ECLI:NL:RBGEL:2024:6726

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
3 oktober 2024
Zaaknummer
05/212084-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging, stalking en brandstichting in het kader van een wraakactie

Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van bedreiging, stalking en brandstichting. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De zaak kwam voort uit een reeks bedreigende en intimiderende berichten die de verdachte naar zijn ex-partner en haar familie had gestuurd, alsook uit de vernieling van een raam en de brandstichting van de auto van de moeder van de ex-partner. De rechtbank constateerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan eendaadse samenloop van bedreiging en belaging, en dat hij de brandstichting had uitgelokt door instructies en beloftes aan een medeverdachte te geven. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de verdachte een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer vormden en dat de brandstichting een potentieel gevaarlijke situatie creëerde. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de strafoplegging, maar vond de ernst van de feiten zwaarder wegen. De verdachte werd vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit van medeplegen van brandstichting, maar werd wel als uitlokker aangemerkt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/212084-22
Datum uitspraak : 2 oktober 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1998 in [geboorteplaats] ,
ter zitting opgegeven adres: [adres 1] , [postcode] [woonplaats] (België).
Raadsvrouw: mr. K. Taha, advocaat in Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 02-08-2022 t/m
19-08-2022 te Deil, gemeente West Betuwe, althans in een of meer plaatsen in
Nederland en/of in België, (telkens) [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting,
door aan die [slachtoffer 1] voornoemd en/of aan de zus van die [slachtoffer 1]
voornoemd te weten, [getuige] ,
- een of meer e-mailberichten te sturen met (een) emoticon(s) van een auto en/of
van vuur en/of van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
(verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] ) en/of
- een of meer e-mailbericht(en) te sturen met de woorden: "videoland nu terug.
Anders deze week deel 2" en/of (een) emoticon(s) van een huis en/of van vuur
(verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] ) en/of
- een of meer (anonieme) sms- berichten te sturen met onder meer de
woorden/tekst: "neemt me niet serieus prima, max 2 weken te leven heb je nog"
en/of "Luister op mijn hele familie dood nu snapchat anders gaan er serieus doden
vallen het is aan jou” en/of “als je om je zus geeft zeg je dat ze moet luisteren anders
ga je haar moeten missen” en/of “neemt me niet serieus prima, max 2 wken te leven
heb je nog. Tot snel”, althans berichten en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 02-08-2022 t/m
19-08-2022 te Deil, gemeente West Betuwe,
althans in een of meer plaatsen in Nederland en/of België, (telkens)
wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] ,
door
- die [slachtoffer 1] en/of [getuige] , de zus van die [slachtoffer 1] , een of meer (anonieme
en/of bedreigende en/of intimiderende en/of dwingende en/of indringende) sms-
berichten te sturen en/of
- die [slachtoffer 1] op te bellen en/of
- de auto van de moeder van die [slachtoffer 1] in brand te (laten) steken en/of
- het keukenraam van de woning van die [slachtoffer 1] voornoemd te vernielen en/of
- die [slachtoffer 1] veelvuldig e-mailberichten te sturen (vanaf de e-mailadressen
[e-mailadres 2] en/of [e-mailadres 1] ), al dan niet met
bedreigende en/of intimiderende teksten en/of emoticons,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen,
te dulden en/of vrees aan te jagen.
3
hij op of omstreeks 9 augustus 2022 te Deil, gemeente West Betuwe,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
auto ( [kenteken] ), althans met een brandbare stof,
ten gevolge waarvan die auto geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk
geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor die auto en/of in de directe
omgeving van die auto, zich bevindende roerende goederen en/of onroerende
goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte] op of omstreeks 9 augustus 2022 te Deil, gemeente West Betuwe,
opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
auto ( [kenteken] ), althans met een brandbare stof,
ten gevolge waarvan die auto geheel of gedeeltelijk is verbrand, in elk
geval brand is ontstaan,
en daarvan gemeen gevaar voor die auto en/of in de directe
omgeving van die auto, zich bevindende roerende goederen en/of onroerende
goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was,
welk feit hij, verdachte, in de periode van 7 augustus 2022 t/m 9 augustus 2022 in
Nederland en/of in België, opzettelijk heeft uitgelokt door giften en/of beloften
en/of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen, door die
[medeverdachte] voornoemd opzettelijk de opdracht te geven om die auto in brand te steken
en/of door die [medeverdachte] te informeren welke auto hij in brand moet steken en waar
die auto zich bevindt en/of welke route hij moet rijden en/of door die [medeverdachte] geld
te bieden en/of (vervolgens) (middels een derde) te betalen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Vanwege de onderlinge samenhang tussen feit 1 (bedreiging), feit 2 (belaging) en feit 3 (medeplegen van brandstichting, dan wel de uitlokking hiervan) zal de rechtbank deze feiten hieronder gezamenlijk bespreken. Ten behoeve van de leesbaarheid zal de rechtbank eerst de redengevende feiten en omstandigheden uiteenzetten, waarna zij per feit conclusies zal trekken.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2 en 3 primair.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle drie de feiten.
