ECLI:NL:RBGEL:2024:6861

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
10 oktober 2024
Zaaknummer
437318
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en redelijke mogelijkheid tot kennisname van algemene voorwaarden in samenwerkingsovereenkomst

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, is een bevoegdheidsincident aan de orde. Het Platform B.V. heeft Zend B.V. gedagvaard in een civiele procedure, waarbij het Platform betaling vordert van onbetaalde facturen. Zend heeft in het incident verzocht om de rechtbank onbevoegd te verklaren en de zaak te verwijzen naar de rechtbank Noord-Nederland. De kern van het geschil betreft de vraag of Het Platform Zend een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen. De rechtbank overweegt dat de gebruiker van algemene voorwaarden aan de wederpartij de mogelijkheid moet bieden om deze voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst ter hand te stellen. Het Platform stelt dat dit is gebeurd via een e-mail van 14 februari 2019, waarin de samenwerkingsovereenkomst en de algemene voorwaarden zijn meegestuurd. Zend betwist dit en stelt dat de algemene voorwaarden niet zijn verstrekt, waardoor deze vernietigbaar zijn. De rechtbank heeft Zend in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stellingen van Het Platform en zal de zaak aanhouden voor verdere beoordeling. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de zaak op 23 oktober 2024 opnieuw op de rol komt voor verdere behandeling.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/437318 / HA ZA 24-312
Vonnis in incident van 9 oktober 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HET PLATFORM B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eisende partij in de hoofdzaak,
verwerende partij in het incident,
hierna te noemen: Het Platform,
advocaat: mr. S. van Waegeningh,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZEND B.V.,
gevestigd te Veendam,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
hierna te noemen: Zend,
advocaat: mr. M.A.E. Spekreijse-Braakman.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid van de zijde van Zend
- de conclusie van antwoord in incident van de zijde van Het Platform.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten in het incident

2.1.
Het Platform exploiteert een onderneming die gericht is op het ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een opdrachtgever. Het Platform is een uitzendwerkgever als bedoeld in artikel 7:690 BW.
2.2.
Zend is een transportonderneming. Zij richt zich op goederenvervoer over de weg.
2.3.
Partijen zijn in 2019 een samenwerkingsovereenkomst aangegaan.
2.4.
Voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomst heeft Het Platform per e-mail van 14 februari 2019 (met als onderwerp: Samenwerkingsovereenkomst en starterspakket Het Platform) het volgende aan Zend medegedeeld:

(…)Dank voor het prettige gesprek gisteren. Hierbij ontvang je de documentatie.De volgende exemplaren gelieve ondertekend en ingevuld te retourneren:- Samenwerkingsovereenkomst- Inschrijving opdrachtgever- (per medewerker) Aanmelding medewerker + id bewijs(…).
2.5.
De samenwerkingsovereenkomst is op 16 februari 2019 door Zend ondertekend en aan Het Platform retour gezonden. De overeenkomst is ingegaan met ingang van 1 januari 2019.
2.6.
Artikel 1.5 van de samenwerkingsovereenkomst luidt als volgt:

Op deze overeenkomst zijn de Algemene Voorwaarden van Het Platform van toepassing. De opdrachtgever verklaart een exemplaar van deze Algemene Voorwaarden te hebben ontvangen en verklaart akkoord te gaan met de inhoud daarvan. De Algemene Voorwaarden zijn alsbijlage 1bij deze overeenkomst gevoegd.
2.7.
Artikel 31 sub a van de Algemene Voorwaarden van Het Platform (hierna: de algemene voorwaarden) luidt als volgt:

Van geschillen (…) is bij uitsluiting de rechter in de vestigingsplaats van Het Platform bevoegd kennis te nemen (…).
2.8.
Partijen hebben per 1 januari 2020 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met elkaar gesloten. In die overeenkomst is hetzelfde artikel opgenomen als hiervoor onder 2.6. is weergegeven.
2.9.
De samenwerkingsovereenkomst tussen partijen is per 31 december 2023 geëindigd.
2.10.
Het Platform heeft tussen 20 december 2023 en 23 mei 2024 aan Zend facturen verzonden ad in totaal € 184.794,01. Zend heeft deze facturen onbetaald gelaten.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
Het Platform vordert dat de rechtbank bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Zend zal veroordelen tot betaling van:
a. een bedrag van € 184.794,01, dan wel een door de rechtbank te bepalen redelijke vergoeding, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 14 dagen na de datum van de facturen dan wel vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algemene voldoening;
b. de buitengerechtelijke incassokosten ad € 2.622,95,
een en ander met veroordeling van Zend in de kosten van het geding, daaronder begrepen de nakosten.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Zend verzoekt de rechtbank om zich onbevoegd te verklaren om van het geschil kennis te nemen en de zaak te verwijzen naar de rechtbank Noord-Nederland, met
uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Het Platform in de kosten van het incident met inbegrip van de nakosten.
4.2.
Zend voert daartoe het volgende aan.
Bij de e-mail van 14 februari 2019 was een samenwerkingsovereenkomst Payroll Dienstverlening gevoegd alsmede een inschrijfformulier voor de opdrachtgever en een formulier om medewerkers aan te melden. Bij deze e-mail was geen exemplaar van de algemene voorwaarden gevoegd.
De algemene voorwaarden zijn niet voor of bij het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst aan haar ter hand gesteld. Het Platform heeft haar geen redelijke mogelijkheid geboden om van haar algemene voorwaarden kennis te nemen. Ingevolge artikel 6:233 sub b BW zijn de (bedingen in de) algemene voorwaarden daarom vernietigbaar. Bij brief van 21 mei 2024 heeft zij de algemene voorwaarden vernietigd en daarmee is dus ook het forumkeuzebeding vernietigd. Als gevolg daarvan ontbreekt een grondslag om het geschil aan deze rechtbank voor te leggen.
4.3.
Het Platform concludeert tot afwijzing van het verzoek van Zend, met veroordeling van Zend in de kosten van het incident met inbegrip van de nakosten.
4.4.
Het Platform voert aan dat in artikel 1.5 van de samenwerkingsovereenkomst de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard. Zij heeft voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst per e-mail van 14 februari 2019 (onder meer) de samenwerkingsovereenkomst en de algemene voorwaarden aan Zend verstrekt. Zij heeft daarmee Zend voor het sluiten van de overeenkomst een redelijke mogelijkheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Zend kan daarom geen rechtsgeldig beroep doen op vernietiging van de algemene voorwaarden. Op grond van artikel 31 sub a van de algemene voorwaarden is deze rechtbank bevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen.

