Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
meer subsidiair
of omstreeks18 februari 2024 te [plaats] [slachtoffer] heeft mishandeld door
en/of puntig voorwerp,
in/op/tegen de hand/pink vandie [slachtoffer] te steken en/of te prikken en/of te slaan,
of omstreeks18 februari 2024 te [plaats]
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer] ,
en/of weggemaakt;
of omstreeks18 februari 2024 te [plaats]
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïneen
/ofongeveer 2,01 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA zijnde cocaïne en/of MDMA,
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De motivering van de straf
- het uittreksel Justitiële Documentatie van 24 september 2024 (het strafblad),
- het rapport van Reclassering Nederland van 16 mei 2024.
8.De beoordeling van de civiele vordering
De medische kosten, het eigen risico, huishoudelijke hulp, verzorging en begeleiding
Schade aan goederen
Eerste noodzakelijke kosten
Vervoers- en parkeerkosten
Verlies aan arbeidsvermogen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
€ 675,32(zeshonderdvijfenzeventig euro en tweeëndertig cent) aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en
€ 1.000,-(duizend euro) aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
€ 675,32aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en
€ 1.000,-aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als deze bedragen niet worden betaald, kunnen 26 (zesentwintig) dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;