Ten aanzien van feit 1 is aangevoerd dat verdachte slechts één bericht (vanuit een emotionele toestand) via zijn eigen e-mailadres [e-mailadres 2] heeft verstuurd op 2 augustus 2022. Verdachte ontkent betrokkenheid bij de anonieme smsjes en de berichten die zijn verstuurd via het e-mailadres [e-mailadres 3] . Een directe koppeling tussen verdachte en de verzender van deze (anonieme) berichten ontbreekt.
Ten aanzien van feit 2 is aangevoerd dat de berichten de voor belaging vereiste intensiteit en frequentie missen. Bovendien blijkt niet van ernstige verstoringen van de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] . Met betrekking tot de vernieling van de ruit, ten laste gelegd onder dit feit, ontbreekt direct bewijs voor de betrokkenheid van verdachte.
Ten aanzien van feit 3 is aangevoerd dat het dossier geen bewijs bevat van een bewuste en nauwe samenwerking met een ander of van enige vorm van uitlokking door verdachte. Verdachte stelt in dat kader dat zijn Snapchat-account mogelijk door anderen werd gebruikt.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van bedreiging en belaging. Ze verklaarde dat ze haar relatie van zes jaar met [verdachte] een jaar geleden (
de rechtbank begrijpt augustus 2021) heeft beëindigd en ze sindsdien door hem wordt lastiggevallen. Het contact tussen hen escaleerde rond mei of april 2022, nadat [verdachte] foto’s van haar had gezien in kleding die ze van hem niet mocht dragen. [verdachte] mailde haar vanaf de e-mailadressen [e-mailadres 2] en [e-mailadres 3] ; hij maakte (ook) van dat laatste mailadres al jaren gebruik. Ze deed melding van de volgende gebeurtenissen in de periode van 2 tot en met 19 augustus 2022:
2 augustus 2022
  • 14:00 uur. Ze werd gebeld door een anoniem nummer, maar herkende de stem van haar ex, [verdachte] . Hij had een foto en filmpje van haar gezien op Instagram en zei iets van: "Ik zal het je zo sturen via mail maar of je gaat mij nu een kans geven of je gaat de consequenties aanvaarden." Hij dreigde met consequenties, maar wilde niet zeggen wat deze consequenties zouden zijn.
  • Na dit telefoongesprek ontving zij een mail vanaf het mailadres [e-mailadres 2] met als bijlage foto's van haar.
  • 18:43 uur. Ze ontving nog een mail vanaf het mailadres [e-mailadres 2] waarin stond: "Je maakt dus duidelijk geen keuze, dan weet ik wat de keuze is. lk ben klaar met mailen dit is het laatste wat ik stuur. Nu is het echt consequenties aangaan ben het zat. Heb je genoeg kansen gegeven meid."
3 augustus 2022 (vernieling raam)
  • 01:30 uur. Het keukenraam van haar woning aan de [adres 2] in [plaats] werd vernield.
  • 10:57 uur. Ze ontving een sms-bericht van een anonieme afzender waarin stond: "Ga je nu wel luisteren anders.”
6 augustus 2022
  • 22:01 uur. Ze ontving een e-mail afkomstig van het mailadres [e-mailadres 3] , waarin een auto-emoticon en een vuur-emoticon stonden. Als bijlage werd een foto, afkomstig van Instagram, van aangeefster meegestuurd. Ze verklaarde dat wanneer [verdachte] , tijdens hun relatie boos was op haar, hij dreigde om de auto van haar moeder in brand te steken.
  • 22:05 uur. Ze ontving een e-mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Het is klaar." In de bijlage werden twee foto's, afkomstig van Instagram, van aangeefster met vriendinnen meegestuurd.
  • 22:09 uur. Ze ontving een e-mail van [e-mailadres 3] , waarin een emoticon van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp stond.
  • 22:15 uur. Ze ontving een e-mail van simona_halep1l@hotmail.com, waarin stond: "Je kan me nu voegen op Snapchat. Anders echt ik meen het. Dit wil je niet meemaken. Nu Snapchat. Blijf eigenwijs doen als je wilt. Nu Snapchat als ik jou was."
  • 22:20 uur. Ze ontving twee sms-berichten van een anonieme afzender waarin stond: "Luister op mijn hele familie dood nu snapchat anders gaan er serieus doden valen het is aan jou. Show alles aan popo boeit me niet. Nu." en "Neemt me niet serieus? Is goed. We gaan zien meid. Ga niet meer berichten je weet wat er gaat gebeuren."
