ECLI:NL:RBGEL:2024:6992

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 oktober 2024
Publicatiedatum
15 oktober 2024
Zaaknummer
299410-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling

Op 14 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn partner heeft mishandeld en bedreigd. De feiten vonden plaats in de periode van 21 november 2022 tot en met 11 november 2023. De verdachte heeft zijn partner meermalen mishandeld door haar te slaan, te stompen, te schoppen en haar bij de keel vast te pakken. Daarnaast heeft hij haar herhaaldelijk bedreigd met de dood en zware mishandeling, waarbij hij zeer bedreigende en gewelddadige taal heeft gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De bijzondere voorwaarden van de veroordeling omvatten onder andere een meldplicht bij de reclassering, behandeling door een zorgverlener, een drugs- en alcoholverbod, en een contactverbod met het slachtoffer. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar laten meewegen in de strafmaat. De verdachte heeft zich niet gehouden aan eerdere afspraken met de reclassering en heeft tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis meerdere keren positief getest op drugs en alcohol. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien het risico dat de verdachte opnieuw een misdrijf zou plegen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/299410-23
Datum uitspraak : 14 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1987 in [geboorteplaats] (Oostenrijk), wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsman: mr. R.J. Sterk, advocaat in Lelystad.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 11 november 2023 te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, zijn, verdachtes partner, [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal
- op/tegen het hoofd/gezicht, althans tegen het lichaam, te slaan en/of te stompen en/of
- tegen de rug, althans tegen het lichaam te schoppen en/of
- een hand over de mond te leggen en vervolgens de mond dicht te drukken en/of
- bij de keel/hals en/of arm vast te pakken;
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 november 2022 tot en met 11 november 2023 te [woonplaats] en/of 's-Gravenhage, in elk geval in Nederland, zijn, verdachtes partner, [slachtoffer] (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] (telkens) dreigend de woorden toe te voegen
- “om jou in elkaar te laten slaan door 4 zigeunervrouwen” en/of
- “ik maak je kapot en jouw vader en je hele familie. En je zigeunerfamilie” en/of
- “Jij gaat helemaal kapot” en/of
- “ik vind het een sport om mensen zoals jou kapot te maken” en/of
- “dan ga ik je vermoorden. Als jij mij aanvalt vermoord ik je” en/of
- “Ik denk dat je binnen nu en vijf minuten weg mag gaan, anders maak ik je dood. Ik zweer het op alles wat ik lief heb” en/of
- “als je mij nog een keer aanraakt maak ik je fucking dood” en/of
- “ik maak je dood jongen” en/of
- “oh, jij gaat de zwaarste nacht van je leven, je gaat ergens heen” en/of
- “Oh, ik hoop dat je doodgaat!. Je hebt mij kapot gemaakt energetisch. Je hebt mij vermoord. Ik ga jou doodmaken en ik ga door. En ik ga door en ik heb een hele focking zigeuners gezin mee. Ja? Onthoud dat. Nee, je gaat niet weg. Ik ga je vermoorden” en/of
- “jij kan nog veel meer krijgen. Jij gaat zo'n zware tijd tegemoet”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de militaire kamer
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 87-92;
- het proces-verbaal van verhoor van bevindingen, p. 83-85;
- het proces-verbaal van verhoor van bevindingen, p. 120-172;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 september 2024.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks11 november 2023 te [woonplaats] ,
in elk geval in Nederland,zijn, verdachtes partner, [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] meermalen,
althans eenmaal-
op/tegen het hoofd
/gezicht, althans tegen het lichaam, te slaan en
