ECLI:NL:RBGEL:2024:6792

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
AWB- 24_6889
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de bevoegdheid en noodzaak tot sluiting van een woning na explosie

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in verband met een besluit van de burgemeester van Culemborg. De burgemeester had op 27 september 2024 besloten de woning van verzoekster voor de duur van één week te sluiten na een explosie die plaatsvond bij de voordeur van de woning. De voorzieningenrechter heeft beoordeeld of de burgemeester bevoegd was om deze sluiting te bevelen en of de sluiting in overeenstemming was met het evenredigheidsbeginsel.

De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op basis van artikel 174a van de Gemeentewet, gezien de ernstige verstoring van de openbare orde door de explosie. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de sluiting geschikt, noodzakelijk en evenwichtig was, ondanks de ingrijpende gevolgen voor verzoekster en haar gezin. De burgemeester had de sluiting niet alleen kunnen onderbouwen met de explosie, maar ook met de angst en vrees die bij de buurtbewoners bestond.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de woning gesloten blijft tot 4 oktober 2024 om 20.00 uur. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/6889
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 oktober 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. S. Splinter),
en

de burgemeester van Culemborg

(gemachtigden: [naam] , [naam] en [naam] ).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over het besluit van de burgemeester om de woning van verzoekster voor de duur van één week te sluiten. De voorzieningenrechter beoordeelt aan de hand van de gronden van verzoekster of de burgemeester bevoegd was om tot sluiting van de woning over te gaan en of hij daartoe mocht overgaan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. De burgemeester mocht tot sluiting voor de duur van één week overgaan. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Met het bestreden besluit van 27 september 2024 heeft de burgemeester verzoekster op grond van artikel 174a van de Gemeentewet bevolen de woning aan de [locatie] in [plaats] (de woning) voor de duur van één week te sluiten. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Tevens heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om hangende de behandeling van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening te treffen en het besluit te schorsen.
2.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 oktober 2024 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, haar man, dochter en zoon, de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigden van de burgemeester.
2.2.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. De voorzieningenrechter beoordeelt of het nodig is om het besluit van burgemeester te schorsen in afwachting van de beslissing op het bezwaar. De voorzieningenrechter geeft daarvoor een voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit en daarmee van de kans van slagen van het bezwaarschrift. Daarnaast weegt hij de belangen van verzoekster en van de burgemeester bij een schorsing. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
4. In de nacht van 26 op 27 september 2024 vond bij de voordeur van de woning van verzoekster een explosie plaats. Hierbij is de voordeur naar binnen geblazen, het kozijn van de voordeur is daarbij ontzet. De glazen deur tussen de hal en de woonkamer was eveneens weggeblazen en er zat een gat en een grote barst in een ruit in de woonkamer aan de achterzijde van de woning. Verder is de marmeren vloer bij de voordeur kapot, is er schade aan de radiator, het plafond, de wc-deur, de lamp in de gang, de trap en raamlamellen. Bovendien is de garagedeur door de explosie krom getrokken. Ook zijn de twee auto’s die op de oprit bij de woning stonden als gevolg van de explosie beschadigd. Verzoekster was op het moment van de explosie met haar man en dochter in de woning aanwezig.
5. Op 27 september 2024 heeft de politie de burgemeester met een bestuurlijke rapportage van deze explosie op de hoogte gesteld. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien te bevelen de woning met ingang van 27 september 2024 om 20.00 uur tot en met 4 oktober 2024 20.00 uur te sluiten en gesloten te houden.
De burgemeester is bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan
6. Op grond van artikel 174a, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
6.1.
Op de zitting is door de gemachtigde van verzoekster bevestigd dat niet wordt betwist dat de burgemeester bevoegd is om tot sluiting van de woning over te gaan. De voorzieningenrechter twijfelt daar zelf ook niet aan. Gelet op de explosie, de toegebrachte schade en de angstgevoelens in de buurt is de burgemeester bevoegd de woning te sluiten.
Mocht de burgemeester de bevoegdheid tot sluiting gebruiken?
7. Een sluiting van een woning is een ingrijpende maatregel. Als de burgemeester gebruik wil maken van zijn sluitingsbevoegdheid, moet hij het concrete geval toetsen aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Die toets houdt in dat beoordeeld moet worden of de sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is, gezien de overige in het geding zijnde belangen.
7.1.
Verzoekster vindt dat aan deze voorwaarden niet is voldaan. Dit betoog slaagt niet. De voorzieningenrechter licht dit hieronder toe.
7.1.1.
De maatregel is geschikt om het doel, het wegnemen van de ernstige verstoring van de openbare orde, te bewerkstelligen. Dat staat in deze zaak niet ter discussie.
7.1.2.
De maatregel is ook noodzakelijk gelet op de vrees en angst bij buurtbewoners. In het besluit staat dat er geen andere mogelijkheden zijn dan sluiting. Dit is in het besluit niet nader onderbouwd, maar op de zitting heeft de gemachtigde van de burgemeester toegelicht dat de al bij de woning aanwezige camera’s de daders niet hebben afgeschrikt. Cameratoezicht wordt daarom niet als afdoende beoordeeld. Dit geldt ook voor extra surveillance in de straat door politieambtenaren. Gelet op het gebruikte explosief, dat volgens de laatste informatie van de politie om zwaar defensie materiaal zou gaan, is dat mogelijk zelfs gevaarlijk. Daarom is daar niet voor gekozen, zo is op de zitting toegelicht. De voorzieningenrechter is van oordeel dat hoewel de burgemeester dat niet in het bestreden besluit heeft opgenomen, de burgemeester hiermee afdoende heeft toegelicht waarom sluiting van de woning in de gegeven omstandigheden noodzakelijk is. Voor zover sprake is van een gebrekkige motivering, kan hij dat in de beslissing op bezwaar herstellen.
7.1.3.
Uit het bestreden besluit blijkt dat geen verdere indicatie kan worden gegeven van de duur van de ordeverstoring. Daarom heeft de burgemeester er nu voor gekozen de woning voor de duur van één week te sluiten. Dat maakt dat de sluiting evenwichtig is. Hoewel de sluiting ingrijpend is en consequenties heeft voor verzoekster en haar gezin, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester in de gegeven omstandigheden het algemeen belang en het belang van buurtbewoners zwaarder heeft mogen laten wegen dan de door verzoekster naar voren gebrachte belangen, waaronder de medische situatie van de dochter, en tot spoedsluiting van de woning heeft mogen overgaan.
7.2.
Wel valt op dat weinig tot geen begeleidende ondersteuning of hulp aan verzoekster en haar gezin is geboden. Omdat tot op heden niet gebleken is dat de familie enig verwijt kan worden gemaakt, had de burgemeester hierin een actievere rol moeten spelen. Dat betekent echter niet dat de maatregel daarmee zo onevenwichtig is dat deze geschorst moet worden. Wel zal de burgemeester indien hij tot verlenging van de sluiting wil overgaan, gelet op de vereisten van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) moeten onderbouwen, in welke mate tot ondersteuning wordt overgegaan.
7.3.
De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat de burgemeester sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig mocht achten en daarom tot sluiting mocht gaan. Hieruit volgt dat het bezwaar geen redelijke kans van slagen heeft.

Conclusie en gevolgen

8. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de woning gesloten dient te blijven tot vrijdag 4 oktober 2024 om 20.00 uur. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
8.1.
Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2024 door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.Y. Snoeren-Bos, griffier.
De griffier is verhinderd het proces-verbaalvan de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.