ECLI:NL:RBGEL:2024:6655

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
440385
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van een woning na echtscheiding met betrekking tot media-uitingen

In deze zaak, die op 2 oktober 2024 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding tussen twee partijen die in gemeenschap van goederen zijn gehuwd en nu in een echtscheidingsprocedure verwikkeld zijn. De eiseres vordert de toedeling van de gezamenlijke woning, die op naam van de gedaagde staat, en stelt dat zij en de kinderen van partijen in de woning verblijven. De gedaagde heeft de woning verlaten en woont tijdelijk bij zijn moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woning een waarde heeft van € 675.000,00 en dat er een hypotheek op rust. De eiseres heeft een taxatie laten uitvoeren en vordert dat de gedaagde meewerkt aan de toedeling van de woning aan haar, onder bepaalde voorwaarden, waaronder het ontslag van de gedaagde uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld. De gedaagde heeft verweer gevoerd en vordert in reconventie dat de woning aan hem wordt toegedeeld.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van de kinderen en de eiseres bij het behoud van de woning zwaarder weegt dan het belang van de gedaagde om de woning te betrekken. De rechter heeft de toedeling van de woning aan de eiseres bepaald, onder de voorwaarde dat de gedaagde binnen twee maanden na het vonnis meewerkt aan de levering van zijn aandeel in de woning. Daarnaast is een verbod op uitlatingen tegenover de media door de gedaagde afgewezen, omdat onvoldoende bewijs is geleverd dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/440385 / KG ZA 24-293
Vonnis in kort geding van 2 oktober 2024
in de zaak van
[eiseres in conv/verw in reconv],
wonende in [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conv/verw in reconv] ,
advocaat: mr. H.A.M. Ritsma-Hartman te Nijmegen,
tegen
[gedaagde in conv/eiser in reconv],
wonende in [woonplaats] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conv/eiser in reconv] ,
advocaat: mr. A.M.A. Kok-Verheijde te Tegelen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9;
- de nagekomen producties 10 tot en met 21 van [eiseres in conv/verw in reconv] ;
- de eis in reconventie van [gedaagde in conv/eiser in reconv] ;
- de producties 1 tot en met 8 van [gedaagde in conv/eiser in reconv] ;
- de pleitnota van [eiseres in conv/verw in reconv] ;
- de pleitnota van [gedaagde in conv/eiser in reconv] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conv/verw in reconv] en [gedaagde in conv/eiser in reconv] zijn met elkaar in gemeenschap van goederen gehuwd op [datum] 2013. Tijdens hun huwelijk hebben zij twee kinderen gekregen: [kind 1] en [kind 2] . Ten tijde van dit vonnis zijn beide kinderen minderjarig.
2.2.
[gedaagde in conv/eiser in reconv] heeft voorafgaand aan het huwelijk de woning gelegen aan de [adres woning] (hierna: de woning) in eigendom verkregen. Middels hun huwelijk zijn [eiseres in conv/verw in reconv] en [gedaagde in conv/eiser in reconv] nu gezamenlijk eigenaar van de woning De woning staat in de openbare registers op naam van [gedaagde in conv/eiser in reconv] . Op de woning rust een hypotheek op naam van [gedaagde in conv/eiser in reconv] waarvan [hypotheekverstrekker] (hierna: [hypotheekverstrekker] ) hypotheekhouder is. [eiseres in conv/verw in reconv] is hoofdelijk aan te spreken voor de hypotheekschuld.
2.3.
[gedaagde in conv/eiser in reconv] heeft op 10 augustus 2023 de woning verlaten en verblijft sindsdien bij zijn moeder in [plaats] . [eiseres in conv/verw in reconv] woont samen met [kind 1] en [kind 2] tot op heden nog in de woning.
2.4.
De Belastingdienst heeft op 30 mei 2024 beslag gelegd op de woning ten laste van [gedaagde in conv/eiser in reconv] vanwege een belastingschuld.
2.5.
