Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Meer subsidiair verzoekt de raadsman om partiële vrijspraak bij het subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde voor het aanrijden dan wel overrijden van aangeefster, wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks1 april 2023 te Nijmegen
, althans in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
(terwijl verdachte op de schoot van voornoemde [slachtoffer] zat
)voornoemde [slachtoffer]
een of meerdere malenheeft gewurgd met
een draad/touw/kabel/spanband en/of metzijn hand
(en), althans de
)en
/of
(vervolgens toen voornoemde [slachtoffer] op de grond lag
)met een auto een
of meerderemaal tegen
/overde
(rechter
)knie en
/ofscheenbeen
en/of de (onder)rug, althans het (onder)lichaam,van voornoemde [slachtoffer] heeft gereden,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 200 dagen;
88 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van twee jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38vvan het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende dat verdachte gedurende de proeftijd van twee jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1991, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt.
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde tot
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 3.000,00 aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan 40 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.