In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lochem om handhavend op te treden tegen de laurierbeplanting op het perceel van de derde-partij. Eiseres had op 25 oktober 2022 een verzoek ingediend, dat door het college werd afgewezen, omdat er in 2016 afspraken waren gemaakt tussen eerdere verzoekers en de derde-partij, waarbij het college geen bezwaren had. Eiseres ging in beroep tegen de beslissing van het college, dat op 17 april 2023 zijn standpunt handhaafde.
De rechtbank heeft het beroep op 26 augustus 2024 behandeld. Eiseres, de gemachtigde van het college en de derde-partij waren aanwezig. De rechtbank concludeert dat de laurierbeplanting moet worden gekwalificeerd als een haag, wat in strijd is met het bestemmingsplan dat de bestemming 'Bos' heeft. De rechtbank oordeelt dat de beplanting niet voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan, omdat het geen ter plaatse voorkomend bos is. De rechtbank vernietigt de beslissing van het college en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van deze uitspraak. Eiseres heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.