  • 22:34 uur. Het zusje van aangeefster, [getuige] , ontving een sms-bericht van een anonieme afzender waarin stond. "Als je om je zus geef zeg je dat ze moet luisteren anders ga je der moeten missen."
7 augustus 2022
  • 01:11 uur. Ze ontving een sms-bericht van een anonieme afzender waarin stond: "Neemt me niet serieus prima, max 2 weken te leven heb je nog. Tot snel."
  • 11:41 uur. Ze ontving een sms-bericht van een anonieme afzender waarin stond: "See you soon."
9 augustus 2022 (autobrand)
  • 02:35 uur. Ze hoorde een auto in de straat en zag een persoon lopen bij de woning met een mobiele telefoon in de hand. Ze meldde dit bij de politie.
  • 03:08 uur. De auto van haar moeder werd in brand gestoken. Daarvoor, rond 03:05 uur, zag ze een persoon in de straat bij een geparkeerde bus die daarna wegrende. Kort hierna zag ze een persoon met een helm bij de auto van haar moeder bezig, waarna de auto in brand stond.
  • 12:28 uur. Ze ontving een sms-bericht van een anonieme afzender waarin stond: "Laatste kans of je weet wat next is."
16 augustus 2022
  • 15:12 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Videoland nu terug. Anders deze week deel 2" Daarbij stond een emoticon van een huis en een emoticon van een vlam. Ze verklaarde dat ze die dag om 14:11 uur het wachtwoord van Videoland had veranderd, omdat ze niet wilde dat [verdachte] nog gratis kon meekijken.
  • 15:43 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "En ik laat het hierbij dan. Wil je hinderlijk doen dan gaat de oorlog door. Kies maar.”
  • 16:17 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Oke prima, slaaplekker komende dagen" met daarbij een emoticon van een lachende smiley.
  • 17:00 uur. Op advies van de politie stuurde ze het wachtwoord van Videoland per mail naar verdachte.
  • 17:32 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Bedankt."
17 augustus 2022
  • 14:40 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Kan je helpen mijn insta proberen terug te krijgen? Af en toe hier en daar een poster maken ook Doe je dat dan begraaf ik alles en hoef nergens meer bang voor te zijn. Doe je het niet of geen reactie dan kan je het zelf wel invullen. Verder laat ik je met rust heb alleen af en toe met dat hulp nodig. Laat maar weten."
  • 15:53 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Graag antwoord vraag hier na niet nog een keer. Ja of nee?"
18 augustus 2022
02:29 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Vannacht blijft rustig komende dagen deze week kan ik je niet beloven. Zou maar doen wat ik je vroeg. Goodnight!"
19 augustus 2022
12:40 uur. Ze ontving een mail van [e-mailadres 3] , waarin stond: "Ben er klaar mee. Vraag nog 1 keer netjes. Ga je me helpen met posters? Anders gaan we zien deze week. Vraag netjes nu help je af en toe hoef nergens bang voor te zijn. Nooit meer. Anders wordt het heel kut slapen. Laatste keer dat ik vraag echt. Klaar mee". [2]
Verdachte heeft ter zitting erkent aangeefster op 2 augustus 2022 te hebben gebeld en de e-mailberichten die zij diezelfde dag via het e-mailadres [e-mailadres 2] heeft ontvangen, te hebben verzonden. [3]
Met betrekking tot het e-mailadres [e-mailadres 3] vindt de rechtbank het volgende van belang.
Op 26 oktober 2021 ontving aangeefster een mail van [e-mailadres 3] , waarbij het bericht werd afgesloten met ”Liefs, [verdachte] ”. [4] Dit e-mailadres is op 20 december 2016 aangemaakt in België. [5] [verdachte] woonde in die tijd in België. [6]
De telefoon die bij [verdachte] in beslag is genomen, is door de politie onderzocht. Uit de webhistorie kwam naar voren dat op de volgende momenten is gezocht op een e-mailadres met als gebruikersnaam [gebruikersnaam] :
  • 6 augustus 2022 22:00:34 uur is de url [URL 1] bezocht;
  • 6 augustus om 22:04:49, 22:04:51 en 22:05:00 uur is de [URL 2] bezocht;
  • 6 augustus om 22:08:04 uur is de [URL 2] bezocht;
  • 6 augustus om 22:13:53 en 22:14:23 uur is de [URL 2] bezocht;
  • 16 augustus om 15:11:04 en 15:11:34 uur is de [URL 2] bezocht;
  • 16 augustus om 16:16:42 uur is de [URL 2] bezocht;
  • 17 augustus om 15:52:51 uur is de [URL 2] bezocht;
  • 18 augustus om 02:28:29 en 02:28:59 uur is de [URL 2] bezocht.