Met een beschikking van 24 juli 2024 van de rechtbank Gelderland is tussen partijen de echtscheiding uitgesproken. In die beschikking heeft de rechtbank bepaald dat [eiseres in conv/verw in reconv] gedurende zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking het gebruik van de woning krijgt. Ten tijde van dit vonnis is de echtscheidingsbeschikking nog niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.6.
[hypotheekverstrekker] heeft op 16 augustus 2024 executoriaal beslag gelegd op de woning, omdat er achterstanden waren ontstaan in de betaling van de hypotheeklasten.
2.7.
[eiseres in conv/verw in reconv] heeft door een makelaar de woning laten taxeren. Daarbij is de waarde van de woning door de makelaar per 29 augustus 2024 vastgesteld op € 675.000,00.
2.8.
In onder andere de tijdschriften “Privé” en “Story” zijn artikelen verschenen met betrekking tot de echtscheiding van partijen. In een van die artikelen zijn afbeeldingen te zien welke zijn gemaakt door een bewakingscamera die is gevestigd aan het huis van de ouders van [eiseres in conv/verw in reconv] .

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conv/verw in reconv] vordert, samengevat, na eisvermeerdering, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde in conv/eiser in reconv] te veroordelen om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis mee te werken aan de toedeling en levering aan [eiseres in conv/verw in reconv] van zijn aandeel in de woning tegen een waarde van € 675.000,00, onder de opschortende voorwaarde dat de [hypotheekverstrekker] [gedaagde in conv/eiser in reconv] ontslaat uit de (hoofdelijke) aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld die op de woning rust en daarbij [eiseres in conv/verw in reconv] aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] wegens overbedeling de helft van de overwaarde zal betalen, welke overwaarde is berekend na aftrek van de schuld aan de Belastingdienst waarvoor door de Belastingdienst beslag is gelegd, zulks op straffe van een dwangsom;
II. Bepaalt dat, indien [gedaagde in conv/eiser in reconv] niet meewerkt aan het bepaalde onder I., dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking van en in dat geval zijn toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening vervangt;
III. Bepaalt dat bij de berekening van het bedrag dat [eiseres in conv/verw in reconv] aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] wegens overbedeling verschuldigd is, rekening zal worden gehouden met het feit dat de achterstand wegens niet betaalde hypotheekrente, te weten een bedrag van € 8.490,13 voor rekening van [gedaagde in conv/eiser in reconv] komt en dat, indien [hypotheekverstrekker] incassokosten in rekening brengt omdat er een achterstand bestaat, deze incassokosten eveneens voor rekening van [gedaagde in conv/eiser in reconv] komen;
IV. [gedaagde in conv/eiser in reconv] veroordeelt om zich in de toekomst te onthouden van het verspreiden van beelden en van het opnemen van contact met de media in de ruimste zin van het woord ter zake van [eiseres in conv/verw in reconv] en haar ouders en broer en de echtscheiding van partijen, en alles wat daarmee samenhangt, zulks op straffe van een dwangsom;
V. Bepaalt dat de kosten van de makelaar die [eiseres in conv/verw in reconv] heeft ingeschakeld en de notaris voor rekening van beide partijen komen, ieder voor de helft;
VI. [gedaagde in conv/eiser in reconv] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde in conv/eiser in reconv] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [eiseres in conv/verw in reconv] in de proceskosten.
In reconventie
3.3.
