ECLI:NL:RBGEL:2024:6732

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 september 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
05.880286.18 (deel 2, zonder afbeeldingen)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Leiding geven aan een criminele organisatie met cryptocommunicatiediensten en witwassen

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 12 september 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 52-jarige man, die werd beschuldigd van het leidinggeven aan een criminele organisatie. Deze organisatie had als doel het aanbieden van cryptocommunicatiediensten aan andere criminele organisaties en het witwassen van de opbrengsten hiervan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, een bedrijf heeft geleid dat versleutelde communicatiemethoden aanbood, die vooral door criminelen werden gebruikt. De verdachte was de oprichter en leidde de organisatie, waarbij hij op de hoogte was van de criminele activiteiten van zijn klanten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar voor zijn rol in de organisatie, het plegen van valsheid in geschrifte en het witwassen van geld. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk verbergen van sporen van misdrijven en het vernietigen van bewijs. De zaak is behandeld in het kader van een breder onderzoek naar criminele organisaties die gebruik maakten van de cryptocommunicatiediensten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Parketnummer: 05.880286.18
Datum uitspraak : 12 september 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1971 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. P.M. Breukink, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1
hij in of omstreeks de periode van 3 september 2013 tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit verdachte [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer andere perso(o)n(en) welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten, het al dan niet tezamen en in vereniging met een of andere of anderen:
- verlenen van stoffelijke steun aan (andere) criminele organisatie(s)
(artikel 140 lid 4 Wetboek van Strafrecht) en/of
- vernietigen en/of wegmaken en/of verbergen en/of onttrekken van sporen aan het onderzoek van een of meer ambtenaren van de justitie en/of politie
(artikel 189 Wetboek van Strafrecht) en/of
- plegen van valsheid in geschrift (artikel 225 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het (gewoonte)witwassen van vermogensbestanddelen (artikel 420bis/quater/ter
- het opzettelijk overtreden van een of meer voorschriften gesteld bij de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (artikel 3 en/of 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme),
terwijl hij, verdachte, van deze organisatie oprichter en/of leider en/of bestuurder was en/of binnen deze organisatie een leidinggevende rol heeft vervuld;
feit 2
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2017, althans van 28 maart 2018 tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of Arnhem en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit verdachte en/of een of meer anderen (al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] ) en/of [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of een persoon genaamd " [naam 4] " welke organisatie tot oogmerk had het al dan niet in vereniging met een ander of anderen:
- plegen van misdrijven als bedoeld in 10 vijfde lid en/of 11 vierde en vijfde welke deelneming aan die organisatie bestond uit het verlenen van geldelijke en/of stoffelijke steun aan die organisatie, te weten
- door leden van voornoemde criminele organisatie (tegen betaling van aanzienlijke hoeveelheden contant geld) te voorzien van Willyfox crypto(tele)foons/ [communicatiemethode 3] , althans niet op de leden van de organisatie te herleiden en versleutelde communicatiemiddelen) voorzien van [communicatiemethode 2] (althans een specifieke encrypted communicatie-applicatie), om onderschepping door opsporingsdiensten te voorkomen en/of
- ( achteraf) (op verzoek) sporen van communicatie over strafbare feiten uit te wissen en/of
- het witwassen van (voornoemde) aanzienlijke hoeveelheden contant geld;
feit 3
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2017, althans van 7 oktober 2018 tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of Arnhem en/of [plaats 3] en/of Emmen en/of Roermond en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen heeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit verdachte en/of een of meer anderen (al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] ) en/of (onder meer) [naam 5] en/of [naam 6] en/of [naam 7] (al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 2] ) en/of (onder meer) [naam 8] en/of [naam 9] en/of [naam 10] en/of [naam 11] , welke organisatie tot oogmerk had het al dan niet in vereniging met een ander
of anderen:
- plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder B en/of C van de Opiumwet, te weten het verkopen (via DarkWeb) en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of
- plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 420bis van het Wetboek van strafrecht, te weten het witwassen van geldbedragen en bitcoins welke deelneming aan die organisatie bestond uit het verlenen van geldelijke en/of stoffelijke steun aan die organisatie, te weten door
- door leden van voornoemde criminele organisatie (tegen betaling van aanzienlijke hoeveelheden contant geld) te voorzien van Willyfox crypto (tele) foons/ [communicatiemethode 3] (althans niet op de leden van de organisatie te herleiden en versleutelde communicatiemiddelen) voorzien van [communicatiemethode 2] (althans een specifieke encrypted communicatie-applicatie), om onderschepping door opsporingsdiensten te voorkomen en/of
- ( achteraf) (op verzoek) sporen van communicatie over strafbare feiten uit te wissen en/of
- het witwassen van (voornoemde) aanzienlijke hoeveelheden contant geld/bitcoins;
feit 4
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 september 2013 tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of Arnhem en/of [plaats 3] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) nadat enig misdrijf, te weten (in ieder geval) een of meer misdrijven strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht en/of de Opiumwet, waaronder
- het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en/of
- plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder A en/of B en/of C van de Opiumwet, te weten het uitvoeren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of
- plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 3 aanhef en onder A en/of B en/of C van de Opiumwet, te weten het uitvoeren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II en/of
- witwassen en/of
een of meer aan voormelde strafbare feiten verwante misdrijven is/zijn gepleegd,
met het oogmerk om het te bedekken of de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken, voorwerpen waarop of waarmede het misdrijf gepleegd is of andere sporen van het misdrijf vernietigt, wegmaakt, verbergt of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrekt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededaders (telkens) (na een verzoek van een klant) met voormeld oogmerk één of meer (onbekend gebleven)
(gebruikers)account(s), in elk geval de (gebruikers)account(s):
[account 1]
[account 2]
[account 3]
[account 4]
[account 5]
[account 6]
[account 7]
[account 8]
[account 9]
[account 10]
[account 11]
[account 12]
[account 13]
[account 14]
[account 15]
[account 16]
geblokkeerd en/of verwijderd en/of één of meer ( chat )berichten en/of data en/of gegevens van en/of naar voormelde gebruiker(s) verwijderd en/of geblokkeerd en/of aldus (telkens) het voor politie en/of justitie onmogelijk gemaakt (althans belemmerd) om onderzoek naar de inhoud van die chatberichten en/of data en/of gegevens en/of accounts te doen;
feit 5
hij, handelend onder de naam [bedrijf 1] en/of [bedrijf 3] , op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 oktober 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of Arnhem en/of (elders) in Nederland, (telkens) in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans (telkens) heeft witgewassen,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (een) voorwerp(en), te weten (telkens) één of meer geldbedrag(en) (van in totaal ongeveer 3.261.379,49 euro, zijnde de/het (totale), door [bedrijf 1] op rekeningnummer [rekeningnummer 1] ontvangen bedrag(en),
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat dit/deze voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
feit 6
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal en/of te Huisen, gemeente Lingewaard en/of Arnhem en/of (elders) in Nederland,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans (telkens) heeft witgewassen
immers heeft verdachte (telkens) (een) voorwerp(en), te weten
- meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer 419.333,- Euro (zijnde privé-onttrekkingen van verdachte aan [bedrijf 1] ) en/of
- meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer 153.634 Euro (zijnde contante stortingen op privé-rekeningen van verdachte en/of rekeningen van [bedrijf 1] )
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt, en/of
- 2.869, althans een groot aantal, mobiele telefoons (met een - geschatte - verkoopwaarde van in totaal ongeveer 2.295.200,- Euro) en/of één of meer geldbedragen van in totaal ongeveer 2.295.200,- Euro, althans de geldelijke opbrengst van de verkoop van voormelde telefoons,
verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt,
terwijl hij wist dat dit/deze voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig was/ waren uit enig misdrijf;
feit 7
hij, handelend onder de naam [bedrijf 1] , zijnde een eenmanszaak, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 september 2013 tot en met 24 juli 2018, te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of (elders) in Nederland, als bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000,- euro of meer, (telkens) opzettelijk in strijd met de verplichting, geformuleerd in artikel
16 Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, verrichte ongebruikelijk transacties, niet onverwijld nadat het ongebruikelijke karakter van deze transacties bekend is geworden heeft gemeld en/of heeft laten melden door zijn medewerkers aan de Financiële inlichtingen eenheid, immers hij verdachte en/of [bedrijf 1] in voormelde periode (telkens) opzettelijk geen melding gedaan en/of laten doen van een groot aantal verrichte (ongebruikelijke) (contante) transacties, althans geen melding gedaan van 51, althans een of meer, verrichte ongebruikelijke transacties, van in totaal 1.371.405,- Euro, in elk geval geen melding gedaan van één of meer verrichte ongebruikelijke transacties, te weten contante betalingen van in totaal 419.457,50 Euro, te weten , betalingen betreffende de factuurnummers [factuurnummer 1] , [factuurnummer 2] , [factuurnummer 3] , [factuurnummer 4] , [factuurnummer 5] , [factuurnummer 6] , [factuurnummer 7] , [factuurnummer 8] , [factuurnummer 9] , [factuurnummer 10] , [factuurnummer 11] , [factuurnummer 12] , [factuurnummer 13] , [factuurnummer 14] , [factuurnummer 15] , [factuurnummer 16] , [factuurnummer 17] , [factuurnummer 18] , [factuurnummer 19] , [factuurnummer 20] , [factuurnummer 21] , [factuurnummer 22] , [factuurnummer 23] ,
[factuurnummer 24] , [factuurnummer 25] , [factuurnummer 26] ;
feit 8
hij, handelend onder de naam [bedrijf 1] , zijnde een eenmanszaak, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 september 2013 tot en met 24 juli 2018, te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of elders in Nederland, als beroeps- of bedrijfsmatig handelende verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van 15.000,- Euro of meer, (telkens) opzettelijk, in strijd met de verplichting geformuleerd in artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, geen dan wel onvolledig, cliëntenonderzoek heeft verricht en/of laten verrichten
door zijn medewerkers, immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk geen identiteit vastgesteld en/of laten vaststellen en/of gecontroleerd en/of laten controleren bij een groot aantal van de (ongebruikelijke) contante transacties, althans van 51, althans een of meer, verrichte ongebruikelijke transacties, van in totaal 1.371.405,- Euro, in elk geval geen melding gedaan van één of meer verrichte ongebruikelijke transacties, te weten contante betalingen van in totaal 419.457,50 Euro, te weten, betalingen betreffende de factuurnummers [factuurnummer 1] , [factuurnummer 2] , [factuurnummer 3] , [factuurnummer 4] , [factuurnummer 5] , [factuurnummer 6] , [factuurnummer 7] , [factuurnummer 8] , [factuurnummer 9] , [factuurnummer 10] , [factuurnummer 11] , [factuurnummer 12] , [factuurnummer 13] , [factuurnummer 14] , [factuurnummer 15] , [factuurnummer 16] , [factuurnummer 17] , [factuurnummer 18] , [factuurnummer 19] , [factuurnummer 20] , [factuurnummer 21] , [factuurnummer 22] , [factuurnummer 23] , [factuurnummer 24] , [factuurnummer 25] , [factuurnummer 26] ;
feit 9
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks van 3 september 2013 tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk voorhanden heeft gehad, een of meer vals(e) en/of vervalst(e) geschrift(en) die/dat (telkens) bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a)
de valse en/of vervalste bedrijfsadministratie van de/een eenmanszaak genaamd [bedrijf 1] , zijnde de/een bedrijfsadministratie (telkens) een (samenstel(sel) van) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat – zakelijk weergegeven – in (een) de(e)l(en van) die bedrijfsadministratie, (telkens) was/waren/werd/werden opgenomen en/of verwerkt
- een of meer (valse/vervalste) (verkoop) factu(u)r(en), gekenmerkt als "particuliere verkoop" waarop valselijk en/of in strijd met de waarheid een onjuist (te weten een te lage) factuurwaarde en/of transactiewaarde en/of een onjuist (te weten een te laag) aantal verkochte telefoons en/of laptops is vermeld
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.1) en/of
- een (verkoop)factuur van [bedrijf 1] met nummer [factuurnummer 27] waarop valselijk en/of in strijd met de waarheid een bedrag van 91.800,- is vermeld, zijnde een aan [bedrijf 4] gefactureerde levering van 51, althans een aantal, telefoons (met een individuele) verkoopprijs van 1.800,-, terwijl deze levering in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.3) en/of
- een (credit)factuur van [bedrijf 1] met nummer [factuurnummer 29] waarop valselijk en/of in strijd met de waarheid is vermeld dat een bedrag van 91.800,- euro wordt verrekend met andere facturen of overgemaakt op rekening van [bedrijf 4] , wetende dat deze verrekening in werkelijkheid niet plaats heeft gevonden en/of plaats zal gaan vinden
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.3),
b)
één of meer door [bedrijf 5] aan [bedrijf 1] verzonden (pro-forma) factu(u)r(en), (telkens) zijnde (een) geschrift(en), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat - zakelijk weergegeven - valselijk en/of in strijd met de waarheid de (geadresseerde) bedrijfsnaam van [bedrijf 1] is vervangen door de
bedrijfsnaam [bedrijf 6] en/of [bedrijf 7]
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.2),
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik te maken als ware het echt en onvervalst;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle aan hem ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte ten aanzien van feit 1 dient te worden vrijgesproken nu niet kan worden bewezen dat het samenwerkingsverband het oogmerk had op het plegen van (de in de tenlastelegging genoemde) misdrijven. Ten aanzien van feit 2 en 3 heeft de raadsvrouw betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs dat verdachte wetenschap had van het oogmerk van de criminele samenwerkingsverbanden. De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 4 bepleit dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte het oogmerk had op het beletten van de opsporing door het wissen van data. Ten aanzien van feit 5 en 6 heeft de raadsvrouw bepleit dat geen sprake is van gelden die afkomstig zijn uit enig misdrijf. De raadsvrouw heeft gesteld dat geen sprake is van een strafbaar gronddelict en dat op basis van het dossier ook een bewijsvermoeden van witwassen niet gerechtvaardigd is, in ieder geval niet voor het gehele ten laste gelegde bedrag. Daarnaast kan niet worden aangetoond dat verdachte (voorwaardelijk) opzet dan wel schuld had op het delict. Verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van feit 5 en 6. Ten aanzien van feit 7 en 8 heeft de verdediging vrijspraak bepleit, nu [bedrijf 1] geen meldingsplichtige instelling is in de zin van de WWFT. Ook ontbreekt het wettig bewijs voor het overtreden van het normbedrag voor de meldingsplicht en de verplichting tot het doen van cliëntenonderzoek. Uiterst subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat geen sprake is van opzet, ook niet in voorwaardelijke zin. Ten aanzien van feit 9 heeft de raadsvrouw bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van onderdeel A, gedachtestreepjes één tot en met drie en onderdeel B. Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd.
Beoordeling door de rechtbank
Inleiding
Deze zaak draait om het bedrijf [bedrijf 1] dat een applicatie verkocht waarmee mensen versleuteld met elkaar konden communiceren. De drie verdachten die terechtstaan, [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , hadden allemaal een rol binnen dat bedrijf. De centrale vraag is of zij met het verkopen van deze dienst strafbaar hebben gehandeld. Het Openbaar Ministerie heeft deze vraag voorgelegd in de vorm van verschillende strafbare feiten met het overkoepelende verwijt dat de verdachten een criminele organisatie hebben gevormd door het verkopen van deze communicatiemethode. Aangezien in de tenlastelegging onder feit 1, de deelname aan een criminele organisatie, het oogmerk is gericht op de overige ten laste gelegde feiten, zal de rechtbank in het vonnis een andere volgorde aanhouden dan de tenlastelegging.
De rechtbank zal onder 2.1 eerst ingaan op het bedrijf [bedrijf 1] , de rollen die de verdachten daarin speelden en de kenmerken van de applicatie [communicatiemethode 2] . In paragraaf 2.2 zal de rechtbank ingaan op de vraag of de gebruikers van [communicatiemethode 2] (grotendeels) criminelen waren en of de verdachten daar wetenschap van hadden. Daarna zal de rechtbank de afzonderlijke strafbare feiten behandelen:
  • onder 2.3 de begunstiging,
  • onder 2.4 de valsheid in geschrifte,
  • onder 2.5 en 2.6 de deelname aan de criminele organisaties Victor en Metaal, al dan niet door het verlenen van stoffelijke steun,
  • onder 2.7 de overtreding van de WWFT,
  • onder 2.8 het overkoepelende verwijt: het vormen van een criminele organisatie binnen het bedrijf [bedrijf 1] en tot slot
  • onder 2.9 en 2.10 het witwassen.
2.1.
[bedrijf 1] en de applicatie [communicatiemethode 2]
2.1.1.