De rechtbank stelt vast dat de data en tijdstippen waarop aangeefster e-mailberichten ontving van [e-mailadres 3] steeds heel kort na de momenten lagen waarop vanaf de mobiel van verdachte werd ingelogd op een e-mailadres met als gebruikersnaam [gebruikersnaam] .
De historische saldo- en transactie gegevens van de bankrekening van [verdachte] bij [bank] ( [rekeningnummer 1] ) zijn door de politie opgevraagd en bekeken. Daarop zijn de volgende relevante betalingen te zien:
  • 3 augustus 2022 om 10:57 uur € 0.89,- aan [naam 1] ;
  • 6 augustus 2022 om 22:19 uur, 22:24 uur, 22:34 uur: telkens € 0.89,- aan [naam 1] ;
  • 7 augustus 2022 om 11:40 uur: € 0.89,- aan [naam 1] ;
  • 9 augustus 2022 om 12:28 uur: € 1.30,- aan [naam 2] .nl.
De rechtbank stelt vast dat de opgegeven data en tijdstippen waarop aangeefster anonieme sms-berichten ontving overeenkomen met betalingen vanaf de rekening van [verdachte] aan services die, zoals uit de naam van de diensten blijkt, het anoniem versturen van sms-berichten mogelijk maakt.
Ten aanzien van het vernielen van de raam (op 3 augustus 2022) acht de rechtbank het volgende nog van belang.
In de Device info van de telefoon van [verdachte] stonden de volgende relevante gegevens:
Device name: Iphone van [verdachte]
Last used MSISDN: + [telefoonnummer 1]
MSISDN: + [telefoonnummer 2] . [9]
De historische verkeersgegevens van het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] zijn bevraagd en de politie heeft deze gegevens geanalyseerd. Daaruit volgt dat het telefoonnummer op 3 augustus 2022 om 01:28 uur gebruik gemaakt heeft van Cell-ID's [nummer 1] en [nummer 2] , die dekking hebben op [adres 2] in [plaats] . [10]
Hieruit leidt de rechtbank af dat de telefoon van [verdachte] ten tijde van de vernieling van het raam aanstraalde op de masten die dekking geven aan het adres van aangeefster.
Naast al hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen, vindt zij ten aanzien van de brandstichting ook het volgende nog van belang (feit 3).
Op 9 augustus 2022 omstreeks 03:05 uur is de auto (Suzuki Swift met kenteken [kenteken] ) van [slachtoffer 2] in brand gestoken. De auto stond geparkeerd aan de voorzijde van de woning aan de [adres 2] in [plaats] . Buurtbewoners hebben geholpen de brand te blussen. Als gevolg van de brand is de linkerflank van de auto beschadigd. [11] Op het moment van de brand stond een andere auto op één tot anderhalve meter afstand van de Suzuki geparkeerd. [12] Kort voor de brand werd een persoon gezien die bezig was bij de voorband van de Suzuki. Deze persoon zou ook naast/bij een geparkeerde bus hebben gestaan. [13] Bij een grijze bestelbus op ongeveer vijf meter afstand van de Suzuki vond de politie een blauwe plastic tas met daarin een fles brandbare vloeistof. [14]
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld wie betrokken is/zijn bij deze brandstichting.
De plastic tas met inhoud is nader onderzocht op aanwezige sporen. Uit dit onderzoek volgen voor zover relevant -onder meer- de volgende bevindingen:
- Op de binnenzijde van de tas is een dactyloscopisch spoor (
rechtbank: vingerafdruk) gevonden ( [nummer 3] ). [15] Door dactyloscopisch onderzoekers van de politie is dit spoor onderzocht. Het vergelijkend onderzoek in HAVANK heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon geregistreerd in HAVANK. Het spoor [spoor 1] vertoont een zeer grote mate van overeenkomst en geen verschillen van dactyloscopische aard met de afbeelding van de rechter duim van biometrienummer: [nummer 4] (afkomstig van [medeverdachte] ). Twee dactyloscopisch onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het spoor door deze donor is geplaatst. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [16]
- Op het hengsel van de tas is een dactyloscopisch spoor (
rechtbank: vingerafdruk) gevonden ( [nummer 5] ). [17] Het vergelijkend onderzoek in HAVANK heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon geregistreerd in HAVANK. Het spoor [spoor 2] vertoont een zeer grote mate van overeenkomst en geen verschillen van dactyloscopische aard met de afbeelding van de rechter duim van biometrienummer: [nummer 4] (afkomstig van [medeverdachte] ). Twee dactyloscopisch onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het spoor door deze donor is geplaatst. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [18]
- Op de buitenzijde van de tas (midden) is een dactyloscopisch spoor (
rechtbank: vingerafdruk) gevonden [nummer 6] ). [19] Het vergelijkend onderzoek in HAVANK heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon geregistreerd in HAVANK. Het spoor [spoor 3] vertoont een zeer grote mate van overeenkomst en geen verschillen van dactyloscopische aard met de afbeelding van de linker ringvinger van biometrienummer: [nummer 4] (afkomstig van [medeverdachte] ). Twee dactyloscopisch onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het spoor door deze donor is geplaatst. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [20]
- Op de buitenzijde van de tas (in het logo) is een dactyloscopisch spoor (
rechtbank: vingerafdruk) gevonden ( [nummer 7] ). [21] Het vergelijkend onderzoek in HAVANK heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een
persoon geregistreerd in HAVANK. Het spoor [spoor 4] vertoont een zeer grote mate van overeenkomst en geen verschillen van dactyloscopische aard met de afbeelding van de rechter ringvinger van biometrienummer: [nummer 4] (afkomstig van [medeverdachte] ). Twee dactyloscopisch onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het spoor door deze donor is geplaatst. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [22]
Op basis van deze onderzoeksresultaten concludeert de rechtbank dat de vingerafdrukken van medeverdachte [medeverdachte] op diverse plekken op de tas, zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van de tas, zijn aangetroffen.