[gedaagde in conv/eiser in reconv] vordert, samengevat, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1a. [eiseres in conv/verw in reconv] te veroordelen haar volledige medewerking te verlenen aan toescheiding van de woning aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] tegen de door [eiseres in conv/verw in reconv] getaxeerde waarde van € 675.000,00 k.k. onder de verplichting c.q. voorwaarde dat [gedaagde in conv/eiser in reconv] tevens wordt toegescheiden de op voormelde woning rustende hypothecaire schuld van € 267.911,00 en met voldoening van [gedaagde in conv/eiser in reconv] aan [eiseres in conv/verw in reconv] van de helft van de resterende overwaarde, na aftrek van de schuld van partijen aan de Belastingdienst, welke partijen bij helfte dienen te voldoen, en ter zake waarvan op de woning beslag is gelegd door de Belastingdienst, zulks op straffe van een dwangsom;
1b. subsidiair [gedaagde in conv/eiser in reconv] onvoorwaardelijk te machtigen, om geheel zelfstandig verkoop en levering van de woning en dus tegeldemaking daarvan, te bewerkstelligen en alle daartoe noodzakelijk (rechts)handelingen te verrichten, waarbij de opbrengst van de verkoop, na aftrekt van de hypothecaire verkoop zijn gemoeid, gelijkelijk tussen partijen wordt gedeeld, in die zin dat ieder de helft ontvangt;
1c. meer subsidiair te bepalen dat dit vonnis in de plaats komt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [eiseres in conv/verw in reconv] ;
2a. [eiseres in conv/verw in reconv] te veroordelen bij toescheiding van de woning aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] , de woning binnen twee maanden na betekening van dit vonnis te verlaten, onder afgifte van de sleutels aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] en ter vrije beschikking te stellen, zulks op straffe van een dwangsom;
2b. [eiseres in conv/verw in reconv] te veroordelen bij verkoop van de woning binnen een maand na ondertekening van de te sluiten koopovereenkomst te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] en ter vrije beschikking te stellen, zulks op straffe van een dwangsom;
3. [eiseres in conv/verw in reconv] te veroordelen in de proceskosten, dan wel de proceskosten te compenseren.
3.4.
[eiseres in conv/verw in reconv] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van [gedaagde in conv/eiser in reconv] in de proceskosten.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de vordering en is door [eiseres in conv/verw in reconv] voldoende gemotiveerd.
De woning
4.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat de woning € 675.000,00 waard is. Tussen hen is slechts in geschil aan wie de woning moet worden toebedeeld. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Op grond van artikel 3:178 BW kan een deelgenoot te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed vorderen. De rechter gelast op grond van artikel 3:185 BW de wijze van verdeling of stelt zelf de verdeling vast voor zover de deelgenoten over een verdeling niet tot overeenstemming kunnen komen. Indien de rechter op grond van artikel 3:185 BW de verdeling vaststelt, heeft de rechter een grote mate van vrijheid. Bij de verdeling moet de rechter naar billijkheid rekening houden met de belangen van partijen en met het algemeen belang.
4.3.
Vaststaat dat [eiseres in conv/verw in reconv] tot op heden in de woning woont. De kinderen van partijen zijn het overgrote deel van de tijd bij hun moeder conform de omgangsregeling zoals vastgelegd in de beschikking van de rechtbank Gelderland van 24 juli 2024 en hebben hun hoofdverblijf dan ook in de woning. Voorts heeft [eiseres in conv/verw in reconv] gedurende en na de echtscheidingsprocedure aangegeven de woning te willen overnemen en daartoe in staat te zijn. Daartegenover heeft [gedaagde in conv/eiser in reconv] eerst bij vordering in reconventie in onderhavige procedure aangegeven zelf ook de woning te willen overnemen. Eerder heeft [gedaagde in conv/eiser in reconv] telkens aangegeven zich niet te willen vestigen in Nijmegen. Desgevraagd heeft [gedaagde in conv/eiser in reconv] ter gelegenheid van de zitting aangegeven dat hij de woning nu wel wil betrekken, omdat hij op die manier dichterbij zijn kinderen kan zijn en hen dan regelmatiger kan zien. [gedaagde in conv/eiser in reconv] heeft verder aangevoerd dat [eiseres in conv/verw in reconv] niet heeft kunnen bewijzen dat zij de overname van de woning kan financieren.
4.4.
