ECLI:NL:RBGEL:2024:689

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
12 februari 2024
Zaaknummer
05/037395-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid met dwang tot het versturen van pornografisch materiaal

Op 5 februari 2024 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige militair, die werd beschuldigd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte heeft gedurende enkele maanden het slachtoffer, met wie hij een relatie had, onder druk gezet om naaktfoto's en -video's van zichzelf naar hem te sturen. Dit gebeurde via bedreigingen en intimidatie, waarbij hij haar deed geloven dat haar familie in gevaar was. De militaire kamer oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer consistent en betrouwbaar waren, en dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en moest het slachtoffer schadevergoeding betalen. De militaire kamer hield rekening met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, maar ook met het feit dat de verdachte geen eerdere strafbare feiten had gepleegd. De vordering van de benadeelde partij werd deels toegewezen, met een totaalbedrag van € 7.926,11 aan schadevergoeding, inclusief smartengeld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/037395-23
Datum uitspraak : 5 februari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. C. Peters, advocaat in Zaandam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2014 tot en met 30 april 2015 te Bussum en/of Apeldoorn en/of Zeist en/of Oirschot, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- het maken en naar hem, verdachte, sturen van foto’s en/of filmpjes waarin die [slachtoffer] haar (deels) ontblote lichaam liet zien en/of seksuele/ontuchtige handelingen bij zichzelf verrichtte en/of het brengen van haar vingers en/of vuist en/of en voorwerpen in haar vagina en tussen haar schaamlippen en/of het betasten van haar vulva met haar vingers en/of vuist en/of en voorwerpen waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- die [slachtoffer] heeft benaderd via Whatsapp en/of sms, althans berichten heeft gestuurd en/of
- die [slachtoffer] opdracht en/of instructies heeft gegeven tot het plegen en/of dulden van
voornoemde ontuchtige handelingen en/of
- hierbij die [slachtoffer] en/of familieleden/vrienden van die [slachtoffer] ernstig bedreigde en/of die [slachtoffer] liet geloven dat hij, verdachte, werd vastgehouden en/of anders vermoord zou worden
- zich agressief en/of intimiderend en/of dwingend heeft opgesteld ten opzichte van die
[slachtoffer] en/of
- ( hierdoor) een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie en/of afhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige handelingen kon en/of durfde te onttrekken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte had een relatie met aangeefster [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) vanaf mei tot november 2014. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Volgens de raadsman is de verklaring van aangeefster onvoldoende betrouwbaar om als uitgangspunt te nemen en vindt deze onvoldoende steun in andere bewijsmiddelen. Er zijn onvoldoende bewijsmiddelen die een behoorlijke mate van voor ontuchtige handelingen relevante interactie weergeven met betrekking tot het contact tussen verdachte en aangeefster en de totstandkoming daarvan. De getuigenverklaringen zijn bovendien tegenstrijdig en de foto- en filmbestanden kunnen niet als steunbewijs dienen, omdat die niet zijn gedateerd dan wel daarvan niet kan worden vastgesteld dat die zijn verstuurd aan verdachte.
Beoordeling door de militaire kamer
Inleidende overwegingen
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de militaire kamer voorop dat zedenzaken zich in het algemeen kenmerken door het feit dat slechts twee personen aanwezig waren bij de situatie waarin de (beweerdelijke) seksuele handelingen plaatsvonden: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Dit maakt dat extra zorgvuldig naar de waardering van de afgelegde verklaringen moet worden gekeken, zeker als, zoals in dit geval, verdachte het feit niet bekent.