/ofte stompen en
/of- tegen de rug
, althans tegen het lichaamte schoppen en
/of- een hand over de mond te leggen en vervolgens de mond dicht te drukken en
/of- bij de
keel/hals en
/ofarm vast te pakken;
2
hij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 21 november 2022 tot en met 11 november 2023 te [woonplaats]
en/of 's-Gravenhage,
in elk geval in Nederland,zijn, verdachtes partner,
Ï[slachtoffer](telkens
)heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling, door die [slachtoffer]
(telkens
)dreigend de woorden toe te voegen
- “om jou in elkaar te laten slaan door 4 zigeunervrouwen” en
/of- “ik maak je kapot en jouw vader en je hele familie. En je zigeunerfamilie” en
/of- “Jij gaat helemaal kapot” en
/of- “ik vind het een sport om mensen zoals jou kapot te maken” en
/of- “dan ga ik je vermoorden. Als jij mij aanvalt vermoord ik je” en
/of- “Ik denk dat je binnen nu en vijf minuten weg mag gaan, anders maak ik je dood. Ik zweer het op alles wat ik lief heb” en
/of- “als je mij nog een keer aanraakt maak ik je fucking dood” en
/of- “ik maak je dood jongen” en
/of- “oh, jij gaat de zwaarste nacht van je leven, je gaat ergens heen” en
/of- “Oh, ik hoop dat je doodgaat!. Je hebt mij kapot gemaakt energetisch. Je hebt mij vermoord. Ik ga jou doodmaken en ik ga door. En ik ga door en ik heb een hele focking zigeuners gezin mee. Ja? Onthoud dat. Nee, je gaat niet weg. Ik ga je vermoorden” en
/of- “jij kan nog veel meer krijgen. Jij gaat zo'n zware tijd tegemoet”
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
mishandeling;
feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling, meermaals gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, met uitzondering van het geadviseerde locatieverbod, en een taakstraf voor de duur van 120 uur, met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de strafmaxima van het VGB-beleid van Defensie, opdat verdachte zijn baan zou kunnen behouden.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De militaire kamer heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het mishandelen van zijn partner en hij heeft zijn partner in een periode van bijna een jaar veelvuldig bedreigd met de dood. Hierdoor heeft verdachte het slachtoffer in de huiselijke omgeving, waar zij zich juist veilig zou moeten voelen, letsel toegebracht, pijn bezorgd en angst aangejaagd. Verder vindt de rechtbank de inhoud, de intensiteit en de frequentie van de bedreigende teksten, mede gelet op de lange periode waarin verdachte de bedreigende teksten heeft geuit en het feit dat hij dit heeft gedaan tegen zijn partner, zeer ernstig. Uit de aangifte van zijn partner en haar verklaring ter terechtzitting volgt dat zij erg bang is geworden van de mishandeling en de bedreigingen. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk.
De reclassering heeft een advies uitgebracht, gedateerd op 25 juli 2024, en op 25 september 2024 heeft de reclassering dit advies aangevuld. Uit deze rapporten blijkt dat bij verdachte sprake is van enkele factoren die als risicoverhogend worden beschouwd. Dit omvat het psychosociaal functioneren, de relatie met zijn inmiddels ex-partner, zijn dagbesteding en het gebruik van middelen (alcohol en drugs). Het traject bij het Forensich Fact team (hierna: ForFACT) is gestart, omdat deze als bijzondere schorsingsvoorwaarde van de voorlopige hechtenis is opgelegd. De reclassering heeft zorgen over het feit dat verdachte en zijn ex-partner nog open zouden staan voor het voortzetten van de relatie in de toekomst, wat zou kunnen leiden tot mogelijk nieuwe incidenten. Ook heeft de reclassering zorgen over het middelengebruik van verdachte. Verdachte is bekend met het gebruik van synthetische wiet om zijn creatieve denkwijze te stimuleren. Daarnaast heeft verdachte alcohol gedronken op de pleegdatum van onderhavige mishandeling, wat volgens de reclassering suggereert dat het middelengebruik mogelijk ook delictgerelateerd is.