In de telefoon van [verdachte] werd het volgende Snapchat-gesprek met ‘ [accountnaam] ’ van 7 augustus 2022 aangetroffen:
13:02 uur [verdachte] : Hahahahahahahahaha ja
13:03 uur [verdachte] : Zeg maar? Hem connecten?
13:03 uur [accountnaam] : Ja moet wel
13:03 uur [accountnaam] : Maar zeg wel dat ik voor jou
13:03 uur [accountnaam] : Shit moet halen
13:03 uur [verdachte] ik stuur 109 bro heb dat op bank 9 kan je die dingen halen
13:03 uur [verdachte] : En 100 voor jezelf
13:03 uur [accountnaam] : Jaa is goed
13:03 uur [verdachte] : 9 isngenoeg
13:03 uur [accountnaam] : Eig niet coco maarja
13:03 uur [verdachte] : Hij gaat never pas meegeven bro
13:04 uur [accountnaam] : lk doe terpentine ipv benzine
13:05 uur [accountnaam] : Ik ook altijd met hun toch toen destijds
13:05 uur [accountnaam] : Zoek op internet
13:05 uur [accountnaam] : Terpentine brand
13:05 uur [verdachte] : Ja maar benzine is erger
13:05 uur [verdachte] : Die is 100%
13:06 uur [accountnaam] : Terpentine is ook 100% toch
13:10 uur [verdachte] : Maar trouwens avond langs rijden rond 9
13:10 uur [accountnaam] : Jaa
13:10 uur [verdachte] : Kijken waggi voor deur
13:10 uur [accountnaam] : [adres 3] toch
13:11 uur [verdachte] : [adres 2]
13:11 uur [accountnaam] : Hahahaha ik weet
13:11 uur [verdachte] : Hahaha ai 7
13:11 uur [accountnaam] : Wou jou if gekmaken
14:59 uur [accountnaam] : Wollah soma zeg
14:59 uur [accountnaam] : [naam 3] gister hem geconnect gezegd
14:59 uur [accountnaam] : Kkfesh je segt tegwn me ma dat je scooby mag pakken ban Mij
16:56 uur [verdachte] : Hahahahaha
16:56 uur [verdachte] : 150 krijg je nog
16:56 uur [verdachte] : Moet [naam 4] 50 geven
16:59 uur [accountnaam] : Jaa coco is heeeeel normaal zelfs weinig 300
16:59 uur [accountnaam] : Totaal
16:59 uur [accountnaam] : Coco
16:59 uur [verdachte] : Haha ai
16:59 uur [verdachte] : Zorg nou maar dat goed doet bro
16:59 uur [verdachte] : Doekoe krijg je simpel [23]
Het Snapchat ID van [accountnaam] ( [nummer 8] ) behoort bij de naam ‘ [naam 5] ’. [24] Deze naam past bij de naam van medeverdachte [medeverdachte] .
Uit het Snapchat-gesprek leidt de rechtbank af dat [verdachte] en een zekere ‘ [naam 5] ’ spreken over de voorbereiding van de brand. Er wordt gesproken over een ‘waggie’ (auto), terpentine en het adres van aangeefster wordt daarbij genoemd. [verdachte] zal hiervoor 109 (euro) sturen: 100 voor diegene en 9 om dingen te halen. Later wordt een bericht gestuurd dat diegene ook nog 150 krijgt en dat nog 50 moet worden gegeven.