Het bewijs dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, kan bovendien niet uitsluitend gebaseerd worden op de verklaring van één getuige. Alleen de verklaring van het vermeende slachtoffer, [slachtoffer] , is dus onvoldoende. Voor een bewezenverklaring is noodzakelijk dat de verklaring in voldoende mate steun vindt in de overige bewijsmiddelen en dat deze verklaring niet op zich zelf staat. Uit vaste jurisprudentie volgt dat deze bepaling ziet op de tenlastelegging in zijn geheel en niet op ieder onderdeel van de tenlastelegging. Niet alle feitelijke handelingen van verdachte hoeven daarom te worden ondersteund door meerdere bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen
Op 27 januari 2022 heeft een informatief gesprek zeden met [slachtoffer] plaatsgevonden. Op 13 april 2022 heeft zij aangifte tegen verdachte gedaan. [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar had verteld dat hij in het criminele circuit zat, deed aan kidnappen en huurmoordenaar was. In november 2014 moest zij voor het eerst een naaktfoto sturen naar verdachte. Ze kreeg een appje via zijn telefoonnummer: ‘
Wij hebben [verdachte] ; Of we gaan hem vermoorden, of je stuurt een naaktfoto om hem vrij te laten’. Toen zij vervolgens aangaf geen contact meer met verdachte te willen, wilde verdachte er zeker van zijn dat ze haar mond zou houden over zijn criminele activiteiten. Hij zei dat iemand van de criminele organisatie contact met haar zou opnemen. Ter garantiestelling werd gedreigd dat zij pornografisch materiaal moest aanleveren. In de maanden daarna, tot april 2015, bleef zij berichten van verdachte ontvangen waarin stond dat zij pornografisch materiaal moest aanleveren, naaktfoto’s en -video’s, waarbij werd gedreigd dat als zij dat niet zou doen, haar familie/vrienden of verdachte iets zou overkomen. Ze heeft honderden keren pornografisch materiaal moeten sturen, met steeds extremere inhoud. Er werden haar ook specifieke opdrachten en instructies gegeven, waarbij ze zichzelf moest filmen toen ze op de versnellingspook van de auto van haar vader ging zitten, een kettinkje in haar vagina moest doen, zichzelf moest bevredigen terwijl ze naast een vriend, [naam] , zat of seks moest hebben met een vriendin, [naam] . [slachtoffer] durfde zich niet uit de situatie te onttrekken of iemand hierover in te lichten. Ze was bang voor verdachte, door zijn blik en omdat hij agressief, gejaagd en gebiedend overkwam. [slachtoffer] dacht dat zij de berichten, via de telefoon van verdachte, kreeg van de mensen die verdachte de opdrachten gaven om huurmoorden en kidnappingen uit te voeren, omdat ze berichtjes kreeg waaruit bleek dat de verzender wist waar zij was, terwijl niemand dat kon weten. [3]
Een verbalisant heeft - op basis van informatie voortkomend uit onderzoek naar de telefoon van [slachtoffer] - een tijdslijn gemaakt om inzichtelijk te krijgen wanneer [slachtoffer] foto’s en video’s heeft verstuurd. Hieruit blijkt dat zij in november 2014 een naaktfoto heeft gestuurd en in januari en februari 2015 meerdere naaktfoto’s en -video’s heeft verzonden, alles via WhatsApp. [4]
In de telefoon van aangeefster is onderzoek gedaan naar foto’s en video’s uit de periode van 1 januari 2014 tot 30 april 2015. Er zijn 60 foto’s aangetroffen waarop iemand volledig naakt of met enkele kledingstukken aan poseert. Volgens de verbalisant is op alle foto’s ofwel duidelijk te zien dat het [slachtoffer] is, of is het zeer aannemelijk dat zij het is, gelet op de lichaamsbouw, unieke kenmerken van het lichaam, piercing en de omgeving waar de foto’s zijn gemaakt. Verder zijn 18 video’s aangetroffen waarop [slachtoffer] volledig naakt te zien of zichzelf op de video uitkleedt. Op enkele van die video’s is te zien dat [slachtoffer] voorwerpen zoals een komkommer, een sok en een lippenbalsem in haar vagina stopt. De verbalisant beschrijft dat opvalt dat [slachtoffer] op geen enkele foto of video met een glimlach staat, maar juist met een bedrukkend gezicht. [5]
In het dossier bevinden zich screenshots van WhatsApp-gesprekken tussen de telefoon van verdachte (V) en [slachtoffer], waaronder de volgende gesprekken. [6]
[slachtoffer] : Ik wil hierna namelijk nooit meer door die wereld gecontacteerd worden, dan snap je denk ik wel
[slachtoffer] : Dus alle sporen die naar mij leiden worden dangewist.
[slachtoffer] : Ja?
[slachtoffer] : Dat ik een beetje zekerheid heb..