Inleiding
[bedrijf 1] is gestart als onderneming op [vestigingsdatum] onder de statutaire naam [bedrijf 3] . [2] [bedrijf 1] werd als eenmanszaak vanaf [datum 1] voortgezet en gedreven door verdachte. [3]
Uit de internetpagina van het bedrijf viel op te maken dat [bedrijf 1] eigen encrypted/gecodeerde communicatiemethoden aanbood, genaamd ' [communicatiemethode 1] ' en ' [communicatiemethode 2] '. Beide applicaties stelden de gebruiker in staat anoniem versleutelde berichten te versturen naar andere gebruikers. De applicaties konden worden geleverd op een zogeheten ' [communicatiemethode 3] '. Dit is een volledig geprepareerde mobiele telefoon waarop nagenoeg alle "normale" functionaliteiten (zoals bellen) uit staan. Op [datum 2] is bij de Kamer van Koophandel geregistreerd dat de onderneming [bedrijf 1] is opgeheven met ingang van 1 januari 2019. [4]
2.1.2.
Welke rollen speelden de verdachten binnen [bedrijf 1] ?
Verdachte was de eigenaar van [bedrijf 1] en deed alles: de verkoop, inkoop, klanten en het programmeren. [5] Bovendien was verdachte de leidinggevende binnen het bedrijf. [6]
Medeverdachte [medeverdachte 1] installeerde software op telefoons en laptops. Verder deed hij het accountbeheer, behandelde hij ‘support’ vragen, hielp hij klanten in de showroom, deed de verkoop en leverde hij telefoons en laptops af bij klanten. Later hield [medeverdachte 1] zich ook bezig met de financiële boekhouding. [7] Op 17 februari 2015 ontving [medeverdachte 1] via zijn bedrijf [bedrijf 9] een eerste betaling voor zijn werkzaamheden. [8] Volgens de salarisadministratie kwam [medeverdachte 1] per 1 februari 2017 in loondienst bij [bedrijf 1] . [9]
Medeverdachte [medeverdachte 2] kwam in 2016 bij [bedrijf 1] in loondienst als operationeel security manager. Hij verrichtte verschillende werkzaamheden waaronder support en het ontwikkelen en installeren van software. [10] In het begin deed hij ook de verkoop. [11] De eerste loonbetaling aan [medeverdachte 2] vond plaats op 21 juni 2016. [12] Voordat [medeverdachte 2] in dienst trad, had hij een bedrijf ‘ [bedrijf 8] ’ dat een reseller was van de producten van [bedrijf 1] . [13] [medeverdachte 2] kwam in dienst op 1 juni 2016. [14]
Volgens de loonadministratie traden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] uit dienst op 30 april 2018. [15]
Bij [bedrijf 1] werkten ook [naam 12] en [naam 13] . [naam 12] werkte sinds 2009 bij verdachte in het bedrijf en stuurde medewerkers aan. [naam 12] vertrok bij [bedrijf 1] in 2017. [16] [naam 12] was de rechterhand van verdachte en ontwikkelde samen met hem [communicatiemethode 2] . [naam 13] was vanaf 2015 werkzaam bij [bedrijf 1] . Zij deed de administratie en later ook de verlengingen van de telefoons en de laptops (de rechtbank begrijpt: de verleningen van abonnementen op de applicaties die [bedrijf 1] aanbood). [17] De verlengingen werden in een Excel bestand bijgehouden. Daar kon [naam 13] zien welk account afliep. Een paar weken voordat het abonnement afliep, stuurde [naam 13] een chatbericht dat de telefoon verlengd moest worden. Als er niet betaald werd dan kon zij het abonnement beëindigen. [18] [naam 13] is in april 2018 ontslagen. [19]
2.1.3.
Identificatie accounts verdachten
De verdachten hebben zelf ook gebruik gemaakt van de applicatie [communicatiemethode 2] . De rechtbank zal hieronder ingaan op de identificatie van de accounts die aan de verschillende verdachten worden toegeschreven.
Identificatie account [e-mailadres 1] – verdachte [verdachte]
Account [e-mailadres 1] is door andere [bedrijf 1] accounts onder andere opgeslagen onder de volgende contactnamen: [account 17] , [account 18] , [account 19] , [account 20] , [account 21] , [account 22] , [account 23] , [account 24] , [account 25] , [account 26] , [account 27] , [account 28] , [account 29] , [account 21] , [account 30] , [account 31] , [account 32] , [account 33] , [account 34] , [account 35] , [account 36] . De gebruiker van [account 32] werd veelvuldig [verdachte] genoemd of aangesproken als [verdachte] in de chat. Enkele voorbeelden volgen uit onderstaande berichten:
Op 3 oktober 2018 om 13:58:02 uur berichtte het account [account 37] aan het account [account 32] :
[verdachte] lees Tubantia
Op 9 oktober 2018 om 18:40:12 uur berichtte het account [account 38] aan het account [account 32] :
Hallo [verdachte] [account 74] nog doen
1250,incaso ??!
Op 12 oktober 2018 om 12:20:00 uur berichtte het account [account 37] aan het account [account 32] :
[verdachte] goedenmiddag alles ok?
Op dezelfde dag om 15:06:57 uur berichtte het account [account 38] aan het account [account 32] :
[verdachte] bel even aub
Op 17 oktober 2018 om 06:34:56 uur berichtte het account [account 39] aan het account [account 32] :
Is this [verdachte]
Om 06:35:06 uur berichtte het account [account 32] terug:
Yes
Op 17 oktober 2018 om 15:08:26 uur berichtte [account 40] aan het account [account 32] :
Ok, you have access with user [e-mailadres 2]
Het account [account 32] berichtte op 18 oktober 2018 om 08:04:59 uur aan het account [account 41] :
Ja anders gaat niet goed. Alles komt elke x op mij neer. Arnhrm. Projectrn. [bedrijf 1] . Contacten. Verkoop ...op zich prima maar ik kan het niet alleen heb jullie nodig..voor al deze taken
Blijkens een getapt telefoongesprek van 7 september 2018 om 11:18 uur belde verdachte met een bruidsmodewinkel. In dit gesprek gaf verdachte aan dat het budget maximaal € 5.000 was en dat hij contant wilde betalen. Hij gaf aan dat de bruid [naam 14] heet (Oekraïense). En uit een tapgesprek van 24 augustus 2018 volgt dat [verdachte] op 16 september gaat trouwen in [plaats 4] .
Op 1 november 2018 om 17:39:37 uur berichtte het account [account 42] aan het account [account 43] :
I married my wife in september
Om 17:40:00 uur berichtte het account [account 32] aan het account [account 43] :
In [plaats 4] . I live there 50% of time [20]
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het voorgaande worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is geweest van het [communicatiemethode 2] -account ‘ [account 32] ’.
Identificatie account [account 56] – [account 41] – medeverdachte [account 49] [medeverdachte 1]Het account [e-mailadres 1] werd door andere [bedrijf 1] accounts onder andere opgeslagen onder de contactnamen [account 41] , [account 50] , [account 80] , [plaats 2] , [account 41] , [account 47] , [account 48] , [account 49] , [account 51] , [account 51] , [account 51] , [account 52] , [account 53] , [account 54] , [account 55] . [21] Het account [e-mailadres 1] stond in de telefoon van [naam 7] onder de naam ‘ [account 56] ’. [22]
In chatgesprekken werd de gebruiker van het account [account 49] of [account 57] genoemd:
In een gesprek op 3 oktober 2018 om 14:14:33 uur stuurde het account [account 58] aan het account [account 41] :
He [account 57]
Op 22 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 59] en het account [account 41] :
[account 59] om 14:28:24 uur:
Hoi [account 49] ben jij al weer terug?
[account 41] om 14:29:08 uur:
Ja
Op 26 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 58] en het account [account 41] :
[account 58] om 16:32:03 uur:
[account 57] ik zou vandaag 20 telefoons
[account 58] om 16:32:10 uur:
Krijgen???
Het gesprek tussen deze twee accounts vervolgde op 1 november 2018:
[account 58] om 18:16 uur:
Hallo [account 57]
Het IP-adres [IP-adres 1] dat werd gebruikt door het account [account 41] was te herleiden naar het woonadres van [medeverdachte 1] . Op 29 oktober 2018 om 15:38 uur stuurde het account [account 41] een foto van zichzelf, omdat er 4 tanden getrokken waren. Verbalisant herkende [medeverdachte 1] op deze foto. [23]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het [communicatiemethode 2] -account [e-mailadres 1] en dat hij door [naam 7] werd aangeduid als ‘ [account 56] ’.
Identificatie account [account 60] – medeverdachte [medeverdachte 2]
Het account [e-mailadres 3] is door andere [bedrijf 1] accounts onder andere opgeslagen onder de contactnamen [account 61] , [account 62] , [account 63] , [account 64] , [account 65] , [account 66] , [account 67] , [account 68] , [account 69] . De gebruiker van het account [e-mailadres 3] werd in chatgesprekken [medeverdachte 2] genoemd. Enkele voorbeelden volgen uit onderstaande berichten:
Op 24 oktober 2018 om 10:26:47 uur stuurde het account [account 41] aan het account [account 60] :
Hoi [medeverdachte 2]
Op 26 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen het account [account 58] en het account [account 60] :
[account 58] om 16:23:43 uur:
Goedenavond [medeverdachte 2]
[account 58] om 16:24:41 uur:
Ik zou vandaag 20 telefoons krijgen heb nog niks gehoord!!?(…)
[account 60] om 16:36:33 uur:
Nee ik heb ze nu niet(…)
[account 60] om 16:37:55 uur:
Moeten nog worden gemaakt
Vanuit de chats is het IP-nummer [IP-adres 2] naar voren gekomen. Dit IP-adres staat op naam staat van: [medeverdachte 2] , [adres 2] te [plaats 1] . [24]
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van het [communicatiemethode 2] -account [e-mailadres 3] .
Identificatie [account 59] -account
Op 27 oktober 2018 stuurde support naar escobar het volgende bericht: ‘
My name is [account 49] . And not always on [account 59] . But 80% off the time.’ [25] Uit het dossier volgt dat [medeverdachte 1] van 21 oktober 2018 tot en met 23 oktober 2018 op vakantie was. [26] Op 9 oktober 2018 om 10:43:47 uur stuurde [account 41] naar [naam 33] : ‘
Volgende week ben ik er niet. Kun jij dan [account 59] doen. Backup [medeverdachte 2] ’. [27] Vervolgens worden de volgende berichten uitgewisseld (
letterlijk weergegeven, eventuele taal- of spelfouten zijn niet verbeterd):
Op 20 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account support 2 en het account support:
[account 59] 2 om 12:33:20 uur:
Is dit [account 49] of [medeverdachte 2] ?
[account 59] om 12:33:34 uur:
Oh haha
[account 59] om 12:33:42 uur:
Ik dacht dat jij [account 49] was [28]
Op 23 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 41] en het account support:
[account 41] om 08:26:26 uur:
Goedemorgen [medeverdachte 2]
[account 41] om 08:26:40 uur:
Zal ik [account 59] weer overnemen? [29]
Op 26 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen [account 59] en het account [account 43] :
[account 43] om 16:24:00 uur:
Some kids have been arrested
In [naam 23]
With our phones
[account 59] om 16:24:11 uur:
Ok
[account 43] om 16:24:21 uur:
They have somehow found out I'm.the reseller
[account 43] om16:24:39 uur:
These guys are pretty heavy
[account 59] om 16:25:19 uur:
Thats no good
[account 59] om 16:25:39 uur:
So police came to you?
[account 43] om 16:27:00 uur:
No (…)
Vervolgens stuurde het account [account 60] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] ) de volgende chatberichten naar het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 60] om 16:32:42 uur:
[naam 15] [account 43] appte net
[account 60] om 16:33:07 uur:
Hij zegt 5 mensen opgepakt in Augustus
[account 60] om 16:33:22 uur:
Die beweren nu dat er berichten uit zijn gehaald
[account 60] om 16:44:40 uur:
Hij gaat vanavond naar die gasten toe
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] voornamelijk gebruik maakte van het ‘ [account 59] ’ account. In zijn vakantie omstreeks 21 tot 23 oktober 2018 is het [account 59] account overgenomen door onder andere [medeverdachte 2] . De rechtbank stelt verder vast dat [medeverdachte 2] het [account 59] account tevens op 26 oktober 2018 van ongeveer 16:24:00 uur tot 16:27:00 uur gebruikte. In die periode ontving het support account een bericht waarvan de strekking vervolgens door het account [account 60] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] ) werd doorgegeven aan het account [account 32] (in gebruik bij verdachte).
2.1.4.
[communicatiemethode 2] en [communicatiemethode 3]
Om gebruik te maken van [communicatiemethode 2] diende men een abonnement af te sluiten. Op een prijslijst die beschikbaar is uit de kopie van de server van [bedrijf 1] staan de volgende kosten voor een abonnement:
- Telefoon, model Wileyfox Swift2.
Kosten voor een abonnement: per zes maanden € 800,- voor Europa en € 1000,- voor wereldwijd;
- Telefoon, model Samsung S8.
Kosten voor een abonnement: per zes maanden € 1.500,- voor Europa en € 1.750,- voor wereldwijd;
- Laptop, model HP Folio 9470m.
Kosten voor een abonnement: € 2.250,- per jaar.
Bij een aantal telefoons die is onderzocht in het kader van andere strafrechtelijke onderzoeken is opgevallen dat de telefoons technisch zo zijn ingericht dat er geen gebruik gemaakt kan worden van de camera, microfoon of wifi. [30] Getuige [naam 12] heeft verklaard dat de camera's en microfoons werden verwijderd uit de telefoons wanneer verdachte dat wilde. Dit gebeurde ongeveer in de helft van de gevallen. Als er geen tijd was, gebeurde het niet. [31]
Uit een chatgesprek van 20 november 2017 om 12:36 uur tussen [naam 7] en medeverdachte [medeverdachte 1] (het account [account 56] ) blijkt het volgende:
[naam 7] zegt: “
Hallo [account 49] , ik had een vraag is het mogelijk om met deze telefoon ook te bellen naar andere telefoons? Ik wil liever niet met 3 telefoons rondlopen straks. Want ik ben bezig met visite kaartje te maken alleen een telefoonnummer ontbreekt".
[account 56] zegt:
"Nee dat is niet mogelijk" [32]
In de gebruiksaanwijzing van [communicatiemethode 2] , gedateerd uit 2015, staat omschreven dat [communicatiemethode 2] gebruik maakte van end-to-end encryptie door middel van het zogenaamde OTR (Off-The-Record) protocol. In de gebruikersaanwijzing worden de volgende voordelen opgesomd van het gebruik van OTR ten opzichte van andere “veilige communicatie”:
  • [communicatiemethode 2] laat geen digitale handtekeningen achter in berichten waardoor het achteraf niet valt te bewijzen dat er communicatie heeft plaatsgevonden.
  • [communicatiemethode 2] werkt alleen als beide contacten online zijn, er wordt niets van berichten op servers opgeslagen. (…)
  • Gesprekken via [communicatiemethode 2] vallen achteraf niet meer te ontsleutelen, ook niet als de datalijnen getapt worden. (…)
  • [communicatiemethode 2] beschikt over een wis & sluit functie waarbij alle berichten direct worden gewist en encryptiesleutels direct komen te vervallen.
  • [communicatiemethode 2] heeft een PANIC modus waarbij u met één druk op de knop uw gehele [communicatiemethode 3] wist en ontoegankelijk maakt.
In de gebruiksaanwijzing stond de volgende uitleg over de panic button:
‘Als U op de Panic button klikt. Als U zich in een "nood situatie" verkeerd kunt U de Panic button gebruiken. Nadat U deze hebt ingedrukt heeft. Krijgt U de vraag voor bevestiging.
Yes De telefoon word gewist. Al Uw gegevens zijn weg en is Uw telefoon niet meer bruikbaar.
No En U gaat weer terug naar het gewone scherm.’ [33]
Daarnaast is het mogelijk om de inhoud van een chat op beide telefoons helemaal te verwijderen door een codewoord in te voeren en te versturen naar degene waarvan men wil dat de inhoud van die chat verdwijnt. Men voert dan in:
CRASHME! [34]
Op 16 oktober 2018 vond er een pseudokoop plaats bij het bedrijf ‘ [bedrijf 10] ’, een reseller van [bedrijf 1] . Medewerker [naam 16] vertelde de verbalisanten dat de communicatieapp de naam ' [account 61] ' heeft. Dit is gedaan zodat het er voor de buitenwereld uitziet als een medische app. Sommige landen verplichten bij de douane het wachtwoord van telefoons te verstrekken, maar medische gegevens op de [account 61] -app mogen dan niet worden ingezien. [35]
Meestal worden er 2 tot 5 telefoons tegelijk verkocht, samen met een laptop, die met de telefoon kan communiceren. [36]
2.1.5.