Uit de historische saldo- en transactie gegevens van de bankrekening van [verdachte] bij [bank] ( [rekeningnummer 1] ) is voorts gebleken dat vanaf zijn bankrekening de volgende bedragen zijn overgemaakt:
  • op 7 augustus 2022 om 13:40 uur is middels een tikkie 109 euro overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer 2] t.n.v. [naam 6] ;
  • op 11 augustus 2022 om 04:10 uur is 200 euro overgemaakt naar bankrekening [rekeningnummer 2] t.n.v. [naam 6] .
[naam 6] heeft verklaard dat [verdachte] aan hem vroeg of hij zijn bankpas mocht lenen, maar dat hij dat niet wilde. [verdachte] gaf aan dat het voor een jongen was die geen bankrekening had en geld nodig had voor boodschappen. [naam 6] gaf aan dat hij het geld wel wilde pinnen. [verdachte] gaf aan dat hij 110 euro nodig had, maar zelf slechts 109 euro had. Die laatste euro zou hij, [naam 6] , betalen. [verdachte] vroeg of hij dat geld wilde geven aan die jongen en hij wist toevallig waar die jongen woonde. Die jongen heet [medeverdachte] . [verdachte] had later ook nog een bedrag van 200 euro overgemaakt: 150 euro was voor [medeverdachte] en 50 euro voor hemzelf. [naam 6] heeft die bedragen diezelfde dag nog gepind. [26]
Uit de zoekgeschiedenis in de telefoon van [verdachte] volgt dat is gezocht op (datum en tijdstip onbekend): ‘ [plaats] auto’, ‘ [plaats] autobrand’, ‘Auto brand [plaats] ’ en ‘112 meldingen [plaats] ’. In de webhistorie was tevens te zien dat op 9 augustus 2022 om 02:48 uur de website https://www.00zo.nl/hulpdiensten/geldermalsen/ [plaats] is bezocht. [27]
Eindconclusies
Ten aanzien van de
bedreiging (feit 1) en belaging (feit 2)overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op:
  • de overeenkomsten tussen de momenten waarop aangeefster de hiervoor aangehaalde e-mails ontving en de momenten waarop vanaf de telefoon van [verdachte] werd ingelogd op een e-mailadres met als gebruikersnaam [gebruikersnaam] , dat past bij het e-mailadres [e-mailadres 3] ;
  • de betalingen vanaf de rekening van [verdachte] aan de anonieme sms-dienst die corresponderen met de momenten waarop aangeefster anonieme smsjes ontving en
  • de samenhang tussen de aard van de feiten en de inhoud van de berichten,
is de conclusie van de rechtbank dat verdachte de verzender is van deze (anonieme) berichten en e-mails, ook van de e-mails die zijn verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 3] .
De verklaring van [verdachte] dat hij zijn telefoon wel eens uitleent en anderen hiervoor verantwoordelijk zouden kunnen zijn, is in het licht van al het voorgaande zonder nadere onderbouwing (in de zin van een controleerbaar of verifieerbaar gegeven) niet aannemelijk geworden. De rechtbank gaat hieraan dan ook voorbij.
De rechtbank is van oordeel dat de gebruikte bewoordingen in de smsjes en e-mails op zichzelf, maar ook in de door de aangeefster geschetste context bezien, waarbij ook daadwerkelijk uitvoering werd gegeven aan hetgeen waarmee werd gedreigd (zoals de brandstichting), kunnen worden aangemerkt als bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en brandstichting.
Gelet op de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van [verdachte] , de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van aangeefster, is de rechtbank van oordeel dat deze gedragingen naar objectieve maatstaven bezien zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
Ten aanzien van de
brandstichting (feit 3)overweegt de rechtbank als volgt. Gelet op:
  • het aantreffen van de vingerafdrukken van medeverdachte [medeverdachte] op diverse plekken op en in de tas die op enkele meters afstand van de brand wordt aangetroffen met daarin bovendien een fles brandbare vloeistof;
  • het Snapchat-gesprek tussen [verdachte] en ‘ [accountnaam] ’, waarbij specifieke details worden genoemd over de locatie, de uitvoering en de betaling, waarbij de rechtbank op basis van de hierboven uiteengezette redengevende feiten en omstandigheden vaststelt dat medeverdachte [medeverdachte] ‘ [accountnaam] ’ is en
  • de verklaring van [naam 6] die enerzijds de inhoud van het Snapchat-gesprek tussen [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte] (‘ [naam 5] ’) bevestigt en anderzijds bevestigt dat medeverdachte [medeverdachte] de persoon was aan wie moest worden betaald,
acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat medeverdachte [medeverdachte] degene is geweest die opzettelijk brand heeft gesticht.