V: Ja
V: Oja over zaterdag stel het lukt en je krijgt et dus voor elkaar wil ik alleen een berichtje dat et gelukt is. Dan zal ik je een bericht sturen dat je het over een uur kan sturen. ik moet namelijk die kopiër dingen van mijn telefoon afhalen. Je krijgt na dat je het gestuurd hebt een
code woord dat moet je opschrijven als ze het binnen hebben krijge je nog een code die
moet je opschrijven als alles verwijderd is krijg je een laatste code woord die moeg je me dan na 3 uur toe sturen. En we zijn dan voor goed van hem af en zijn dan dichterbij het ontmaskeren wie die foto's wilden. En wie die info heeft verspreid
Verder bevinden zich in het dossier screenshots van het volgende WhatsApp-gesprek tussen de telefoon van verdachte (V) en [naam] [7] :
V: Hé ik zit met een punt kijk je mag et niet verder vertellen ik wil ook niet dat je in paniek raakt
V: En ik zit nu al zwaar in de shit
V: Ik ben bloed serieus over als je iemand iets verteld kan ik ongelooflijke problemen komen
[naam] : Okay, zal m’n mond houden
V: Je hebt ooit een filmpje gemaakt samen met [slachtoffer]
[naam] : Gast
[naam] : Hoe the fuck weet jij dat
V: Ik ben dat tegen gekomen op internet op de deepweb
V: Ik heb et weten te verwijderen maar et staat op een computer
V: Ik heb geprobeerd et ip adres te achterhalen
[naam] : Weet [slachtoffer] hier ook van?
[naam] : Vraag me af hoe t op internet terecht is gekomen dan
V: Ik heb et geprobeerd met haar op te lossen
V: Dat heb ik geprobeerd uit te zoeken
V: Alleen et bestand is te beschadigd
V: Et is niet alleen een filmpje et zijn ook meerdere foto’s
[naam] : Er zijn geen foto’s gemaakt?
V: En ik heb dus dat filmpje nodig om het adres terug te kunnen traceren
V: Nee die zijn niet van jouw
[naam] : [slachtoffer] heeft ook geen foto’s gemaakt
V: Nee van derzelf wel
V: Maar heb jij dat filmpje ook?
[naam] : Nope, allang niet meer
V: Als ik et ip adres niet te pakken krijg kan et filmpje op meerdere sites terecht komen
V: Of op Facebook
V: Of twitter?
V: Echt niet?
V: Ik doe er niks mee
[naam] : Nee
V: (...) en mensen me nu dood willen
V: Nieuwe kunnen ook
[naam] : Ik heb niks op mn telefoon sawry
[naam] : Hoe ben je dan in de problemen gekomen?
V: Ik was aan et surfen op internet en kwam et toevallig tegen
V: Zou je anders nieuwe foto’s willen maken
V: Of met [slachtoffer] overleggen
[naam] : Nope, ik maakt geen naaktfoto’s of filmpjes van mezelf eigenlijk. Alleen die ene keer just for fun om t te proberen
[naam] : En was eigenlijk ook niet van plan om nieuwe te maken
Ook bevindt zich in het dossier een screenshot van een bericht dat [slachtoffer] kreeg van [naam] [8] :
Hoi [slachtoffer] , een beetje een heel random berichtje dit. Maar ik kreeg een wanhopig bericht van [verdachte] met dat hij diep in de shit zit en wat hulp nodig heeft. ik ken het hele verhaal niet en ik wil niet alles weten ook. Maar hij vraagt naar 6vervangende fotos. Ik weet niet wat voor fotos en als je die zomaar wilt sturen, maar misschien wel aan [verdachte] ? Hij zegt dat het jou en [naam] ook helpt. Dus je doet het niet alleen voor hem, maar ook voor [naam] en jezelf.
Ik hoop dat je hem wilt helpen.