Anonimiteit
Verdachte heeft verklaard dat zijn branche niet verplicht is om naar NAW-gegevens te vragen. Verdachte gaf aan dat hij natuurlijk niet kon controleren of klanten illegale dingen gingen doen met het product dat hij verkocht. De meeste klanten zag verdachte nooit. Er werd een account geregistreerd. Ieder product had een account. Daarmee konden de medewerkers van [bedrijf 1] zien wie betaald had en wanneer een abonnement verlengd moest worden. Verdachte gaf aan de klanten niet te kennen en niet te hoeven weten aan wie hij verkocht. [37]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat bij de verkoop van een telefoon, zij het account en telefoon noteerde. Met account bedoelde [medeverdachte 1] dat er geen NAW-gegevens werden genoteerd in verband met de privacy. Alleen het telefoonaccount van de klant werd genoteerd; dit is een random naam. De medewerkers van [bedrijf 1] weten niet wie dat account heeft. Er werd altijd contant betaald. Er was een pinautomaat, maar daar kan men de gegevens mee achterhalen van de klant. Heel soms betaalde een klant met pin, maar dat gebeurde bijna nooit. De klanten van [bedrijf 1] wilden dit niet, ze wilden anoniem blijven. [38]
2.1.6.
Contante betalingen
De historische gegevens ten aanzien van bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] van de [bank] zijn verstrekt en geanalyseerd. [bedrijf 1] was de rekeninghouder van deze bankrekening. De geleverde gegevens betroffen de bankmutaties over de periode 1 januari 2013 tot en met 21 februari 2018.
Het totaalbedrag van bijschrijvingen aan contante stortingen (via bijschrijvingen [bank] geldautomaat en [bedrijf 11] ) bedraagt € 2.668.260,00. Dit is 90% van de som van alle bijschrijvingen (credit boekingen) op de bankrekening. [39]
Medewerker [naam 13] en medeverdachte [medeverdachte 1] hebben verklaard dat (eigenlijk) alle betalingen contant gingen. [40]
Uit de notities van de [bank] over klantcontacten tussen de [bank] en [verdachte] blijkt dat de bank diverse contacten heeft gehad met de klant ( [bedrijf 3] , de rechtbank begrijpt: de oude naam van [bedrijf 1] ). Volgens de [bank] zijn de stortingen en opnames van de contante bedragen niet gebruikelijk. De bank verzoekt de contante stortingen en opnames af te bouwen tot maximaal 35% van de omzet. Later is dit beperkt tot maximaal 25% van de omzet. Als [bedrijf 1] door zou gaan met de ongebruikelijke transacties dan zou de bank verplicht zijn de relatie met het bedrijf als verhoogd risico te beschouwen, wat in het licht van de anti-witwasmaatregelen niet acceptabel is. Beëindiging van de relatie zou dan overwogen worden. [41]
2.1.7.
Tussenconclusie: belang van anonimiteit en vertrouwelijkheid
De rechtbank stelt op basis van bovenstaande bewijsmiddelen vast dat de [communicatiemethode 3] en de applicatie [communicatiemethode 2] waren ingericht met het doel om de via deze telefoon of applicatie gevoerde communicatie vertrouwelijk te houden. De rechtbank leidt dit met name af uit de voordelen die in de gebruiksaanwijzing worden genoemd, de panic button en de ‘crash me’-functie, waarmee met één druk op de knop de inhoud van de telefoon kon worden gewist.
Daarnaast leidt de rechtbank uit het bovenstaande af dat de anonimiteit van de gebruikers een belangrijk uitgangspunt was. Zo werden bij de verkoop van de telefoons, telefoonapplicaties met bijbehorende abonnementen en laptops geen namen of adresgegevens genoteerd, maar enkel een random naam. Verder is uit de bankgegevens gebleken dat ongeveer 90% van alle bijschrijvingen contante stortingen waren. Zelfs toen de bank meldde dat het doen van dergelijke ongebruikelijke transacties onacceptabel was en ertoe kon leiden dat de relatie tussen de [bank] en [bedrijf 1] kon worden beëindigd, leidde dit er niet toe dat [bedrijf 1] anders ging handelen.
2.2.
Wetenschap dat de gebruikers van [communicatiemethode 2] criminelen waren
2.2.1.
Bewijsmiddelen
In januari 2016 reageerde wijkagent [verbalisant 1] op meldingen van verdachte auto's en personen rondom het pand van [bedrijf 1] in [plaats 2] . In een gesprek tussen [verbalisant 1] en verdachte gaf verdachte aan dat zijn klantenkring bestaat uit politici, artiesten, grote/kleine criminelen en zeker ook de gewone man die bijvoorbeeld een geheime relatie heeft. [42]
Op 13 juli 2016 werd [medeverdachte 1] aangehouden op de luchthaven van Manchester , vanaf waar hij naar Amsterdam wilde reizen. [medeverdachte 1] bleek £ 10.000,- in gebruikte biljetten in kleine (de rechtbank begrijpt: kleine coupures) bij zich te hebben. Dit hield hij apart van een bedrag van £ 750,-. Hij zou het geld hebben opgehaald bij een vrouw voor zijn baas, te weten verdachte. Een (Britse) financieel rechercheur nam vervolgens contact op met [bedrijf 1] en legde verdachte in een telefoongesprek uit dat hij een grondstof (de rechtbank begrijpt: product) verkocht die nuttig zou kunnen zijn voor degenen die betrokken zijn bij criminaliteit of zelfs bij terrorisme. Er werd uitgelegd dat er extra bezorgdheid bestond vanwege de ongebruikelijke manier waarop de producten naar verluid werden geleverd en waarop de betaling werd verkregen. Er werd op gewezen dat zonder de gegevens van klanten de financieel rechercheur niet in staat was om de wettige herkomst van het geld te verifiëren. Verdachte verklaarde dat dit niet zijn probleem was. Hij beweerde dat hij gewoon een dienst leverde en dat de achtergrond, de namen, de adressen of andere klantgegevens niet voor hem van belang waren en dat hij volgens de Nederlandse wetgeving niet verplicht was om dergelijke informatie te verkrijgen. [43]
Op 23 september 2017 om 12.45 uur vond het volgende chatgesprek plaats tussen [naam 7] en het account [account 56] , (in gebruik bij [medeverdachte 1] ):
[naam 7] :
Hallo [account 49] , ik had een vraag als de concurrent folie over de telefoon doet wanneer er inval is kunnen wij hem nog van afstand uitschakelen?"
[account 56] :
Voor de concurrent de telefoon in zijn bezit kan hebben. Kan de klant panic drukken.
[account 70] 1: Vrienden van klant geven aan support door dat concurrent telefoon heeft. En support wiped account.
[account 70] 2: De concurrentie kan niet in de telefoon komen.
[account 70] 3: Tenzij de klant de toegangscode geeft.
Note....
Klant moet na contact met de sessie sluiten.
Begrijp je?
Dus als concurrentie telefoon in zakje doet of bevriest komen ze niet bij de info... Nog niet misschien!!!!"
[naam 7] :
Maar ik bedoel, stel ze willen folie eromheen doen om de verbinding van afstand te belemmeren.
Kunnen wij het dan als nog van afstand uitschakelen, telefoon uitdoen, gewoon alles verwijderen?"
[account 56] :
Nee dat kunnen wij niet. Ook niet als hij niet in het zakje zit..... We kunnen het account blokkeren of wissen.
Blokkeren: Betekend dat hij geen verbinding met zijn contacten kan maken. Na deblokkeren wel.
Wissen: Betekend compleet wissen van zijn account en contacten. En is niet meer aan te zetten of te vinden.
Maar alleen de klant zelf kan telefoon wissen:
[naam 7] :
Oke dus stel popo doet hem in een bakje of folie eromheen. Kunnen wij het wel blokkeren en later deblokkeren.
[account 56] :
Yup.
[naam 7] :
Oké bedankt, heb miss iemand vandaar die wilt miss 3/5 telefoons. [44]
Op 8 november 2017 om 14.27 uur vond het volgende chatgesprek plaats tussen [naam 7] en het account [account 59] (in deze periode in gebruik bij [medeverdachte 1] ):
[naam 7] :
“Is een man die komt vrij voor witwassen. En moet weer terug aan het werk. Hij gaat bij zijn dochter aan het werk. Had een paar miljoen aan witwassen.”
[account 59] :
“Mooi. Hoe lang is hij weg geweest.”
[naam 7] :
“4 jaar. Had 12 gekregen. Maar fouten gemaakt in zijn proces, dus 4 jaar gekregen kom deze maand vrij”
[account 59] :
“4 jaar is lang Maar.....” [45]
Op 19 maart 2018 vond een telefoongesprek plaats tussen [naam 17] en verdachte. Uit het getapte telefoongesprek kwam het volgende naar voren:
(…) Gaat over de website van [bedrijf 1] . [verdachte] zegt dat het niet de bedoeling is om een site te hebben. Hoe minder info, hoe beter. Ik verkoop toch niet via de website. (…) [verdachte] zegt [bedrijf 12] is opgedoekt. Hele bedrijf is opgedoekt, hele site is opgedoekt. Eigenaar 100 jaar aan zijn broek. Wordt dus steeds lastiger. Niet minder qua verkoop, maar wel qua ondernemen. Dat bedrijf [bedrijf 12] is er ingeluisd door de FBI. Die hadden daar toestellen gekocht en hadden gezegd dat ze met die beveiligde toestellen drugs wilden verhandelen met contacten in Colombia. Toen had hij gezegd dat is geen probleem, daar zijn ze voor gemaakt. Maand later kon die zich melden, werd opgepakt en nu kan hij waarschijnlijk voor 100 jaar weg. Dat noemen ze gelijk medeplichtig. Is ook dom om dat te zeggen natuurlijk. [verdachte] zegt dat als een klant tegen mij zegt ik wil iets met drugshandel doen. Dan zeg ik, ik wil helemaal niet weten wat je er mee doet. Als je de klant helemaal helpt en uitlegt hoe die het moet doen, dan ben je medeplichtig.(…) [46]
Op 3 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 37] en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 37] om 13:58 uur:
[verdachte] lees tubantia
[account 37] om 13:58 uur:
tubantia!
[account 42] om 16:53 uur:
Wie zijn het?
[account 37] om 17:00 uur:
[naam 29]
[account 37] om 17:00 uur:
is [naam 18]
[account 32] om 14:09 uur (de rechtbank begrijpt: een tijdstip tussen 17:00 uur en 22:02 uur):
Dus die krijgt nog een tijdje aan zijn laarsje
[account 37] om 22:02 uur:
Ja dat denk het ook maar ik denk gaat stuk over broer
[account 42] om 22:03 uur:
Misschien wel
[account 42] om 22:03 uur:
Rechterhand van [naam 29] ?
[account 42] om 22:03 uur:
2e man
[account 42] om 22:03 uur:
Zoals staat in suk [sic]?
[account 37] om 22:04 uur:
Ik denk gaat over broer
[account 32] om 22:04 uur:
Mm.mm.. [account 70] dan niet best voor hem [47]
Op 7 oktober 2018 had de gebruiker van account [account 43] chatcontact met het account [account 41] (in gebruik bij [medeverdachte 1] ). In dit gesprek berichtte het account [account 43] het volgende:
[account 43] om 07:21:27 uur:
I'm going to have to turn phone off today and put it down for 2 days
[account 43] om 07:21:47 uur:
I'm. hoing [sic] to be arrested at 4 oclock [48]
Op 8 oktober 2018 werd het bericht doorgestuurd naar het account [account 32] (in gebruik bij verdachte). [49]
Uit een chatgesprek op 11 oktober 2018 tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 71] volgt het volgende:
[account 32] :
Hec [sic] pa hoe is het?
[account 32] :
Enig zicht al op die 25k?
[account 71] :
Hoi zoon. ja maar wilde nog niet zeggen tot ik heb, want had al zo vaak binnenkort gezegd. maar is wat onder weg, als niks in de krant lees deze 2 weken moet het goed zijn. een bootje van, ver weg is al maand onderweg
[account 71] :
nogmaals sorry zoon?
[account 32] :
Oke komt wel goed dan?
Op 22 en 23 oktober 2018 vervolgde het gesprek tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 71] :
[account 32] :
Pa goe zit het nu met die 25.000 het duurt nu al bijna 5 maanden langer ik heb een aantal al aangegeven dat ik het echt nodig heb..
[account 71] :
Zoon, zit nog te wachten moet er bijna zijn want nog geen slecht nieuws gehad nu?
[account 32] :
Oke. Nou ga ik duimen datje bootje aankomt [50]
Het gesprek vervolgde op 23 oktober 2018 vanaf 16:05:57 uur:
[account 71] om 16:05:57 uur:
zoon, ze hebben je vriendje hier beneden met hele groep opgepakt. die van [naam 19]
[account 32] om 16:13:07uur:
W000www
[account 32] om 16:13:18 uur:
Je bedoeld hand en consistent?
[account 42] om 16:13:50 uur:
[naam 20] en consorten?
[account 71] om 16:13:55 uur:
yep
[account 32] om 16:14:05 uur:
Lekker dan
[account 71] om 16:14:05 uur:
10 man of zo
[account 32] om 16:14:15 uur:
[naam 20] er ook bij of?
[account 71] om 16:14:21 uur:
ja
[account 32] om 16:14:35 uur:
Mmm..zal ie wel poosje weg gaan(…)
[account 32] om 16:16:01 uur:
Heb jij ook last van of?
[account 71] om 16:16:09 uur:
nee(…)
[account 32] om 16:18:12 uur:
Oke. Nou ga ik duimen datje bootje aankomt [51]
Op 12 oktober 2018 vond een gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 60] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] ):
[account 32] om 17:59:46 uur:
Ja maar onze server staat nu in nl
[account 32] om 17:59:51 uur:
[bedrijf 13]
blackbox_ test _001 om 18:00:07 uur:
Ook al tappen ze die
[account 32] om 18:00:11 uur:
Alles is gecrypt
[account 32] om 18:00:16 uur:
En we doen niks illegaals
[account 60] om 18:08:28 uur:
Haha
[account 60] om 18:08:45 uur:
Daar denkt justitie waarschijnlijk anders over
[account 32] om 18:09:02 uur:
Nee goor. Vpn aanbieden is prima [52]
Op 17 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen het account [account 39] en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 39] om 13:21:19 uur:
Some one has just been on to me .. some kids have been arrested do know how people are involved or how many phones involved ... but the rumor is they open a phone and get the guy or guys messages and pictures from iron chat ... last week thus happened dont know if its the same kids going on with my brother... you need to get ti the bottom of it asap... yes it could be weak password but its sound they opened the phone quick
[account 32] om 13:22:35 uur:
Oke sir. Understood
[account 32] om 13:24:08 uur:
I need more details because if phone open and chat open..whike being arrested
[account 32] om 13:25:30 uur:
And must be still on password [wachtwoord] then. If it really was opened. If you do not wipe message and use no lock protection(…)
[account 32] om 13:38:20 uur:
Can not believe they crack phone encryption [53]
Op 18 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen het account [account 43] en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 43] om 11:42:04 uur:
Yeah some people's phones got seized
[account 43] om 11:42:20 uur:
And they was trying to point the finger at us
[account 32] om 11:42:40 uur:
Trying ? So it is solved?
[account 42] om 11:42:44 uur:
What happened
[account 32] om 11:43:08 uur:
Our phones are best on market..cannot believe they openend [54]
Er vond een chatgesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 72] op 21 oktober 2018. Dit gesprek hield onder andere het volgende in, waarbij door de gebruiker van het account [account 72] om 18:01:46 uur een afbeelding werd verzonden:
[account 72] om 18:01:46 uur:
Afbeelding verwijderd i.v.m. persoonsgegevens
[account 42] om 18:13:26 uur:
Report from police
(…)
[account 42] om 18:13:51 uur:
It said there where no chat messages
[account 72] om 18:14:13 uur:
Ok so not open?
[account 32] om 18:14:53 uur:
Nope
[account 72] om 18:15:13 uur:
Ok good enough maybe?
[account 32] om 18:15:39 uur:
No messages
(…)
[account 72] om 18:16:00 uur:
If they ask anything please let me know
[account 72] om 18:16:10 uur:
Coz to many bad things go in on around
[account 72] om 18:16:15 uur:
Everyone worried
[account 72] om 18:16:30 uur:
We sure until now OTR still 100% ok?
[account 42] om 18:16:42 uur:
100% ok
[account 72] om 18:16:56 uur:
Ok mate thanks
[account 32] om 18:17:04 uur:
But looks like this person opened his phone
[account 72] om 18:17:20 uur:
Yes for sure
[account 72] om 18:17:30 uur:
I know 100% coz say password
[account 32] om 18:17:40 uur:
So that is stupid anyway
[account 32] om 18:17:45 uur:
Very
[account 72] om 18:17:58 uur:
Yes off course mate
[account 72] om 18:18:06 uur:
People is stupid
[account 72] om 18:18:13 uur:
Only happy when good make
[account 32] om 18:18:18 uur:
But they found no messages as the screenshot stated.
