In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter in Arnhem, vordert eiseres, vertegenwoordigd door C. de Nijs, betaling van € 6.050,00 van gedaagde, vertegenwoordigd door E.J. van Os. De vordering is gebaseerd op aanvullende werkzaamheden die eiseres heeft verricht in het kader van projectmanagement voor de nieuwbouw van studio's, na een eerdere overeenkomst van € 90.000,00 voor andere werkzaamheden. Eiseres stelt dat deze aanvullende werkzaamheden niet waren inbegrepen in de eerdere overeenkomst en dat gedaagde de factuur niet heeft betaald. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat de werkzaamheden al waren vergoed in de eerdere overeenkomst en dat er geen aparte opdracht voor de aanvullende werkzaamheden is gegeven.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd dat gedaagde opdracht heeft gegeven voor de aanvullende werkzaamheden en dat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over betaling. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen dat er een betalingsverplichting bestond. De vordering van eiseres is afgewezen, evenals de vorderingen voor wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Eiseres is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van gedaagde betalen, die zijn begroot op € 813,00. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 september 2024.