Volgens de reclassering lijkt verdachte zijn alcoholgebruik en zijn drugsgebruik te bagatelliseren. Tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis heeft verdachte tijdens urinecontroles meermaals positief getest op alcohol en synthetische cannabis, terwijl de behandelaren van ForFACT hadden afgesproken met verdachte dat hij geen middelen zou gebruiken. Bovendien was een drugsverbod als bijzondere schorsingsvoorwaarde van de voorlopige hechtenis aan verdachte opgelegd. Verdachte heeft zich hier blijkens de urinecontroles niet aan gehouden.
Ook de militaire kamer heeft, evenals de reclassering, de indruk bekomen dat verdachte zijn drugsgebruik bagatelliseert. Tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft verdachte verklaard nog altijd synthetische drugs te gebruiken om zo zijn creatieve denkproces te stimuleren. Desgevraagd heeft verdachte verklaard bekend te zijn met de bijzondere schorsingsvoorwaarde van het drugsverbod, maar geeft aan de drugs nodig te hebben om zijn brein te verruimen. Ook heeft verdachte desgevraagd aangegeven bekend te zijn met het zero-tolerance-beleid van Defensie inzake drugs, maar ook ten aanzien van dit beleid laat verdachte zijn eigen ideeën over drugs en het gebruik hiervan prevaleren. Deze denkwijze acht de militaire kamer hoogst opmerkelijk, met name gelet op de functie van chauffeur die verdachte bij Defensie bekleedt. De militaire kamer neemt het verdachte ernstig kwalijk dat hij drugs blijft gebruiken ondanks de bijzondere schorsingsvoorwaarde en de afspraken met zijn behandelaren van ForFACT.
Voorts heeft de politie meldingen ontvangen van een uit de hand gelopen ruzie op 3 september 2024 tussen verdachte en zijn ouders. De politie kwam ter plaatse om te de-escaleren en gebleken is dat verdachte toen ook onder invloed was van alcohol en drugs. Ook dit neemt de militaire kamer verdachte kwalijk.
Gelet op de ernst van de feiten en de houding en gedrag van verdachte, is de militaire kamer van oordeel dat niets minder dan een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. De militaire kamer heeft bij het bepalen van de strafmaat ook acht geslagen op de LOVS-oriëntatiepunten en wat in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd. Daarnaast zal de militaire kamer een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Dit is naar het oordeel van de militaire kamer nodig als stok achter de deur om de verdachte ervan te weerhouden om in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen; verdachte heeft zich immers niet gehouden aan de afspraak met zijn behandelaar dat hij geen drugs zou gebruiken en heeft in de maanden dat hij in een schorsing liep niet aan zichzelf gewerkt, althans hij kan niets benoemen waaraan hij zou hebben gewerkt.
Alles overwegende zal de militaire kamer verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren opleggen met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Gelet op de bewezenverklaring, de houding van verdachte ter terechtzitting en het reclasseringsadvies, is de militaire kamer van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van [slachtoffer] . Daarom beslist de militaire kamer dat de bijzondere voorwaarden en het hierop uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 57, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen 2 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Middendreef 293, te Lelystad. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte zich laat behandelen door ForFACT of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Verdachte werkt mee aan diagnostiek bij ForFACT. De behandeling start zodra de diagnostiek is afgerond. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal verdachte zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
- verdachte geen (synthetische) drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte geen alcohol gebruikt en meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect – contact heeft of zoekt met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1986, zolang de reclassering dit verbod nodig vindt. Uitzondering op deze voorwaarde is dat er contact mag plaatsvinden onder begeleiding van een derde partij, in het kader van de therapie en indien het van meerwaarde is voor het toezicht van verdachte, indien de reclassering dit nodig acht. De politie voert de controle uit op deze voorwaarde;
- verdachte zich niet in Den Haag bevindt, zolang de reclassering dit nodig acht. De politie voert de controle uit op deze voorwaarde;
- verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden, met uitzondering van het contactverbod en locatieverbod, en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. Y. van Wezel, rechters, en Kapitein-ter-Zee (LD) mr. J.L. Wesstra, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 oktober 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 20231218.1100.1842, gesloten op 16 januari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.