[account 72] om 18:18:41 uur:
That's better for everyone
[account 32] om 18:18:49 uur:
“in trof hierbij geen inhoudelijke chatberichten aan”
[account 32] om 18:19:10 uur:
It means " we did not find any chat messages"
[account 42] om 18:19:22 uur:
Even on open phone ?
[account 32] om 18:19:36 uur:
If it was encro you was fucked for sure
[account 72] om 18:19:49 uur:
Yh
[account 72] om 18:19:53 uur:
I believe
[account 32] om 18:22:53 uur:
So see it as another victory mate. for you. For us. For otr [55]
Op 23 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 60] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] ):
[account 42] om 19:17:27 uur:
Encro problemen
[account 42] om 19:17:34 uur:
Serieuze
[account 60] om 19:18:19 uur:
Klinkt veelbelovend
[account 60] om 19:19:38 uur:
Is er al iets over gepubliceerd?
[account 32] om 19:29:10 uur:
Nee maar rolex shrek en pinda zijn opgepakt
[account 32] om 19:29:25 uur:
Die hebben 50% encro
[account 32] om 19:29:36 uur:
In livepool mensen verdoordeeld [sic] 130 jaar..encro [56]
Op 24 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen het account [account 71] en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 71] om 15:51:24 uur:
stoort het jouw telefoon plan?
[account 32] om 15:53:29 uur:
Nee voor iron is het goed
[account 32] om 15:54:02 uur:
Veel gexeik [sic] om encro heen
[account 71] om 15:54:28 uur:
je moet adverteren op crimesite
[account 71] om 15:54:50 uur:
daar kijken alle boeven op
[account 32] om 15:55:59 uur:
Ja ga ik sws doen
[account 32] om 15:56:08 uur:
Maar via winkel arnhem [57]
Het account [account 60] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] ) en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) hadden op 28 oktober 2018 het volgende chatgesprek:
[account 32] om 16:56:25 uur:
Hele [naam 19] groep opgepakt in Malaga. 6000kg coke
[account 42] om 16:56:29 uur:
Crimestite
[account 42] om 16:56:34 uur:
Crimesite
[account 60] om 16:56:39 uur:
Ik had t gezien ja
[account 60] om 16:56:48 uur:
Dacht al dat zij dat waren
[account 42] om 16:57:39 uur:
Yep..allemaal op enceo
[account 32] om 16:57:42 uur:
Encro [58]
Op 26 oktober 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen [account 59] (in deze periode in gebruik bij [medeverdachte 2] ) en het account [account 43] :
[account 43] om 16:24:00 uur:
Some kids have been arrested
In [naam 23]
With our phones
[account 59] om 16:24:11 uur:
Ok
[account 43] om 16:24:21 uur:
They have somehow found out I'm.the reseller
[account 43] om16:24:39 uur:
These guys are pretty heavy
[account 59] om 16:25:19 uur:
Thats no good
[account 59] om 16:25:39 uur:
So police came to you?
[account 43] om 16:27:00 uur:
No (…)
Vervolgens stuurde het account [account 60] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 2] ) de volgende chatberichten naar het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 60] om 16:32:42 uur:
[naam 15] [account 43] appte net
[account 60] om 16:33:07 uur:
Hij zegt 5 mensen opgepakt in Augustus
[account 60] om 16:33:22 uur:
Die beweren nu dat er berichten uit zijn gehaald
[account 60] om 16:44:40 uur:
Hij gaat vanavond naar die gasten toe [59]
Op 1 november 2018 vond het volgende chatgesprek plaats tussen het account [account 73] en het account [account 59] :
[account 73] om 21:26:37 uur:
How many % u give police can't read this messages what possibly?(…)
[account 73] om 21:27:06 uur:
We have 3 problems in 2 different country(…)
[account 59] om 21:29:22 uur:
Correct.
[communicatiemethode 2] is safe [60]
Binnen het onderzoek Goliath is de periode van 3 oktober 2018 tot en met 2 november 2018 de communicatieapplicatie [communicatiemethode 2] geïntercepteerd. Tijdens deze interceptiefase is 24/7 chatverkeer onderschept, gelezen, geduid, veredeld en geanalyseerd. Er is binnen onderzoek Goliath gewerkt met, onder andere, zoekwoorden (topics). Dit waren zoekwoorden die te relateren zijn aan diverse vormen van criminaliteit. Voorbeelden van dergelijke woorden zijn; drugs, coke, slapen, pipa's, AK of wapens. Deze topics waren beschikbaar in diverse talen. Als er in chatberichten woorden voorkwamen die op deze topiclijsten stonden, werden alle chatberichten van de conversatie zichtbaar in de chatmodule. [61] Gedurende de interceptieperiode is niet vastgesteld dat anderen, waaronder politici, artiesten en de gewone man met bijvoorbeeld een geheime relatie, gebruik hebben gemaakt van [communicatiemethode 2] . [62]
2.2.2.
Conclusie ten aanzien van de wetenschap dat de gebruikers van [communicatiemethode 2] crimineel waren
Uit de bovenstaande bewijsmiddelen is gebleken dat de klantenkring van [bedrijf 1] voor in ieder geval een zeer groot deel uit personen bestond die zich bezig hielden met strafbare feiten en dat verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hier wetenschap van hadden. De rechtbank stelt vast dat uit het tapgesprek van 19 maart 2018 blijkt dat verdachte zich bewust was van de strafrechtelijke risico’s die het leveren van een dergelijk product of dienst met zich bracht en bewust de beslissing nam om geen vragen te stellen over de – mogelijke strafbare – intenties van de klant met het product of de dienst. Uit de bovenstaande bewijsmiddelen blijkt dat er met verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] door gebruikers van [communicatiemethode 2] werd gecorrespondeerd over personen die in de problemen waren gekomen met justitie en dat verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich vooral bezig hielden met het vertrouwelijk blijven houden van de communicatie die werd gevoerd met [communicatiemethode 2] .
Uit de bovenstaande berichten blijkt ook dat verdachte contact had met personen die zich bezig hielden met strafbare feiten en dit geweten moet hebben. Uit een chatgesprek met een persoon die hij “pa” noemde (gebruiker van het account [account 71] ), leidt de rechtbank af dat verdachte een geldbedrag van € 25.000,- zou krijgen en daar navraag over deed. Het account [account 71] gaf daarop aan dat er een bootje van ver weg al een maand onderweg was en dat als verdachte niets in de krant zou lezen de komende twee weken, het ‘goed moest zijn’. De rechtbank is van oordeel dat uit het gesprek kan worden afgeleid dat hetgeen dat op het bootje werd vervoerd van enige waarde was. Immers was de betaling van het geldbedrag van € 25.000,- kennelijk afhankelijk van de aankomst van het bootje. Uit de omstandigheden dat het ging om een lading van enige waarde op een bootje dat van ver kwam en dat er bovendien een kans was dat het bootje niet zou aankomen, leidt de rechtbank af dat het bootje een illegale lading vervoerde. De rechtbank stelt vast dat uit de chatberichten die verdachte verstuurde (“
Nou ga ik duimen dat je bootje aankomt”)blijkt dat verdachte hiervan op de hoogte was. De verklaring van verdachte ter zitting dat hij niet direct denkt dat in deze boot drugs en/of andere strafbare producten worden vervoerd, acht de rechtbank in het licht van hetgeen zij hiervoor heeft vastgesteld in combinatie met de inhoud van het gesprek volstrekt ongeloofwaardig.
Uit het chatgesprek dat verdachte met de gebruiker van het account [account 71] voerde over de problemen met Encrochat blijkt dat door het account [account 71] de suggestie werd gedaan om te adverteren op Crimesite, want: “
daar kijken alle boeven op”.Verdachte reageerde hierop met: “
Ja ga ik sws doen.” De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat er door de problemen met Encrochat een gat was ontstaan in de markt met criminele gebruikers waar [bedrijf 1] met de applicatie [communicatiemethode 2] in kon springen. Uit de reactie van verdachte blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte zich hier bewust van was en van deze zakelijke kans gebruik ging maken door te adverteren op Crimesite.
Uit bovenstaande bewijsmiddelen is af te leiden dat ook medeverdachte [medeverdachte 1] ervan op de hoogte was dat de gebruikers van [communicatiemethode 2] zich bezig hielden met het plegen van strafbare feiten en het verhullen van deze feiten voor justitie. De rechtbank acht het opvallend dat [medeverdachte 1] , zonder enige blijk van verbazing of schroom, reageerde op de vragen van [naam 7] over wat men kon doen in het geval van een inval en in het geval de politie de telefoon in handen kreeg.
Uit het chatgesprek van 12 oktober 2018 tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 2] zich er bewust van was dat justitie mogelijk anders zouden denken over de vraag of [bedrijf 1] iets illegaals deed. Ook acht de rechtbank het opvallend dat [medeverdachte 2] zonder enige verbazing reageerde op de berichten dat in Liverpool mensen waren veroordeeld tot 130 jaar (de rechtbank begrijpt: gevangenisstraf), en in het gesprek over de Torrogroep dat er sprake was van 6000 kilogram cocaïne.
Uit de bewijsmiddelen is daarmee voor de rechtbank vast komen te staan dat verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] wetenschap hadden dat de klantenkring van [bedrijf 1] in elk geval grotendeels bestond uit criminelen.
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte juridisch advies over [communicatiemethode 2] en de [communicatiemethode 3] had ingewonnen bij [advocatenkantoor] , omdat hij juist geen strafbare feiten wilde plegen. Het advies van [advocatenkantoor] betrof een advies dat was opgesteld door een rechtskundige waarop [bedrijf 1] en haar medewerkers zouden mogen vertrouwen en waardoor zij in de veronderstelling verkeerden dat zij binnen de strafrechtelijke kaders werkten, aldus de verdediging. De rechtbank leest echter in het advies van [advocatenkantoor] dat advies is ingewonnen over de producten of de dienst die [bedrijf 1] verkocht en dat een algemeen juridisch kader wordt geschetst over wanneer sprake zou kunnen zijn van deelname aan een criminele organisatie. Los van het feit dat uit het advies niet blijkt dat bijvoorbeeld besproken is dat volledige anonimiteit werd geboden en dat grotendeels contant werd betaald, blijkt uit de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen naar het oordeel van de rechtbank dat de verdachten wisten dat de klantenkring van [bedrijf 1] grotendeels uit criminelen bestond. Uit het advies volgt niet dat [advocatenkantoor] bij het opstellen van het advies op de hoogte was van de volledige werkwijze van [bedrijf 1] en daarover dus ook een volwaardig advies heeft kunnen geven.
2.3.
Feit 4, begunstiging
2.3.1
Verzoeken wissen account
In de periode dat de gesprekken zijn geïntercepteerd, zijn de volgende gesprekken gevoerd die zien op verzoeken om accounts te wissen.
Op 6 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 74] en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 74] om 05:35:07 uur:
Can you disconnect this account please?[e-mailadres 4]
[account 32] om 09:42:12 uur:
disconnect or wipe? (..)
Op 7 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 74] en het account [account 32] (in gebruik bij verdachte):
[account 74] om 06:07:38 uur:
What's up with the App mate? It's like not delivering and restating all the time then not delivering anyway... like crossed wires...
[account 74] om 06:07:45 uur:
Restarting too much?
[account 74] om 07:24:33 uur:
Sir... any phones London?
[account 74] om 08:04:27 uur:
Sometimes past messages not coming up read also sir, they still grey not green but been read...
[account 74] om 08:04:36 uur:
Someone intercepting us sir?
[account 32] om 08:18:10 uur:
No no interception
[account 32] om 08:18:33 uur:
We are rebuilding everything to New [communicatiemethode 2]
[account 32] om 08:18:42 uur:
Encrypted group chat etc
[account 32] om 08:18:46 uur:
No woriies
[account 32] om 08:19:09 uur:
This gave (think most solved) some network problems.
[account 74] om 08:20:47 uur:
Ok sir, still happening most of my chats
[account 74] om 08:25:46 uur:
Did you disconnect this account sir'?[e-mailadres 4]
[account 32] om 08:55:26 uur:
Will do now. But I asked you disconnect or wipe?
[account 74] om 09:05:39 uur:
Disconnect sir
[account 32] om 09:25:11 uur:
Oke sir
Op 7 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 41] (in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] ):
[account 32] om 09:25:20 uur:
Did you disconnect this account sir?[e-mailadres 4]
[account 32] om 09:25:38 uur:
Even blokken aub is van [account 74] [63]
Op 7 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 75] en het account [account 72] :
[account 75] om 11:54:22 uur:
[account 76]
Op 7 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 59] en het account [account 72] :
[account 72] om 11:54:36 uur:
Forward » »[account 76]Sim and acc[account 72] om 11:54:51 uur:
Need to delete to[account 59] om 11:56:18 uur:
Ok[account 59] om 11:58:36 uur:
Done to [64]
Op 7 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account support en het account [account 72] :
[account 72] om 11:32:48 uur:
[e-mailadres 4]
[account 72] om 11:33:05 uur:
Is any chance tell me where last time connect sim
[account 72] om 11:33:11 uur:
What country
[account 59] om 11:36:02 uur:
35 min ago online. Country Netherland
[account 72] om 11:36:10 uur:
Thank you mate
[account 72] om 11:43:53 uur:
Can we delete sim
[account 72] om 11:43:56 uur:
And account to
[account 72] om 11:44:05 uur:
They said they have problems
[account 72] om 11:44:14 uur:
[e-mailadres 4]
[account 59] om 11:44:19 uur:
Yes
[account 59] om 11:45:15 uur:
Done
[account 72] om 11:45:21 uur:
Thank mate [65]
Op 6 oktober 2018 is het opsporingsonderzoek Papyrus gestart op basis van de verkregen informatie uit het onderzoek Goliath/cluster Golf. Uit het vervolgonderzoek bleek dat op de Shell parkeerplaats aan de snelweg A15 bij Kesteren een vrachtwagen geparkeerd stond. In deze vrachtwagen is 6 kilogram cocaïne aangetroffen. Er werden twee personen aangehouden, [naam 21] en [naam 22] . Onder [naam 21] is een telefoon, merk Wileyfox Swift 2, inbeslaggenomen. Dit toestel is onderzocht en uit dit onderzoek bleek dat er een [communicatiemethode 2] -applicatie was geïnstalleerd. De gebruikersnaam van het account betrof
[e-mailadres 4]. [66] [naam 22] was in het bezit van meerdere mobiele telefoons, waaronder een [communicatiemethode 3] van het merk Wileyfox, type Swift 2. Uit onderzoek is gebleken dat het simkaartnummer dat is aangetroffen in de [communicatiemethode 3] gekoppeld is aan het [communicatiemethode 2]
[e-mailadres 4]. [67] [naam 30] en [naam 22] zijn op 16 april 2018 (de rechtbank begrijpt: 2019) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden ter zake het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van zes kilogram cocaïne. [68]
Op 20 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 77] en het account [account 59] :
[account 77]om 12:22:36 uur:
Hey
[account 59] om 12:29:15 uur:
Hey
[account 77] om 12:29:20 uur:
Kan je
[account 77] om 12:29:36 uur:
[e-mailadres 5]
[account 77] om 12:29:40 uur:
Kan je deze tel wipem
[account 59] om 12:30:47 uur:
Kan het account deleten
[account 59] om 12:31:08 uur:
Tel op afstand wipen kan niet
[account 77] om 12:31:32 uur:
Ja
[account 77] om 12:31:35 uur:
Aub delete het
[account 59] om 12:33:22 uur:
Zit id auto. Geef t gelijk door
[account 77] om 12:33:36 uur:
Ja moet wel snel die tel
[account 77] om 12:33:43 uur:
Lugt bij vrienden waar die niet moet liggen
[account 59] om 12:33:56 uur:
Ok
[account 59] om 12:33:59 uur:
Snap t
[account 59] om 12:34:02 uur:
Moment
[account 59] om 12:53:38 uur:
Account is gewist [69]
Op 20 oktober 2018 omstreeks 02:50 uur is door de politie een onderzoek ingesteld op het adres [adres 3] in [plaats 3] . Bij het onderzoek werd in de woning een hoeveelheid harddrugs (LSD) en een geladen revolver aangetroffen. De schuur achter de woning was ingericht voor het bereiden, verpakken, verzenden en produceren van verdovende middelen. In de schuur lag onder meer MDMA, amfetamine, heroïne, cocaïne, oxicontin en 3-MMC. De bewoner is aangehouden. Dit betrof [naam 23] . Onder [naam 23] is een telefoon van het merk Wileyfox type Swift 2 inbeslaggenomen. Tijdens het digitaal onderzoek werd geconstateerd dat op deze telefoon de chatapplicatie [communicatiemethode 2] was geïnstalleerd. De gebruikersnaam betrof
[e-mailadres 5]. In het vervolgonderzoek zijn meerdere verdachten aangehouden, waaronder [naam 24] . [naam 24] is geïdentificeerd als de gebruiker van useraccount
[account 77]. [70] Uit onderzoek is gebleken dat er vanuit de woning aan de [adres 3] in [plaats 3] via post/koeriersdiensten, op bestelling, verschillende soorten verdovende middelen werden verzonden naar afnemers in Europa. De rechtbank Overijssel heeft [naam 24] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en [naam 23] tot een gevangenisstraf van 5 jaar en 6 maanden. [71]
2.3.2.
