ECLI:NL:RBGEL:2024:6908

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
11 oktober 2024
Zaaknummer
6409.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 21-jarige man voor het in vereniging verspreiden van persoonsgegevens en het witwassen van de opbrengsten daarvan

Op 26 september 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 21-jarige man, die werd beschuldigd van het in vereniging verspreiden van persoonsgegevens en het witwassen van de opbrengsten daarvan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de verkoop van 5000 leads, bestaande uit gevoelige persoonsgegevens, via Telegram. De verdachte heeft deze gegevens verkocht aan een undercoveragent, wat leidde tot zijn arrestatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat de persoonsgegevens bestemd waren voor het plegen van misdrijven, zoals oplichting en diefstal. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van cryptovaluta, die hij had verkregen uit de verkoop van deze leads. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden op, samen met een taakstraf van 180 uur en een geldboete van € 10.000,-. De rechtbank overwoog dat de verdachte door zijn handelen het vertrouwen in het internetverkeer heeft geschaad en dat hij de opbrengsten van zijn criminele activiteiten heeft gewitwassen. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn leeftijd en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank besloot tot een hogere straf dan door de officier van justitie was gevorderd, omdat zij de feiten zwaarder woog.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.006409.22
Datum uitspraak : 26 september 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2003 in [plaats] (Engeland),
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. J.W. Vedder, advocaat in Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1Hij op of omstreeks 21 sept 2021 te Hilversum en/of Weesp en/of Tiel en/of Didam en/of Ulft, althans de gemeente Oude IJsselstreek, in ieder geval in Nederland tezamen en in vereniging, althans alleen, stoffen, voorwerpen en/of gegevens te weten:
- 5000 leads, zijnde persoonsgegevens zoals (mobiel)telefoonnummer, Facebook ID, voornaam, achternaam, geslacht, woonplaats, werkgever, relatiestatus zich bevindende in een tekstbestand genaamd ‘ [tekstbestand]
heeft vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft, verkocht, overgedragen, verworven, vervoerd, ingevoerd, verspreid, anderszins ter beschikking gesteld en/of voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf omschreven in de artikelen 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
Feit 2Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 mei 2021 tot en met 12 november 2021 te Hilversum althans in Nederland,(van) voorwerpen, te weten (van)
(crypto)valuta, met een totale waarde van in totaal € 13.131,08, zijnde uitgegeven in 116 transacties met verdachtes Binance-debitcard
heeft verborgen en/of verhuld wie die voorwerpen voorhanden hebben gehad en/of heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt, althans zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit verdachte vrij te spreken van beide ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 1 kan allereerst niet worden bewezen dat verdachte de (enige) gebruiker is van het account [account 1] . Ten tweede is geen sprake van medeplegen en kan het enkel doorverwijzen niet als één van de gedragingen uit artikel 234 lid 1 Sr worden aangemerkt.