[naam]
De ex-vriend van [slachtoffer] , [getuige] , is als getuige gehoord. Hij heeft [slachtoffer] voor het eerst ontmoet in de zomer van 2014 en ze kregen een relatie vanaf oktober 2016. Na het eerste jaar van hun relatie is ze begonnen met vertellen. Hij heeft verklaard dat [slachtoffer] het volgende aan hem had verteld. Zij had een relatie met ‘ [verdachte] ’. In het begin was het een leuke relatie, maar later werd hij obsessief. Hij accepteerde niet dat [slachtoffer] bij hem weg wilde. Hij heeft [slachtoffer] laten achtervolgen en [slachtoffer] moest allemaal seksuele foto’s van zichzelf maken op ongewenste plekken. Er werd druk op haar uitgeoefend. Wanneer er een berichtje gestuurd werd, dan moest er een handeling plaatsvinden en als ze dat niet deed, dan waren er consequenties. Verder heeft [getuige] verklaard dat hij zich een moment herinnert dat [slachtoffer] toen zij thuiskwam merkte dat de Luxaflex in een andere stand stonden dan toen ze haar huis had verlaten. [slachtoffer] belde hem in paniek op of hij naar haar huis wilde komen. Ze was bang dat er iemand binnen was geweest, iemand naar haar op zoek was en haar weer achtervolgde. Ze wilde niet alleen in het huis zijn. [9]
Getuige [naam] heeft verklaard dat [slachtoffer] haar eens over haar relatie met verdachte vertelde, dat er sprake was van bedreiging en seksuele intimidatie. Verder heeft [naam] verklaard dat [slachtoffer] haar een keer een berichtje stuurde met de vraag of zij het leuk vond om samen seksueel te experimenteren en dat te filmen. Dat hebben zij gedaan. Later kreeg [naam] een berichtje van verdachte waarin hij aangaf dat hij dat filmpje was tegengekomen op het deepweb en hij materiaal nodig had om dat filmpje te vervangen. [10]
Getuige [naam] heeft verklaard dat [slachtoffer] hem rond de kerst van 2014 vertelde wat er aan de hand was. Zij vertelde dat zij werd lastig gevallen en was heel emotioneel. Later heeft [slachtoffer] verteld wat er echt is gebeurd. Zij werd lastiggevallen via de telefoon door verdachte of zijn vrienden. Zij moest naaktfoto’s of -video’s sturen naar het telefoonnummer van verdachte. [slachtoffer] heeft verteld dat als zij dat niet deed, er dingen zouden kunnen gebeuren met haar vrienden of familie. Ook zei ze dat de gordijnen open moesten blijven, zodat ‘ze’ konden zien wat er binnen gebeurde. Verdachte gaf haar het idee dat er mensen voor haar deur stonden en zij werd gevolgd. [naam] verklaart over een specifiek moment dat hij zich kan herinneren. Hij en [slachtoffer] waren een spelletje aan het doen aan de eettafel. Op enig moment gaf [slachtoffer] aan dat zij een filmpje moest opnemen dat zij met haarzelf bezig was terwijl zij naast hem zat. Zij had een speeltje dat zij moest gebruiken. Ze keek geïrriteerd en angstig. [slachtoffer] ging naast hem zitten en heeft het filmpje gemaakt. [naam] heeft gezien dat zij dit stuurde naar iemand met de naam ‘ [verdachte] ’. Verder verklaart hij dat hij een verandering in haar gedrag heeft gezien. In bepaalde situaties zag hij pure paniek bij haar en dat zij echt niet meer wist wat zij moest doen. [slachtoffer] had hem verteld dat zij een einde wilde maken aan haar leven, omdat zij gewoon niet meer wist hoe zij uit die situatie moest komen. [11]
Beoordeling
De eerste vraag die de militaire kamer moet beantwoorden, is of de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar is. De militaire kamer is van oordeel dat er geen reden is om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] te twijfelen. Haar verklaringen zijn consistent, gedetailleerd en gespecificeerd over wat er gebeurd zou zijn. De militaire kamer acht haar verklaringen ook authentiek. [slachtoffer] heeft tijdens het informatieve gesprek bij de politie en in haar aangifte nagenoeg hetzelfde verhaal verteld en dit komt op belangrijke punten ook overeen met wat haar moeder en vrienden verklaren over wat zij aan hen heeft verteld en wat zij aan haar gedrag merkten. Gelet hierop acht de militaire kamer de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar en dus bruikbaar voor het bewijs. De militaire kamer zal daarom haar verklaring als uitgangspunt nemen in deze zaak.