Rol verdachten bij het wissen
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat via ‘ [account 59] ’ werd gevraagd om een account te wissen en dan werd het account gewist van de server. [medeverdachte 2] heeft dit weleens zelf gedaan. [72] [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hijzelf, [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 2] ‘support’ doen. [73]
2.3.3.
Conclusie
De rechtbank dient allereerst de vraag te beantwoorden wie achter het account ‘ [account 59] ’ zat op het moment dat verzocht werd om een account te wissen. Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat alle verdachten, te weten verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , op enig moment het ‘ [account 59] ’ account hebben bemand. Uit de inhoud van de chatgesprekken en de afgelegde verklaringen blijkt dat de rollen inwisselbaar waren en dat er onderling contact was over wie op dat moment het ‘ [account 59] ’ account beheerde. Daarnaast hebben verdachten met elkaar contact over het wissen van accounts. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten met betrekking tot het wissen van accounts.
Vervolgens dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of verdachten voorwerpen waarop of waarmee een misdrijf is gepleegd hebben vernietigd, weggemaakt, verborgen of aan het onderzoek van de ambtenaren van justitie of politie hebben onttrokken, met het oogmerk om het te bedekken of de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken.
Uit de voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat in ieder geval drie keer een verzoek is gedaan om een account te wissen, nadat de gebruiker was aangehouden. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de verzoeken zijn gedaan om te voorkomen dat de politie belastende informatie op de inbeslaggenomen telefoon zou aantreffen. Een van de verzoekers is later aangehouden en veroordeeld voor een Opiumwetfeit. Uit de aangehaalde chatberichten blijkt dat er bij het verzoek om een account te wissen altijd haast was gemoeid.
Gelet op het voorgaande, de inhoud van de chatgesprekken, in onderlinge samenhang bezien met de onder paragraaf 2.2 genoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan begunstiging. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat het resellers waren die verzochten om een account te wissen, omdat de gebruiker van dat account een betalingsachterstand had, niet geloofwaardig. Uit het dossier volgt immers dat de medewerkers van [bedrijf 1] in een Excel bestand bijhielden van welk account het abonnement verliep en dat [naam 13] vervolgens een bericht stuurde dat de telefoon verlengd moest worden. Als er niet betaald werd, kon zij het abonnement beëindigen.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte, [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] tezamen en in vereniging de hiervoor aangehaalde accounts hebben verwijderd met als doel om de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken. Deze accounts zijn verwijderd in de periode van 6 oktober 2018 tot en met 2 november 2018, zodat de rechtbank alleen in deze periode tot een bewezenverklaring komt. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van feot 4 van het overige vrijspreken.
2.4.
Feit 9, valsheid in geschrifte
Verdachte wordt verweten dat hij opzettelijk valse of vervalste geschriften voorhanden heeft gehad die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen. In de tenlastelegging zijn ten aanzien van de verweten valsheid drie facturen specifiek opgenomen. De rechtbank zal deze facturen hierna bespreken.
2.4.1.
Factuur met als onderwerp ‘particuliere verkoop’
Op 6 april 2018 is de factuur 2018034 opgemaakt voor de verkoop van 9 streetfighters en 1 renew otr account voor een totaalbedrag van € 4.510,-. De afnemer was [bedrijf 14] . [74]
Op 17 mei 2018 werd door de Administratiekamer, het administratiekantoor van [bedrijf 1] , een mail gestuurd naar het mailadres: [e-mailadres 6] . In deze mail stond het volgende:
‘Dag [account 49] ,
Ik heb de boekhouding april bijgewerkt en heb de volgende vragen:
• Op de factuur aan [bedrijf 14] is btw berekend, bij omzet buitenland (binnen de eu) hoef je geen btw af te dra behalve als het aan een particulier is of als je het VAT nummer niet hebt. Heb je nog het VAT nummer voor mij’ [75]
Op de factuur van [bedrijf 1] met als onderwerp ‘Particuliere verkoop’ van 20 juni 2018 staan een IronBox HP Folio 9470m Laptop + 1 jaar VPN, Business telefoon met wereld SIM en VPN router met als factuurbedrag € 4.510,-. Op de factuur is een post-it geplakt met de tekst:
‘Er komt rond deze datum niets binnen met dit bedrag niet geboekt’. [76]
Op de bankrekening van [bedrijf 1] blijkt op 21 juni 2018 een bedrag van € 4.510,- binnen te komen van [bedrijf 14] . [77]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat alleen hij administratieve werkzaamheden deed en daarvoor deed [naam 13] dat. [medeverdachte 1] moest een factuur opmaken van het geld dat [verdachte] ontving. [78] [naam 13] is in april 2018 ontslagen. [79]
[naam 12] heeft verklaard dat facturen niet altijd juist werden opgemaakt. [80] [naam 13] heeft verklaard dat ze soms andere facturen op heeft moeten maken. Soms vroeg [verdachte] dit. Dan hield hij geld achter en dat stak hij in eigen zak. [naam 13] moest dan de factuur kloppend maken. Het kwam ook weleens voor dat er geld binnenkwam en dat er dan dingen kloppend gemaakt moesten worden. [81] Dit kwam ongeveer twee keer per maand voor. Het laatste jaar minder, omdat hij er toen minder was. [account 49] [medeverdachte 1] maakte geen facturen op in de tijd dat [naam 13] er werkte. [82] [naam 13] maakte de facturen op en later is dit overgenomen door [account 49] . [83]
Op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de factuur aan [bedrijf 14] van 6 april 2018 over het hoofd is gezien en de factuur van 20 juni 2018 met als onderwerp ‘Particuliere verkoop’ vervolgens is opgemaakt om de storting van 21 juni 2018 te verklaren. Daarmee is de factuur van 20 juni 2018 valselijk opgemaakt.
2.4.2.
Verkoop- en creditfactuur van [bedrijf 1] aan [bedrijf 4]
Op de factuur van [bedrijf 1] aan [bedrijf 4] van 14 juli 2017 staan 51 ‘Computer hardware and software. Modulair build systems’ vermeld met een factuurbedrag van € 91.800,-. [84] Op de creditfactuur van [bedrijf 1] aan [bedrijf 4] van 28 december 2017 staat vermeld dat er € 91.800,- wordt verrekend voor 51 ‘Computer hardware and software. Modulair build systems’. [85]
[naam 13] heeft verklaard dat zij over de factuur aan [bedrijf 4] in discussie is gegaan met [verdachte] . De factuur was fictief, omdat het niet zo goed ging. Hij wilde een slagje slaan. Ze heeft de factuur onder protest gemaakt. Uiteindelijk heeft [verdachte] het teruggedraaid en dat is de creditnota. Er is niks verkocht aan [bedrijf 4] . [86]
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat de factuur aan [bedrijf 4] valselijk is opgemaakt en dat er dan ook geen sprake was van creditering van het desbetreffende bedrag op het moment dat de creditfactuur is opgemaakt. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat zowel de factuur aan [bedrijf 4] als de later opgestelde creditfactuur valselijk zijn opgemaakt.
2.4.3.
[bedrijf 5]
In het dossier zitten vijf pro-forma facturen van [bedrijf 5] met daarop een stempel met de tekst ‘ [bedrijf 5] [adres 4] ’. Drie facturen hebben als cliëntnaam [bedrijf 6] , [adres 5] . Het betreffen de facturen met de datum 10 oktober 2017, 11 oktober 2017 en 23 oktober 2017 en met ieder een factuurbedrag van € 57.500,-. [87] De twee andere pro-forma facturen hebben als cliëntnaam [bedrijf 7] , [adres 6] . Ze zijn gedateerd van 22 oktober 2017 en 24 oktober 2017 en hebben een factuurbedrag van respectievelijk € 34.500,- en € 89.250,-. [88]
In het dossier zitten vijf pro-forma facturen van [bedrijf 5] met daarop een stempel met de tekst ‘ [bedrijf 5] [adres 4] ’. Deze facturen zijn gericht aan [bedrijf 1] en hebben alle 5 als datum 10 oktober 2017. [89] Deze facturen zijn vrijwel identiek aan de hierboven besproken facturen van [bedrijf 5] . [90]
[bedrijf 1] kocht vanaf eind 2016 de telefoons hoofdzakelijk in bij [bedrijf 5] . [91] [naam 25] en [naam 26] zijn beiden werkzaam bij [bedrijf 5] en zijn beiden gehoord als getuige. [92] De pro-forma facturen zijn aan hen voorgelegd en hierover verklaarde van Sommeren dat hij dacht dat [bedrijf 1] deze facturen had opgemaakt. Het is het format van [bedrijf 5] , maar het lijkt alsof ze deze zelf hebben aangepast. [bedrijf 5] gebruikt geen stempels. De pro-forma facturen die zijn getoond, herkende [naam 25] niet. Zij hebben nooit een pro-forma factuur opgemaakt voor dit bedrijf in Dubai. De stempel kwam [naam 26] wel bekend voor, maar de straatnaam is verkeerd gespeld op de pro-forma factuur. De factuur lijkt dus te zijn nagemaakt. [93]
In ieder geval een deel van de facturen zijn voldaan van een rekening van een bank uit de Arabische Emiraten met nummer [factuurnummer 28] die op naam staat van het bedrijf [bedrijf 6] , dat volgens Google gevestigd is in Dubai. [94]
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de vijf pro-forma facturen van [bedrijf 5] valselijk zijn opgemaakt en gebruikt zijn ten behoeve van de betaling vanaf de bankrekening van [bedrijf 6] .
2.4.4.
Vervalste bedrijfsadministratie
Uit de jurisprudentie volgt dat een bedrijfsadministratie kan worden aangemerkt als een samenstel van geschriften met bewijsbestemming, ter zake van de daarin opgenomen bedrijfsgegevens. Een bedrijfsadministratie kan zelfs in haar geheel als geschrift worden aangemerkt. Ook intern bedoelde bedrijfsstukken kunnen een bewijsbestemming hebben. Daardoor valt het in zo’n administratie opnemen van valse geschriften onder de reikwijdte van artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Gelet op dat gegeven is de rechtbank van oordeel dat de bedrijfsadministratie van [bedrijf 1] is vervalst door de voornoemde valselijk opgemaakte en vervalste facturen in de bedrijfsadministratie te verwerken. Een bedrijfsadministratie is per definitie gediend om tot enig bewijs te dienen.
2.4.4.
Medeplegen door verdachte
Verdachte was eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 1] en hiermee verantwoordelijk voor de administratie. Uit de bovengenoemde bewijsmiddelen volgt dat [naam 13] en [medeverdachte 1] in opdracht van verdachte facturen opmaakten. Hiermee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en deze werknemers met betrekking tot het opmaken en voorhanden hebben van valse en vervalste facturen en daarmee ook een valse bedrijfsadministratie. De rechtbank acht gelet op de data van de hierboven genoemde facturen wettig en overtuigend bewezen dat dit in de periode van 14 juli 2017 tot en met 2 november 2018 heeft plaatsgevonden. De rechtbank zal verdachte van het overige vrijspreken.
2.5.
Feit 2, deelname aan een criminele organisatie Onderzoek Victor
2.5.1.
Chatgesprekken
Op 10 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte), en het account [account 78] :
[account 32] om 10:55:10 uur:
Als je doorrijdr ipv op parkeerplaats draairn bij vd valk
[account 32] om 10:55:33 uur:
Dan kom jr uiteijdelijk bij golfbaan papendal
[account 42] om 10:55:40 uur:
Zit ik
[account 42] om 10:55:51 uur:
Beter
[account 78] om 10:55:51 uur:
Ok
[account 32] om 10:56:02 uur:
Vd valk hangt helemaal vol met camers [95]
Op 11 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 78] :
[account 32] om 15:52:17 uur:
Ja maar dan nog ..geloof niet dat onze secure notes is opengemaakt
[account 78] om 15:53:41 uur:
Zal misschien heel kortvww zijn geweest
[account 32] om 15:54:04 uur:
Dan nog
[account 78] om 15:55:31 uur:
Is toch onbeperkt ww invoeren
[account 32] om 15:58:01 uur:
Jawel maar ook al heb je 3 letters dan nog...
[account 78] om 15:58:47 uur:
Daar hebben ze bij nfi ww programma voor
[account 78] om 15:59:21 uur:
Die loopt Alle mogelijkheden af.
[account 32] om 16:09:06 uur:
Ja dat zou kunnen..ken dat soort programmas wel maar lijkt me erg sterk dat ie zin ww neemt..wat in zon lijstje staat
[account 78] om 17:04:23 uur:
Nee is programma die loopt alle mogelijkheden af.aAbBcC en dan Aa etc (..)
[account 32] om 17:31:15 uur:
Otr encryptie waarmee wuj chatten heeft gemiddeld een sleutel van 22 tekens
[account 32] om 17:31:24 uur:
Onkraakbaar (..)
[account 32] om 17:32:24 uur:
Daarom moet je OTR
[account 32] om 17:32:31 uur:
En geen Encro [96]
Op 16 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het acount [account 41] (in gebruik bij [medeverdachte 1] ):
[account 32] om 16:06 uur:
En [account 78] had 4x verlengingen€2000,-Op gegaan in broekzak en [naam 34] ?
[account 41] om 16:07 uur:
Zelfe x als vorige keer [97]
Op 17 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 78] :
[account 78] om 06:42:51 uur:
Doorgestuurd bericht: » Hebben ze 4 week over gedaan om notitie open te krijgen wat dom man daar zet je toch geen belangrijke dingen in ik heb alleen otr en die wordt gelijk gewist als iemand denkt dat ik opgepakt ben(…) [98]
[account 78] om 06:43:15 uur:
Reactie werker van [naam 27]
Op 23 oktober 2018 vond het volgende gesprek plaats tussen het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) en het account [account 78] :
[account 32] om 16:34:42 uur:
Joo
[account 32] om 16:34:49 uur: [Er wordt een foto van een artikel gestuurd met als titel:
‘130 years for ‘county lines’ gang caught with £43million of heroin]
[account 32] om 16:34:53 uur:
Encro
[account 32] om 16:35:07 uur:
Artikel is van vandaag
[account 32] om 16:35:43 uur:
Vrijdag..maarzijn broer stuurde vandaag
[account 78] om 18:02:08 uur:
Ok
[account 78] om 18:03:34 uur:
En weet je ook hoe
[account 32] om 18:05:01 uur:
Volgens hun zijn de telefoons opgemaakt. Er is nooit een wachtwoord gegeven. Berichten en photos zijn eruit gehaald
[account 32] om 18:05:30 uur:
De 50% eigenaar van encro en zijn mensen zojn vamdaag ook opgwpakt
[account 78] om 18:06:08 uur:
Nee meen je niet. Maar die gebruikte iron toch?
[account 32] om 18:07:04 uur:
Niet hun die zijn opgepakt..
[account 78] om 18:07:20 uur:
Ah ok
[account 32] om 18:07:38 uur:
Maar of dat verhaal met elkaar heeft ye maken weet ik niet (..)
[account 32] om 18:17:42 uur:
Krijg nu echt van alle kanten ... die dat daar wie..
[account 32] om 18:17:57 uur:
Paniek in de tent [99]
In de periode van 3 oktober 2018 tot en met 2 november 2018, de periode dat er kon worden meegelezen binnen het onderzoek Goliath, heeft het account [account 32] (in gebruik bij verdachte) 100 keer contact gemaakt met het account [account 78] . Het account [account 78] heeft 120 keer contact gemaakt met het account [account 32] (in gebruik bij verdachte). [100]
De gebruiker van het account ‘ [account 78] ’ is [naam 28] . [101]
2.5.2.
Observatie
Bij een observatie op 10 oktober 2018 werd door opsporingsambtenaren het volgende gezien. [102]
Omstreeks
Verbalisant
Omschrijving bevindingen
13.27
[verbalisant 2] / [verbalisant 3]
Wij zagen dat [verdachte] samen met [naam 1] , op het terras van de [bedrijf 15] , gevestigd aan de [adres 7] , zat. In het gesprek zal [verdachte] aangeduid worden met [verdachte] en [naam 1] met [naam 28] . Wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , hebben gedeelten en woorden van gelijkende strekking van het gesprek opgevangen en hieronder uitgewerkt:
Begin gesprek 13:27 uur (..)
Ik, [verbalisant 2] , hoorde dat:
[naam 28] : Je kan tegenwoordig niemand vertrouwen.
[verdachte] : Ik kan je tekst laten lezen hoe ik communiceer.
[naam 28] : Een maat van mij heeft ook zo'n toestel. Ik heb er ruim 70 mensen in staan. (..)
Ik, [verbalisant 2] , hoorde dat:
[verdachte] : NFI
[verdachte] : Veilig voor het versleutelen.
