ECLI:NL:RBGEL:2024:6991
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijke geweldpleging wegens gebrek aan bewijs voor de component 'in vereniging'
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die op 1 april 2023 openlijk geweld zou hebben gepleegd, heeft de rechtbank Gelderland op 14 oktober 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het in vereniging plegen van geweld tegen een persoon, maar de rechtbank oordeelde dat de noodzakelijke component 'in vereniging' niet kon worden bewezen. De rechtbank stelde vast dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de medeverdachte enige bijdrage aan het geweld had geleverd. Zowel de verdachte als de medeverdachte verklaarden dat de verdachte alleen de aangever naar de grond had gebracht. De getuige die een trappende beweging had gezien, gaf een signalement dat niet overeenkwam met de medeverdachte. Hierdoor concludeerde de rechtbank dat er geen bewijs was voor openlijke geweldpleging en sprak de verdachte integraal vrij.
Daarnaast had de benadeelde partij, de aangever, een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar omdat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kwam, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige militaire kamer van de rechtbank Gelderland, waarbij de voorzitter en de rechters de beslissing namen in aanwezigheid van de griffier.