ECLI:NL:RBGEL:2024:7038
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van kosten voor voorbereidende werkzaamheden in het kader van niet gerealiseerde projecten
In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door gemachtigde C. de Nijs, betaling van € 15.125,00 van gedaagde, vertegenwoordigd door gemachtigde E.J. van Os, voor werkzaamheden die zij heeft verricht in de periode van 2017 tot en met 2021 ten behoeve van verschillende projecten van gedaagde. Eiseres stelt dat deze werkzaamheden, die onder andere bestonden uit inventariserend onderzoek en het opstellen van bouwkostenramingen, zijn uitgevoerd in opdracht van gedaagde en dat de kosten hiervan vergoed moeten worden, nu de projecten niet zijn gerealiseerd. Gedaagde heeft de factuur echter niet betaald en voert verweer, stellende dat er geen afspraak was over betaling voor de werkzaamheden, aangezien deze enkel voorbereidende aard waren en afhankelijk van de realisatie van de projecten.
De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij een tussenvonnis is uitgesproken en een mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden. In de beoordeling van de zaak oordeelt de kantonrechter dat eiseres niet voldoende heeft onderbouwd dat er een betalingsverplichting bestond voor de verrichte werkzaamheden. De kantonrechter wijst erop dat eiseres niet eerder heeft gefactureerd en dat er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over betaling in het geval de projecten niet doorgingen. Hierdoor wordt de vordering van eiseres afgewezen, evenals de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die zijn begroot op € 947,00.
Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter R.M. Schoo op 11 september 2024.