[naam 28] : Die app die je vannacht hebt gestuurd.
[verdachte] : Die werkt prima. (..)
Wij hoorden dat:
[naam 28] : Hoe zit het met de anonimiteit.
[verdachte] : Ja top. (..)
Ik, [verbalisant 3] hoorde dat:
[verdachte] : 4 accounts voor 3 rooien.
[naam 28] : Ik heb 4x oke, dus het is akkoord. Ik ga je betalen.
[verdachte] : Dat is mooi.
2.5.3.
Veroordelingen in onderzoek Victor
Op 14 oktober 2020 is [naam 28] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaar voor het buiten het grondgebied van Nederland brengen van een grote hoeveelheid MDMA en hennep. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het telen van hennepplanten in verschillende hennepkwekerijen. Hij heeft bovendien in de periode van 1 december 2017 tot en met 1 januari 2019 deelgenomen aan een criminele organisatie, waarbinnen [naam 1] een leidinggevende rol had. [naam 3] en [naam 2] hadden een uitvoerende rol. Uit het vonnis van de rechtbank volgt dat op basis van de met [communicatiemethode 2] gevoerde gesprekken zij tot de conclusie is gekomen dat er sprake is van een samenwerkingsverband tussen voornoemde personen. Deze organisatie had het uitvoeren van hard- en softdrugs (MDMA en hennep) en hennepteelt als oogmerk. [103]
Op 14 oktober 2020 is [naam 2] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar voor het buiten het grondgebied brengen van een hoeveelheid hennep en het telen van hennep in drie verschillende hennepkwekerijen. Uit het vonnis volgt bovendien dat [naam 2] deel uit heeft gemaakt van hetzelfde criminele samenwerkingsverband als [naam 1] en [naam 3] . Het criminele samenwerkingsverband maakte gebruik van [communicatiemethode 2] . [104]
Op 14 oktober 2020 is [naam 3] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden voor het buiten het grondgebied brengen van een grote hoeveelheid hennep, het verrichten van voorbereidingshandelingen voor de invoer van een grote hoeveelheid hennep uit Malaga en was hij medeplechtig aan hennepteelt. Uit het vonnis volgt bovendien dat [naam 3] deel uit heeft gemaakt van hetzelfde criminele samenwerkingsverband als [naam 1] en [naam 2] . Het criminele samenwerkingsverband maakte gebruik van [communicatiemethode 2] . [105]
2.5.4.
Conclusie
De rechtbank stelt voorop dat van 'deelneming' aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr slechts dan sprake kan zijn, als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. Het is hierbij niet vereist dat de verdachte wetenschap heeft van één of meer concrete misdrijven die door de organisatie worden beoogd. Onder deelneming wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun ten behoeve van het samenwerkingsverband (art. 140 lid 4 Sr oud).
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank allereerst vast dat [naam 1] , [naam 3] en [naam 2] een criminele organisatie vormden met als oogmerk het uitvoeren van hard- en softdrugs en hennepteelt. Verder volgt uit de bovenstaande bewijsmiddelen dat verdachte veelvuldig contact had met de leider van deze organisatie, te weten [naam 1] . In chatgesprekken tussen verdachte en [naam 1] wordt onder meer gesproken over NFI programma’s waarmee wachtwoorden gekraakt kunnen worden en wordt een artikel gestuurd met als titel ‘
130 years for ‘county lines’ gang caught with £43million of heroin’, waarbij verdachte aangeeft dat het om Encro gaat. Tijdens de observatie nemen opsporingsambtenaren waar dat [verdachte] het heeft over het NFI en dat [naam 1] vervolgens vier accounts koopt.
Gelet op het voorgaande en de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verdachte heeft deelgenomen aan een organisatie door de leden van deze organisatie te voorzien van de applicatie [communicatiemethode 2] en dat verdachte wist dat sprake was van een organisatie die als oogmerk had misdrijven te plegen.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting dat de opsporingsambtenaren tijdens de observatie ten onrechte hebben aangenomen dat hij de aanduiding NFI heeft genoemd en dat hij waarschijnlijk NFO in plaats van NFI heeft gezegd, acht de rechtbank in het licht van het chatgesprek dat verdachte en [naam 1] de dag na de observatie hebben gevoerd, niet geloofwaardig.
Uit de vonnissen van [naam 1] , [naam 3] en [naam 2] blijkt niet dat zij zijn veroordeeld voor witwassen of begunstiging. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dat deel van het oogmerk van de organisatie.
2.6.
Vrijspraak voor feit 3, deelname criminele organisatie Onderzoek Metaal
Verdachte wordt verweten dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, bestaande uit onder andere [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] en [naam 11] door de leden van deze organisatie te voorzien van [communicatiemethode 3] of [communicatiemethode 2] .
Uit het dossier volgt dat [naam 6] vanaf 1 januari 2016 tot 30 april 2018 in dienst was bij [bedrijf 1] . Verder is gebleken dat [naam 5] een reseller was voor [bedrijf 1] , waarbij [naam 7] telefoons verkocht in opdracht van [naam 5] . [naam 7] en [naam 5] leverden daarnaast support voor de telefoons die zij verkochten. De rechtbank acht het begrijpelijk dat zij in die hoedanigheid de beschikking hadden over [communicatiemethode 3] en [communicatiemethode 2] en ook in de hoedanigheid van reseller contact hadden met verdachte en overige werknemers van [bedrijf 1] .
In het dossier bevindt zich een gesprek waarbij [naam 7] aan [medeverdachte 1] vraagt of de telefoon nog van afstand uitgeschakeld kan worden als de concurrent bij een inval folie over de telefoon doet en een gesprek tussen verdachte en het account [account 37] over personen die vastzitten. Hoewel deze gesprekken duiden op enige wetenschap, is dit naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om vast te stellen dat verdachte op de hoogte was van het oogmerk van de criminele organisatie die door deze personen werd gevormd. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
2.7.
Vrijspraak feit 7 en feit 8, meldplicht en clientonderzoek o.g.v. WWFT
Om vast te kunnen stellen of [bedrijf 1] een meldplichtige instelling is in de zin van artikel 1 lid 1 onder a sub 15 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (hierna: WWFT), dient te worden vastgesteld dat sprake is van transacties, waarbij de betaling in contanten plaatsvond voor een bedrag van € 15.000,- euro of meer.
Vanwege de onjuiste en onvolledige administratie van [bedrijf 1] kan de rechtbank niet vaststellen of de transacties bestonden uit slechts één transactie van € 15.000,- of meer of dat deze transactie bestond uit meerdere kleinere transacties die tezamen een bedrag van € 15.000,- opleverden. Daarnaast kan op basis van het dossier niet worden vastgesteld welke storting bij welke factuur en/of transactie hoort. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat [bedrijf 1] ten aanzien van deze transacties een meldplichtige instelling was in de zin van de WWFT. Verdachte zal om die reden worden vrijgesproken van de feiten 7 en 8.
2.8.
Feit 1, deelneming aan een criminele organisatie
2.8.1.
Samenwerkingsverband in de zin van artikel 140 Sr
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr worden verstaan: een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewijsmiddelen dat sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband ontstond toen verdachte en [naam 12] [communicatiemethode 2] ontwikkelden en op de markt brachten. Wanneer dit precies gebeurde is niet duidelijk geworden. De gebruikershandleiding van [communicatiemethode 2] is gedateerd in 2015. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het samenwerkingsverband in ieder geval vanaf 1 januari 2015 bestond. [medeverdachte 1] ontving op 17 februari 2016 de eerste betaling voor zijn werkzaamheden voor [bedrijf 1] . [medeverdachte 2] kwam in dienst bij [bedrijf 1] op 1 juni 2016. [naam 12] trad uit dienst in 2017.
Verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werkten onder de vlag van [bedrijf 1] samen om een cryptocommunicatiedienst aan te bieden voor criminele gebruikers. Er was sprake van een duidelijke rolverdeling tussen verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , zo volgt uit hetgeen door de rechtbank is overwogen in paragraaf 2.1.2.
2.8.2.
Oogmerk van de organisatie
Verlenen van stoffelijke steun aan andere criminele organisaties
De [communicatiemethode 3] en de applicatie [communicatiemethode 2] waren zeer aantrekkelijk voor criminelen. Het samenwerkingsverband faciliteerde criminelen door vertrouwelijkheid te garanderen door de communicatie, verkoop en betaling zo anoniem mogelijk te maken (paragraaf 2.1.5. en 2.1.6.). De [communicatiemethode 3] waren bovendien in ongeveer de helft van de gevallen geprepareerd zodat de normale functionaliteiten ontbraken. Functionaliteiten die werden toegevoegd waren de panicbutton en de crashme!-functie, waarmee met een paar drukken op een knop de inhoud van een telefoon of een chatgesprek verwijderd werd (paragraaf 2.1.4). Hierdoor werd vertrouwelijkheid van communicatie nog verder gegarandeerd, dat tot gevolg had dat de opsporing van strafbare feiten kon worden bemoeilijkt of zelfs onmogelijk kon worden gemaakt.
De rechtbank concludeert dat (vrijwel) alle klanten van [bedrijf 1] zich bezighielden met criminele activiteiten en daarvoor de producten van [bedrijf 1] gebruikten. Tijdens de interceptieperiode van [communicatiemethode 2] is bovendien niet vastgesteld dat anderen waaronder politici, artiesten en de gewone man met bijvoorbeeld een geheime relatie, gebruik hebben gemaakt van [communicatiemethode 2] (paragraaf 2.2.1). Dat de cryptocommunicatiedienst [communicatiemethode 2] daadwerkelijk werd gebruikt door criminele organisaties blijkt uit de veroordelingen in onderzoek Victor (paragraaf 2.5). Uit de vonnissen van onderzoek Metaal is gebleken dat de veroordeelden in dat onderzoek zich gedurende ongeveer anderhalf jaar, tezamen en in vereniging, bezighielden met omvangrijke handel, productie en in- en uitvoer van verdovende middelen, dat sprake was van een zekere rolverdeling en dat onderling werd gecommuniceerd over strafbare feiten via [communicatiemethode 2] . [106]
Uit alle genoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, waarbij de rechtbank verwijst naar de bewijsmiddelen als opgenomen in de voorgaande paragrafen, leidt de rechtbank af dat het samenwerkingsverband het oogmerk had om stoffelijke steun te bieden aan andere criminele organisaties door een cryptocommunicatiedienst ( [communicatiemethode 2] ) al dan niet met bijbehorende telefoon ( [communicatiemethode 3] ) aan te bieden. De rechtbank stelt vast dat uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de criminele klanten bij [bedrijf 1] kwamen om (meerdere) communicatiemiddelen aan te schaffen en dus om met elkaar samen te werken.
Begunstiging, witwassen en valsheid in geschrifte
Daarnaast zag het oogmerk van de organisatie op begunstiging, witwassen en valsheid in geschrifte.
Zoals volgt uit paragraaf 2.3 beschikten de [communicatiemethode 3] en [communicatiemethode 2] over de mogelijkheid om binnen een aantal klikken de inhoud van een telefoon of chats te verwijderen. Ook bood [bedrijf 1] een dienst aan waarbij op verzoek accounts konden worden gewist. Uit het feit dat de organisatie deze dienst aanbood, en (vrijwel) het gehele klantbestand van [bedrijf 1] bestond uit personen die zich bezighielden met criminele activiteiten, is voor de rechtbank gebleken dat het oogmerk van het samenwerkingsverband gericht was op begunstiging door chats, accounts of de gehele inhoud van een telefoon te verwijderen met als doel om de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken.
Het oogmerk van de organisatie was daarnaast gericht op het gewoontewitwassen. Omdat (vrijwel) het gehele klantbestand van [bedrijf 1] bestond uit personen die zich bezighielden met criminele activiteiten, kan het niet anders dan dat de inkomsten van [bedrijf 1] in ieder geval gedeeltelijk afkomstig waren uit de criminele activiteiten van die criminele klanten en dus afkomstig uit misdrijf. Verdachte en zijn medeverdachten moeten dat hebben geweten. Door de vele transacties die plaatsvonden over een lange periode was sprake van gewoontewitwassen en had de organisatie daar dus het oogmerk op. Daarnaast hebben verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , zich schuldig gemaakt aan eenvoudig witwassen, zijnde de opbrengsten van de verkoop van hun producten, zoals de rechtbank in paragraaf 2.9 zal bespreken.
Ten slotte zag het oogmerk van de organisatie op het plegen van valsheid in geschrifte (paragraaf 2.4). Om inkomsten te verklaren werden nadat bedragen op de bankrekening waren bijgeschreven facturen valselijk opgemaakt, waarmee de bedrijfsadministratie werd aangepast. De instructies die werden gegeven aan de medewerkers zorgden voor een bedrijfscultuur waarbinnen het normaal werd om valselijk stukken op te maken.
2.8.3.
Deelname van verdachte aan het criminele samenwerkingsverband
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de betrokkenheid die verdachte had bij de criminele organisatie voldoende is om te komen tot een bewezenverklaring van zijn deelname daaraan.
Volgens vaste jurisprudentie kan van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr sprake zijn als de betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in gedragingen dan wel gedragingen ondersteunt die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. De deelneming moet voor de betrokkene op zichzelf worden beoordeeld. Voor deelneming in de zin van artikel 140 Sr is verder voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk of vol opzet) dat de organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft.
Uit de bewijsmiddelen is gebleken dat verdachte wetenschap had van de misdrijven waarop de organisatie het oogmerk had en daar ook daadwerkelijk aan deelnam. Verdachte was oprichter en leidinggevende bij [bedrijf 1] en is bovendien de ontwikkelaar van [communicatiemethode 2] . Verdachte was daardoor volledig op de hoogte van het reilen en zeilen binnen [bedrijf 1] .
Uit de bewijsmiddelen is ook gebleken dat verdachte zeer goed op de hoogte was dat zijn klantenkring uit criminelen bestond. Uit de chatberichten, getapte telefoongesprekken en observaties blijkt dat verdachte persoonlijk contact had met personen uit het criminele milieu. Verdachte voerde een bedrijfsbeleid dat erop gericht was om criminelen en criminele organisaties te faciliteren. Daarnaast bestond de bedrijfsadministratie uit – veelal in opdracht van verdachte opgemaakte – valse stukken. Met zijn handelen heeft verdachte leiding gegeven aan een organisatie die als oogmerk had het bieden van stoffelijke steun aan andere criminele organisaties, het plegen van valsheid in geschrifte, begunstiging en (gewoonte)witwassen.
Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
De rechtbank is van oordeel dat de periode dat verdachte deelnam aan de criminele organisatie korter is dan ten laste gelegd. Verdachte heeft verklaard vanaf 2014 aan de slag te zijn gegaan met [communicatiemethode 2] . De gebruikshandleiding van [communicatiemethode 2] werd opgesteld in 2015. De rechtbank zal daarom 1 januari 2015 als aanvangsdatum vaststellen van zijn deelname aan het criminele samenwerkingsverband. Verdachte zal daarnaast worden vrijgesproken van het gedachtestreepje
“het opzettelijk overtreden van een of meer voorschriften gesteld bij de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (artikel 3 en/of 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme)”, nu verdachte is vrijgesproken van feit 7 en 8.
2.9.
Feit 5, witwassen via de bankrekening van [bedrijf 1]
2.9.1.
Inleiding
Verdachte wordt onder feit 5 verweten dat hij onder de naam [bedrijf 1] een geldbedrag heeft witgewassen, te weten de bedragen die [bedrijf 1] heeft ontvangen op haar bankrekening met nummer [rekeningnummer 1] . Verdachte zou dit samen met anderen hebben gedaan in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf en daar een gewoonte van hebben gemaakt.
De rechtbank zal allereerst beoordelen of de bedragen die binnenkomen op genoemde bankrekening kunnen worden aangemerkt als afkomstig van enig misdrijf en of verdachte en zijn medeverdachten dat wisten. Vervolgens zal zij bepalen of voor welke periode en welk bedrag verdachte als (mede)pleger verantwoordelijk kan worden gehouden en welke witwashandelingen hij ten aanzien van dit bedrag heeft verricht. Tot slot zal de rechtbank bespreken of er voor verdachte sprake is van handelen in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf en/of een gewoonte maken van witwassen.
2.9.2.
Criminele herkomst en wetenschap
De rechtbank heeft al geconcludeerd dat nagenoeg alle klanten van [bedrijf 1] zich bezighielden met criminele activiteiten en daarvoor de producten van [bedrijf 1] gebruikten en dat verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] dit wisten.
De rechtbank heeft verder geconcludeerd dat verdachte en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] onder de vlag van [bedrijf 1] een samenwerkingsverband vormden met als oogmerk het plegen van misdrijven, waaronder het verlenen van stoffelijke steun, dan wel medeplichtigheid aan diverse criminele activiteiten. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de omzet die [bedrijf 1] genereerde met de verkoop van haar producten een criminele herkomst heeft en dat verdachte en zijn medeverdachten dat wisten.