5.De beoordeling

5.1.
Zend betwist niet dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn op de met Het Platform gesloten samenwerkingsovereenkomst.
5.2.
Het geschil tussen partijen spitst zich toe op de vraag of Het Platform aan Zend een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Indien dat niet het geval is, is een beding in de algemene voorwaarden vernietigbaar (artikel 6:233 aanhef en sub b BW).
5.3.
De gebruiker van algemene voorwaarden heeft aan de wederpartij de in artikel 6:233 onder b BW bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld (artikel 6:234 lid 1 BW).
Artikel 6:234 lid 2 BW voegt daaraan toe dat de gebruiker die mogelijkheid tevens heeft geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij langs elektronische weg ter beschikking heeft gesteld op een zodanige wijze dat deze door haar kunnen worden opgeslagen en voor haar toegankelijk zijn ten behoeve van latere kennisneming.
5.4.
De rechtbank merkt op dat Het Platform in haar conclusie van antwoord in het incident een print screen van de e-mail van 14 februari 2019 overgelegd, waaruit lijkt te kunnen worden afgeleid dat de algemene voorwaarden als pdf bestand zijn meegezonden. Daarmee zou zijn voldaan aan de in artikel 6:234 lid 2 BW genoemde mogelijkheid. Zend heeft op die productie echter nog niet kunnen reageren. De rechtbank zal haar in de gelegenheid stellen daarop bij akte in te gaan. Daarbij kan Zend tevens ingaan op de stelling van Het Platform dat zij heeft voldaan aan de (in artikel 6:234 lid 1 BW) genoemde mogelijkheid van verstrekking van de voorwaarden op de in artikel 6:230c BW voorziene wijze, hetgeen mogelijk is omdat Het Platform een dienstverrichter in de zin van de Dienstenrichtlijn is.
5.5.
Voor het geval na de akte van Zend nog niet vast zal staan dat Het Platform haar een redelijke mogelijkheid heeft geboden om kennis te nemen van de algemene voorwaarden, merkt de rechtbank op dat in artikel 1.5 van de door Zend ondertekende samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat Zend verklaart een exemplaar van de algemene voorwaarden te hebben ontvangen. Deze verklaring levert op grond van het bepaalde in artikel 157 lid 2 Rv dwingend bewijs op, behoudens tegenbewijs. Dit laatste volgt uit artikel 151 lid 2 Rv, nu de wet in dit geval tegenbewijs niet uitsluit.
In dat geval zal Zend, gelet op haar bewijsaanbod, worden toegelaten tot het leveren van tegenbewijs.
5.6.
Indien Zend bij akte niet voldoende gemotiveerd betwist dat zij een redelijke mogelijkheid heeft gehad om van de algemene voorwaarden kennis te nemen of als zij niet in het op te dragen tegenbewijs slaagt, dan zijn de algemene voorwaarden eveneens van toepassing op de per 1 januari 2020 gesloten samenwerkingsovereenkomst. Dit omdat Zend alsdan geacht wordt bekend te zijn met de inhoud van de algemene voorwaarden. Gesteld noch gebleken is dat de algemene voorwaarden na 2019 zijn gewijzigd. Dit betekent dat de rechtbank aan de stelling van Zend dat Het Platform bij de e-mail van 1 november 2019, waarbij zij aan Zend een nieuwe samenwerkingsovereenkomst toezond, geen exemplaar van de algemene voorwaarden heeft meegezonden als niet relevent voorbij gaat. In dat geval is deze rechtbank bevoegd om van de hoofdzaak kennis te nemen. De vestigingsplaats van Het Platform is immers gelegen binnen het rechtsgebied van deze rechtbank.
5.7.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
stelt Zend in de gelegenheid zich bij akte uit te laten als bedoeld in rov. 5.4,
6.2.
verwijst de zaak hiervoor naar de rol van woensdag 23 oktober 2024,
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. de Kerpel-van de Poel en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.