Deze feiten en omstandigheden zijn naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende om ten aanzien van [verdachte] te kunnen spreken van het medeplegen van brandstichting. [verdachte] zal dan ook worden vrijgesproken van het onder feit 3, primair aan hem tenlastegelegde.
Uit de inhoud van het hiervoor aangehaalde Snapchat-gesprek leidt de rechtbank af dat medeverdachte [medeverdachte] niet reeds zelf van plan was het feit te begaan. [verdachte] heeft door het geven van inlichtingen (het doorgeven van het adres en instructies over de uitvoering) en het doen van beloften (het in het vooruitzicht stellen van in totaal een geldbedrag van € 300,-) bij medeverdachte [medeverdachte] het wilsbesluit opgewekt om de brand te stichten. [verdachte] kan daarmee worden aangemerkt als de uitlokker van de brandstichting. Ook aan de overige vereisten voor een strafbare uitlokking is voldaan: het uitgelokte delict is gevolgd, de in de wet limitatief opgesomde uitlokkingsmiddelen zijn gebruikt en de uitgelokte is strafbaar.
De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat hetgeen aan [verdachte] ten laste is gelegd onder de feiten 1, 2 en 3 subsidiair wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder de feiten 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegdeheeft begaan, te weten dat:
1
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 02-08-2022 t/m
19-08-2022 te [plaats] , gemeente West Betuwe,
althans in een of meer plaatsen inNederland en/of in België,(telkens
)[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting,
door aan die [slachtoffer 1] voornoemd en/of aan de zus van die [slachtoffer 1]
voornoemd te weten, [getuige] ,
- een of meer e-mailberichten te sturen met (een) emoticon(s) van een auto en
/ofvan vuur en
/ofvan een pistool
, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp(verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] ) en
/of- een of meer e-mailbericht(en) te sturen met de woorden: "videoland nu terug.
Anders deze week deel 2" en
/of(een) emoticon(s) van een huis en/
ofvan vuur
(verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] ) en
/of- een of meer (anonieme) sms-berichten te sturen met onder meer de
woorden/tekst: "neemt me niet serieus prima, max 2 weken te leven heb je nog"
en
/of"Luister op mijn hele familie dood nu snapchat anders gaan er serieus doden
vallen het is aan jou” en
/of“als je om je zus geeft zeg je dat ze moet luisteren anders
ga je haar moeten missen” en
/of“neemt me niet serieus prima, max 2 wken te leven
heb je nog. Tot snel”
, althans berichten en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
2
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 02-08-2022 t/m
19-08-2022 te [plaats] , gemeente West Betuwe,
althans in een of meer plaatsen in Nederland en/of België, (telkens
)wederrechtelijk
stelselmatig
opzettelijk
inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] ,
door
- die [slachtoffer 1] en/of [getuige] , de zus van die [slachtoffer 1] ,
een of meer(anonieme
en/of bedreigende en/of intimiderende en/of dwingende en/of indringende) sms-
berichten te sturen en
/of- die [slachtoffer 1] op te bellen en
/of- de auto van de moeder van die [slachtoffer 1] in brand te
(laten
)steken en
/of- het keukenraam van de woning van die [slachtoffer 1] voornoemd te vernielen en
/of- die [slachtoffer 1] veelvuldig e-mailberichten te sturen (vanaf de e-mailadressen
[e-mailadres 2]
en/of [e-mailadres 1] ),
al dan nietmet
bedreigende en/of intimiderende teksten en/of emoticons,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen,
niet te doen,te duldenen
/ofvrees aan te jagen.