Vervolgens moet de militaire kamer bepalen of voor de verklaring van [slachtoffer] voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is dat afkomstig is van een andere bron. De militaire kamer is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] op belangrijke onderdelen wordt ondersteund door feiten en omstandigheden zoals die blijken uit het dossier.
De militaire kamer stelt vast dat uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat [slachtoffer] in de periode van 1 januari 2014 tot 30 april 2015 naaktfoto’s en -filmpjes van zichzelf maakte waarop zij naakt of gedeeltelijk naakt te zien was. Ook is gebleken dat zij deze foto’s en filmpjes naar verdachte stuurde. Immers, onderzoek aan de telefoon wijst uit dat zij in de ten laste gelegde periode naaktfoto’s en naaktvideo’s verstuurde, [slachtoffer] heeft zelf verklaard dat zij deze naar verdachte stuurde, zij heeft aan getuigen [naam] en [getuige] verteld dat zij naaktfoto’s en -filmpjes naar verdachte moest sturen én getuige [naam] heeft gezien dat zij een naaktfilmpje naar een [verdachte] stuurde. Bovendien heeft [slachtoffer] verklaard dat zij op verzoek van verdachte een filmpje met getuige [naam] had opgenomen en naar hem had verstuurd en heeft verdachte later nog contact opgenomen met getuige [naam] over dit filmpje. Daar komt bij dat verdachte ter terechtzitting, geconfronteerd met dit alles, niet heeft ontkend, maar herhaaldelijk heeft verklaard dat hij zich dit alles niet kan herinneren.
De militaire kamer stelt vervolgens vast dat het voorgaande onder dwang is gebeurd. [slachtoffer] heeft zowel tegen [getuige] , [naam] en [naam] verteld dat zij werd bedreigd. Uit het bericht dat [slachtoffer] van [naam] heeft ontvangen, blijkt dat verdachte een wanhopig bericht naar [naam] stuurde, dat hij diep in de shit zit en hulp nodig heeft, en daarom zes vervangende foto’s wilde hebben. Hieruit blijkt dat op [slachtoffer] emotionele druk werd uitgeoefend. Dat blijkt ook uit de gesprekken die [slachtoffer] met verdachte voerde, waarin zij aangaf dat ze nooit meer contact met ‘die wereld’ wilde en verdachte zei dat ze ‘dichterbij het ontmaskeren wie die foto’s wilden’ waren. Verder blijkt uit de verklaringen van getuigen [naam] en [getuige] dat verdachte [slachtoffer] het idee gaf dat zij werd gevolgd en dat zij niet aan de situatie kon ontkomen. Zo heeft [slachtoffer] een keer in paniek naar [getuige] gebeld dat zij dacht dat iemand in haar huis was geweest en verklaart [naam] over dat [slachtoffer] geïrriteerd en angstig keek toen zij een filmpje moest maken, en zag hij pure paniek bij haar. Daarnaast heeft de verbalisant die de naaktfoto’s en -filmpjes op [slachtoffer] telefoon heeft gezien en omschreven, verklaard dat opvalt dat [slachtoffer] op geen enkele foto of video met een glimlach staat, maar juist met een bedrukkend gezicht.
Hiermee staat volgens de militaire kamer vast dat verdachte een situatie heeft gecreëerd die zodanig bedreigend was dat [slachtoffer] zich hier niet aan durfde te onttrekken. De militaire kamer is van oordeel dat verdachte door middel van bedreiging met geweld en andere feitelijkheden, [slachtoffer] heeft gedwongen seksuele handelingen te plegen.
De handelingen die [slachtoffer] bij zichzelf moest verrichten zijn onmiskenbaar van een seksuele aard en vanwege het verregaande karakter ervan als strijdig met de sociaal-ethische norm te typeren en derhalve ontuchtig.
De militaire kamer acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte door middel van bedreiging met geweld en andere feitelijkheden, [slachtoffer] heeft gedwongen ontuchtige handelingen te plegen.