Hoewel het belang van [gedaagde in conv/eiser in reconv] om zijn kinderen vaker te kunnen zien evenwel een zeer gerechtvaardigd belang is, oordeelt de voorzieningenrechter dat het belang van [eiseres in conv/verw in reconv] bij toedeling van de woning in dit geval een zwaarder weegt. Zoals hiervoor overwogen staat vast dat de kinderen van partijen conform de omgangsregeling het merendeel van hun tijd bij [eiseres in conv/verw in reconv] zijn en dat de woning hun hoofdverblijf is. Toedeling van de woning aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] zou daarom tot gevolg hebben dat de kinderen van partijen hun hoofdverblijf verliezen en daarmee geen vast verblijf meer hebben in de tijd dat zij bij hun moeder zijn. Daarbij is het voor [gedaagde in conv/eiser in reconv] mogelijk om elders in [plaats] een woning te zoeken om op die manier eveneens dichterbij zijn kinderen te zijn, zonder dat hij daarbij de woning betrekt. Gelet daarop zal de voorzieningenrechter bepalen dat de woning wordt toebedeeld aan [eiseres in conv/verw in reconv] , onder de opschortende voorwaarde dat uiterlijk na twee maanden na dit vonnis de levering van de woning is gepasseerd waarbij de hypotheekhouder de (hoofdelijke) aansprakelijkheid van [gedaagde in conv/eiser in reconv] voor de hypothecaire lening heeft vrijgegeven en de overbedeling door [eiseres in conv/verw in reconv] aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] is betaald.
Wanneer [eiseres in conv/verw in reconv] in gebreke blijft om na ommekomst van genoemde twee maanden aan voorgaande voorwaarde te voldoen, zal de woning aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] worden toebedeeld onder dezelfde opschortende voorwaarde met dien verstande dat [eiseres in conv/verw in reconv] is ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld en de overbedeling aan haar is betaald. Als [gedaagde in conv/eiser in reconv] vervolgens in gebreke blijft om uiterlijk na twee maanden te voldoen aan die voorwaarde, wordt [gedaagde in conv/eiser in reconv] gemachtigd zelfstandig de woning te gelde te maken door verkoop en levering aan een derde. Voor zover er notariskosten zijn verbonden aan de toedeling, dan wel verkoop, van de woning, zullen partijen deze in gelijke delen dragen.
4.5.
De voorzieningenrechter zal verder nog bepalen dat in het geval een der partijen niet meewerkt aan de toebedeling van de woning conform het dictum, dit vonnis in de plaats treedt van de daarvoor vereiste toestemming, wilsverklaring, dan wel handtekening van die niet-meewerkende partij.
4.6.
Bij vaststelling van de overwaarde de woning en verdeling daarvan zal rekening moeten worden gehouden met een aantal tussen partijen bestaande kostenposten. Ten eerste is er een openstaande belastinschuld bij de Belastingdienst waarvoor beslag is gelegd op de woning. Beide partijen hebben gevorderd dat met deze belastingschuld rekening zal worden gehouden bij overbedeling, dan wel verkoop, van de woning en dat partijen gelijkelijk daarin moeten bijdragen. De voorzieningenrechter zal dit zo bepalen.
Naast de schuld bij de Belastingdienst is er een achterstand ontstaan bij de betaling van de hypothecaire lasten. [gedaagde in conv/eiser in reconv] heeft erkend dat deze kostenpost voor zijn rekening dient te komen. Gelet daarop zal de voorzieningenrechter het onder III. gevorderde in zoverre toewijzen.
[eiseres in conv/verw in reconv] heeft verder nog makelaarskosten gemaakt voor het opmaken van het taxatierapport dat heeft geleid tot een waardebepaling van de woning van € 675.000,00. Ook [gedaagde in conv/eiser in reconv] heeft gebruik gemaakt van deze waardebepaling voor de toedeling van de woning. Het taxatierapport heeft daarmee een gezamenlijk doel gediend. Om die reden zal ook het door [eiseres in conv/verw in reconv] onder V. gevorderde worden toegewezen.
Bij overbedeling, dan wel verkoop, van de woning zal rekening moeten worden gehouden met de bedragen zoals hiervoor omschreven. Dit zal de voorzieningenrechter dan ook bepalen zoals nader gespecificeerd in het dictum.
Verbod uitlatingen tegenover pers
4.7.
