ECLI:NL:RBGEL:2024:7032

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
16 oktober 2024
Zaaknummer
C/05/437594 / FA RK 24-2086
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie, gericht op een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie en middelenafhankelijkheid. De advocaat van de betrokkene, mr. M.A. Smits, heeft de rechtbank geïnformeerd dat de betrokkene instemt met het verzoek om een zorgmachtiging en de daarbij voorgestelde vormen van verplichte zorg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid is om te worden gehoord en zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft op basis van de overgelegde stukken en de verklaring van de advocaat geconcludeerd dat er sprake is van ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade, maatschappelijke teloorgang en gevaar voor de algemene veiligheid. Gezien het ontbreken van mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, heeft de rechtbank geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van vocht, voeding en medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat deze voldoet aan de criteria en doelen van de Wvggz. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 24 juli 2025. Deze beschikking is gegeven door rechter mr. E.J. Davids, in tegenwoordigheid van griffier I. Hodzic, en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/437594 / FA RK 24-2086
Datum uitspraak: 24 juli 2024
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
op grond van een zorgmachtiging, geldend tot en met 24 juli 2024,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. M.A. Smits te Nijmegen.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 24 juni 2024;
het e-mailbericht met bijlagen van mr. M.A. Smits, ingekomen ter griffie op
17 juli 2024.

2.Beoordeling

2.1.
Bij voormeld e-mailbericht heeft de advocaat van betrokkene de rechtbank ervan in kennis gesteld dat betrokkene instemt met het verzoek om een zorgmachtiging en de daarin genoemde vormen van verplichte zorg. De advocaat heeft ter onderbouwing een schriftelijke verklaring overgelegd waaruit blijkt dat de advocaat het verzoek om een zorgmachtiging, de bijbehorende zorgvormen alsmede de duur van de verzochte machtiging heeft besproken met betrokkene en dat betrokkene ervan blijk heeft gegeven de strekking en inhoud hiervan te begrijpen. Betrokkene verzoekt de rechtbank om de beslissing op het verzoek te nemen zonder dat het mondeling behandeld wordt.
2.2.
Met inachtneming van artikel 6:1 van de Wvggz stelt de rechtbank op grond van het voorgaande vast dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen. Uit de overgelegde verklaring van (de advocaat van) betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoekschrift heeft besproken met de advocaat, dat betrokkene afziet van het recht te worden gehoord en zich refereert aan het oordeel van de rechtbank. Gelet op de inhoud van de stukken en de overgelegde verklaring, acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
2.3.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie en afhankelijkheid van middelen.
2.4.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel, gelegen in:
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige financiële schade;
maatschappelijke teloorgang;
gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
2.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.6.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie;
alle voor de duur van twaalf maanden. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.6. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
24 juli 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J. Davids, rechter, in tegenwoordigheid van I. Hodzic, griffier, op 25 juli 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.