Ten aanzien van feit 2 kan allereerst niet zonder gerede twijfel worden vastgesteld dat de ten laste gelegde transacties hebben plaatsgevonden, omdat het proces-verbaal waaruit dit zou blijken niet is onderbouwd. Subsidiair is sprake van de kwalificatie-uitsluitingsgrond, omdat het (aldus de beschuldiging) zou gaan om verkregen cryptovaluta uit eigen misdrijf. Het pinnen en doen van uitgaven met de Binance-debitcard deed zich voor onder omstandigheden die niet wezenlijk verschilden van het voorhanden hebben van de cryptovaluta op het Binance-account. Tot slot is geen sprake van gewoonte, omdat het om een periode van slechts 7 maanden gaat en het contant pinnen en het doen van ‘reguliere’ uitgaven niet als een structurele (gecompliceerde) wijze van witwassen kan worden beschouwd.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1 en 2
Uit onderzoek bleek dat er op Telegram leads (digitale lijsten met persoonsgegevens) te koop werden aangeboden door [account 2] en [account 1] . [2]
Op 21 september 2021 heeft een verbalisant in het kader van een pseudokoop via de app Telegram contact gelegd met gebruiker [account 2] . Deze reageerde door te vragen wat de koper precies wilde en deelde mee voor hem rond te vragen. De koper wilde volgens het chatbericht “full info 65+”. [account 2] verwees door naar een persoon met gebruikersnaam [account 1] . De verbalisant maakte vervolgens op Telegram contact met gebruiker [account 1] (met de username [gebruikersnaam 1] ) met daarbij de vraag of die nog verse leads (persoonsgegevens) had. [gebruikersnaam 1] verwees de verbalisant vervolgens door naar de persoon met gebruikersnaam [account 3] ( [gebruikersnaam 2] ). [account 3] ( [gebruikersnaam 2] ) gaf aan leads beschikbaar te hebben. Vervolgens kocht de verbalisant 5.000 targetleads van [account 3] voor een bedrag van € 50,- in bitcoins. Na de betaling ontving de verbalisant van [account 3] via Telegram een bestand, genaamd ‘ [tekstbestand] ’ met de leads. [3]
In dit bestand stonden persoonsgegevens die onder andere bestonden uit: telefoonnummer, mogelijk Facebook ID, voornaam, achternaam, geslacht, woonplaats, werkgever en relatiestatus. [4]
Het account [account 3] / [gebruikersnaam 2] staat op naam van medeverdachte [medeverdachte] . [5]
De username van telegramnaam [gebruikersnaam 1] was [account 1] . [account 1] plaatste tussen 25 juli 2021 en 21 september 2021 meerdere berichten voor de verkoop van leads in de openbare Telegramgroep ‘FraudeHandel’. In deze Telegramgroep werden enkel en alleen berichten geplaatst die gerelateerd of aangemerkt kunnen worden als criminele content.
Er werd door [account 1] gebruik gemaakt van een zogenaamde Rose Bot die
geautomatiseerd berichten verstuurt voor de gebruiker. Op het moment dat er een advertentie werd geplaatst in de Telegramgroep met betrekking tot de term leads, plaatst de Rose Bot automatisch het bericht ‘Voor leads pb [account 1] , kanaal: [kanaal] .
In het kanaal [kanaal] waren twee profielen die (als beheerder) berichten plaatsten: [gebruikersnaam 1] (gebruikersnaam [account 1] ) en [gebruikersnaam 2] (gebruikersnaam [account 3] ).
Uit de iPhone 7 van verdachte blijkt dat zijn gebruikersnaam in de app Wickr ‘ [gebruikersnaam 1] ’ was. [6] In het profiel van Telegram-gebruiker [account 1] staat het bitcoinadres [bitcoinadres 1] genoemd. Dit bitcoinadres staat op naam van verdachte. [7]
Uit de iPhone 7 van verdachte blijkt dat hij ook gebruikmaakte van het Telegramaccount [account 4] / [gebruikersnaam 3] . In deze iPhone is een chat aangetroffen tussen [account 3] / [gebruikersnaam 2] en [account 4] / [gebruikersnaam 3] . Op 7 augustus 2021 wordt gesproken over een bitcoinbetaling. [account 4] / [gebruikersnaam 3] zegt “Heb je nog wat verkocht?”, gevolgd door “En kun je miss overmaken”. Uit de bij Binance gevorderde gegevens van dit account van verdachte blijkt dat er op 7 augustus 2021 één storting is ontvangen. De transactie is verzonden vanaf een Binance-account naar een ander Binance-account. Tevens blijkt uit de chatberichten dat [account 4] / [gebruikersnaam 3] dezelfde dag een txt-bestand stuurt en zegt "Kun je checken of deze be combo's goede zijn". “Ik heb dit bestand geopend en zag 15.000 combinaties van mailadres en zeer vermoedelijk wachtwoorden in de vorm "mailadres:wachtwoord". [8]
Tussen 13 februari 2021 en 20 januari 2022 zijn diverse coins gestort op het Binance-account van medeverdachte met een totale waarde van US$ 30.107,50 op het moment van de transacties. Hiervan was US$ 13.954,00 afkomstig van het Binance-account van verdachte. Bijna alle externe bitcoinstortingen zijn afkomstig van het bitcoinadres [bitcoinadres 2] , welke op naam staat van verdachte. [9]
Verdachte en medeverdachte hebben tussen 30 juli 2021 en 31 augustus 2021 dagelijks
contact over het verkopen van leads en diverse andere accounts. [10]
Uit het chatgesprek tussen [account 3] / [gebruikersnaam 2] en [account 4] / [gebruikersnaam 3]
blijkt dat er een bitcoinbetaling heeft plaatsgevonden van [gebruikersnaam 2] aan en [account 4] / [gebruikersnaam 3] .