[eiseres in conv/verw in reconv] vordert onder IV. dat de voorzieningenrechter [gedaagde in conv/eiser in reconv] veroordeelt om zich in de toekomst te onthouden van het verspreiden van camerabeelden en van het opnemen van contact met de media in de ruimste zin van het woord ter zake van [eiseres in conv/verw in reconv] , haar ouders en broer en de echtscheiding van partijen. Toewijzing van deze vordering van [eiseres in conv/verw in reconv] met betrekking tot een verbod tot uitlatingen tegenover de pers leidt tot een (vergaande) beperking van het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde grondrecht van [gedaagde in conv/eiser in reconv] op vrijheid van meningsuiting. Tegenover dit recht staat het recht van [eiseres in conv/verw in reconv] op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer of privacy zoals neergelegd in artikel 8 EVRM. Bij een botsing tussen deze rechten moet, om te bepalen welk recht zwaarder weegt, een belangenafweging plaatsvinden, waarbij alle van belang zijnde feiten en omstandigheden in aanmerking worden genomen. Daarvan uitgaande oordeelt de voorzieningenrechter als volgt.
4.8.
[eiseres in conv/verw in reconv] heeft ter onderbouwing van haar vordering gesteld dat naast dat [gedaagde in conv/eiser in reconv] zich regelmatig negatief heeft uitgelaten over [eiseres in conv/verw in reconv] in de media, hij ook opnames van een beveiligingscamera die is gevestigd aan de woning van haar ouders heeft verspreid. Volgens [eiseres in conv/verw in reconv] heeft [gedaagde in conv/eiser in reconv] hiermee onrechtmatig jegens haar gehandeld en bestaat volgens haar op grond hiervan het gevaar dat [gedaagde in conv/eiser in reconv] zich nogmaals onrechtmatig over haar zal uitlaten tegenover de pers. Volgens [eiseres in conv/verw in reconv] had slechts een zeer beperkte groep personen toegang tot de camerabeelden waarvan screenshots te zien zijn in de roddelpers, en kan alleen [gedaagde in conv/eiser in reconv] deze hebben gelekt aan de media. [gedaagde in conv/eiser in reconv] heeft betwist dat hij voornoemde camerabeelden zou hebben verspreid.
Voorop wordt gesteld dat het [gedaagde in conv/eiser in reconv] vrij staat om tegenover de media zijn mening te uiten en toelichting te geven over, onder andere, de situatie waar partijen zich in bevinden en hoe hij dit ervaart. Dit kan de voorzieningenrechter hem dan ook niet verbieden zolang de gedraging niet onrechtmatig jegens een derde (waaronder [eiseres in conv/verw in reconv] ) is. Daarvan is in dit geval onvoldoende gebleken. Voor wat betreft de camerabeelden geldt dat onvoldoende is komen vast te staan dat [gedaagde in conv/eiser in reconv] degene is die dit heeft gedaan. Immers is onvoldoende vast komen te staan dat alleen [gedaagde in conv/eiser in reconv] de camerabeelden heeft kunnen verspreiden. De enkele mogelijkheid dat [gedaagde in conv/eiser in reconv] toegang had tot camerabeelden is onvoldoende om het verbod zoals gevorderd onder IV. toe te wijzen. Gelet hierop zal de voorzieningenrechter de vordering daarom ook afwijzen.
4.9.
Ten overvloede wijst de voorzieningenrechter partijen nog op het volgende. Hoewel de voorzieningenrechter geen verbod zal opleggen tot het opnemen van contact met de media, wordt partijen nadrukkelijk in overweging gegeven zich, mede omwille van hun kinderen, te onthouden van het over en weer doen van negatieve uitlatingen over elkaar in of tegenover de media.
Proceskostenvergoeding
4.10.
Gelet op de familierechtelijk aard van het geschil en de relatie tussen partijen zal de voorzieningenrechter bepalen dat de proceskosten tussen partijen zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conv/eiser in reconv] om binnen twee maanden na dit vonnis mee te werken aan de toedeling en levering aan [eiseres in conv/verw in reconv] van zijn aandeel in de woning tegen een waarde van € 675.000,00, onder de opschortende voorwaarde dat uiterlijk twee maanden na dit vonnis de levering van de woning is gepasseerd waarbij de [hypotheekverstrekker] [gedaagde in conv/eiser in reconv] ontslaat uit de (hoofdelijke) aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld die op de woning rust en waarbij [eiseres in conv/verw in reconv] aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] wegens overbedeling de helft van de overwaarde zal betalen, welke overwaarde is berekend na aftrek van de schuld aan de Belastingdienst waarvoor door de Belastingdienst beslag is gelegd en met inachtneming van 5.9 en 5.10 hieronder,
5.2.