3
subsidiair
[medeverdachte] op
of omstreeks9 augustus 2022 te [plaats] , gemeente West Betuwe,
opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een
auto ( [kenteken] ),
althans met een brandbare stof,ten gevolge waarvan die auto
geheel ofgedeeltelijk is verbrand,
in elkgeval brand is ontstaan,en daarvan gemeen gevaar voor die auto en
/ofin de directe
omgeving van die auto, zich bevindende roerende goederen en/of onroerende
goederen,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen,te duchten was,
welk feit hij, verdachte, in de periode van 7 augustus 2022 t/m 9 augustus 2022 in
Nederland en/of in België, opzettelijk heeft uitgelokt door
giften en/ofbeloften
en/ofdoor het verschaffen van
gelegenheid, middelen ofinlichtingen, door die
[medeverdachte] voornoemd opzettelijk de opdracht te geven om die auto in brand te steken
en
/ofdoor die [medeverdachte] te informeren welke auto hij in brand moet steken en waar
die auto zich bevindt en
/of welke route hij moet rijden en/ofdoor die [medeverdachte] geld
te bieden en
/of (vervolgens
) (middels een derde
)te betalen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 2:
eendaadse samenloop van:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met zware mishandeling en met brandstichting, meermalen gepleegd;
en
belaging, meermalen gepleegd
feit 3 subsidiair:
door beloften en door het verschaffen van inlichtingen opzettelijk uitlokken van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een taakstraf in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf. Hiervoor is gewezen op de positieve ontwikkelingen in het leven van verdachte (zoals zijn voetbalschool), de schending van de redelijke termijn en het feit dat verdachte een
first offenderis.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging en belaging van zijn ex-partner, door vaak - meerdere keren per dag - via verschillende kanalen bedreigende en zeer indringende berichten naar het slachtoffer (en haar familie) te sturen en haar vaak te bellen. Verdachte heeft niet alleen digitaal contact met haar geprobeerd te zoeken, maar hij heeft (de familie van) het slachtoffer ook lastiggevallen door een keuken raam te vernielen en een ander opdracht te geven de auto van de moeder van het slachtoffer in brand te steken. Belaging, in het normaal spraakgebruik ook wel stalking genoemd, is een zeer hinderlijk en angstaanjagend feit. Stalking heeft een grote impact op slachtoffers, die zich daardoor ernstig beperkt voelen in hun bewegingsvrijheid en constant geconfronteerd worden met ongewenst (en in dit geval onbehoorlijk) contact.
Brandstichting is daarnaast een (potentieel) bijzonder destructief en gevaar zettend feit, waarbij voor goederen en personen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan en waarvan het gevaar voor goederen zich in dit geval heeft verwezenlijkt. Een brand kan snel een grote vorm aannemen en een onbeheersbaar karakter krijgen. Dit geldt temeer voor branden van auto’s, omdat zich daarin brandgevaarlijke stoffen zoals benzine bevinden. Daarnaast veroorzaakt brandstichting gevoelens van angst en onveiligheid bij niet alleen de slachtoffers maar ook de omwonenden.
Verdachte heeft de feiten altijd ontkend. Met deze houding heeft verdachte er geen blijk van gegeven enig inzicht te hebben in zijn handelen. Dit getuigt bovendien van een groot disrespect naar de slachtoffers.
De raadsvrouw heeft betoogd dat de redelijke termijn is overschreden en dat deze overschrijding moet worden verdisconteerd in de strafoplegging. Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De redelijke termijn is aangevangen op het moment dat verdachte (voor de eerste keer) in verzekering is gesteld, op 21 augustus 2022, en van bijzondere omstandigheden is niet gebleken. Nu de rechtbank vonnis wijst op 2 oktober 2024, is de rechtbank van oordeel dat de redelijke termijn in beperkte mate, te weten met zes weken is overschreden en dat vanwege deze geringe overschrijding kan worden volstaan met de vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden.
Omdat de bedreigende berichten (feit 1) ook onderdeel uitmaken van de bewezenverklaarde belaging (feit 2) is sprake van eendaadse samenloop. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Hierbij wordt in strafverzwarende zin rekening gehouden met de in ernst toenemende dreigingen, waaraan ook daadwerkelijk uitvoering werd gegeven, zoals het in brand laten steken van de auto.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 6 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis zal worden opgeheven. Deze straf is lager dan geëist, vanwege de eendaadse samenloop en omdat de rechtbank, vergeleken met de officier van justitie, meer gewicht toekent aan de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 55, 57, 157, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 3 primair ten laste gelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het overige tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten drie (3) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit en
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. van Leeuwen (voorzitter), mr. M.L. Braaksma en mr. M.M. Klaasen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 oktober 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ON54022005 (Distel), gesloten op 13 juli 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Processen-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 40-42 en p. 55-62; proces-verbaal van bevindingen, p. 67-68, met als bijlagen e-mailberichten van 16 augustus 2022 (p. 69-73) en proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (ten aanzien van het bericht op 6 augustus 2022 om 22:34 uur), p. 220-222; proces-verbaal ontvangst klacht, p. 65.
3.Verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 18 september 2024.
4.Een schriftelijk bescheid, te weten een e-mailbericht van 21 augustus 2021, p. 263.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 199
6.Verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 18 september 2024.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 130-131.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122-124.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 110.
10.Proces-verbaal analyse historische verkeersgegevens, p. 213-215.
11.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 44-45.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 96.
13.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 44-45.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 90-91.
15.Proces verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 449-450.
16.Rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, p. 452-456.
17.Proces verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 489-490.
18.Rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, p. 492-496.
19.Proces verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor, p. 497-498.
20.Rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, p. 500-504.
21.Proces verbaal individualisatie dactyloscopisch spoor (nagekomen).
22.Rapport dactyloscopisch sporenonderzoek (nagekomen).
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 110 en 117.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 131.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 119-120.
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p . 314-316.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 110.