Deze betaling is afkomstig van een Binance-account in gebruik bij [gebruikersnaam 2] en is verzonden aan een Binance-account op naam van verdachte.
Het bitcoinadres [bitcoinadres 3] wordt door verdachte
aangehouden bij de cryptovaluta handelsplaats Binance.com.
Uit de verstrekte informatie blijkt dat er diverse malen is ingelogd vanaf een iPhone 12, iOS 15.02, naam "iPhone van [verdachte] " en dat hierbij onder andere NordVPN veelvuldig is gebruikt, evenals het IP-adres [IP-adres] dat in gebruik is op het GBA-adres van verdachte. [11]
Met de Binance-card is voor het eerst een transactie gedaan op 11 mei 2021. De laatste transactie was op 12 november 2021. In totaal zijn er 116 transacties geweest met een totaalbedrag van € 13.131,08, waarvan € 5.516,54 contant is opgenomen. De overige betalingen zijn onder andere aan Apollo Hotel (€ 1.235 op 4 augustus 2021), AROMA (€ 2.281,40 in 3 betalingen op 14 en 16 juli 2021), Dior, Bijenkorf en taxi's. [12]
Feit 1
Gebruiker
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen het volgende vast. De username van de Telegramnaam [gebruikersnaam 1] was [account 1] . Uit de Iphone van verdachte blijkt dat hij in de app Wickr de gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam 1] ’ gebruikte. In het profiel van Telegram-gebruiker [account 1] staat een bitcoinadres genoemd dat op naam staat van verdachte. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte de gebruiker was van de Telegramnaam [gebruikersnaam 1] en username [account 1] . Het dossier bevat geen enkel aanknopingspunt dat dit account ook door een ander werd gebruikt.
Wetenschap
Het is een feit van algemene bekendheid dat persoonsgegevens (leads) veelal worden gebruikt bij oplichting en diefstal, zoals Whatsapp- of bankhelpdeskfraude. Verdachte zat in de openbare Telegramgroep met de naam ‘FraudeHandel’, waarin naar zijn account werd verwezen voor de koop van persoonsgegevens. Verdachte kreeg regelmatig geld voor de verkoop van de persoonsgegevens. Het kan dan ook niet anders dan dat verdachte wist dat de door hem verstrekte persoonsgegevens bestemd zijn voor het plegen van oplichtingen en diefstallen.
Medeplegen
Medeverdachte heeft op 21 september 2021 5.000 leads verkocht.
Verdachte en medeverdachte werkten al een langere periode samen bij de verkoop van leads. Zo werd er in de openbare Telegramgroep ‘FraudeHandel’ via een geautomatiseerd bericht (Rose Bot) voor de koop van leads verwezen naar het kanaal [kanaal] , dat bij zowel verdachte als medeverdachte in beheer was. Ook hadden zij dagelijks contact over de koop en verkoop van leads. Daarbij heeft verdachte diverse bitcoins (met een totale waarde van US $ 30.107,50) gestort op het Binance-account van medeverdachte. Verdachte heeft de verbalisant (pseudokoper) op 21 september 2021 voor de koop van leads doorverwezen naar medeverdachte. De rechtbank acht dan ook bewezen dat sprake is van medeplegen.