bepaalt dat, indien [gedaagde in conv/eiser in reconv] niet meewerkt aan de onder 5.1. uitgesproken veroordeling, dit vonnis in de plaats treedt van de vereiste medewerking en in dat geval zijn toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening vervangt,
5.3.
veroordeelt [eiseres in conv/verw in reconv] , wanneer zij na ommekomst van twee maanden na dit vonnis niet heeft voldaan aan de onder 5.1. omschreven voorwaarde, vanaf dat moment haar volledige medewerking te verlenen aan toedeling van de woning aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] tegen een waarde van € 675.000,00 onder de voorwaarde dat uiterlijk na twee maanden de levering van de woning is gepasseerd waarbij de [hypotheekverstrekker] [eiseres in conv/verw in reconv] ontslaat uit de (hoofdelijke) aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld die op de woning rust en waarbij [gedaagde in conv/eiser in reconv] aan [eiseres in conv/verw in reconv] wegens overbedeling de helft van de overwaarde zal betalen, welke overwaarde is berekend na aftrek van de schuld aan de Belastingdienst waarvoor door de Belastingdienst beslag is gelegd en met inachtneming van 5.9 en 5.10 hieronder,
5.4.
bepaalt dat als [eiseres in conv/verw in reconv] niet meewerkt aan de onder 5.3. uitgesproken veroordeling dit vonnis in de plaats treedt van de voor de eigendomsoverdracht en levering van de woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [eiseres in conv/verw in reconv] ,
5.5.
veroordeelt [eiseres in conv/verw in reconv] bij toedeling van de woning aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] , de woning binnen twee maanden na levering daarvan aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] te verlaten, onder afgifte van de sleutels aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] en ter vrije beschikking aan hem te stellen,
5.6.
machtigt [gedaagde in conv/eiser in reconv] wanneer niet is voldaan aan de onder 5.1. én 5.3. uitgesproken veroordelingen, geheel zelfstandig, dus zonder medewerking van [eiseres in conv/verw in reconv] , verkoop en levering van de woning, en dus tegeldemaking daarvan, te bewerkstelligen en alle daartoe noodzakelijk (rechts)handelingen te verrichten, waarbij de opbrengst van de verkoop, na aftrekt van de hypothecaire schuld, de schulden aan de Belastingdienst, alsmede de kosten welke met de verkoop zijn gemoeid, gelijkelijk tussen partijen wordt verdeeld met inachtneming van 5.9 en 5.10 hieronder,
5.7.
veroordeelt [eiseres in conv/verw in reconv] in het geval van verkoop van de woning aan een derde, deze binnen een maand na ondertekening van de te sluiten koopovereenkomst te ontruimen en te verlaten, onder afgifte van de sleutels aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] en ter vrije beschikking te stellen,
5.8.
veroordeelt [eiseres in conv/verw in reconv] om aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de in 5.5. en/of 5.7. uitgesproken veroordelingen voldoet, tot een maximum van € 200.000,00 is bereikt,
5.9.
bepaalt dat bij overbedeling, dan wel verkoop van de woning aan een derde, rekening wordt gehouden met een bedrag van € 8.490,13 aan niet betaalde hypotheekrente welke [gedaagde in conv/eiser in reconv] aan [eiseres in conv/verw in reconv] is verschuldigd, vermeerderd met de incassokosten die [hypotheekverstrekker] in rekening heeft gebracht met betrekking tot die achterstallige betaling,
5.10.
bepaalt dat de kosten van de makelaar die [eiseres in conv/verw in reconv] heeft ingeschakeld en de kosten van notaris bij toedeling van de woning aan [eiseres in conv/verw in reconv] voor rekening van beide partijen komen, ieder voor de helft,
5.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M.K.J. Steketee en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024.