2.9.3.
Hoogte van het bedrag
Periode
Uit paragraaf 2.8.3. volgt dat verdachte, als eigenaar van [bedrijf 1] , heeft deelgenomen aan een criminele organisatie in de periode 1 januari 2015 tot en met 2 november 2018. De rechtbank zal hierna concluderen dat de kwalificatieuitsluitingsgrond van toepassing is en het bewezenverklaarde kan worden gekwalificeerd als eenvoudig witwassen (artikel 420bis.1 Sr). Dit artikel is op 1 januari 2017 in werking is getreden. De rechtbank zal daarom voor het bepalen van de hoogte van de gelden die binnenkomen op de bankrekening van [bedrijf 1] en die afkomstig zijn uit enig misdrijf, uitgaan van de periode van 1 januari 2017 tot en met 2 november 2018.
Over de periode van 31 oktober 2018 tot en met 2 november 2018 zijn geen gegevens beschikbaar, waardoor deze dagen niet zijn meegenomen in de berekening.
Omzet op bankrekening [bedrijf 1]
Uit de analyse van de bankrekening [rekeningnummer 1] van [bedrijf 1] blijkt dat in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 oktober 2018 in totaal een bedrag van € 1.211.906,08 op de bankrekening is bijgeschreven, waarvan € 1.068.105,- afkomstig is van contante stortingen. [107]
In de onderstaande tabel is weergegeven op welke wijze de rechtbank tot dit bedrag is gekomen.
Afbeelding verwijderd i.v.m. persoonsgegevens
2.9.4.
Witwashandelingen van verdachte en zijn medeverdachten
Uit hetgeen onder 2.8.1 is overwogen over het samenwerkingsverband tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] volgt dat zij in nauwe en bewuste samenwerking en opzettelijk de omzet van [bedrijf 1] , zoals die binnenkwam op de rekening van het bedrijf, hebben verworven en voorhanden gehad.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte de contante geldstroom heeft omgezet, door deze bedragen te storten op de rekening van [bedrijf 1] . Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is het storten van geld op de eigen rekening, zonder dat sprake is van een verhullende handeling geen omzetten in de zin van artikel 420bis Sr.
2.9.5.
Ontslag van alle rechtsvervolging voor (opzet)witwassen, gewoontewitwassen en witwassen in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf
Omdat een bewezenverklaring en kwalificatie van gewoontewitwassen of witwassen in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf enkel kan als sprake is van (opzet)witwassen in de zin van artikel 420bis Sr (en dus niet artikel 420bis.1 Sr) zal de rechtbank deze onderdelen van de tenlastelegging niet verder bespreken en verdachte in zoverre ontslaan van alle rechtsvervolging.
2.9.6.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte in de periode van 1 januari 2017 tot en met 2 november 2018 meerdere geldbedragen van in totaal € 1.211.906,08 heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn medeverdachten wisten dat deze geldbedragen – onmiddellijk – uit enig (eigen) misdrijf afkomstig waren. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen in de zin van artikel 420bis.1 Sr.
2.10.
Feit 6, witwassen
2.10.1.
Privé-onttrekkingen
In paragraaf 2.9.2 heeft de rechtbank geconcludeerd dat de omzet die [bedrijf 1] genereerde met de verkoop van haar producten een criminele herkomst heeft. Dat maakt dat het geld dat onttrokken wordt aan het bedrijf ook een criminele herkomst heeft. Omdat verdachte wist dat de omzet crimineel geld betrof, geldt die wetenschap ook voor de onttrekkingen. De rechtbank zal ook ten aanzien van dit feit – vanwege de kwalificatieuitsluitingsgrond – uitgaan van het door verdachte in de periode van 1 januari 2017 tot en met 2 november 2018 onttrokken bedrag.
Uit de boekhouding blijkt dat verdachte in de periode 1 januari 2017 tot en met 31 oktober 2018 in totaal € 63.344,- heeft onttrokken aan [bedrijf 1] . [108] In de onderstaande tabel is weergegeven op welke wijze de rechtbank tot dit bedrag is gekomen.
Afbeelding verwijderd i.v.m. persoonsgegevens
De rechtbank acht bewezen dat verdachte dit bedrag heeft verworven en voorhanden gehad. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte deze geldbedragen heeft overgedragen of omgezet. Het onttrekken van deze geldbedragen, zoals dat is weergegeven in de administratie van [bedrijf 1] levert geen omzettingshandeling op in de zin van artikel 420bis Sr. Van enige verhulling van deze geldbedragen is door enkel die onttrekking immers geen sprake. Daardoor kan dit onderdeel niet worden gekwalificeerd als (opzet)witwassen in de zin van artikel 420bis Sr of gewoontewitwassen in de zin van artikel 420ter Sr. De rechtbank zal verdachte in zoverre ontslaan van alle rechtsvervolging.
De rechtbank is op grond van het voorgaande wel van oordeel dat verdachte in de periode van 1 januari 2017 tot en met 2 november 2018 meerdere geldbedragen van in totaal € 63.344,-, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze geldbedragen – onmiddellijk – uit enig (eigen) misdrijf afkomstig waren. Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van eenvoudig witwassen in de zin van artikel 420bis.1 Sr.
2.10.2.
Contante stortingen op privérekening en rekening [bedrijf 16]
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij voor een totaalbedrag van € 153.634,- geld heeft gestort op zijn privérekening (€ 47.000,-) en/of de rekeningen van [bedrijf 1] (€ 106.634,-).
Contante stortingen in het bedrijf [bedrijf 1]
Uit de onderliggende stukken in het dossier volgt echter dat de contante storting (dotatie) van verdachte in [bedrijf 1] in de periode van 1 januari 2015 tot medio 2018 creditcardbetalingen betreffen en dus geen contante stortingen in het bedrijf. Het doen van creditcardbetalingen ten behoeve van de vennootschap is niet ten laste gelegd. De rechtbank zal verdachte voor dit deel van het tenlastegelegde dan ook vrijspreken.
Contante stortingen op privérekening verdachte
Uit het dossier volgt verder dat verdachte contante stortingen op zijn privérekening heeft gedaan. Voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2017 is dit een totaalbedrag van € 25.435,03. Over de periode van 1 januari 2018 tot en met 2 november 2018 zijn geen gegevens beschikbaar, waardoor deze dagen niet zijn meegenomen in de berekening.
In de onderstaande tabel is weergegeven op welke wijze de rechtbank tot dit bedrag is gekomen.
Afbeelding verwijderd i.v.m. persoonsgegevens
De rechtbank is van oordeel dat het contant storten van een dergelijk geldbedrag, te weten € 25.435,03, over een periode van drie jaar niet een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen oplevert. De rechtbank zal verdachte daarom ook van dit deel van het tenlastegelegde vrijspreken.
2.10.3.
Mobiele telefoons
2500 telefoons bestemd voor Dubai
Tot slot is onder feit 6 ten laste gelegd dat verdachte 2.869 telefoons, of de opbrengst van de verkoop van die telefoons heeft witgewassen, door deze telefoons buiten de boekhouding te verkopen. Het aantal telefoons is berekend aan de hand van een goederenbeweging in de periode van 1 januari 2016 tot en met 2 november 2018.
Uit het dossier volgt dat het hier onder andere gaat om de 2500 telefoons die zijn ingekocht bij [bedrijf 5] . Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de facturen voor de inkoop van deze telefoons bij [bedrijf 5] zijn voldaan vanaf een rekening op naam van [bedrijf 6] . De rechtbank vindt het aannemelijk dat het bedrag van € 52.712,36 dat vanaf de rekening van [bedrijf 6] wordt overgemaakt naar de rekening van [bedrijf 1] een vergoeding betreft voor de werkzaamheden die [bedrijf 1] verrichtte, te weten het inkopen van de telefoons en daar vervolgens de software van [bedrijf 1] opzetten. Op 18 oktober 2018 vond een gesprek plaats tussen het account [account 32] en het account [account 60] . De rechtbank heeft eerder al vastgesteld dat deze accounts werden gebruikt door [verdachte] en [medeverdachte 2] . In dit gesprek zegt [verdachte] dat Dubai de telefoons koopt en zij niet.
Gelet op de verklaring van verdachte ter zitting en de daarmee overeenkomende gegevens in het dossier vindt de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat [bedrijf 1] of verdachte de 2500 telefoons heeft verkocht, al dan niet buiten de boekhouding om. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van deze telefoons of de opbrengst van die telefoons.
Kapotte telefoons
Verdachte heeft verder verklaard dat de overige 300 à 400 telefoons zijn die kapot zijn gegaan. De rechtbank acht die verklaring niet volstrekt ongeloofwaardig en zal verdachte daarom ook van de overige 389 telefoons vrijspreken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
feit 1
hij in
of omstreeksde periode van
1 januari 2015tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderenheeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit verdachte [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2]
en/of één of meer andere perso(o)n(en)welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten, het
al dan niet tezamen en in vereniging met een of andere of anderen:
- verlenen van stoffelijke steun aan (andere) criminele organisatie
(s
)
(artikel 140 lid 4 Wetboek van Strafrecht) en
/of
- vernietigen en
/ofwegmaken
en/of verbergen en/of onttrekkenvan sporen aan het onderzoek van een of meer ambtenaren van de justitie en/of politie (artikel 189 Wetboek van Strafrecht) en
/of
- plegen van valsheid in geschrift (artikel 225 Wetboek van Strafrecht) en
/of
- het (gewoonte)witwassen van vermogensbestanddelen (artikel 420bis/
quater/ter)
- het opzettelijk overtreden van een of meer voorschriften gesteld bij de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (artikel 3 en/of 16 Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme),
terwijl hij, verdachte, van deze organisatie oprichter en
/ofleider
en/of bestuurder wasen
/ofbinnen deze organisatie een leidinggevende rol heeft vervuld;
feit 2
hij in
of omstreeksde periode van 1 december 2017
, althans van 28 maart 2018tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en
/ofArnhem en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderenheeft deelgenomen aan een organisatie bestaande uit verdachte
en/of een of meer anderen (al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] )en
/of[naam 1] en
/of[naam 2] en
/of[naam 3]
en/of een persoon genaamd " [naam 4] "welke organisatie tot oogmerk had het
al dan niet in vereniging met een ander of anderen:
- plegen van misdrijven als bedoeld in 10 vijfde lid en/of 11 vierde en vijfde
lid Opiumwetwelke deelneming aan die organisatie bestond uit het verlenen van
geldelijke en/ofstoffelijke steun aan die organisatie, te weten
- door leden van voornoemde criminele organisatie
(tegen betaling van aanzienlijke hoeveelheden contant geld)te voorzien van
Willyfox crypto(tele)foons/ [communicatiemethode 3] , althans niet op de leden van de organisatie te herleiden en versleutelde communicatiemiddelen) voorzien van[communicatiemethode 2]
(althans een specifieke encrypted communicatie-applicatie), om onderschepping door opsporingsdiensten te voorkomen
en/of
- (achteraf) (op verzoek) sporen van communicatie over strafbare feiten uit te wissen en/of
- het witwassen van (voornoemde) aanzienlijke hoeveelheden contant geld;
feit 4
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
6 oktober 2018tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe
en/of Arnhem en/of [plaats 3]en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen, (telkens
)nadat enig misdrijf, te weten (in ieder geval) een of meer misdrijven strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht en/of de Opiumwet, waaronder
- het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven en/of
- plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 2 aanhef en onder A en
/ofB en
/ofC van de Opiumwet, te weten het uitvoeren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I en
/of
- plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 3 aanhef en onder A en/of B en/of C van de Opiumwet, te weten het uitvoeren en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II en/of
-
witwassen
en/of een of meer aan voormelde strafbare feiten verwante misdrijven is/zijn gepleegd, met het oogmerk om
het te bedekken ofde nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken,
voorwerpen waarop of waarmede het misdrijf gepleegd is of anderesporen van het misdrijf vernietigt, wegmaakt
, verbergt of aan het onderzoek van de ambtenaren van de justitie of politie onttrekt, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededaders
(telkens
)(na een verzoek van een klant) met voormeld oogmerk één of meer (onbekend gebleven)
(gebruikers)account(s), in elk geval de (gebruikers)account
(s
):
[account 1]
[account 2]
[account 3]
[account 4]
[account 5]
[account 6]
[account 79]
[account 8]
[account 9]
[account 10]
[account 11]
[account 12]
[account 13]
[account 14]
[account 15]
[account 16]
geblokkeerd en/of verwijderd
en/of één of meer ( chat )berichten en/of data en/of gegevens van en/of naar voormelde gebruiker(s) verwijderd en/of geblokkeerd en/ofaldus (telkens) het voor politie en/of justitie onmogelijk gemaakt (althans belemmerd) om onderzoek naar de inhoud van die chatberichten en/of data en/of gegevens en/of accounts te doen;
feit 5
hij, handelend onder de naam [bedrijf 1]
en/of [bedrijf 3],
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
1 januari 2017tot en met 31 oktober 2018 te [plaats 2] , gemeente
Overbetuwe en/of Arnhemen/of (elders) in Nederland,
(telkens) in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
en/of alleen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans (telkens
)heeft witgewassen,
immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader
(s
) (een)voorwerp
(en
), te weten
(telkens) één of meergeldbedrag
(en
)(van in totaal ongeveer
1.211.906,08euro, zijnde
de/het (totale), door [bedrijf 1] op rekeningnummer [rekeningnummer 1] ontvangen bedrag
(en),
verworven
envoorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt,terwijl hij wist dat
dit/deze voorwerp
(en
)- onmiddellijk
of middellijk-
(mede
)afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
feit 6
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
1 januari 2017tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe
en/of Millingen aan de Rijn, gemeente Berg en Dal en/of te Huisen, gemeente Lingewaard en/of Arnhemen/of (elders) in Nederland,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, althans (telkens
)heeft witgewassen
immers heeft verdachte
(telkens
) (een)voorwerp
(en
), te weten
- meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer
63.344,-Euro (zijnde privé-onttrekkingen van verdachte aan [bedrijf 1] )
en/of
- meerdere geldbedragen van in totaal ongeveer 153.634 Euro (zijnde contante stortingen op privé-rekeningen van verdachte en/of rekeningen van [bedrijf 1] )

verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt, en/of

- 2.869, althans een groot aantal, mobiele telefoons (met een - geschatte - verkoopwaarde van in totaal ongeveer 2.295.200,- Euro) en/of één of meer geldbedragen van in totaal ongeveer 2.295.200,- Euro, althans de geldelijke opbrengst van de verkoop van voormelde telefoons,
verworven,
voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten genoemd(e) geldbedrag(en) gebruik gemaakt,
terwijl hij wist dat
dit/deze voorwerp
(en
)- onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
feit 9
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periodevan
14 juli 2017tot en met 2 november 2018 te [plaats 2] , gemeente Overbetuwe en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
en/of alleen, meermalen,
althans eenmaal(telkens) opzettelijk voorhanden heeft gehad,
een of meervals
(e
)en/of vervalst
(e
)geschrift
(en
)die
/dat (telkens
)bestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten
a)
de
valse en/ofvervalste bedrijfsadministratie van de
/eeneenmanszaak genaamd [bedrijf 1] , zijnde de
/eenbedrijfsadministratie
(telkens
)een
(samenstel
(sel)van
)geschrift
(en
), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die
valsheid ofvervalsing hierin dat – zakelijk weergegeven – in (een) de(e)l(en van) die bedrijfsadministratie, (telkens)
was/waren
/werd/werdenopgenomen en
/ofverwerkt
- een
of meer (valse
/vervalste) (verkoop
)factu(u)r
(en), gekenmerkt als "particuliere verkoop" waarop valselijk en
/ofin strijd met de waarheid een onjuist
(te weten een te lage) factuurwaarde en/of transactiewaarde en/ofeen onjuist
(te weten een te laag)aantal verkochte telefoons en
/oflaptops is vermeld
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.1)en
/of
- een (verkoop)factuur van [bedrijf 1] met nummer [factuurnummer 27] waarop valselijk en
/ofin strijd met de waarheid een bedrag van 91.800,- is vermeld, zijnde een aan [bedrijf 4] gefactureerde levering van 51,
althans een aantal, telefoons (met een individuele) verkoopprijs van 1.800,-, terwijl deze levering in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.3)en
/of
- een (credit)factuur van [bedrijf 1] met nummer [factuurnummer 29] waarop valselijk en
/ofin strijd met de waarheid is vermeld dat een bedrag van 91.800,- euro wordt verrekend met andere facturen of overgemaakt op rekening van [bedrijf 4] , wetende dat deze verrekening in werkelijkheid niet plaats heeft gevonden en/of plaats zal gaan vinden
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.3),
b)
één of meerdoor [bedrijf 5] BV aan [bedrijf 1] verzonden (pro-forma) factu
(u)r
(en), (telkens) zijnde
(een)geschrift
(en
), bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande die
valsheid ofvervalsing hierin dat - zakelijk weergegeven -
valselijken
/ofin strijd met de waarheid de (geadresseerde) bedrijfsnaam van Blackbox Securtiy is vervangen door de
bedrijfsnaam [bedrijf 6] en
/of[bedrijf 7]
(zaaksdossier 6, paragraaf 8.2),
terwijl hij, verdachte en
/ofzijn mededader(s),
(telkens)wist
(en
)of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit geschrift bestemd was om gebruik te maken als ware het echt en onvervalst.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

De kwalificatieuitsluitingsgrond bij de feiten 5 en 6 (witwassen)
De rechtbank heeft onder de feiten 5 en 6 bewezen verklaard dat verdachte meerdere geldbedragen, voor feit 5 in vereniging, heeft witgewassen. Zoals in de paragrafen 2.9 en 2.10 overwogen betreft dit steeds geld dat van eigen misdrijf afkomstig is, namelijk het bewezenverklaarde onder feit 1 (de deelname aan een criminele organisatie). Omdat de witwashandelingen van verdachte enkel bestaan uit het verwerven en het voorhanden hebben van de geldbedragen – namelijk het storten op de bankrekening van [bedrijf 1] – is geen sprake van een verhullende handeling, zoals bedoeld in artikel 420bis Sr (feit 5). Datzelfde geldt voor de onttrekking van de geldbedragen (feit 6). Dat betekent dat deze feiten niet kunnen worden gekwalificeerd als (gewoonte)witwassen of witwassen in de uitoefening in een beroep of bedrijf.