De rechtbank acht dan ook feit 1 bewezen.
Feit 2
De rechtbank stelt op basis voornoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte regelmatig leads verkocht en in bitcoins betaald kreeg. De handel in leads is een misdrijf. Uit een proces-verbaal van bevindingen blijkt dat verdachte van 11 mei 2021 tot en met 12 november 2021 bitcoins van zijn Binance-rekening heeft uitgegeven dan wel contant opgenomen. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de juistheid van dit proces-verbaal te twijfelen. Door het uitgeven van deze bitcoins is sprake van een vermoeden van witwassen van gelden uit eigen misdrijf. Van verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van deze bitcoins. Verdachte heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. Er is geen enkel concreet aanknopingspunt dat de bitcoins (deels) afkomstig zijn van legale activiteiten. De rechtbank acht daarom bewezen dat de bitcoins afkomstig zijn uit (eigen) misdrijf.
De verdediging heeft een beroep gedaan op de kwalificatie-uitsluitingsgrond. De rechtbank verwerpt dat beroep. De kwalificatie-uitsluitingsgrond is volgens vaste jurisprudentie in beginsel niet van toepassing als sprake is van het
gebruikmakenvan onmiddellijk uit eigen misdrijf verkregen voorwerpen. De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte uitgeven van de cryptovaluta via de op zijn naam gestelde Binance-debitcard (door daarmee betalingen te doen dan wel door de te pinnen) niet maakt dat er sprake is van een zo’n uitzonderlijk geval dat het gebruikmaken ervan niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van cryptovaluta (in totaal € 13.131,08).
Gewoonte
Aangezien verdachte zich gedurende zeven maanden heeft bezig gehouden met het witwassen van grote hoeveelheden bitcoins, is de rechtbank ten slotte van oordeel dat verdachte van dit witwassen een gewoonte heeft gemaakt.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Feit 1
Hij op
of omstreeks21 sept 2021
te Hilversum en/of Weesp en/of Tiel en/of Didam en/of Ulft, althans de gemeente Oude IJsselstreek, in ieder gevalin Nederland tezamen en in vereniging
met een ander,
althans alleen, stoffen, voorwerpen en/ofgegevens te weten:
- 5000 leads, zijnde persoonsgegevens zoals (mobiel)telefoonnummer, Facebook ID, voornaam, achternaam, geslacht, woonplaats, werkgever, relatiestatus zich bevindende in een tekstbestand genaamd ‘ [tekstbestand]
heeft
vervaardigd, ontvangen, zich heeft verschaft,verkocht, overgedragen,
verworven, vervoerd, ingevoerd,verspreid
, anderszins ter beschikking gestelden
/ofvoorhanden
heeftgehad, waarvan verdachte wist dat die bestemd waren tot het plegen van een misdrijf omschreven in de artikelen 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument;
Feit 2Hij op
een ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 11 mei 2021 tot en met 12 november 2021
te Hilversum althans inNederland, (van) voorwerpen, te weten
(van)(crypto)valuta, met een totale waarde van
in totaal€ 13.131,08,
zijnde uitgegevenin 116 transacties met verdachtes Binance-debitcard
heeft verborgen en/of verhuld wie die voorwerpen voorhanden hebben gehad en/of heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/ofgebruik heeft gemaakt
terwijl hij wist
, althans redelijkerwijs moest vermoeden,dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt
, althans zich schuldig heeft/hebben gemaakt aan (schuld)witwassen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van gegevens verkopen, overdragen, verspreiden en voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een der misdrijven omschreven in de artikelen 310, artikel 311 en/of artikel 326 voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument
feit 2:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot taakstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen. Het aandeel van verdachte bij feit 1 was marginaal, artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is van toepassing, verdachte was slechts 18 jaar en de redelijke termijn is geschonden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verkopen van een aanzienlijke hoeveelheid leads (persoonsgegevens) en het witwassen van de opbrengsten van de verkoop van leads. Verdachte heeft door het verkopen van leads anderen in staat gesteld kennis te nemen van gevoelige persoonsgegevens die niet voor hen waren bestemd en waarmee zij strafbare feiten kunnen plegen. Aan de hand van de leads benaderen cybercriminelen namelijk potentiële slachtoffers en door middel van diverse oplichtingsmethoden maken zij hen vervolgens geld afhandig. Verdachte heeft hiermee het vertrouwen in het internetverkeer geschaad. Men behoort zich veilig te voelen in zijn eigen digitale omgeving waarin persoonlijke gegevens zijn opgeslagen of toegankelijk zijn.
