In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 2 oktober 2024 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure. De rechtbank heeft een deskundigenonderzoek bevolen, waarna de deskundige verzocht heeft om verhoging van zijn voorschot. Beide partijen hebben bezwaar gemaakt tegen deze verhoging en één partij heeft verzocht om vervanging van de deskundige. De rechtbank heeft besloten het voorschot te verhogen, maar niet tot het door de deskundige gevraagde bedrag, omdat de deskundige niet meer hoeft in te gaan op aanvullende vragen van partijen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien om de deskundige te vervangen. De rechtbank oordeelt dat de deskundige voldoende inzicht heeft gegeven in zijn tijdsbesteding en dat de kosten van de deskundige niet onredelijk zijn. De rechtbank heeft de deskundige verzocht om zijn conceptrapport definitief te maken en de vragen van partijen in een aparte paragraaf weer te geven, zonder verdere reacties. Het verzoek om een andere deskundige aan te stellen is door de rechtbank afgewezen, omdat er onvoldoende objectieve rechtvaardiging is voor twijfel aan de onafhankelijkheid van de deskundige. De rechtbank heeft de beslissing genomen om het voorschot met € 4.000,00 exclusief btw te verhogen en heeft partijen opgedragen om de kosten te delen. De rechtbank heeft verder aangegeven dat zij, indien nodig, aanvullende vragen aan de deskundige kan stellen of andere deskundigen kan benoemen.