De rechtbank is van oordeel dat het bewezenverklaarde wel kan worden gekwalificeerd als eenvoudig witwassen. Dat het woordje ‘eigen’ niet is opgenomen in de tenlastelegging is daarvoor niet van belang, omdat het tenlastegelegde ‘misdrijf’ ook het ‘eigen misdrijf’ omvat. Omdat het artikel 420bis.1 Sr pas vanaf 1 januari 2017 in werking is getreden kan de bewezenverklaring pas vanaf dat moment worden gekwalificeerd.
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
als oprichter en leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
feit 2:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
feit 4:
medeplegen van nadat enig misdrijf is gepleegd, met het oogmerk om het te bedekken of de nasporing of vervolging te beletten of te bemoeilijken, voorwerpen waarop of waarmede het misdrijf gepleegd is of andere sporen van het misdrijf vernietigen en wegmaken, meermalen gepleegd
feit 5 en feit 6:
de voortgezette handeling van
het van medeplegen van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd,
en
van eenvoudig witwassen, meermalen gepleegd
feit 9:
medeplegen van het opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5,5 jaar en zij hebben daarbij tevens de gevangenneming gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat wat betreft de straf niet kan worden aangesloten bij de Ennetcom-zaak, omdat daar overduidelijk blijkt van de foutieve intenties van de verdachte/veroordeelde. Daarvan is hier geen sprake. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft met zijn bedrijf [bedrijf 1] de [communicatiemethode 3] en applicatie [communicatiemethode 2] ontwikkeld. Bij het verkopen van deze producten stond anonimiteit centraal. Om die reden werden er geen gegevens van de klant gevraagd en werd de mogelijkheid geboden om anoniem en in contanten te betalen. Hiermee heeft verdachte een product ontwikkeld en op de markt gebracht dat aantrekkelijk was voor criminelen. Dat criminelen hier op grote schaal gebruik van maakten en communiceerden via [communicatiemethode 2] , al dan niet met een [communicatiemethode 3] , is ook gebleken.
Verdachte heeft zich tijdens het onderzoek op het standpunt gesteld dat hij geen grens heeft overschreden met het verkopen van dit product. Hij geeft aan niet verantwoordelijk te zijn voor criminelen die over strafbare feiten communiceren via [communicatiemethode 2] . De vergelijking van verdachte met een winkel die messen verkoopt, die vervolgens worden gebruikt om iemand te doden gaat niet op. Verdachte was immers volledig op de hoogte van het gebruik van de applicatie door criminelen. Het handelen van verdachte ging bovendien nog veel verder. Op verzoek wisten verdachte en zijn medewerkers een account wanneer daarom werd gevraagd, bijvoorbeeld wanneer iemand was opgepakt door de politie. Hiermee kon worden voorkomen dat de opsporingsinstanties belastende informatie uit de telefoon konden halen. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan begunstiging.
Verdachte heeft verder deelgenomen aan een criminele organisatie (onderzoek Victor) door aan deze organisatie de applicatie [communicatiemethode 2] te verkopen. De leden van deze criminele organisatie hebben die applicatie gebruikt om te communiceren over het plegen van verschillende Opiumwetfeiten. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van valsheid in geschrifte, omdat er verschillende valse facturen zijn opgemaakt en zijn opgenomen in de bedrijfsadministratie.
Verdachte heeft samen met de medeverdachten, medewerkers van [bedrijf 1] , in de periode van 1 januari 2015 tot en met 2 november 2018 een criminele organisatie gevormd die het oogmerk had om de hiervoor genoemde strafbare feiten te plegen. De hele omzet van het bedrijf [bedrijf 1] in deze periode, een bedrag van meer dan 1,2 miljoen euro, kan daarin worden aangemerkt als criminele omzet. Verdachte en zijn medeverdachten hebben deze omzet verworven en voorhanden gehad en zich daarmee schuldig gemaakt aan het witwassen van geld uit eigen misdrijf (eenvoudig witwassen). Een deel van deze omzet heeft verdachte onttrokken als inkomen voor zichzelf.
Uit het reclasseringsadvies van 27 oktober 2023 blijkt dat verdachte zijn leven op orde heeft. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Bij een veroordeling wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden geadviseerd. De reclassering vindt interventies of toezicht niet nodig.
Blijkens de justitiële documentatie van 23 mei 2024 is verdachte niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit.
Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank enkel een langdurige gevangenisstraf passend. Voor de hoogte heeft zij aansluiting gezocht bij vergelijkbare uitspraken en rekening gehouden met de forse overschrijding van de redelijke termijn. Voor de overschrijding van de redelijke termijn zal de rechtbank een half jaar aftrekken de gevangenisstraf die de rechtbank anders aan verdachte had opgelegd. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van 4,5 jaar, met aftrek van de voorlopige hechtenis, passend en geboden. Dit is lager dan de straf die is geëist, aangezien de rechtbank minder feiten bewezen acht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Vordering tot gevangenneming
Hoewel aan verdachte een gevangenisstraf van aanzienlijke duur zal worden opgelegd, zal de rechtbank de vordering tot gevangenneming van de verdachte afwijzen.
Per 21 november 2023 is de voorlopige hechtenis van verdachte opgeheven. Behalve de veroordeling van verdachte in deze zaak zijn er geen andere feiten en omstandigheden naar voren gekomen die een grond zouden kunnen vormen voor een nieuw bevel tot voorlopige hechtenis, noch is de grond gaan herleven sinds de beslissing tot opheffing. De veroordeling van verdachte, noch de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf leveren op zichzelf geen grond op voor een nieuw bevel tot voorlopige hechtenis.

8.De beoordeling van het beslag

Standpunt van het openbaar ministerie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van de auto, valuta, vorderingen en het registergoed het beslag ex artikel 94 Sv kan komen te vervallen. De overige voorwerpen dienen verbeurd te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de volgende voorwerpen:
  • 55 stuks WileyFox telefoontoestellen;
  • 9 stuks LG Nexus telefoontoestellen;
  • 220 stuks WileyFox telefoontoestellen;
  • 340 stuks (onbekend) telefoontoestellen;
  • 148 stuks (onbekend) telefoontoestellen;
  • 39 stuks simkaart, merk Samsung;
  • 3 stuks telefoon (onbekend);
  • 1 stuk telefoon (onbekend);
  • 55 stuks KNP simkaarten;
  • 100 stuks simkaarten Vodafone;
  • 99 stuks simkaarten MSM;
  • 133 stuks simkaarten diverse merken;
  • 147 stuks M2M imkaarten;
  • doos met simkaarten;
  • 541 KPN simkaarten;
  • 4 KNP simkaarten;
  • 7 stuks KNP simkaarten;
  • kluis;
  • kluis ‘De Ferm’;
verbeurd verklaren, omdat met deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan.
De rechtbank gelast de teruggave van de voorwerpen:
  • personenauto [kenteken] ;
  • euro valuta (IBN: [IBN] );
  • euro valuta ex € 4.650;
  • vordering, [rekeningnummer 2] ;
  • vordering, [rekeningnummer 3] ;
  • onroerende registergoederen [adres 1] [postcode] [woonplaats] [nummer 1]
aan verdachte. Dat betekent in beginsel nog niet dat de voorwerpen feitelijk aan verdachte zullen worden teruggegeven nu er naast het beslag ex artikel 94 Sv ook conservatoir beslag (artikel 94a Sv) op de voorwerpen rust.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 56, 57, 140, 189, 225 en 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 3, 7 en 8 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vier en een half (4,5) jarenen beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de voorwerpen:
  • 55 stuks WileyFox telefoontoestellen;
  • 9 stuks LG Nexus telefoontoestellen;
  • 220 stuks WileyFox telefoontoestellen;
  • 340 stuks (onbekend) telefoontoestellen;
  • 148 stuks (onbekend) telefoontoestellen;
  • 39 stuks simkaart, merk Samsung;
  • 3 stuks selefoon (onbekend);
  • 1 stuk selefoon (onbekend);
  • 55 stuks KNP simkaarten;
  • 100 stuks simkaarten Vodafone;
  • 99 stuks simkaarten MSM;
  • 133 stuks simkaarten diverse merken;
  • 147 stuks M2M simkaarten;
  • doos met simkaarten;
  • 541 KPN imkaarten;
  • 4 KNP simkaarten;
  • 7 stuks KNP simkaarten;
  • kluis;
  • kluis ‘De Ferm’;
 gelast de teruggave van de voorwerpen:
  • personenauto [kenteken] ;
  • euro valuta (IBN: [IBN] );
  • euro valuta ex € 4.650;
  • vordering, [rekeningnummer 2] ;
  • vordering, [rekeningnummer 3] ;
  • onroerende registergoederen [adres 1] 6852 DS [woonplaats] [nummer 1] ;
aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Keijzer (voorzitter), mr. M.J. Wasmann en mr. M.G.E. ter Hart, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V. Buscop en mr. T.L. Tuitert, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 september 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ONRAD17019, onderzoek Orwell, gesloten op 3 november 2018 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.KvK-uittreksel [bedrijf 1] d.d. 18.12.2017, p. 1239-1241.
3.KvK-uittreksel [bedrijf 1] , p. 1242.
4.Proces-verbaal van bevindingen bedrijfsstructuur [bedrijf 1] , p. 1970-1971.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 2345.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , p. 2299.
7.Proces-verbaal van bevindingen bedrijfsstructuur [bedrijf 1] , p. 1974; proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , PD 2, p. 74.
8.Bijlage 2, Betalingen aan [bedrijf 9] volgens bankafschriften, bij proces-verbaal van bevindingen, p. 1925 en proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 2504.
9.Proces-verbaal van bevindingen loonadministratie [bedrijf 16] 2013 tot en met 2018, p. 1128.
10.Proces-verbaal van bevindingen bedrijfsstructuur [bedrijf 1] , p. 1976.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , PD 3, p. 88.
12.Bijlage 3, Betalingen aan [medeverdachte 2] volgens bankafschriften, p. 1928.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 2482.
14.Proces-verbaal loonadministratie [bedrijf 16] 2013 tot en met 2018, p. 1128.
15.Proces-verbaal loonadministratie [bedrijf 16] 2013 tot en met 2018, p. 1128.
16.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , p. 2298-2299.
17.Proces-verbaal van verhoor [naam 13] , p. 2274-2275.
18.Proces-verbaal van verhoor [naam 13] , p. 2280.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2274.
20.Proces-verbaal ter identificatie van chatnaam [e-mailadres 1] door [verdachte] , p. 1147-1149.
21.Proces-verbaal ter identificatie van chatnaam [e-mailadres 7] door [medeverdachte 1] ( [account 49] ), p. 94-97.
22.Proces-verbaal tel. [naam 7] [account 56] , p. 87.
23.Proces-verbaal ter identificatie van chatnaam [e-mailadres 7] door [medeverdachte 1] ( [account 49] ), p. 94-97.
24.Proces-verbaal ter identificatie van chatnaam [e-mailadres 3] door [medeverdachte 2] , p. 1152-1153.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1945.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1942.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1943.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1944.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1944.
30.Proces-verbaal ‘uitleg Uitleg [bedrijf 1] en [communicatiemethode 2] ’, p. 2-3.
31.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , p. 2308.
32.Proces-verbaal tel. [naam 7] - [account 56] , p. 91.
33.Gebruiksaanwijzing [communicatiemethode 2] , p. 847-866.
34.Proces-verbaal van Bevindingen met betrekking tot [naam 31] , p. 1938.
35.Proces-verbaal pseudokoop, p. 874-876.
36.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , PD 2, p. 75.
37.Proces-verbaal van verhoor [verdachte] , p. 2466.
38.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , p. 2509.
39.Proces-verbaal van bevindingen bankrekening [rekeningnummer 1] , p. 1847-1848.
40.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2278; proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , p. 2509.
41.Proces-verbaal witwasdossier [bank] met betrekking tot contante stortingen [verdachte] , p. 909-910, met bijlagen, p. 912-922.
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 892, en mutatierapport, p. 894.
43.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. luris [nummer 2] . [account 49] [medeverdachte 1] met 10.000 pond in [account 43] , p. 1281, met bijlagen, p. 1289-1291.
44.Proces-verbaal tel. [naam 7] [account 56] , p. 86-87.
45.Proces-verbaal tel. [naam 7] - [account 59] , p. 904.
46.Tapgesprek 66, p. 42.
47.ZD04, p. 59.
48.ZD01, p. 46.
49.ZD01, p. 46.
50.ZD04, p. 19.
51.ZD04, p. 17.
52.ZD01, p. 40.
53.ZD01, p. 73-74.
54.ZD01, p. 74.
55.ZD04, p. 14-15.
56.ZD01, p. 79.
57.ZD01, p. 79.
58.ZD01, p. 80.
59.ZD04, p. 12.
60.ZD04, p. 16.
61.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1078-1079.
62.ZD 1, p. 68.
63.ZD 1, p. 44
64.ZD 1, p. 45
65.ZD 1, p. 45
66.ZD 1, p. 75.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 80 en 81.
68.ZD 1, p. 78.
69.ZD 1, p. 47.
70.ZD 1, p. 47.
71.ZD 1, p. 66.
72.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , p. 2574.
73.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] , p. 2522.
74.ZD 6, p. 52.
75.ZD6, p. 53.
76.Bijlage 96, p. 2249
77.ZD 6, p. 5.
78.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 2508 en Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 2515 en 2517.
79.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2274.
80.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] , p. 2303.
81.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2278.
82.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2288.
83.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2278.
84.Bijlage 98, p. 2267
85.Bijlage 98, p. 2268.
86.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 13] , p. 2285.
87.Drie facturen van [bedrijf 5] gericht aan [bedrijf 6] , p. 2441 t/m 2443.
88.Twee facturen van [bedrijf 5] gericht aan [bedrijf 7] , p. 2444 en 2445.
89.Vijf facturen van [bedrijf 5] gericht aan [bedrijf 1] , p. 2454-2458.
90.ZD 6, p. 58.
91.ZD 6, p. 57.
92.ZD 6, p. 58.
93.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam 25] en [naam 26] , p. 2437.
94.Proces-verbaal van bevindingen van aanvullende vragen [bedrijf 5] , p. 2114; proces-verbaal van bevindingen [rekeningnummer 1] [bedrijf 1] , p. 1854.
95.Proces-verbaal van bevindingen, m.b.t. rol / betrokkenheid van [verdachte] bij [naam 32] , p. 1038.
96.Proces-verbaal van bevindingen, m.b.t. rol / betrokkenheid van [verdachte] bij [naam 32] , p. 1040 en 1041.
97.Bijlage 33, p. 330.
98.Proces-verbaal van bevindingen, m.b.t. rol / betrokkenheid van [verdachte] bij [naam 32] , p. 1041.
99.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. rol/ betrokkenheid van [verdachte] bij [naam 32] , p. 1042 en 1043.
100.ZD2, p. 19 en 20.
101.ZD 2, p. 16.
102.Proces-verbaal van observatie woensdag 10 oktober 2018, p. 1025 t/m 1029.
106.Vonnissen onderzoek Metaal, p. 2124-2241.
107.Proces-verbaal van bevindingen [rekeningnummer 1] , p. 1847-1849; proces-verbaal van bevindingen, p. 1853 en 1854.
108.Proces-verbaal van bevindingen onttrekkingen [bedrijf 1] , bijlage 1, p. 1862.