De rechtbank rekent het verdachte daarnaast aan dat hij de opbrengsten van de verkoop van leads heeft witgewassen. Door het witwassen van criminele inkomsten wordt de integriteit van het financiële en economische verkeer aangetast. Bovendien bevordert witwassen het plegen van delicten, omdat zonder het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn.
Verdachte heeft zich met zijn gewetenloze gedrag niets gelegen laten liggen aan de ellende die het verstrekken van de persoonlijke gegevens voor anderen – veelal kwetsbare en/of oudere mensen – tot gevolg kan hebben.
Voor deze feiten, in het bijzonder het faciliteren van grootschalige cybercriminaliteit door het aanbieden en verkopen van leads, is naar het oordeel van de rechtbank in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend. Bij het bepalen van de hoogte van deze gevangenisstraf heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat verdachte hiervoor ook achteraf geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen.
Uit het strafblad van verdachte blijkt dat hij – anders dan de medeverdachte – niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Wel is hij op 14 maart 2024 veroordeeld voor openlijke geweldpleging, waardoor artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Verdachte lijkt zijn leven inmiddels op orde te hebben. Niet is gebleken dat hij zich, 2,5 jaar later, nog schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. Daarbij is de redelijke termijn met een halfjaar overschreden. De rechtbank zal gelet op voornoemde omstandigheden geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
Alles overwegend acht de rechtbank een taakstraf van 180 uren, met aftrek van het voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 maanden met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Gelet op de ernst van de feiten en het geld dat verdachte hiermee heeft verdiend, vindt de rechtbank het ten slotte passend om ook een geldboete van
€ 10.000,- op te leggen, ook gelet op de omstandigheid dat bij zijn medeverdachte via een verbeurdverklaring een min of meer gelijk bedrag wordt ‘afgepakt’. De rechtbank zal bepalen dat dit bedrag in termijnen kan worden betaald.
De rechtbank legt daarmee een hogere straf op dan is gevorderd, omdat zij de feiten zwaarder weegt dan de officier van justitie.

8.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal beslissen dat de in beslag genomen
- telefoon (PL0600-2021359015-G2707947, grijs, merk: Apple);
- telefoon (PL0600-2021359015-G2707951, Apple);
- computer (PL0600-2021359015-G2707959, Apple);
worden onttrokken aan het verkeer omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang, nu op die gegevensdragers (zeer waarschijnlijk) leads staan ten aanzien waarmee de misdrijven zijn gepleegd, aldus de officier van justitie
.

9. De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 23, 24c, 36b, 36d, 47, 57, 63, 234, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
5 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een
taakstrafvan
180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 legt op een
geldboetevan
€ 10.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 85 dagen hechtenis;
 bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 20 maandelijkse termijnen van steeds € 500,-;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van:
- telefoon (PL0600-2021359015-G2707947, grijs, merk: Apple);
- telefoon (PL0600-2021359015-G2707951, Apple);
- computer (PL0600-2021359015-G2707959, Apple).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos (voorzitter), mr. M.J. Ouweneel en mr. G.L.C. van den Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.J. Schoen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 september 2024.
Mr. G.L.C. van den Bosch is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600- 202203240945, gesloten op 24 maart 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 166.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 162, met bijlagen en 167.
4.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 169.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 210.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 268.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 181.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 184, 185, 187 en 188.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 210 en 211.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 325.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 183.
12.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 214.