Tezamen en in vereniging
De militaire kamer overweegt dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat om vast te stellen dat verdachte het bewezenverklaarde samen met een of meer anderen heeft gepleegd. De militaire kamer spreekt hem daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrij.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op een of meer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 november 2014 tot en met 30 april 2015 te Bussum
en/of Apeldoornen
/ofZeist en
/ofOirschot
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door
geweld of een andere feitelijkheid en/ofbedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , heeft gedwongen tot het plegen
en/of duldenvan een of meer ontuchtige handelingen, te weten:
- het maken en naar hem, verdachte, sturen van foto’s en
/offilmpjes waarin die [slachtoffer] haar (deels) ontblote lichaam liet zien en
/ofseksuele/ontuchtige handelingen bij zichzelf verrichtte en
/ofhet brengen van
haar vingers en/of vuist en/of envoorwerpen in haar vagina
en tussen haar schaamlippen en/of het betasten van haar vulva met haar vingers en/of vuist en/of en voorwerpenwaarbij
dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/ofdie bedreiging met geweld en
/ofmet die andere feitelijkheid er in heeft
/hebbenbestaan dat verdachte
- die [slachtoffer] heeft benaderd via Whatsapp en
/ofsms,
althans berichten heeft gestuurden
/of
- die [slachtoffer] opdracht en
/ofinstructies heeft gegeven tot het plegen
en/of duldenvan
voornoemde ontuchtige handelingen en
/of
- hierbij die [slachtoffer] en
/offamilieleden/vrienden van die [slachtoffer] ernstig bedreigde en
/ofdie [slachtoffer] liet geloven dat hij, verdachte, werd vastgehouden
en/of anders vermoord zou worden
- zich
agressief en/ofintimiderend en
/ofdwingend heeft opgesteld ten opzichte van die
[slachtoffer] en
/of
- ( hierdoor) een zodanig bedreigende en
/ofbeangstigende situatie en
/ofafhankelijkheidsrelatie heeft gecreëerd dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige handelingen
kon en/ofdurfde te onttrekken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat als de militaire kamer tot een veroordeling komt, een taakstraf met een eventuele voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Adolescentenstrafrecht
Verdachte was ten tijde van het plegen van de feiten 21 jaar en dus meerderjarig. Uitgangspunt is dat op een jongvolwassene, die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, het volwassenstrafrecht wordt toegepast. Op een jongvolwassen verdachte die ten tijde van het strafbare feit meerderjarig is, maar nog geen 23 jaar is, kán het jeugdstrafrecht worden toegepast als sprake is van omstandigheden, gelegen in de persoon van verdachte of de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, die daartoe aanleiding geven. De reclassering heeft in haar advies aangegeven geen inschatting te kunnen maken van het functioneren van verdachte in de tenlastegelegde periode en heeft zich daarom onthouden van advies. De militaire kamer ziet in dit geval, in de omstandigheden of de persoon van verdachte, geen enkele aanleiding om verdachte volgens het jeugdstrafrecht te veroordelen.
Strafmaat
Verdachte heeft gedurende enkele maanden berichten naar [slachtoffer] gestuurd waarin hij haar dwong om naaktfoto’s en -filmpjes van zichzelf naar hem te sturen. Hij dreigde daarbij dat hij haar familie iets aan zou doen of dat hem iets zou overkomen. Hij heeft [slachtoffer] daarbij ook vernederende handelingen laten verrichten en een situatie gecreëerd die zodanig bedreigend was dat [slachtoffer] het gevoel had dat zij niet anders kon dan aan zijn opdrachten te voldoen en zich daaraan niet durfde te onttrekken, omdat zij vreesde dat haar familie, vrienden of verdachte iets zou worden aangedaan. Pas jaren later heeft [slachtoffer] de vrijheid gevoeld om aangifte te doen van wat verdachte haar heeft aangedaan.
De militaire kamer houdt er rekening mee dat verdachte niet eerder strafbare feiten heeft begaan en ook na dit bewezenverklaarde feit niet nogmaals de fout in is gegaan. Verder houdt de militaire kamer rekening met de tijd die is verstreken sinds verdachte dit strafbare feit heeft begaan. Een (on-)voorwaardelijke gevangenisstraf is naar het oordeel van de militaire kamer niet langer aan de orde.
