschil dat de motor aan slijtage onderhevig is. Dat een aftrek nieuw voor oud moet worden toegepast, is naar het oordeel van de rechtbank dan ook een gegeven. Het is echter aan Interpolis, die zich op deze bepaling beroept, om te onderbouwen wat een redelijke aftrek is.