Dit alles maakt dat de militaire kamer aan verdachte de maximale taakstraf van 240 uren zal opleggen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met het tenlastelegde feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 7.897,93 aan materiële schade en € 6.807,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij deels kan worden toegewezen. Voor wat betreft het salaris van de benadeelde partij, dient de vordering niet-ontvankelijk verklaard te worden, nu dat deels Corona-gerelateerd lijkt te zijn. Wat betreft de immateriële schade, is een bedrag van
€ 5.000,00 passend. In totaal dient een bedrag van € 7.926,11 toegewezen te worden, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair is naar voren gebracht dat de kosten van de psychologische behandeling niet zijn gespecificeerd en dat het deel aan salaris ook onvoldoende is gespecificeerd en onderbouwd. Verder is onvoldoende onderbouwd en niet gespecificeerd dat de benadeelde partij voor loonsverhoging in aanmerking zou komen.
Overweging van de militaire kamer
Materiële schade
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 7.897,93 aan materiële schadevergoeding gevorderd. Deze vordering bestaat uit € 4.426,11 voor psychologische behandelingen, een deel van € 2.328,52 aan salaris dat de benadeelde partij niet uitgekeerd heeft gekregen vanwege haar arbeidsongeschiktheid en een deel van € 1.143,30 aan salaris dat de benadeelde partij is misgelopen, omdat zij geen salarisverhoging heeft gekregen.
De militaire kamer overweegt dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de benadeelde partij psychologische hulp heeft gehad in verband met het bewezenverklaarde feit en stelt dan ook vast dat de kosten voor die behandeling rechtstreekse schade zijn als gevolg hiervan. De militaire kamer zal deze schadepost dan ook toewijzen.
Verder is voldoende aannemelijk gemaakt dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde feit is uitgevallen in haar functie en derhalve een deel van haar salaris niet uitgekeerd heeft gekregen, vanwege arbeidsongeschiktheid. De militaire kamer zal dit gevorderde bedrag aan salaris dan ook toewijzen.
De militaire kamer verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op het salaris dat de benadeelde partij is misgelopen, omdat zij geen salarisverhoging heeft gekregen. Dit deel van de vordering is door de verdediging betwist en niet is vast te stellen dat de benadeelde partij deze salarisverhoging ook zou hebben gekregen als zij aan het werk was geweest. Immers, die verhoging was afhankelijk van haar functioneren. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren.
Smartengeld
De benadeelde partij is door het handelen van verdachte op ‘andere wijze in de persoon aangetast’ ex artikel 6:106 sub b BW (Burgerlijk Wetboek). De aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor benadeelde rechtvaardigen die conclusie. De nadelige gevolgen liggen zo voor de hand dat een aantasting van de persoon kan worden aangenomen.
De militaire kamer houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 3.500,00 vaststellen.
Conclusie
De militaire kamer wijst dus toe de vordering materiële schade voor een bedrag van
€ 6.754,63 en de vordering immateriële schade voor een bedrag van € 3.500,00. De benadeelde partij wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Verdachte is vanaf 1 november 2014 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De militaire kamer ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
de beslissingen op de vordering van de benadeelde partij
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 6.754,63 aan materiële schade en € 3.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2014 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 6.754,63 aan materiële schade en
€ 3.500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 november 2014 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 86 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. van Wezel, voorzitter, mr. Y.H.M. Marijs, rechter, en Kolonel mr. M. Hoedeman, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 februari 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door een verbalisant van de Koninklijke Marechaussee, Brigade Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [dosssiernummer] , gesloten op 23 januari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 januari 2024.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] d.d. 13 april 2022, p. 12-30.
4.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 oktober 2022, p. 100-102.
5.Proces-verbaal van bevindingen (mobiele telefoon aangeefster) d.d. 7 september 2022, p. 153-154.
6.Proces-verbaal van bevindingen (USB-stick) d.d. 20 januari 2023, p. 145-146.
7.Proces-verbaal van bevindingen (USB-stick) d.d. 20 januari 2023, p. 147-149.
8.Proces-verbaal van bevindingen (USB-stick) d.d. 20 januari 2023, p. 151.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 27 september 2022, p. 31-36.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 6 oktober 2022, p. 37-43.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam] d.d. 31 oktober 2022, p. 44-50.